Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Patijn over het bericht 'Al 18 jaar gaat UWV de fout in: massale controle van zeker 53.000 dossiers wacht op groen licht'
Vragen van het lid Patijn (GroenLinks-PvdA) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht «Al 18 jaar gaat UWV de fout in: massale controle van zeker 53.000 dossiers wacht op groen licht» (ingezonden 18 september 2024).
Antwoord van Minister Van Hijum (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 26 september
2024).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel van het AD waarin bekend wordt dat er al 18 jaar fouten
worden gemaakt met betrekking tot de dagloonindexering?1
Antwoord 1
Ja, ik ben bekend met dit artikel.
Vraag 2
Herkent u deze problematiek die speelt bij het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen
(UWV)? Kunt u aangeven wanneer deze problematiek bekend was bij het UWV? Kunt u daarnaast
aangeven welke functionaris, inclusief de Minister, waarvan en wanneer op de hoogte
is gesteld? En welke activiteiten er ondernomen zijn om de problematiek op te lossen?
Antwoord 2
De problematiek van onjuiste WIA-dagloonvaststelling als gevolg van het niet toepassen
van de indexering bij toekenning van de WIA-uitkering was bij mijn medewerkers bekend
sinds augustus 2023. UWV heeft in die periode aan mij laten weten dat er onjuistheden
waren geconstateerd bij de WIA-dagloonvaststelling van uitkeringsgerechtigden waarbij
het indexcijfer van 1 januari 2023 en 1 juli 2023 niet waren toegepast. Hierop heeft
UWV aangegeven dat deze situatie zich ook in voorgaande jaren heeft voorgedaan en
dat een impactanalyse en plan van aanpak voor oplossingsrichtingen zou worden opgesteld.
In de Stand van Uitvoering van december 2023 is vervolgens aan uw Kamer medegedeeld
dat deze problematiek zich in de 2023 had voorgedaan en dat nader onderzoek naar voorgaande
jaren was ingesteld door UWV.
Eind 2023 heeft UWV aan SZW laten weten dat geconstateerd is dat de beschreven problematiek
rondom de indexmomenten van 2023 zich óók teruggaand tot aan de invoering van de Wet
WIA in 2006 had voorgedaan. In de hierop volgende maanden zijn gesprekken gevoerd
tussen medewerkers van SZW en UWV om een nader beeld te krijgen van de omvang van
de problematiek, mogelijke oplossingsrichtingen en wat de gevolgen daarvan zijn voor
zowel de uitkeringsgerechtigde, eventueel betrokken ex-werkgevers en de uitvoering.
Hierover is uw Kamer in de Stand van de Uitvoering van juli 2024 nader geïnformeerd.
Mijn ambtsvoorganger is over deze situatie begin mei 2024 door diens ambtenaren geïnformeerd
en vervolgens ben ik begin september 2024 middels een nota geïnformeerd hierover.
Daarin staat welke oplossingsrichting UWV voornemens is uit te voeren en de daaruit
voortvloeiende gevolgen voor de diverse partijen.
Ten aanzien van de bekendheid van deze situatie binnen UWV kan ik u het volgende meedelen.
UWV heeft sinds de invoering van de WIA op een aantal momenten signalen ontvangen
over onjuistheden van de WIA-dagloonvaststelling rondom een vijftal indexatiemomenten.
Deze indexatiemomenten zijn naar aanleiding daarvan altijd binnen datzelfde boekjaar
gecorrigeerd. Deze signalen hebben eerder geen aanleiding gegeven om nader onderzoek
in te stellen.
In 2022 zijn binnen UWV wederom signalen ontvangen rondom de toepassing van het indexatiecijfer
bij de WIA-toekenning. In de zomer van 2023 is geconstateerd dat er rond de indexatiemomenten
van januari 2023 en juli 2023 foutieve WIA-dagloonvaststelling hebben plaatsgevonden
vanwege het niet toepassen van de indexcijfers.
In de hierop volgende maanden heeft UWV nader onderzoek ingesteld naar de voorliggende
jaren. Dit heeft geleid tot de constatering dat de problematiek zich vanaf 2006, zijnde
invoering van de WIA, heeft voorgedaan.
Voor de WIA-toekenningen in 2023 is direct een extra controle uitgevoerd en een herstelactie
gestart. Deze is binnen het boekjaar afgerond, waardoor eventuele gevolgen voor betrokkenen
zo klein mogelijk zijn gehouden.
Vraag 3
Kunt u aangeven wat de oorzaak, de aard en de omvang is van deze problematiek?
Antwoord 3
In januari en juli van elk jaar worden de daglonen van alle werknemersverzekeringen
(zoals WIA, ZW, WAZO en WW) geïndexeerd. Een WIA-uitkering wordt aangevraagd ongeveer
vijftien weken vóór het eindigen van de wachttijd van 104 weken. Het kan zijn dat
tussen het aanvraagmoment en de eerste uitkeringsdag het indexatiecijfer en de daarop
gebaseerde rekenregels voor de UWV-uitkeringen nog niet bekend zijn. In die situatie
moet de indexatie handmatig uitgevoerd worden door de beoordelend medewerker van UWV.
