Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Inge van Dijk, Mohandis en Van Nispen over het bericht ‘(Oud-)topsporters noemen lagere inkomsten ‘ramp voor de clubs’: ‘Bezuinig niet op sport’’
Vragen van de leden Inge van Dijk (CDA), Mohandis (GroenLinks-PvdA) en Van Nispen (SP) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht «(Oud-)topsporters noemen lagere inkomsten «ramp voor de clubs»: «Bezuinig niet op sport»» (ingezonden 1 juli 2024).
Antwoord van Staatssecretaris Karremans (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen
16 september 2024).
Vraag 1
Deelt u, de stelling in het artikel dat juist in ons verdeelde land, sport een verbinder
is?1
Antwoord 1
Sport kan mensen met de uiteenlopende achtergronden verbinden. Door samen sport te
beleven, ontstaan waardevolle ontmoetingen die onder andere omstandigheden niet zouden
plaatsvinden.
Vraag 2
Is het volgens u belangrijk om verbindende factoren in onze samenleving te koesteren
en versterken?
Antwoord 2
Ja, want samen kun je meer. En dat zien we bij uitstek terug in de sportwereld. Door
samen te kijken, een bardienst of «fluitbeurt» te delen en met elkaar of juist tegen
elkaar te sporten, kan sport bijdragen aan het versterken van die verbindingen voor
de hele maatschappij.
Vraag 3
Vindt u het redelijk om van onze vrijwilligers te verwachten dat ze nog meer bij gaan
dragen om de gaten die gaan ontstaan als gevolg van het gebrek aan middelen dicht
te lopen?
Antwoord 3
Vrijwilligers vervullen al decennia lang een enorme waarde voor de Nederlandse sport.
Mede door hun inzet is de sportvereniging betaalbaar en bestuurbaar gebleven. En hoezeer
de vrijwilliger ook toegewijd en loyaal is, zijn of haar bijdrage mag nooit als vanzelfsprekend
gezien worden. Ook niet wanneer in de toekomst mogelijk nieuwe gaten zouden ontstaan.
Vraag 4
Kunt u voor een eerstvolgende debat Sport een reactie aan de Kamer sturen hoe u de
motie Mohandis c.s. over een meerjarig strategie voor sportverenigingen (Kamerstuk
36 410 XVI, nr. 134) gaat uitvoeren?
Antwoord 4
Zoals aangegeven in de brief2 van 2 april 2024 streef ik ernaar uw Kamer hier voor het wetgevingsoverleg over begrotingsonderdeel
Sport en Bewegen voor het jaar 2025, nader over te informeren.
Vraag 5
Wanneer informeert u de Kamer over de uitkomst van de gesprekken en acties die het
kabinet onderneemt en gaat ondernemen met betrekking tot regeldruk bij vrijwilligersorganisaties
en filantropische instellingen naar aanleiding van het «Eindrapport onderzoek regeldruk
bij vrijwilligersorganisaties en filantropische instellingen», zoals toegezegd in
de Kamerbrief over eindrapport onderzoek regeldruk bij vrijwilligersorganisaties en
filantropische instellingen?3
Antwoord 5
De Staatssecretaris Langdurige en Maatschappelijke Zorg informeert uw Kamer naar verwachting
in het vierde kwartaal van 2024 over de aanpak regeldruk vrijwilligersorganisaties
en filantropische instellingen.
Vraag 6
Hoe kijkt u naar de voorstellen die het CDA gedaan heeft in de fractievisie «Vereniging
Nederland: Het betrokken alternatief voor de BV Nederland»?4 Bent u bereid op de voorstellen afzonderlijk te reageren?
Antwoord 6
De Staatssecretaris Langdurige en Maatschappelijke Zorg gaat de voorstellen van het
CDA bekijken en zal in de Kamerbrief over de aanpak regeldruk aangeven in hoeverre
deze voorstellen wel of niet overgenomen kunnen worden.
