Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Inge van Dijk en Krul over het toezicht op webwinkels als Temu, AliExpres en Shein
Vragen van de leden Inge van Dijk en Krul (beiden CDA) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat en de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht «Serieus toezicht op webwinkels als Temu ontbreekt: «Oneerlijke concurrentie»» (ingezonden 5 juni 2024).
Antwoord van Minister Beljaarts (Economische Zaken) (ontvangen 12 september 2024)Zie
ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 2112
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Serieus toezicht op webwinkels als Temu ontbreekt:
«Oneerlijke concurrentie»»?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 3
Deelt u de zorgen van de Consumentenbond en toezichthouders zoals de Autoriteit Consument
en Markt (ACM) over oneerlijke handelspraktijken door met name Chinese webshops als
Temu, Shein en AliExpress?
Deelt u de zorgen dat de razendsnelle opkomst van deze webshops, aangejaagd door het
gebruik van oneerlijke handelspraktijken, negatieve gevolgen heeft voor de concurrentiepositie
van Europese en Nederlandse webshops?
Antwoord 2 en 3
De razendsnelle opkomst van deze online marktplaatsen is voor een belangrijk deel
het gevolg van het grote productaanbod, de lage prijzen die zij hanteren en hun grootschalige
marketingcampagnes. Zo besteedt Temu naar schatting meer dan 450 miljoen euro per
kwartaal aan marketing.1 De berichten van consumentenorganisaties2 dat Temu onveilige producten zou aanbieden, cruciale informatie achterhoudt voor
consumenten en manipulatieve online technieken (dark patterns) toepast, vind ik zorgelijk. Deze opkomst van niet-Europese online marktplaatsen
beïnvloedt de concurrentiepositie van Nederlandse en andere Europese online marktplaatsen.
Ik vind het van belang dat consumenten erop kunnen vertrouwen dat ze veilig en op
basis van betrouwbare informatie hun aankopen kunnen doen. Op Europees niveau zijn
er maatregelen genomen om dit te waarborgen. Deze maatregelen licht ik in de antwoorden
op uw overige vragen toe.
Vraag 4
Vallen verleidingstechnieken op de website en app van Temu, zoals «flitsaanbiedingen»
met aftelklokken en het gebruik van spelletjes gericht op kinderen onder verboden
dark patterns? Kunt u hier per voorbeeld op ingaan?
Antwoord 4
Op grond van de Richtlijn Oneerlijke Handelspraktijken (OHP) is het bedrijven niet
toegestaan om commerciële dark patterns te gebruiken wanneer deze oneerlijke handelspraktijken
zijn, zoals bedoeld in de Richtlijn OHP. Dark patterns zijn manipulatieve of misleidende
technieken die consumenten ertoe aan kunnen zetten om keuzes te maken die niet in
hun belang zijn. De Autoriteit Consument en Markt (hierna: ACM) geeft in haar Leidraad
Bescherming van de Online Consument aan wat volgens haar de normen zijn als het gaat
om verschillende dark patterns.
Het gebruik van flitsaanbiedingen met aftelklokken mag consumenten niet misleiden.
Het bedrieglijk beweren dat een product slechts voor een zeer beperkte tijd beschikbaar
is, met als doel om de consument onder druk te zetten tot het nemen van een aankoopbeslissing,
is op grond van de Richtlijn OHP onder geen enkele omstandigheid toegestaan. Het aanbieden
van spelletjes gericht op kinderen is op grond van de Richtlijn OHP ook niet toegestaan
als deze spelletjes worden ingezet als reclamemiddel met als doel om kinderen geadverteerde
producten te laten kopen.
Bij een overtreding van de Richtlijn OHP kan de ACM handhavend optreden. Zo heeft
de ACM in juni 2023 tientallen webshops bevolen te stoppen met het gebruikmaken van
misleidende countdowntimers.3
Vraag 5
Als de genoemde verleidingstechnieken op dit moment niet onder verboden handelspraktijken
vallen, bent u bereid om de Europese lijst met verboden handelspraktijken te herzien
en aan te vullen met misleidende technieken die door Temu worden gebruikt?
