Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kostic over kindermarketing door varkenshouderijen
Vragen van het lid Kostić (PvdD) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Staatssecretaris van Volksgezond, Welzijn en Sport over kindermarketing door varkenshouderijen (ingezonden 3 juli 2024).
Antwoord van Staatssecretaris Paul (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 16 september
2024).
Vraag 1, 2 en 3
Bent u bekend met het lesmateriaal wat wordt verschaft door The Pig Story aan kleuterklassen,
waarin «Het ware verhaal over het Nederlandse varken wordt verteld»?1
Herinnert u zich de schriftelijke vragen uit 2020 over «misleidende kindermarketing
door de vee-industrie»?2
Bent u bekend met de uitspraak van de Reclame Code Commissie in 2021 die, ook in hoger
beroep, aangeeft dat het lesmateriaal van de Nederlandse varkenssector geldt als kindermarketing
omdat ze misleidende en onjuiste informatie gebruikt om jonge kinderen een positief
gevoel te geven over varkensvlees?3
Antwoord 1, 2, 3
Ja.
Vraag 4
Wat vindt u ervan dat dit lesmateriaal tot op de dag van vandaag nog altijd wordt
aangeboden aan scholen, ondanks deze uitspraak van de Reclame Code Commissie?
Antwoord 4
Ik vind het in algemene zin belangrijk dat de uitspraken van de Reclame Code Commissie
(RCC) en het College van Beroep dat in hoger beroep de beslissing van de RCC bevestigde,
worden gerespecteerd en opgevolgd en dat scholen evidence-informed werken en gebruik
maken van bewezen effectieve methoden. In de casus van The Pig Story betekent dit
dat het lespakket aangepast zou moeten worden.4 Ik zou het niet goed vinden als blijkt dat het materiaal ongewijzigd wordt aangeboden
aan scholen, omdat dan nog steeds sprake is van misleidende en onjuiste informatie.
Vraag 5, 6, 7, 8, 9, 10 en 11
Wat vindt u ervan dat kinderen van 4 tot 6 jaar (groep 1–2) een boekje vol onwaarheden
krijgen welke een rooskleurig beeld schept van de varkenssector zonder in te gaan
op het afschuwelijke leed van de varkens?
Wat vindt u ervan dat in het informatieboekje uitgebreid wordt omschreven hoe biggen
opgroeien, maar dat wordt verzwegen dat bij 99% van de biggetjes de staarten wordt
afgebrand?
Kunt u bevestigen dat de uitspraak «Wist je dat alle pasgeboren biggen binnen 8 uur
een eigen speen hebben?» onjuist, of op zijn minst misleidend, is aangezien varkens
zo doorgefokt zijn dat ze regelmatig meer biggen krijgen dan dat ze tepels hebben?
Kunt u bevestigen dat de uitspraak «De biggen blijven bij de moeder in de kraamstal
totdat ze achtentwintig dagen oud zijn» onjuist is, aangezien veel varkenshouders
biggen weghalen bij de moeder en deze, op gewicht, sorteren en herverdelen over de
zeugen?5
Wat vindt u ervan dat in het informatieboekje niks wordt vermeld over dat elk jaar
meer dan 3,5 miljoen biggen de stal niet levend uitkomen, maar vroegtijdig sterven?
Wat vindt u ervan dat op de website van The Pig Story het overgrote deel van de filmpjes
wordt gemaakt op een biologische varkenshouderij6, terwijl in Nederland meer dan 93% van varkenshouderijen niet biologisch zijn? Geeft
dit volgens u een eerlijk beeld van de behandeling van varkens in Nederland?
Wat vindt u ervan dat kleuters hier leren dat de media ons niet het ware verhaal zou
vertellen over varkens?
Antwoord 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11
De verantwoordelijkheid voor de invulling van de kerndoelen ligt bij scholen en leraren,
waarbij het belangrijk is dat dit evidence-informed7 en leeftijdsadequaat gebeurt. Bij de keuzes die leraren en schoolleiders maken in
de invulling van hun onderwijs is het van belang dat ze deze weloverwogen maken en
daarbij de best beschikbare (wetenschappelijke) kennis betrekken. Dit stimuleren we
door het evidence-informed werken op te nemen in de wet als deugdelijkheidseis en
door het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO) door te ontwikkelen tot landelijk
kennisinstituut voor het onderwijs.
Gezien de grondwettelijke onderwijsvrijheid ten aanzien van leermiddelen past mij
terughoudendheid om inhoudelijk in te gaan op dergelijke materialen. De verantwoordelijkheid
van het departement richt zich op de kerndoelen en examenprogramma’s. Een voorbeeld
hiervan zijn de kerndoelen voor «Oriëntatie op jezelf en de wereld» voor leerlingen
in het basisonderwijs. Daarin staat bijvoorbeeld dat leerlingen leren dat economische,
politieke, culturele, technische en sociale aspecten een belangrijke rol spelen bij
de wijze waarop mensen hun omgeving inrichten. Daarbij gaat het om datgene wat van
belang is voor betekenisverlening aan het bestaan, om duurzame ontwikkeling, om (voedsel)veiligheid
en gezondheid en om technische verworvenheden.8
In algemene zin geldt dat scholen en leraren een divers aanbod van lesmaterialen kunnen
gebruiken om hun leerlingen een beeld te geven van de veehouderij zodat dat beeld
compleet en genuanceerd is. Ook vanuit het oogpunt van burgerschap en mediawijsheid
is gebruik van diverse informatie en standpunten van meerwaarde.
