Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Eerdmans over het bericht: ‘Overijsselse gemeenten houden tientallen miljoenen over aan opvang Oekraïners.’
Vragen van het lid Eerdmans (JA21) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht «Overijsselse gemeenten houden tientallen miljoenen over aan opvang Oekraïners» (ingezonden 30 juli 2024).
Antwoord van Minister Faber-van de Klashorst (Asiel en Migratie) (ontvangen 6 september
            2024). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 2318.
         
Vraag 1
            
Bent u bekend met het artikel «Overijsselse gemeenten houden tientallen miljoenen
               over aan opvang Oekraïners»?1
Antwoord 1
            
Ja, ik ben bekend met het artikel «Overijsselse gemeenten houden tientallen miljoenen
               over aan opvang Oekraïners« dat op RTV-Oost verscheen op 29 juli 2024.
            
Vraag 2
            
Kunt u de totale kosten inzichtelijk maken die ten behoeve van de Oekraïnse opvang
               zijn verleend aan gemeenten? Kunt u het totale overschot dat door gemeenten niet is
               uitgekeerd inzichtelijk maken? Kunt u tevens inzichtelijk maken wat de totale overschotten
               van alle gemeenten per provincie zijn?
            
Antwoord 2
            
In onderstaande tabel is weergegeven welke budgetten er in de Rijksbegroting voor
               gemeenten en veiligheidsregio’s is gerealiseerd in 2022 en 2023 en is geraamd voor
               de jaren 2024 en verder.
            
Nationaal Programma Oekraïense Vluchtelingen
(x mln.)
20221
20231
20242
20252
20262
Bijdrage medeoverheden
935
3.221
3.437
3.613
694
X Noot
                  
1
Realisatie
X Noot
                  
2
Raming op basis van de eerste suppletoire begroting 2024
Het Rijk heeft geen inzicht in de eventuele overschotten of tekorten ten opzichte
               van de normvergoeding op het niveau van individuele gemeenten of provincies.
            
Vraag 3
            
Kunt u inzichtelijk maken hoeveel gemeenten het overgehouden geld, dat niet aan Oekraïners
               is uitgegeven, teruggegeven hebben aan het rijk?
            
Antwoord 3
            
Voor het kalenderjaar 2022 hebben 9 gemeenten overgebleven geld, dat niet aan de opvang
               van Oekraïners is uitgegeven, teruggegeven aan het Rijk. Voor het kalenderjaar 2023
               wordt de verantwoordingsinformatie van gemeenten momenteel verwerkt.
            
Vraag 4 en 5
            
Op welke manier houdt u toezicht op het geld dat uitgekeerd wordt aan gemeenten? Op
               welke manier bemoeit u zich nog met de overschotten die uitgegeven worden aan zaken
               die niets met de Oekraïense opvang te maken hebben? Is het wettelijk toegestaan dat
               gemeenten overschotten van de gelden van de opvang van Oekraïners vrijelijk mogen
               besteden?
            
Antwoord 4 en 5
            
Medeoverheden (zoals gemeenten, provincies én veiligheidsregio’s) moeten elk jaar
               aan de rijksoverheid melden of en hoe ze (een) specifieke uitkering(en) hebben besteed.
               Dit doen zij via de methodiek SiSa (Single information, Single audit).
            
De specifieke uitkering aan gemeenten vanuit de Bekostigingsregeling opvang ontheemden
               Oekraïne (BooO) bestaat uit meerdere onderdelen. De belangrijkste zijn een normbedrag
               per gerealiseerde gemeentelijke opvangplek per dag, een normbedrag per maand per persoon
               in de particuliere opvang en een vergoeding van werkelijk gemaakte transitiekosten
               bij het realiseren van gemeentelijke opvangplekken. Het gebruik van normbedragen bevordert
               de controleerbaarheid en uitvoerbaarheid van de specifieke uitkering.
            
De normbedragen zijn op basis van onderzoek vastgesteld op een bedrag dat ziet op
               reële compensatie van kosten die gemeenten maken. De werkelijk gemaakte kosten van
               de gemeente komen (meestal) niet exact overeen met de bijdrage vanuit het Rijk. Omdat
               de normbedragen in de BooO geregeld zijn, zijn de middelen besteed conform de in de
               BooO aangegeven wettelijke bepalingen. Overschotten bij de normbedragen kunnen door
               de gemeente worden besteed aan hun publieke taak. De gemeente legt daarover verantwoording
               af aan de gemeenteraad.
            
Vraag 6
            
Bent u voornemens de overschotten van gemeenten terug te vorderen?
Antwoord 6
            
Als gemeenten minder kosten maken dan de uitkering op basis van de normbedragen, dan
               is het verzoek aan de gemeente om eventuele overschotten, vrijwillig terugstorten
               naar het Rijk. Dit is niet verplicht, overschotten worden dus niet door het Rijk teruggevorderd.
               Het normbedrag is op basis van onderzoek vastgesteld op een bedrag dat ziet op reële
               compensatie van kosten die gemeenten maken.
            
Vraag 7
            
Kunt u een verklaring geven waarom gemeenten tientallen miljoen overhouden aan de
               opvang van Oekraïners, bijvoorbeeld dat het rijk een verkeerde inschatting heeft gemaakt
               of dat gemeenten kampen met uitvoeringsproblemen?
            
Antwoord 7
            
De normbedragen dienen aan te sluiten bij de werkelijke kosten die gemeenten maken.
               Sinds 2022 wordt ieder jaar in de zomer een kostenonderzoek uitgevoerd naar de werkelijke
               kosten die gemeenten maken. De inzichten die uit het onderzoek naar voor komen, leiden
               tot aanpassingen in zowel het normbedrag voor de gemeentelijke als de particuliere
               opvang per 1 januari van het jaar erna.
            
Uit het kostenonderzoek gedaan in de zomer van 2023 bleek € 83 per opvangplek per
               dag een reële compensatie te zijn voor 2023, en voor 2024 € 61 (dit is zonder het
               bedrag aan leefgeld (€ 9) dat in 2023 in het normbedrag verwerkt was). Op deze manier
               zorgen we voor een zo overzichtelijk en eenvoudig mogelijke regeling. Een aantal gemeenten
               zal niet uitkomen met deze normvergoeding en andere gemeenten kunnen geld overhouden.
            
Er is bewust gekozen voor één normbedrag per gemeentelijke of particuliere opvangplek.
               Deze methodiek draagt bij aan continuïteit en stabiliteit in de bekostiging, dat gezien
               de huidige bezettingsgraad en de opgave om het aantal opvangplekken uit te breiden
               gewenst is. Bovendien is in de afgelopen tweeënhalf jaar gebleken dat het hanteren
               van deze methodiek zowel voor het Rijk als voor gemeenten goed uitvoerbaar is. Een
               alternatieve bekostiging op basis van werkelijke kosten brengt extra administratieve
               lasten en een groter aantal ambtenaren met zich mee voor indiening, beoordeling en
               controle. De huidige methodiek bevordert de controleerbaarheid en eenvoud van de uitvoering,
               waardoor gemeenten efficiënt kunnen werken binnen de gestelde financiële kaders.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 M.H.M. Faber-van de Klashorst, minister van Asiel en Migratie
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.
