Mededeling (uitstel antwoord) : Uitstel beantwoording vragen van het lid Bruyning over het artikel 'Onderzoek naar discriminatie bij Raad voor de Kinderbescherming hapert'
Vragen van het lid Bruyning (Nieuw Sociaal Contract) aan de Staatssecretarissen van Justitie en Veiligheid en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het artikel «Onderzoek naar discriminatie bij Raad voor de Kinderbescherming hapert» (ingezonden 6 september 2024).
Mededeling van Staatssecretaris Struycken (Justitie en Veiligheid), mede namens de
Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (ontvangen 27 september 2024)
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het artikel in de Volkskrant van 20 augustus 2024 met de
titel «Onderzoek naar discriminatie bij Raad voor de Kinderbescherming hapert»1, het artikel in het Algemeen Dagblad van 30 maart 2022 met de titel «Toeslagenouders
willen helpen met vinden «verdwenen» uithuisgeplaatste kinderen en ouders»2, het artikel in het Algemeen Dagblad van 31 augustus 2022 met de titel «Onafhankelijk
onderzoek naar uithuisplaatsing kinderen toeslagenouders tegengehouden»3, het artikel in het Algemeen Dagblad van 14 april 2023 met de titel «Toeslagenouders
starten eigen onderzoek: hoe kwamen ze in beeld»4 en het artikel in het Algemeen Dagblad van 27 januari 2023 met de titel «CBS trekt
omstreden conclusie over uithuisplaatsingen toeslagen kinderen in»?5
Vraag 2
Deelt u de mening dat, zoals valt te lezen in eerder genoemde artikelen, het in het
kader van het herstelproces van kinderen en ouders noodzakelijk is om onafhankelijk
en wetenschappelijk onderzoek uit te kunnen voeren? Zo nee, waarom niet?
Vraag 3
Vindt u het belangrijk dat de centrale overheid daadwerkelijk onafhankelijk wetenschappelijk
onderzoek initieert en faciliteert in maatschappelijke kwesties, zoals de toeslagenfraude,
en daarmee een voorbeeldfunctie vervult voor andere onderdelen van de overheid? Zo
ja, hoe kan daaraan in uw visie vorm en inhoud worden gegeven? Zo nee, waarom niet?
Vraag 4
Deelt u de mening dat een onderzoek in de toeslagenaffaire alleen een relevante betekenis
kan krijgen als sprake is van een steekproefsgewijs onderzoek in een relevant aantal
willekeurig geselecteerde dossiers? Zo nee, waarom niet?
Vraag 5
Deelt u de mening dat het bij de gedupeerden in de toeslagenaffaire met een kinderbeschermingsmaatregel
gaat om de vraag of de door de overheid toegebrachte schuldenproblematiek zo ontwrichtend
heeft gewerkt in een gezin, dat ingrijpen met kinderbeschermingsmaatregel noodzakelijk
werd gevonden? Zo ja, kunt u dat nader toelichten? Zo nee, waarom niet?
Vraag 6
Deelt u de mening dat de vraag moet zijn voor het onderzoek naar de toeslagenouders
en het causale verband of de fraudeverdenking de eerste steen van een rij dominostenen
heeft laten omvallen? Zo ja, kunt u dat verder specificeren? Zo nee, waarom niet?
Vraag 7
Indien u het met de stelling in vraag 6 eens bent, deelt u de mening dat dit alleen
kan door gevalsvergelijking? Kunt u onderzoeken wat nu de situatie is en wat de situatie
geweest zou zijn als er geen fraudeverdenking is geweest? Kunt u uw visie verder toelichten
en uitleggen?
Vraag 8
Bent u bekend met het artikel in het Algemeen Dagblad van 26 januari 2023 met de titel
«Hoogleraar Gill hielp bij vrijpleiten van Lucia de B., en maakt nu gehakt van CBS-rapport
toeslagenaffaire»?6
Vraag 9
Kunt u aangeven wat de precieze onderzoeksopdracht is die het Verwey-Jonker Instituut
heeft gekregen van de Raad voor de Kinderbescherming, waarvan de Volkskrant nu in
hun artikel vaststelt dat dit onderzoek hapert? En kunt u daar tevens bij aangeven
hoe het Verwey-Jonker Instituut voornemens is het onderzoek op te zetten en te gaan
uitvoeren?
Vraag 10
Kunt u uitleggen waarom het volgende uit uw voortgangsbrief uithuisplaatsingen kinderopvangtoeslagaffaire
(UHP KOT) mei 2023 van 5 juni 2023 met het kenmerk 4590804, nog steeds niet van de
grond gekomen is? In deze voortgangsbrief staat het volgende vermeld: «De Raad voor de Kinderbescherming treft momenteel de voorbereidingen voor het interne
reflectietraject. De reflectie heeft vooral tot doel om lessen te trekken voor de
toekomst met oog op het verbeteren van het beleid en de uitvoeringspraktijk van de
raad voor de kinderbescherming. De intentie is om aan de hand van een dossieranalyse
te inventariseren wat de samenhang is van factoren die speelden bij gedupeerde gezinnen
waarvoor de raad voor de kinderbescherming een uithuisplaatsing heeft verzocht en
in hoeverre bekend was dat er sprake was van schuldenproblematiek. De raad voor de
kinderbescherming verwacht, na ontvangst van de UHP-Kot-kindlijst in het kader van
het wetsvoorstel uitwisseling persoonsgegevens UHP KOT, ongeveer 6 maanden nodig te
hebben voor het reflectietraject en zal de bevindingen openbaar maken».