Vraag 7
Hoe kijkt u naar de voorstellen die GroenLinks-PvdA heeft gedaan in hun actieplan
«Het onmisbare cement van onze samenleving»5 Bent u bereid op de voorstellen afzonderlijk te reageren?
Antwoord 7
Het actieplan «Het onmisbare cement van onze samenleving» richt zich op drie actielijnen,
waarbij de ondersteuning van verenigingen en vrijwilligers, verduurzaming en de wettelijke
verankering van sport centraal staan. Op deze actielijnen reageer ik hieronder.
Ik herken het belang van de ondersteuning van verenigingen en vrijwilligers. Daarom
stel ik via het Sportakkoord budget beschikbaar om het technisch-, bestuurlijk- en
vrijwillig kader te versterken en zo de verenigingen te ondersteunen. Het gaat hierbij
onder andere om bestuurscoaching, het opleiden van trainers of de mogelijkheid om
een module vrijwilligersmanagement te volgen. Daarnaast richt ik de clubondersteuning
effectiever in door een landelijk dekkend netwerk van sport- en beweegloketten op
te zetten, waar clubs zich kunnen melden met hun ondersteuningsvraag. Vervolgens wordt
hier een passend ondersteuningsaanbod aan gekoppeld, afhankelijk van de behoefte die
een club heeft. Via de brede SPUK kunnen sportverenigingen bovendien via de gemeente
clubkadercoaches of verenigingsmanagers aanvragen om hun uitvoeringskracht te vergroten.
Daarnaast heeft het lid Mohandis c.s. een motie ingediend om in samenspraak met vertegenwoordigers
van sportverenigingen te komen tot een meerjarige strategie voor sportverenigingen6. In de brief van 2 april jongstleden heeft de Minister van VWS aangegeven eerst inzicht
te willen krijgen in knelpunten waar sportverenigingen mee te maken hebben en te verdiepen
op de genoemde thema’s door middel van onderzoek, aangevuld met gesprekken met de
sector7. Zoals door mijn ambtsvoorganger in deze brief werd gecommuniceerd, verwacht ik u
de voor het wetgevingsoverleg eind 2024 nader te informeren over de uitkomsten van
deze analyse.
Ten aanzien van verduurzaming verwijs ik graag naar de brief van mijn ambtsvoorganger8 over de verduurzaming waarin uw Kamer reeds is geïnformeerd over de samenwerking
met het Nationaal Klimaat Platform. In dit kader verken ik wat nodig is om de verduurzaming
van de sportsector te blijven ondersteunen. Ook ben ik in gesprek met VSG over de
coördinerende rol die de 27 VSG-regio’s hierin kunnen vervullen. De uitkomsten van
deze trajecten zal ik betrekken in de meerjarige strategie zoals bij het antwoord
op vraag 4 aangekondigd staat.
Tot slot beschrijft het actieplan het belang van een wettelijke basis om sport als
essentieel neer te zetten. Daarbovenop doet het actieplan een aantal suggesties die
zouden kunnen landen in een sportwet. Uw Kamer heeft de motie9 van de leden Van den Brink en Heerema aangenomen die de regering verzoekt de voorgenomen
verkenning van een mogelijke kaderwet voor sport te koppelen aan de resultaten van
de gemaakte afspraken en pas in 2026 te bezien of een sportwet noodzakelijk is. In
de motie wordt overwogen dat sport en bewegen primair van de samenleving is, waarbij
verenigingen, vrijwilligers en anderen de sport grotendeels van onderop organiseren
en de overheid zich dus terughoudend dient op te stellen en ondersteunend dient te
zijn.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft bij Kamerbrief10 van 5 februari 2024 aangegeven vanwege deze aangenomen motie geen verdere stappen
te zetten om te komen tot een sportwet. Als gevolg hiervan zal dit pas in 2026 worden
bezien. Tot die tijd zal ik echter goede voorstellen om het sportbeleid te verbeteren
serieus overwegen. Zeker als we daarmee de toegankelijkheid van sportaanbieders kunnen
vergroten.