Antwoord 5
Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 4 kunnen dark patterns op grond van de Richtlijn
OHP nu al worden aangepakt. Sommige van de genoemde verleidingstechnieken staan al
op de zogenaamde «zwarte lijst» van verboden handelspraktijken.
Verder onderzoekt de Europese Commissie momenteel of de huidige regels consumenten
ook online voldoende beschermen (fitness check).4 Mogelijk wordt de Richtlijn OHP herzien op basis van de uitkomsten van de fitness
check. De resultaten van de fitness check worden in het najaar van 2024 verwacht.
Vraag 6
Wat vindt u van de oproep van de ACM om met nieuwe wetgeving te komen tegen oneerlijke
handelspraktijken door webshops? Welke stappen neemt u hierin?
Antwoord 6
De ACM heeft in het kader van de fitness check van de Europese Commissie op 21 november
2022 een non-paper uitgebracht met haar inzet. 5 De ACM is van mening dat de Europese consumentenregels aangescherpt moeten worden
om consumenten online voldoende te beschermen. Zo pleit de ACM voor het expliciet
verbieden van bepaalde schadelijke en oneerlijke online handelspraktijken.
Dit standpunt is in lijn met de eerdere oproep van mijn ministerie aan de Europese
Commissie.6 Daarbij is benadrukt dat de ontwikkelingen in de digitale economie snel gaan en dat
het niveau van consumentenbescherming hierdoor onder druk kan komen te staan, bijvoorbeeld
als gevolg van het ontwerp van websites en apps. Het verdient dan ook aanbeveling
om consumentenwetgeving te flexibiliseren om hier sneller op te kunnen reageren. Ik
wacht de uitkomsten van de fitness check van de Europese Commissie hierover met interesse
af.
Vraag 7
Klopt het dat Temu, Shein en AliExpress onder de Digital Services Act (DSA) zijn aangewezen
als Very Large Online Platforms and Search Engines (VLOPS), waardoor extra regels
voor toezicht gelden?
Antwoord 7
Ja. De Europese Commissie houdt op haar website een openbare lijst bij van de diensten
die zijn aangewezen als Very Large Online Platforms en Search Engines.7
Vraag 8
Kunt u aangeven of u verwacht dat deze webshops binnen de gestelde termijnen zullen
voldoen aan de verplichtingen uit de DSA?
Antwoord 8
Ik heb geen reden om aan te nemen dat deze webshops niet van plan zijn om aan hun
verplichtingen uit de DSA te voldoen. Het toezicht op de naleving van de DSA door
zeer grote online platforms ligt overigens primair bij de Europese Commissie, en daarnaast
(mede) bij de bevoegde autoriteiten uit de lidstaten waar die diensten gevestigd zijn,
of waar zij hun wettelijk vertegenwoordiger hebben gekozen. Voor Shein en Temu is
dat de digitaledienstencoördinator van Ierland. Voor AliExpress is dat de ACM als
digitaledienstencoördinator in Nederland.
Vraag 9
Bent u bereid om bij de Europese Commissie, die uit hoofde van de DSA toezicht houdt
op VLOPS, te pleiten voor het openen van onderzoek naar oneerlijke handelspraktijken
door Temu en Shein, in lijn met het onderzoek dat naar AliExpress is geopend?
Antwoord 9
Oneerlijke handelspraktijken zijn gereguleerd door middel van de Richtlijn OHP. Daar
wordt toezicht op gehouden door onafhankelijke nationale markttoezichthouders, zoals
in Nederland de ACM. Het onderzoek naar eventuele overtredingen van de DSA door AliExpress
ziet niet op eventuele oneerlijke handelspraktijken, maar onder meer op de inrichting
van het mechanisme voor het melden van illegale inhoud, de interne klachtenprocedure,
en de verrichte systeemrisicoanalyse van AliExpress.
