Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Helder over het bericht «Toezichthouder is dakloos en onderbezet», in aanvulling op eerdere vragen over hetzelfde onderwerp van het lid Six Dijkstra (NSC), het lid Van Nispen (SP) en het lid Kathmann (GroenLinks-PvdA)
Vragen van het lid Helder (BBB) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht «Toezichthouder is dakloos en onderbezet», in aanvulling op eerdere vragen over hetzelfde onderwerp van het lid Six Dijkstra (NSC), het lid Van Nispen (SP) en het lid Kathmann (GroenLinks-PvdA) (ingezonden 20 juni 2024).
Antwoord van Minister-President Schoof (Algemene Zaken), mede namens de Ministers
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Defensie (ontvangen 4 september
2024).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Toezicht op AIVD dreigt zooitje te worden: toezichthouder
is dakloos en onderbezet?»1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
In de nieuwe wet, die ingaat op 1 juli 2024, krijgen de inlichtingendiensten ruimere
bevoegdheden voor bijvoorbeeld afluister- en hackmogelijkheden en krijgt de Commissie
van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) als gevolg daarvan
er extra taken bij; kunt u uitleggen waarom hier in de bedrijfsvoering niet of onvoldoende
naar is gehandeld?
Antwoord 2
We verwijzen voor dit antwoord graag naar de brief van het vorige kabinet van 26 juni
2024.2
Vraag 3
Wat gaat u op zeer korte termijn doen om ervoor te zorgen dat de CTIVD voldoende capaciteit
beschikbaar heeft?
Antwoord 3
De CTIVD wordt per 1 januari 2025 tot 1 juli 2026 tijdelijk gehuisvest. De CTIVD wordt
per 1 juli 2026 definitief gehuisvest op de locatie Turfmarkt 147 in Den Haag. Op
beide locaties huisvestingslocatie zal de CTIVD voldoende ruimte hebben om met alle
werknemers, inclusief de uitbreiding met 10 fte, vanuit één locatie te kunnen werken.
De CTIVD is zelf verantwoordelijk voor de (tijdige) werving van personeel.
Vraag 4
Vanwege ruimtegebrek is de CTIVD nu ondergebracht in hetzelfde pand als de AIVD in
Zoetermeer; deelt u de mening dat dit een onwenselijke situatie is? Zo nee, waarom
niet? Zo ja, wat gaat u hieraan doen?
Antwoord 4
Voor het antwoord op deze vraag verwijzen we graag naar het antwoord op vraag 13 van
de leden Kathmann en Koekoek.
Vraag 5
De CTIVD heeft op verschillende momenten en in verschillende gremia aandacht gevraagd
voor deze urgente problematiek en heeft ook een brandbrief gestuurd aan de Minister-President;
kunt u uitleggen waarom hier niet naar is gehandeld?
Antwoord 5
Voor dit antwoord verwijzen we naar het antwoord op vraag 3 van de leden Kathmann
en Koekloek en vraag 4 van het lid van Nispen.
Vraag 6 en 7
Bij het ingaan van de nieuwe wet zegt de CTIVD zelf haar taken niet te kunnen uitvoeren;
kunt u vertellen wat hiervan de (mogelijke) gevolgen zijn?
Mochten deze gevolgen onbekend of van dermate ernstige aard zijn, is de Minister dan
bereid de wet op een later tijdstip in te laten gaan, totdat de zaken op orde zijn?
Antwoorden 6 en 7
We verwijzen voor dit antwoord graag naar de brief van het vorige kabinet van 26 juni
2024.
Vraag 8
De ministeries van Binnenlandse Zaken, Algemene Zaken en Defensie hebben laten weten
binnenkort de Tweede Kamer te informeren over de stand van zaken, maar de oplossing
van dit probleem kan niet wachten, dus bent u bereid deze informatie zo spoedig mogelijk
naar de Kamer te sturen?
Antwoord 8
De Tweede Kamer is inmiddels geïnformeerd middels de brief van 26 juni 2024. Conform
het verzoek van de vaste Kamercommissie van Binnenlandse Zaken heeft het kabinet de
Kamer per brief geïnformeerd over de stand van zaken met betrekking tot zowel de tijdelijke
huisvesting van de CTIVD alsmede de afspraken met de CTIVD inzake over het minimaliseren
van de werkbelasting van de CTIVD, voortvloeiende uit de toepassing van bevoegdheden
onder de condities van de Tijdelijke wet.
8bf/
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Six Dijkstra
(Nieuw Sociaal Contract), ingezonden 17 juni 2024 (vraagnummer 2024Z10668, van het lid Kathmann (GroenLinks-PvdA), ingezonden 20 juni 2024 (vraagnummer 2024Z10974) en van het lid Van Nispen (SP), ingezonden 20 juni 2024 (vraagnummer 2024Z10976)
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.W.M. Schoof, minister-president -
Mede ondertekenaar
R.P. Brekelmans, minister van Defensie -
Mede ondertekenaar
J.J.M. Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.