Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Rooderkerk over het bericht ‘Talenten in klassieke muziek hard geraakt door nieuwe subsidieronde’
Vragen van het lid Rooderkerk (D66) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht Talenten in klassieke muziek hard geraakt door nieuwe subsidieronde. «Het Jong Oranje van de muziek verdwijnt» (ingezonden 22 juli 2024).
Antwoord van Minister Bruins (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 29 augustus
2024). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 2246
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht in Trouw «Talenten in klassieke muziek hard geraakt
door nieuwe subsidieronde. «Het Jong Oranje van de muziek verdwijnt»»1
Antwoord 1
Ja
Vraag 2
Klopt het dat vrijwel alle muziekinstellingen die talentontwikkeling centraal stellen,
ondanks dat zij een positieve beoordeling hebben, hun subsidie verliezen in de nieuwe
Basisinfrastructuur (BIS)?
Antwoord 2
Organisaties die zich bezighouden met talentontwikkeling hebben voor de periode 2025–2028
een aanvraag kunnen indienen bij de Meerjarenregeling Talentontwikkeling van het Fonds
voor Cultuurparticipatie (FCP). Het bericht betreft een uitkomst van een aanvraag
-en beoordelingsprocedure die vooraf is vastgelegd in de Meerjarenregeling Talentontwikkeling
die gepubliceerd is in de Staatscourant.2 Binnen deze regeling, waarvoor 20 miljoen euro beschikbaar is, hebben 101 aanvragers
voor ruim 77 miljoen aangevraagd. Deze aanvragen zijn beoordeeld door een onafhankelijke
beoordelingscommissie. Door het hoge aantal aanvragen in relatie tot het beschikbare
budget, kunnen niet alle positief beoordeelde aanvragen worden gehonoreerd. Dit betreft
voor een deel ook instellingen die zich richten op talentontwikkeling in de klassieke
muziek.
Deze regeling maakt overigens geen deel uit van de culturele basisinfrastructuur 2025–2028
(bis), waar de Raad voor Cultuur mij over heeft geadviseerd en waarvan ik de definitieve
subsidiebesluiten op Prinsjesdag bekend zal maken.
Ik hecht veel waarde aan talentontwikkeling in de klassieke muziek en jazz en ben
bekend met de zorgen van de organisaties die het betreft.
Vraag 3
Overziet u de consequenties hiervan? Betekent dit dat deze instellingen de deuren
in alle waarschijnlijkheid moeten sluiten, en daarmee de muziekeducatie en talentontwikkeling
verder verschraalt in Nederland?
Antwoord 3
De uitkomst van de beoordelingsprocedure heeft als consequentie dat de in het artikel
bedoelde instellingen geen subsidie ontvangen uit de Meerjarenregeling Talentontwikkeling
van het FCP voor de jaren 2025–2028.
Vraag 4
Herkent u de algemene trend dat het aanbod van muziekeducatie al sinds 2010 aan het
krimpen is, met als gevolg dat er minder aanwas van jong talent is op bijvoorbeeld
de conservatoria in Nederland, met als gevolg daarvan minder doorstroom naar orkesten
van wereldniveau?
Antwoord 4
Het LKCA heeft recent (april 2024) een kennissynthese uitgebracht waarin onderzoek
naar cultuurbeoefening (o.a. cultuureducatie- en participatie) van de laatste 10 jaar
is samengebracht. Op basis van het beschikbare onderzoek, en signalen uit het veld,
herken ik het beeld dat het aantal muziekscholen en centra voor de kunsten is afgenomen.
Dit zien we onder meer in het ledenaantal van branchevereniging Cultuurconnectie.
Er is een langdurige trend gaande van het afnemen van het aantal centra voor de kunsten
en muziekscholen. Uit dit onderzoek blijkt echter ook een toename van muziekeducatief
aanbod door zzp’ers of collectieven van zzp’ers. Ook beoefenen nog steeds evenveel
mensen muzikale en kunstzinnige activiteiten als tien jaar geleden. Daarnaast blijkt
uit cijfers van de Vereniging Hogescholen dat het totaal aantal studenten op de conservatoria
in de afgelopen jaren redelijk stabiel is gebleven.
Vraag 5
Zo ja, wat gaat u doen om die trend te keren?
Antwoord 5
Ik vind het belangrijk dat talent zich binnen de klassieke muzieksector kan blijven
ontwikkelen. Rond Prinsjesdag kom ik terug op de wijze waarop ik hier invulling aan
zal geven.
Daarnaast blijft het kabinet investeren in cultuureducatie binnen- en buitenschools
om kinderen en jongeren al op een jonge leeftijd met kunst en cultuur, waaronder ook
muziek, in aanraking te laten komen. Dat gebeurt middels programma’s als Cultuureducatie
met Kwaliteit of als onderdeel van het programma School en Omgeving.
Tot slot vind ik het belangrijk om te vermelden dat het ondersteunen van lokale culturele
voorzieningen, zoals muziekscholen en kunstencentra, een taak is van de gemeenten.
Zij bepalen zelf hoe zij de lokale infrastructuur rondom kunst- en cultuurbeoefening
ondersteunen.
Vraag 6
Zo nee, hoe verklaart u dat dit het beeld is dat geschetst wordt door het veld?
Antwoord 6
Het is niet goed in te schatten of het effectieve aanbod aan het krimpen is, maar
het is zeker dat er andere vormen van aanbod zijn. Of, en welk effect dit heeft gehad
heeft op de doorstroom van talenten naar conservatoria en orkesten van wereldniveau
is niet bekend. Daar spelen meer factoren een rol. Verminderde doorstroom kan bijvoorbeeld
ook liggen aan veranderde interesses van jongeren, verschuivingen naar andere muziek-
en kunstvormen, trends in het kunstvakonderwijs en het aandeel buitenlandse studenten.
Om de invloed van de afname van muziekscholen en centra voor de kunsten op de doorstroom
richting orkesten van wereldniveau te kunnen duiden is meer onderzoek nodig.
Vraag 7
Bent u bereid om in gesprek te gaan met het veld over de consequenties van deze beslissing,
en met hen afspraken te maken over het borgen van de gehele keten van educatie en
talentontwikkeling voor klassieke muziek en jazz?
Antwoord 7
Er staat hierover reeds een gesprek gepland tussen deze instellingen en mijn ministerie.
Rond Prinsjesdag informeer ik u over het vervolg.
Vraag 8
Kunt u in kaart brengen om hoeveel geld het precies gaat? Hoeveel subsidie is er nog
nodig om muziekinstellingen die talent ontwikkeling centraal stellen en een positieve
beoordeling hebben gehad, alsnog een subsidie toe te kennen?
Antwoord 8
Er zijn zeven organisaties gericht op talentontwikkeling in de klassieke muziek en
jazz die bij het FCP een aanvraag hebben ingediend die positief is beoordeeld, maar
niet is gehonoreerd. Daarnaast is de aanvraag van één instelling, gericht op toegankelijke
muziekeducatie voor ieder kind, deels gehonoreerd. In totaal gaat het om een bedrag
van bijna € 10 miljoen (prijspeil 2023) over de periode 2025–2028.
Vraag 9
Kunt u deze vragen voor het eind van het zomerreces beantwoorden?
Antwoord 9
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.E.W. Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.