Motie : Motie van het lid Van Houwelingen over voor alle niet-beleidsartikelen de daadwerkelijk gerealiseerde uitgaven van de afgelopen vier jaar meenemen als deel van het reguliere begrotingsproces
36 600 IX Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) en de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2025
Nr. 17
MOTIE VAN HET LID VAN HOUWELINGEN
Voorgesteld 3 oktober 2024
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat apparaatsuitgaven van verschillende ministeries een, twee, drie,
vier jaar eerder structureel lager worden geraamd dan uiteindelijk daadwerkelijk vastgesteld;
overwegende dat, zoals onder andere de Algemene Rekenkamer stelt, ramingen echter
realistisch behoren te zijn;
overwegende dat de huidige inschattingen van het kabinet aan Kamerleden én burgers
structureel een te rooskleurig beeld geven van de apparaatsuitgaven van de verschillende
ministeries;
overwegende dat dit onwenselijk is omdat daardoor de sterke groei van deze apparaatsuitgaven
onvoldoende wordt onderkend;
verzoekt het kabinet voortaan op Prinsjesdag als deel van het reguliere begrotingsproces
voor alle zogenaamde «niet-beleidsartikelen» op de begroting (waaronder dus de apparaatsuitgaven
van de ministeries), naast de begrotingsraming en meerjarenraming, ook standaard de
daadwerkelijk gerealiseerde uitgaven van de afgelopen vier jaar in de tabellen mee
te nemen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Houwelingen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Pepijn van Houwelingen, Tweede Kamerlid