Schriftelijke vragen : De beantwoording van eerdere vragen over de gevolgen van asbestbranden
Vragen van het lid Van Kent (SP) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over de beantwoording van eerdere vragen over de gevolgen van asbestbranden (ingezonden 23 september 2024).
Vraag 1
Klopt de interpretatie dat uit uw reactie op vraag 51 opgemaakt kan worden dat geen enkele partij nu verplicht is om asbestresten na een
incident op te ruimen indien deze resten zich bevinden buiten een bebouwd erf of binnen
de grenzen van een onbebouwd erf?
Vraag 2
Zo ja, bent u bereid om wettelijk vast te leggen dat veroorzakers van een asbestbrand
verplicht zijn om asbestresten na een incident overal uit de leefomgeving te verwijderen?
Vraag 3
Zo nee, kunt u aangeven welke partij volgens de huidige regelgeving verplicht is om
asbestresten na incidenten op te ruimen indien deze zich bevinden buiten bebouwde
erven of binnen erven zonder bebouwing?
Vraag 4
Kunt u hierbij aangeven op welke wetsartikelen dit is gebaseerd en welke rol het bevoegde
gezag hierin heeft?
Vraag 5
Kunt u aangeven hoe de voorheen geldende opruimplicht is geregeld sinds de inwerkingtreding
van de Omgevingswet en kunt u illustreren hoe dit beginsel in de praktijk moet worden
toegepast na een asbest calamiteit?
Indieners
-
Gericht aan
C.A. Jansen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat -
Gericht aan
Y.J. van Hijum, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Indiener
Bart van Kent, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.