Vraag 11
Uit het artikel van de Volkskrant blijkt dat het Verwey-Jonker Instituut de onderzoeksopzet
wilde aanpassen en waarschijnlijk pas in 2025 ouders worden geïnterviewd, kunt u hier
meer opheldering over geven: wat is precies aangepast en waarom?
Vraag 12
Kunt u ons een afschrift geven van de onderzoeksopdracht en de opzet voor het onderzoek?
Vraag 13
Klopt de berichtgeving dat het Verwey-Jonker Instituut heeft aangegeven aan de heer
Groenen dat het onderzoek «on hold» is gezet en dat als «zijn» ouders al geïnterviewd
gaan worden dat niet eerder is dan in 2025? Kunt u toelichten waarom er twijfel bestaat
over het betrekken van ouders via de heer Groenen en waarom – als dit al gebeurt –
niet eerder dan in 2025 gebeurt?
Vraag 14
Kunt u aangeven of onafhankelijk onderzoek deel gaat uitmaken van het onderzoek van
de commissie Hamer en wat de stand van zaken is met betrekking tot de motie van het
lid Omtzigt omtrent twee onafhankelijke onderzoeken, gelet op wat in uw voortgangsbrief
uithuisplaatsingen kinderopvangtoeslagaffaire (UHP KOT) mei 2023 van 5 juni 2023 met
het kenmerk 4590804 staat vermeld: «In reactie op de motie van het Lid Omtzigt over het bevorderen van ten minste twee
onafhankelijke onderzoeken naar uithuisplaatsingen en de kinderopvangtoeslagenaffaire
kan ik het volgende vermelden. Op dit moment is de commissie Hamer zoals gezegd bezig
met het opstellen van een onderzoeksplan. Dan is duidelijk of onafhankelijk wetenschappelijk
onderzoek daar deel van uitmaakt.» en wat in uw voortgangsbrief uithuisplaatsingen kinderopvangtoeslagaffaire (UHP KOT)
december 2023 van d.d. 18 december 2023 staat vermeld: «De commissie is recentelijk gestart met haar dossieronderzoek en de verwachting is
dat zij in het laatste kwartaal van 2024 tot een definitieve analyse en aanbevelingen
zal komen»?
Vraag 15
Kunt u aangeven waarom er gekozen is voor het Verwey-Jonker Instituut nu de bestuurder
van dit instituut ook onderdeel uitmaakt van de commissie Hamer die onderzoek verricht
naar de causaliteit tussen kinderbeschermingsmaatregelen en de toeslagenaffaire? Kan
hier sprake zijn van belangenverstrengeling?
Vraag 16
Kunt u aangeven wat de stand van zaken is van met betrekking tot het onderzoek van
de commissie Hamer? Kunt u aangegeven wat de reden is van de vertraging en welke verdere
vertraging voor u acceptabel is?
Vraag 17
Zou het mogelijk kunnen zijn dat een vertraging van dit onderzoek van de Raad voor
de Kinderbescherming naar mogelijke discriminatie samen kan hangen met de vertraging
in het onderzoek van de commissie Hamer en waarvan de resultaten pas in dit najaar
verwacht worden?
Vraag 18
Zou het niet beter zijn, gezien het toch al lage vertrouwen in de overheidsinstanties,
en zeker in de jeugdbeschermingsinstellingen, waar de Raad voor de Kinderbescherming
ook toe gerekend kan worden, de Rechtspraak en de Gecertificeerde Instellingen, het
onderzoek uit te besteden aan een onafhankelijke partij die het gehele onderzoek zowel
statistisch als inhoudelijk in een hand kan uitvoeren, zoals de Rijksuniversiteit
Groningen die in augustus 2022 al heeft aangegeven direct te kunnen starten met hun
onderzoek naar de causaliteit?7
Vraag 19
Hoe kijkt u aan tegen het onderzoek wat gefaciliteerd kan worden vanuit de universiteit
Groningen?
Mededeling
Hierbij deel ik u, mede namens de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en
Sport, mede dat de schriftelijke vragen van het lid Bruyning (Nieuw Sociaal Contract),
van uw Kamer aan de Staatssecretaris Rechtsbescherming over het artikel «Onderzoek
naar discriminatie bij Raad voor de Kinderbescherming hapert» (ingezonden 6 september
2024) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog
niet alle benodigde informatie is ontvangen.
Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T.H.D. Struycken, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
V.P.G. Karremans, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.