Ook het toezicht op de DSA is belegd bij onafhankelijke markttoezichthouders. Het
is aan deze markttoezichthouders om al dan niet een onderzoek te starten. Overigens
heeft de Europese Commissie recentelijk een informatieverzoek over de verplichtingen
uit de DSA verzonden aan Temu en Shein. De ACM is de beoogde Digitale Diensten Coördinator
(DDC) in Nederland. Zodra de uitvoeringswet DSA in werking is getreden, kan de ACM,
wanneer zij van mening is dat Temu of Shein de DSA overtreedt, de Digitale Diensten
Coördinator van de lidstaat van vestiging of de Europese Commissie een onderbouwd
handhavingsverzoek sturen.
Vraag 10
Bent u bereid om de ACM te verzoeken om hun bevoegdheden als nationale toezichthouder
in te zetten om onderzoek te doen naar oneerlijke handelspraktijken door Temu, AliExpress
en Shein in Nederland?
Antwoord 10
De ACM is een onafhankelijke markttoezichthouder. Het besluit om al dan niet een onderzoek
te starten naar een bedrijf ligt dan ook bij de ACM.
Vraag 11
Wat is uw beeld van de arbeidsomstandigheden in fabrieken waar producten voor Temu
worden gemaakt, gezien de lage prijzen van veel producten? Is hier volgens u voldoende
zicht op en zo nee, wat wilt u hieraan doen?
Antwoord 11
Het kabinet houdt geen toezicht op arbeidsomstandigheden in de waardeketens van buitenlandse
bedrijven en kan daarom geen uitspraken doen over individuele casussen. Uiteraard
kan er in het algemeen een verband zijn tussen lage prijzen van producten enerzijds
en gebrekkige arbeidsomstandigheden of niet-leefbare lonen in de keten anderzijds.
Het kabinet neemt dit thema serieus en bevordert daarom internationaal maatschappelijk
verantwoord ondernemen (IMVO). Het IMVO-beleid heeft als doel dat bedrijven gepaste
zorgvuldigheid toepassen om negatieve gevolgen van hun activiteiten, producten of
diensten op mens en milieu te identificeren en aan te pakken in hun waardeketens,
ongeacht het land waarin die impact zich voordoet.
Op 24 mei jl. is de brede Europese IMVO-wet Corporate Sustainability Due Diligence
Directive (CSDD) aangenomen. Voor nationale implementatie van de CSDDD zullen de gebruikelijke
procedures doorlopen worden. Het vormgeven van onafhankelijk toezicht zal daar ook
een belangrijk onderdeel van zijn. De richtlijn gaat gelden voor in de EU gevestigde
bedrijven met meer dan 1.000 medewerkers en een netto jaaromzet van meer dan EUR 450
miljoen, en voor niet in de EU gevestigde bedrijven met een netto jaaromzet van meer
dan EUR 450 miljoen in de EU. Dit bevordert een gelijk speelveld met andere bedrijven
in de EU en leidt tot een grotere impact bij het Europees en mondiaal bevorderen van
arbeids- en mensenrechten. Na publicatie in het EU Publicatieblad en inwerkingtreding
hebben lidstaten twee jaar de tijd om de CSDDD om te zetten in nationale wetgeving.
Vraag 12
Wat is uw reactie op onderzoeken die laten zien dat producten zoals speelgoed in webshops
als Temu vrijwel nooit voldoen aan de Europese eisen voor productveiligheid?
Antwoord 12
De uitkomsten van de onderzoeken naar productveiligheid op online marktplaatsen zijn
zorgwekkend.8 Het is van belang dat consumenten erop kunnen vertrouwen dat de producten die zij
kopen veilig zijn. Ten aanzien van speelgoed gelden strenge veiligheidseisen in de
EU waar bedrijven die ontwerpen, produceren of verhandelen zich aan moeten houden.9 Deze regels gelden ook voor partijen die buiten de Unie zijn gevestigd en hun product
op de interne markt aanbieden. De NVWA houdt toezicht op de Speelgoed Veiligheidsrichtlijn.
De inwerkingtreding van de Algemene Productveiligheidsverordening per december van
dit jaar vormt een belangrijke ontwikkeling op het gebied van productveiligheidsregelgeving.
