Schriftelijke vragen : Een plan om het verhuren van een kamer aan studenten veel gemakkelijker te maken
Vragen van de leden Welzijn, Van Vroonhoven en Omtzigt (allen Nieuw Sociaal Contract) aan de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, de Staatssecretaris van Financiën en de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over een plan om het verhuren van een kamer aan studenten veel gemakkelijker te maken (ingezonden 30 augustus 2024).
Vraag 1
Deelt u de mening dat de kamernood voor studenten zeer hoog is en de inschatting dat
er op korte termijn maatregelen nodig zijn om ervoor te zorgen dat jongeren die aan
het HBO, MBO en WO willen gaan studeren een kamer kunnen vinden tegen een redelijke
prijs, zodat zij niet dagelijks uren hoeven te reizen met het openbaar vervoer?
Vraag 2
Bent u bekend met het feit dat het aantal huiseigenaren dat bereid is om een kamer
(of etage) te verhuren gestegen is van 3% naar 6%, en dat dus meer dan 300.000 mensen
bereid zijn om een deel van hun huis te verhuren? Volgens Choice gaat het zelfs om
8% en dus 900.000 potentiële hospita’s totaal.1
Vraag 3
Deelt u de mening dat als een fors deel van deze mensen dit ook werkelijk doen, als
mogelijk ook een aantal huurders dit kan, we een wezenlijk verschil kunnen maken in
de strijd tegen de kamernood?
Vraag 4
Hoe gaat u op de korte termijn belemmeringen ten aanzien van hospitaverhuur in een
zelfstandige huurwoning wegnemen als het gaat om het woningwaarderingsstelsel voor
onzelfstandige woonruimte (WWSO) dat gehanteerd moet worden als drie of meer mensen
niet een duurzame gemeenschappelijke huishouding vormen in deze huurwoning?
Vraag 5
Hoe kunt u garanderen dat de hoofdverhuurder de huurprijs van een zelfstandige huurwoning
via het woningwaarderingsstelsel (WWS) – en dus niet het WWSO – ook bij hospitaverhuur
mag blijven rekenen?
Vraag 6
Hoe snel kunt u voor elkaar krijgen dat hospitaverhuur als uitzondering op het WWSO
geldt?
Vraag 7
Hoe gaat u bekendheid geven aan de weggenomen belemmering op het vlak van het WWSO?
Vraag 8
Bent u bekend met het feit dat een fors aantal banken het niet standaard toestaat
om een kamer te verhuren als er een hypotheek op het huis rust en dat het overgrote
deel van de mensen die een kamer wil verhuren dat niet mag van de bank?
Vraag 9
Kunt u ervoor zorgen dat het wettelijk wordt vastgelegd dat de kamerverhuur (in hospitavorm)
van rechtswege eindigt bij de gedwongen verkoop van een woning of de vrijwillige verkoop
van de woning (met wellicht een opzegtermijn van twee maanden), zodat u voor deze
situaties de zorgen van banken en huiseigenaren wegneemt?
Vraag 10
Op welke termijn kunt u met een door de bankensector geaccepteerde hospitahuurovereenkomst
komen waarin beëindiging van de hospitaovereenkomst bij verkoop van de woning gewaarborgd
is?
Vraag 11
Bent u bereid om met de banken in overleg te treden en hen te vragen kamerverhuur
bij een hypotheek onder een aantal standaardvoorwaarden (contractvorm moet hospitaverhuur
zijn, geen hypotheekachterstand, etc.) standaard toe te staan? Kunt u hierover binnen
vier weken terug rapporteren aan de Kamer of zij hiermee akkoord kunnen gaan?
Vraag 12
Hoe gaat u ervoor zorgen dat ook een Tweede Kamer van een hospitaverhuurder onder
de kamerverhuurvrijstelling gebracht wordt, vermits ook voor die kamer het maximale
bedrag van de vrijgestelde inkomsten niet overschreden worden?
Vraag 13
Bent u ermee bekend dat er ook animo is voor kamerverhuur onder huurders en kunt u
aangeven hoe groot deze animo is?
Vraag 14
Hoe snel kunt u met de particuliere huursector en de corporatiesector komen tot een
hospitaverhuurmodelcontract dat hospitaverhuur mogelijk maakt?
Vraag 15
Hoe gaat u, in samenspraak met de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, regelen
dat er een positieve prikkel tot hospitaverhuur komt voor potentiële hospitaverhuurders
die voor hun levensonderhoud afhankelijk zijn van de aanvullende inkomensvoorziening
ouderen (AIO) of bijstandsuitkering?
Vraag 16
Kunt u aangeven in welke mate de kostendelersnorm als belemmering wordt ervaren bij
het delen van een woning?
Vraag 17
Kunt u een maatschappelijke kosten-baten analyse laten uitvoeren zodat de uitkomsten
betrokken kunnen worden bij de politieke keuze om al dan niet over te gaan tot (deels)
afschaffen van de kostendelersnorm?
Vraag 18
Kunt u tot een vrij te stellen bedrag komen om (een deel van de) huuropbrengsten verkregen
uit hospitaverhuur voor AIO'ers en ontvangers van bijstand ongemoeid te laten?
Vraag 19
Kunt u de huuropbrengsten verkregen uit hospitaverhuur uitgezonderen van de inkomensafhankelijke
huurverhoging? Zo nee, waarom niet, en hoe wel?
Vraag 20
Kunt u aangeven hoe huurtoeslag ingezet kan worden om kamerverhuur beter betaalbaar
te maken aangezien dit de preferente voorkeur heeft onder studenten?
Vraag 21
Bent u bereid om met de woonbond, de studentenkoepels, Aedes en de koepels van private
verhuurders in overleg te treden om te zien of u in overleg tot een vorm van hospitaverhuur
in de huursector kunt komen die voor alle partijen begrijpelijk en profijtelijk is?
Vraag 22
Kunt u deze vragen een voor een en binnen drie weken beantwoorden?
Indieners
-
Gericht aan
F.L. Idsinga, staatssecretaris van Financiën -
Gericht aan
E.E.W. Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Gericht aan
M.C.G. Keijzer, minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening -
Indiener
Merlien Welzijn, Kamerlid -
Medeindiener
Pieter Omtzigt, Kamerlid -
Medeindiener
Nicolien van Vroonhoven, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.