Schriftelijke vragen : Het bericht ''Ongewenst en onacceptabel, maar we hebben geen keus', provincie woedend over treinloze maanden in 2029’
Vragen van de leden Veltman en Van den Hil (beiden VVD) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht ««Ongewenst en onacceptabel, maar we hebben geen keus», provincie woedend over treinloze maanden in 2029» (ingezonden 4 oktober 2024).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht ««Ongewenst en onacceptabel, maar we hebben geen keus»,
provincie woedend over treinloze maanden in 2029»?1
Vraag 2
Bent u het eens dat Zeeland al veel heeft moeten slikken qua overlast op het spoor,
door de vele keren dat sprake is geweest van uitval van treindiensten?
Vraag 3
Zo ja, hoe heeft u hiermee rekening gehouden in de afspraken die u met de provincie
Zeeland heeft gemaakt?
Vraag 4
Deelt u de verwachting dat deze proef van grote invloed gaat zijn op de mobiliteit
van inwoners van Zeeland, wat van vitaal belang is voor levenskwaliteit van inwoners
en het economisch functioneren van de regio?
Vraag 5
Zo ja, hoe gaat u ervoor zorgen dat de reizigers in Zeeland geen hinder ondervinden
van de treinloze maanden in 2029?
Vraag 6
Zo nee, hoe gaat u ervoor zorgen dat de reizigers in Zeeland geen hinder ondervinden
van de treinloze maanden in 2029?
Vraag 7
Wat is de noodzaak voor de lange duur van de proef?
Vraag 8
Heeft u overwogen om de proef korter te laten duren?
Vraag 9
Is het mogelijk om de proef, als blijkt dat het korter kan, ook korter te laten duren?
Vraag 10
Hoe werken uw ministerie en ProRail aan het voorkomen van kinderziektes en stremmingen
na de treinloze periode?
Vraag 11
Hoe zorgen uw ministerie en ProRail ervoor dat ook bij kinderziektes en stremmingen
de reizigers in Zeeland geen hinder ondervinden?
Vraag 12
Op welke wijze gaan uw ministerie, NS en ProRail de communicatie richting reizigers
vormgeven, zowel in de treinloze periode als in de periode daarna?
Vraag 13
Hoe wordt de hinder die de reizigers ondervinden tijdens de treinloze periode zodanig
gemonitord dat direct kan worden bijgestuurd indien aanpassingen in het vervangend
vervoer nodig zijn?
Vraag 14
Hoe wordt de hinder die de reizigers ondervinden tijdens de periode na de treinloze
periode zodanig gemonitord dat snel wordt geacteerd en hinder wordt voorkomen door
vervangend vervoer of anderszins?
Vraag 15
In het verleden bleken er geregeld te weinig bussen te zijn als treinvervangend vervoer,
hoe gaat u ervoor zorgen dat dit niet opnieuw gebeurt?
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Vedder (CDA),
ingezonden 4 oktober 2024 (vraagnummer 2024Z15082) en van Bamenga (D66), ingezonden 4 oktober 2024 (vraagnummer 2024Z15089)
Indieners
-
Gericht aan
C.A. Jansen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat -
Indiener
Hester Veltman, Kamerlid -
Medeindiener
Jacqueline van den Hil, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.