Onder deze verordening worden Europese marktdeelnemers en niet-Europese online marktplaatsen
en fabrikanten meer verantwoordelijk voor de veiligheid van producten die niet onder
productspecifieke wetgeving vallen, zogeheten niet-geharmoniseerde producten. Voor
dergelijke producten moet zo dadelijk een verantwoordelijke partij in de EU gevestigd
zijn. Dit kan de fabrikant óf een juridische vertegenwoordiger van de fabrikant zijn.
Anders mag een product niet worden aangeboden op de interne markt. Indien de online
marktplaats niet in de EU is gevestigd, dan kunnen markttoezichthouders deze via de
gemachtigde vertegenwoordiger verplichten om de inhoud (productpagina) van de online-interface
te verwijderen of een expliciete waarschuwing bij producten te tonen.
Vraag 13
Hebben toezichthouders op dit moment voldoende handvatten om voorraden en/of producten
van internationale webshops te inspecteren? Zo nee, wat is daarvoor nodig?
Antwoord 13
Om goed toezicht te houden is het van belang dat markttoezichthouders met de juiste
bevoegdheden kunnen optreden tegen partijen die onveilige producten aanbieden. De
realiteit is echter ook dat vorig jaar bijna twee miljoen e-commerce zendingen per
dag via Nederland de EU binnen kwamen.10Deze enorme instroom aan goederen maakt het onmogelijk voor markttoezichthouders om
alle producten te controleren. Door middel van steekproeven en risico gebaseerd toezicht
werken markttoezichthouders – ondanks de hoge volumes – hard aan het weren van onveilige
producten. De afgelopen jaren zette mijn ministerie zich in Europa in voor het verbreden
van de bevoegdheden van markttoezichthouders om beter toezicht te kunnen houden op
online marktplaatsen, zoals bij de totstandkoming van de Algemene Productveiligheidsverordening
en de DSA (zie het antwoord op vraag 12). Ook is het beheersbaar maken van de grote
stroom van e-commerce zendingen een belangrijke prioriteit van Nederland in de onderhandelingen
over het nieuwe Douane Wetboek van de Unie.
Daarom heb ik de Europese Commissie voorgesteld dat de verplichting tot het aanwijzen
van een verantwoordelijke persoon, zoals onder de algemene productveiligheidsverordening,
ook moet gaan gelden voor producten die reeds onder sectorspecifieke regelgeving vallen
maar waarvoor deze (nieuwe) verplichting nog niet geldt. Producten waarvoor al sectorspecifieke
regelgeving bestaat zijn te herkennen aan hun CE-markering. Bovendien zijn handvatten
voor risico-gebaseerd toezicht hierbij essentieel. Mijn inzet is daarom dat het Digitale
Product Paspoort (DPP) voor alle producten verplicht wordt. Het DPP maakt het makkelijker
voor autoriteiten om de meest actuele informatie van producten snel in te zien. Daarnaast
zet ik in Nederland een uniforme meldwijzer op waar consumenten en ondernemers onveilige
producten kunnen melden. Dit draagt bij aan betere data voor markttoezichthouders
voor hun risico-gebaseerd toezicht. Deze meldwijzer komt in het najaar online.
Vraag 14
Deelt u de mening dat wat niet in Europa geproduceerd mag worden, ook niet in Europa
verkocht zou mogen worden? Zo ja, hoe weert u onveilige producten die via Temu verkocht
worden van de Europese markt?
Antwoord 14
Het is belangrijk dat producten die zowel in de winkel als online verkocht worden
veilig zijn, of deze nu uit Europa komen of daarbuiten. In de vorige antwoorden licht
ik toe welke mogelijkheden de toezichthouder heeft en krijgt om dit te waarborgen.
Vraag 15
Wat is uw reactie op de zorgen over de inbreuk op privacy door met name de app van
Temu, zoals bijvoorbeeld blijkt uit onderzoek door de Belgische VRT? Bent u bereid
om de Autoriteit Persoonsgegevens te vragen hier onderzoek naar te doen?
