Verslag van een werkbezoek : Verslag van een werkbezoek aan Brussel door een delegatie van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken en voor Defensie van 17 en 18 maart 2024
36 593 Verslag van een delegatie van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken en voor Defensie aan Brussel
Nr.1
VERSLAG VAN EEN WERKBEZOEK AAN BRUSSEL DOOR EEN DELEGATIE VAN DE VASTE COMMISSIE
VOOR BUITENLANDSE ZAKEN EN VOOR DEFENSIE VAN 17 EN 18 MAART 2024
Vastgesteld 10 september 2024
Een delegatie van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken en de vaste commissie
voor Defensie heeft op 17 en 18 maart 2024 een werkbezoek gebracht aan Brussel. Doel
van het bezoek was om beter inzicht te krijgen in de werking van en ontwikkelingen
binnen de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) en Europese defensiesamenwerking.
Actuele ontwikkelingen, zoals de oorlog in Oekraïne en de recent gepubliceerde Europese
Defensie Industrie Strategie (EDIS), vormden de context van het tweedaagse bezoek.
De delegatie heeft zowel in de voorbereiding op, als tijdens het werkbezoek uitstekende
ondersteuning ontvangen van de Nederlandse Permanente Vertegenwoordiging bij de NAVO
en de Nederlandse Permanente Vertegenwoordiging bij de EU en is ambassadeur Van der
Plas (NAVO) en ambassadeur Kleiweg de Zwaan (EU) en hun respectievelijke staven daarvoor
zeer erkentelijk.
De delegatie bestond uit de leden (Emiel) Van Dijk (delegatieleider, PVV), Pool (PVV),
Nordkamp (GroenLinks-PvdA), Brekelmans (VVD), Veldkamp (NSC), Paternotte (D66), Boswijk
(CDA), Dobbe (SP) en Dassen (Volt). De delegatie brengt hierbij verslag uit van het
werkbezoek.
Diner op de residentie van Permanent Vertegenwoordiger Thijs van der Plas
Op zondagavond werd de delegatie ontvangen op de residentie van de Permanent Vertegenwoordiger
van Nederland bij de NAVO, de heer Van der Plas. Tevens aanwezig waren de Permanent
Vertegenwoordiger van Nederland bij de Europese Unie (EU), de heer Kleiweg de Zwaan,
de Nederlandse vertegenwoordiger in het EU Politiek en Veiligheidscomité, de heer
Van Laak, en de militair vertegenwoordiger van Nederland bij de NAVO en de EU, luitenant-generaal
Van Ingen.
Tijdens het diner werd door ambassadeur Van der Plas een briefing verzorgd over recente
ontwikkelingen binnen de NAVO en de Nederlandse positie binnen het bondgenootschap.
Er werd gesproken over de aankomende NAVO-top in Washington, waarbij onder meer de
steun aan Oekraïne op de agenda zal staan, evenals evenredige burden-sharing onder bondgenoten, waaronder op het gebied van defensie-uitgaven. Daarnaast sprak
de ambassadeur over de uitdagingen die voortvloeien uit een steeds assertiever China.
De delegatie was benieuwd naar de laatste stand van zaken rondom het voornemen om
een Democratic Resilience Center op te zetten. Dit centrum moet NAVO-lidstaten desgewenst helpen bij de bestrijding
van desinformatie en bescherming van de rechtsstaat. De ambassadeur liet weten dat
over de oprichting van een Democratic Resilience Center nog geen consensus is bereikt binnen het bondgenootschap.
Ambassadeur Kleiweg de Zwaan ging vervolgens in op EU-defensiebeleid en de samenwerking
tussen de EU en de NAVO. De recent gepubliceerde Europese defensie-industriestrategie
geeft aan dat de Europese Commissie stevig inzet op defensiesamenwerking. De ambassadeur
benadrukte dat initiatieven die de EU en de NAVO ontplooien op dit gebied goed op
elkaar moeten worden afgestemd. Nederland zet zich daar bij beide organisaties voor
in.
NAVO
Op maandagochtend bezocht de delegatie het hoofdkwartier van de NAVO te Brussel. Daar
werd zij hartelijk ontvangen bij de permanente vertegenwoordiging van Nederland en
volgde een intensief programma met verschillende sprekers die belangrijke posities
binnen de NAVO bekleden. Hiermee kreeg de delegatie in korte tijd een goed overzicht
van de belangrijkste thema’s en uitdagingen. De discussie werd geleid door ambassadeur
Van der Plas.