Vraag 8
Deelt u de urgentie om de motie Inge van Dijk over onderzoek naar een tariefdifferentiatie
in de kansspelbelasting (Kamerstuk 36 418, nr. 81) uit te voeren? Zo ja, op welke termijn en wijze gaat u dat doen? Zo nee, welke andere
mogelijkheden ziet u wel om te investeren in Sport en Bewegen?
Antwoord 8
De Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst is verantwoordelijk
voor de kansspelbelasting en voor de uitwerking van deze motie. Tijdens het debat
over de voorjaarsnota op 4 juni jl. heeft zijn ambtsvoorganger aangegeven dat het
onderzoek waar de motie om vraagt loopt. Afronding is voorzien in het derde kwartaal
van 2024. De uitkomsten van dit onderzoek kunt u met de Staatssecretaris van Financiën
– Fiscaliteit en Belastingdienst bespreken.
Voor mogelijkheden om de geldstromen vanuit kansspelen aan de sport te vervangen verwijs
ik graag naar mijn antwoord op vraag 9.
Vraag 9
Welke mogelijkheden ziet u om de afhankelijkheid van sport van de opbrengsten uit
kansspelen te laten afnemen?
Antwoord 9
Op dit moment ontvangt NOC*NSF een directe afdracht van de Nederlandse Loterij (NLO).
Een belangrijk gedeelte van de begroting van NOC*NSF is afkomstig uit de afdracht
van de NLO. Deze middelen zijn vrij besteedbaar en dragen daarmee voor een belangrijk
gedeelte bij aan het realiseren van de doelstellingen die NOC*NSF nastreeft. Daarnaast
ontvang NOC*NSF een financiële bijdrage van de Rijksoverheid, private sponsoren/investeerders,
leden van de sportbonden zelf en bijdragen van gemeenten en provincies.
Om de sport minder afhankelijk te laten zijn van de opbrengsten uit kansspelen zou
deze afdracht vervangen moeten worden door inkomsten vanuit een alternatieve bron.
Vanuit de Rijksoverheid is daar op dit moment echter geen dekking voor.
Vraag 10
Deelt u de mening dat de bezuinigingen op sport een garantie zijn op hogere kosten
in de nabije toekomst binnen ons zorgsysteem, dat al op klappen staat volgens de beoogd-Minister
van VWS, gezien onder andere de gezondheidswinst, hogere levensverwachting en lagere
zorgkosten van sporten?
Antwoord 10
Het kabinet zal de komende periode een besluit nemen over de uitwerking van maatregelen
zoals genoemd in het hoofdlijnenakkoord. Los van deze vraag zie ik de grote gezondheidswaarde
van sport natuurlijk ook. Bijvoorbeeld in het tegengaan van diverse ziekten11, tegengaan van eenzaamheid en bevorderen van het aantal gezonde levensjaren.
Vraag 11
Bent u bereid de Tweede Kamer een overzicht te sturen van de alle bezuinigingen van
«zeker 45 miljoen euro per jaar» op sport als gevolg van het hoofdlijnenakkoord, zoals
gesteld in eerdergenoemd artikel?
Antwoord 11
Ik heb kennis genomen van de inhoud van de open brief met de onderbouwing vanuit NOC*NSF.
Op Prinsjesdag zal het kabinet de voornemens voor 2025 presenteren. Het kabinet zal
op een later moment een besluit nemen over de voornemens voor 2026 en latere jaren.
Daarbij zal ik mij als Staatssecretaris van Jeugd, Preventie en Sport vanzelfsprekend
hard maken voor een sportlandschap waar iedereen zonder belemmering veilig kan sporten
en bewegen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
V.P.G. Karremans, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.