Bij andere werknemersregelingen (zoals WW en ZW) is de situatie niet vergelijkbaar
met de WIA-aanvraagprocedure, omdat het tijdsverloop tussen aanvraag en beoordeling
veel korter is. Hierdoor is de kans dat het indexcijfer niet bekend is in die periode
zeer klein.
Gebleken is dat in januari 2023 de indexering van het WIA-dagloon van 10,15% en in
juli 2023 van 3,13% bij een gedeelte van de betrokken WIA-gerechtigden niet of niet
correct was toegepast. Voor de WIA-toekenningen in deze periode is direct een extra
controle uitgevoerd en een herstelactie uitgevoerd en afgerond binnen hetzelfde boekjaar.
UWV heeft inmiddels maatregelen genomen om het «missen» van de indexatie in de toekomst
te voorkomen. Er is een extra signalering in de systemen ingebouwd, waardoor medewerkers
erop gewezen worden dat zij de indexering handmatig moeten doorvoeren. Aan een geautomatiseerde
doorvoering van de indexatie en aanpassing van de systemen wordt momenteel door UWV
gewerkt. Naar verwachting kan deze in 2026 of 2027 worden ingevoerd.
Naar aanleiding van bovenstaande bevindingen heeft UWV onderzocht of het handmatig
doorvoeren van de indexatie vanaf de invoering van de Wet WIA in 2006 vaker niet (goed)
is toegepast bij de vaststelling van nieuwe WIA-uitkeringen. Het «missen» van de eerste
indexering werkt door in de hoogte van de uitkering in daaropvolgende jaren. Hoe langer
geleden dit is gebeurd, hoe groter dus het potentiële financiële effect en gemiste
bedrag aan WIA-uitkering.
Vastgesteld is dat er over de periode 2006 tot en met 2022 52.821 dossiers gecontroleerd
moeten worden op de juiste toepassing van het indexcijfer bij de WIA-toekenning.
Niet alle indexatiemomenten in deze periode hoeven gecontroleerd te worden. In de
afgelopen jaren heeft de afdeling Rechtmatigheid van UWV vijf keer eerder een foutieve
verwerking van het indexcijfer vastgesteld. Deze indexatiemomenten zijn naar aanleiding
daarvan al binnen datzelfde boekjaar gecorrigeerd. Naar verwachting (en op basis van
de ervaring over 2023) zal zo’n 5% van deze ruim 52 duizend dossiers daadwerkelijk
gecorrigeerd moeten worden, te weten tussen de 2.500 en 3.000 dossiers.
De daglonen van de lopende WIA-uitkeringen waarin de indexatie op de toekenningsdatum
onjuist is toegepast, zullen vanaf de toekenningsdatum van hun WIA-uitkering worden
herzien en het verschuldigde bedrag en wettelijke rente wordt alsnog uitgekeerd aan
de uitkeringsgerechtigden. Hierdoor krijgen uitkeringsgerechtigden waar zij recht
op hebben.
UWV is voornemens om uiterlijk in oktober 2024 te starten met een pilot van de herstelactie
voor het indexatiemoment 1 januari 2020 en 1 januari 2014 om de beoogde werkwijze
te testen. Na evaluatie en eventuele bijstelling van de aanpak wordt ernaar gestreefd
in de eerste helft van 2025 de andere indexmomenten op te pakken en zo spoedig mogelijk
te corrigeren.
Naar de gevolgen voor WIA-uitkeringen die al zijn voordat de herstelactie wordt uitgevoerd
beëindigd (bijvoorbeeld door herstel, bereiken AOW-leeftijd of overlijden), wordt
nog onderzocht of er mogelijkheden er zijn om hun uitkeringshoogte te controleren
en corrigeren.
Vraag 4
Zijn er bij u andere problemen bekend, dan de problemen die de afgelopen tijd aan
het licht zijn gekomen, namelijk de problemen rondom de dagloonberekeningen en de
schattingsfouten in de bepalingen en de indexatie van de WIA? Zo ja, kunt u deze toelichten
en een tijdspad schetsen wanneer de signalen u bereikten en wat u ermee heeft gedaan?
Antwoord 4
In de verschillende Kamerbrieven die door mij en mijn ambtsvoorganger(s) aan uw Kamer
zijn verstuurd zijn de verschillende kwesties die spelen bij het UWV met uw Kamer
gedeeld. Het gaat daarbij om kwesties over de mismatch tussen vraag en aanbod van
sociaal-medische beoordelingen, de dagloonvaststelling, en recentelijk de kwaliteit
van de WIA-beoordelingen. Ook middels de jaarlijkse knelpuntenbrieven van UWV is uw
Kamer geïnformeerd over de kwesties die bij UWV spelen of waar UWV haar zorgen over
uitspreekt. In de tweejaarlijkse Stand van de Uitvoering wordt uw Kamer ook meegenomen
in diverse zaken die bij UWV spelen, zowel qua uitvoering als dienstverlening. Ik
streef ernaar om uw Kamer zo spoedig mogelijk over dergelijke zaken te informeren,
nadat deze bij mij bekend zijn geworden. Volledigheidshalve verwijs ik naar deze brieven
die het afgelopen jaren zijn verstuurd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Y.J. van Hijum, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.