Antwoord 15
Het houden van toezicht op en het handhaven van de rechtmatigheid van gegevensverwerkingen
in de private sector is geen taak van het kabinet, maar van de Autoriteit Persoonsgegevens.
Deze toezichthouder is onafhankelijk en heeft een ruim mandaat en uitgebreide bevoegdheden
om te onderzoeken of partijen voldoen aan hun verplichtingen uit de Algemene Verordening
Gegevensbescherming (AVG).
Vraag 16
Deelt u de mening dat de app van Temu mogelijk een nog grotere «datastofzuiger» is
dan TikTok?
Antwoord 16
De toezichthouder Autoriteit Persoonsgegevens ziet via het stelsel van de AVG toe
op het verzamelen en gebruik van persoonsgegevens. Als bewindspersoon beschik ik niet
over informatie omtrent dataverzameling door specifieke bedrijven.
Vraag 17
Wilt u ervoor zorgen dat de app van Temu net als TikTok niet meer gebruikt kan worden
op werktelefoons van Rijksambtenaren?
Antwoord 17
De Kamer is op 24 november 2023 vertrouwelijk geïnformeerd over technische risicobeperkende
maatregelen die genomen zijn in het kader van het appbeleid rijksoverheid. Door deze
vertrouwelijkheid kan ik dan ook niet verder ingaan op deze maatregelen. Ik kan u
wel melden dat deze maatregelen met enige regelmaat worden geëvalueerd, waarin ook
Temu onder de loep is genomen.
Vraag 18
Wat is uw reactie op berichten over de banden van Temu met de Chinese overheid? Ziet
u risico’s in de opkomst van webshops als Temu voor onze strategische autonomie? Bent
u bereid hier onderzoek naar te doen?
Antwoord 18
Onze strategische autonomie ziet op het borgen en het versterken van de weerbaarheid
en de publieke belangen Nederland en de EU. In de berichtgeving over online marktplaatsen
als Temu zien deze publieke belangen op privacy-, data- en consumentenbescherming.
Ter bescherming van deze factoren kent de EU wetgeving waaraan bedrijven moeten voldoen
die actief zijn of willen zijn op de Europese interne markt. Dit geldt ook voor bedrijven
die mogelijkerwijs banden hebben met de overheid in hun land van herkomst of voor
webshops en e-commerce ondernemingen van buiten de EU die op de interne markt hun
producten aanbieden. Bedrijven dienen zich hierbij ook te houden aan het Europese
consumentenrecht. Het tegengaan van schendingen hiervan is belangrijk. De verantwoordelijkheid
hiervoor ligt in de eerste plaats bij de aangewezen toezichthouder(s), waaronder de
ACM.
Vraag 19
Wat vindt u ervan dat juist bij de genoemde webshops het gebruik van Buy Now Pay Later
wordt gepromoot, bijvoorbeeld via een paginabrede button van Klarna op de website
van Temu, terwijl steeds meer duidelijk wordt wat daarvan de schadelijke gevolgen
zijn met name voor kinderen en jongeren?
Antwoord 19
In antwoorden op Kamervragen over Buy Now Pay Later (BNPL)-diensten hebben de Ministers
voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, voor Rechtsbescherming en van Financiën
hun zorg uitgesproken over het gebruik van BNPL-diensten door jongeren.11 Die zorg deel ik. Ik sta dan ook achter de aangekondigde maatregelen die het gebruik
van BNPL-diensten door jongeren tegen moeten gaan. Zo hebben aanbieders van Nederlandse
BNPL-diensten, waaronder de Nederlandse tak van Klarna, hun gedragscode op dit punt
aangescherpt. Daarnaast gaan vanaf november 2026 voor BNPL-diensten in heel Europa
dezelfde strenge regels gelden als voor aanbieders van consumptief krediet op grond
van de herziene richtlijn consumentenkrediet (CCD2). Ook onderzoekt het kabinet de
mogelijkheden om leeftijdscontrole verplicht te stellen bij BNPL.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D.S. Beljaarts, minister van Economische Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.