Allereerst sprak de delegatie met luitenant-generaal Van Ingen. Hij legde uit dat
Nederland een geïntegreerde diplomatieke en militaire vertegenwoordiging heeft, wat
afstemming en uitwisseling tussen beide pijlers bevordert. Niet alle NAVO-lidstaten
hebben een dergelijke geïntegreerde vertegenwoordiging. Van Ingen ging nader in op
de Defence en Deterrence-agenda van de NAVO, waarbij hij onder andere sprak over het NATO Force Model en het NAVO defensieplanningsproces (NDPP).
Vervolgens had de delegatie een ontmoeting met de heer Lapsley, assistent secretaris-generaal
voor defensieplanning. Lapsley vertelde daarbij hoe de NDPP-cyclus is opgebouwd en
hoe de vertaalslag van plannen naar specifieke capaciteiten gemaakt wordt. Daarna
hoorde de delegatie van brigadegeneraal Simons, stafchef van voorzitter van het Militair
Comité admiraal Bauer, over het functioneren van het Militair Comité binnen de NAVO.
Ook besprak hij ontwikkelingen rond de NAVO-missie in Irak (NMI) waaraan Nederland
vanaf 1 mei 2024 de Force Commander (en bijbehorende ondersteuning) levert. De NMI-missie wordt uitgevoerd op verzoek
van Irak en richt zich op advisering over capaciteitsopbouw van de Iraakse veiligheidssector.
Aansluitend presenteerde David van Weel, assistent secretaris-generaal voor innovatie,
hybride en cyber, de ontwikkelingen rond die drie thema’s. Innovatie komt zowel van
binnen als buiten de defensie-industrie. Ook civiele startups kunnen hierbij een rol
spelen.
In een sessie met Rick Holtzapple, plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger van
de Verenigde Staten bij de NAVO, besprak de delegatie de aankomende NAVO-top in Washington
die zal samenvallen met de viering van het 75-jarige bestaan van de NAVO. Hij ging
nader in op de Amerikaanse inzet binnen de NAVO en de Amerikaanse (bilaterale) steun
aan Oekraïne. Als laatste programmaonderdeel bij de NAVO ontmoette de delegatie Tom
Goffus, assistent secretaris-generaal voor operaties. Hij gaf meer inzicht in de belangrijke
coördinerende rol van de NAVO bij de steun aan Oekraïne en de recente ontwikkelingen
rond de NAVO-missie in Irak. Naast statelijke dreigingen vormt terrorisme, zoals in
Irak, nog steeds een belangrijke dreiging voor de NAVO.
Europese defensiesamenwerking
Na het ochtendprogramma vertrok de delegatie naar de permanente vertegenwoordiging
van Nederland bij de Europese Unie in het centrum van Brussel. Daar werd de delegatie
hartelijk ontvangen door ambassadeur Van Laak en luitenant-generaal Van der Laan,
directeur-generaal van de EU Militaire Staf (EUMS). Vervolgens ging de delegatie in
gesprek over EU veiligheids- en defensiebeleid met de ambassadeur, de luitenant-generaal
en verschillende ambassademedewerkers. Daarbij spraken zij onder andere over steun
aan Oekraïne, EU-sanctiebeleid en de situatie in het Midden-Oosten en de Sahel.
Vervolgens sprak de delegatie met mevrouw Balfoort, directeur veiligheids- en defensiebeleid
bij de Europese Dienst voor Extern Optreden (EDEO). Bij dit gesprek sloot ook luitenant-generaal
Van der Laan aan. Het gesprek ging onder andere over de nieuwe EU-missie in de Rode
Zee, Aspides, en de mogelijke Nederlandse bijdrage daaraan (waarover op dat moment
nog niet was besloten). Ook sprak de delegatie over de snel inzetbare militaire eenheden
(Rapid Deployment Capacity) die op dit moment worden ontwikkeld binnen de EU. Uit het gesprek bleek dat er nog
uitdagingen zijn op het gebied van aansturing en de bijdragen van EU-lidstaten.
Tot slot sprak de delegatie met de heer Arbault, directeur defensie-industrie bij
de Europese Commissie. De heer Arbault lichtte de in maart 2024 gepubliceerde Europese
Defensie Industrie Strategie (EDIS) en het bijbehorende voorstel voor een investeringsprogramma
(EDIP) toe. De Europese Commissie streeft daarbij naar opschaling van de Europese
defensie-industrie, het bevorderen van samenwerking tussen EU-lidstaten en leveringszekerheid.
Ook wil de Europese Commissie de toegang van de defensie-industrie tot publieke en
private financiering verbeteren. De heer Arbault benadrukte dat EU-lidstaten verantwoordelijk
blijven voor defensiebeleid.
De voorzitter van de delegatie, E. van Dijk
De griffiers van de delegatie, Blom Bakker De Roy van Zuijdewijn
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Emiel van Dijk, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
L.B. Blom, adjunct-griffier