Lijst van vragen : 36613-IV Verslag houdende een lijst van vragen inzake Wijziging van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2024 (wijziging samenhangende met Miljoenennota)
2024D34553 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN
De vaste commissie voor Koninkrijksrelaties heeft een aantal vragen voorgelegd aan
de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de Wijziging van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H)
voor het jaar 2024 (wijziging samenhangende met Miljoenennota) (36 613 IV).
De fungerend voorzitter van de commissie,
Paulusma
De griffier van de commissie,
Meijers
Nr
Vraag
1
Waarom is er niets opgenomen over de haven van Saba in deze begrotingswijziging? Kunnen
de schriftelijke vragen over de haven van Saba tegelijkertijd met de beantwoording
van deze feitelijke vragen worden gegeven?
2
Welke gevolgen heeft het uitstellen van herstelwerkzaamheden aan de klif op Sint Eustatius
voor de totale kosten van het project (bijvoorbeeld in verband met stijgende kosten
in de jaren)?
3
Welke kosten zijn verbonden aan de nieuwe aanbesteding van het tweede deel van het
project?
4
Waarom is er geen hogere prioriteit gegeven aan het herstel van de klif in verband
met de 250-jarige viering van «The First Salute» op 16 november 2026, aangenomen dat
Fort Oranje daarbij een belangrijke rol speelt? Wat is er nodig om het herstel van
de klif alsnog vóór deze datum uit te voeren?
5
Is dit bedrag van 66 miljoen euro over de drie verschillende projecten geoormerkt?
Zo ja, wat is de verdeling?
6
Waarom worden er verschillende soorten leningen verstrekt aan één land, zoals een
aflossingsvrije lening tegen 3,1% rente voor de herfinanciering van Covidleningen,
en nu een annuïteitenlening met een looptijd van 25 jaar tegen een niet vermeld rentepercentage?
7
Wat is het rentepercentage van deze annuïteitenlening?
8
Wat is er in de financiële situatie van Sint Maarten veranderd waardoor men nu van
oordeel is dat Sint Maarten de last van een annuïteitenlening wel kan dragen, ten
opzichte van de Kamerbrief van 25 augustus 2023 waarin uw voorganger schreef «Voor
Sint Maarten is de doorrekening van de herfinanciering wel afgerond en daaruit blijkt
dat de overheidsfinanciën de komende jaren nog erg kwetsbaar zijn en de volledige
last van een annuïtaire lening niet kunnen dragen» (Kamerstuk 36 200-IV, nr. 93)?
9
Als de financiële situatie van Sint Maarten zo is verbeterd dat het land de last van
deze annuïteitenlening wel kan dragen, kan de onzekere «aflossingsvrije» Covidlening
dan ook worden omgezet in een «zekere» annuïteitenlening?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W. Paulusma, voorzitter van de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties -
Mede ondertekenaar
E.A.M. Meijers, griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.