Vraag 12 en 13
Bent u, net zoals uw voorganger, van mening dat er in het informatiemateriaal «relatief
weinig aandacht geschonken wordt aan dierenwelzijn»? Zo nee, waarom niet?
Onderschrijft u de eerdere uitspraak van de Reclame Code Commissie dat «The Pig Story»
een gekleurde reclame-uiting is, met verschillende ongenuanceerde en misleidende claims?
Antwoord 12 en 13
Ik sluit me aan bij de eerdere uitspraken van mijn ambtsvoorganger9 en de RCC10.
Vraag 14 en 15
Kunt u bevestigen dat veel van de bezwaren van de Reclame Code Commissie nog steeds
van toepassing zijn op de huidige variant van «The Pig Story»?
Wat vindt u ervan dat The Pig Story hiermee het oordeel van de Reclame Code Commissie
negeert door deze misleidende kindermarketing te blijven verspreiden?
Antwoord 14 en 15
Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 4 vind ik dat de uitspraken van de RCC gerespecteerd
en opgevolgd moeten worden. Verder past mij terughoudendheid om in te gaan op de inhoud
van lesmaterialen.
Vraag 16
Wat vindt u ervan dat kleuters hier leren dat varkens belangrijk zijn voor Nederland,
bijvoorbeeld omdat we er sigaretten van maken? Waarom worden sigaretten op deze manier
bij kleuters aangeprijsd?
Antwoord 16
Leraren en schoolleiders zijn uitstekend in staat zelf professionele keuzes te maken
en te beoordelen of een lesmethode voldoet aan hun eisen en past bij hun leerlingen.
Om scholen en docenten te ondersteunen in hun leermiddelen keuzeproces en bij de effectieve
inzet van leermiddelen in de klas werk ik aan een onderzoeksprogramma dat kennisgedreven
gebruik van leermiddelen versterkt.
Vraag 17 en 18
Bent u ervan op de hoogte dat The Pig Story is ontwikkeld daar marketingbureau ReMarkAble?11
Bent u er ook van op de hoogte dat marketingbureau ReMarkAble mede initiatiefnemer
is van de oprichting van de BoerBurgerBeweging als politieke partij?12
Antwoord 17 en 18
Ja.
Vraag 19 en 20
Ziet u het verstrekken van lesmateriaal door de oprichters van een politieke partij
als iets wat in lijn is met het Hoofdlijnenakkoord dat onderwijsmethodes «politiek
neutraal» moeten zijn? Zo ja, waarom?
Bent u bereid het lespakket, in lijn met het Hoofdlijnenakkoord, per direct te verbieden?
Antwoord 19 en 20
De regering dient verantwoordelijk, zorgvuldig en dienstbaar om te gaan met de vrijheid
van onderwijs bij het bevorderen van politieke neutraliteit. Het is belangrijk dat
in het onderwijs alle politieke en maatschappelijke standpunten, die binnen de kaders
van de democratische rechtsstaat passen, onpartijdig en gelijkwaardig aan bod komen.
Zo bieden we leerlingen de kans zich te ontwikkelen tot zelfbewuste, goed geïnformeerde
en kritische burgers.
Daarbij geldt dat leraren ook serieus moeten kijken welke lesmaterialen ze gebruiken
om kinderen een compleet en genuanceerd beeld van een bepaald onderwerp mee te geven.
Dat gezegd hebbende, maak ik mij zorgen over de grote hoeveelheid lespakketten die
op basis van goede bedoelingen actief aan het onderwijs wordt aangeboden. Het is belangrijk
dat scholen zich in de eerste plaats richten op lezen, schrijven en rekenen en die
zaken die belangrijk zijn voor kinderen om zichzelf te kunnen ontwikkelen. Het is
van belang dat scholen dat weloverwogen doen, waarbij ze kennis over bewezen effectieve
methoden samen met de praktijkkennis van leraren betrekken in hoe zij hun onderwijs
inrichten, aansluitend op de context van de eigen school.
Nogmaals, het is niet mogelijk noch wenselijk om van overheidswege lesmateriaal te
verbieden, tenzij deze in strijd is met de democratische rechtsstaat. Maar ik vind
wel dat bedrijven en maatschappelijke organisaties zich bewust moeten zijn van de
overladenheid in het funderend onderwijs en terughoudend moeten zijn bij het aanbod
van lesmaterialen.
Het van overheidswege verbieden van lesmateriaal staat op gespannen voet met de grondwettelijke
vrijheid van leermiddelen als dat louter op basis van politieke kleur gebeurt en zie
ik dan ook als onwenselijk.
Vraag 21
Bent u ook bereid om scholen die dit lespakket hebben ontvangen een rectificatie te
sturen om aan te geven dat het hier ging om materiaal wat volgens de Reclame Code
Commissie geldt als kindermarketing?
Antwoord 21
Nee, in lijn met antwoorden op bovenstaande vragen past dit niet bij mijn verantwoordelijkheid.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.L.J. Paul, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.