Mededeling (uitstel antwoord) : Uitstelbrief beantwoording van het lid Hertzberger over Hittegolven
Vragen van het lid Hertzberger (Nieuw Sociaal Contract) aan de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over hittegolven (ingezonden 12 juli 2024).
Antwoord van Minister Keijzer (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) (ontvangen
            16 september 2024).
         
Vraag 1
            
Nu hittegolven steeds frequenter voorkomen, wat is er in Nederland aan crisisplannen
               om de gezondheid van kwetsbare mensen te beschermen?
            
Vraag 2
            
Wat is het beleid in de situatie van uitzonderlijke hitte zoals de «hittekoepel» die
               in 2021 in Canada honderden levens eiste?
            
Vraag 3
            
Is het mogelijk om lokaal in het geval van uitzonderlijke hitte gekoelde opvanglocaties
               te organiseren voor kwetsbaren die hun woning niet goed koel kunnen houden?
            
Nader antwoord
            
De leden Welzijn en Joseph (beiden Nieuw Sociaal Contract) hebben vragen gesteld aan
               de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over hittestress (ingezonden
               11 juli 2024); aanvullende vragen van het lid Jansen (Nieuw Sociaal Contract) aan
               de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over «oververhitting» (ingezonden
               11 juli 2024); en aanvullende vragen van het lid Hertzberger (Nieuw Sociaal Contract)
               over «Hittegolven» (ingezonden 12 juli 2024).
            
De vragen kunnen niet binnen de gebruikelijke beantwoordingstermijn van drie weken
               worden beantwoord. Reden hiervoor is dat er nog nadere interdepartementale afstemming
               noodzakelijk is. Uw Kamer ontvangt de antwoorden zo spoedig mogelijk.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 M.C.G. Keijzer, minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.
