Schriftelijke vragen : Structureel verlieslatende bedrijven
Vragen van de leden Maatoug en Stultiens (beiden GroenLinks-PvdA) aan de Staatssecretaris van Financiën over structureel verlieslatende bedrijven (ingezonden 28 augustus 2024).
Vraag 1
Hoe komt het dat uit het onderzoek naar structureel verlieslatende bedrijven naar
voren komt dat 6% van alle bedrijven structureel verlieslatend is, terwijl in het
rapport van de Adviescommissie Belastingheffing van multinationals uit 2020 staat
dat dit maar liefst voor 13% van alle bedrijven geldt? In hoeverre komt dit verschil
voort uit het feit dat een andere onderzoeksperiode gehanteerd wordt (2010 t/m 2019
tegenover 2010 t/m 2017)? In hoeverre is er sprake van andere verklaringen voor dit
verschil?
Vraag 2
Gaat het in bovengenoemd onderzoek om dezelfde groep bedrijven als in het genoemde
rapport van de Adviescommissie Belastingheffing van multinationals?
Vraag 3
In hoeverre komt de definitie van «doorstroomvennootschappen» in het onderzoek naar
structureel verlieslatende bedrijven overeen met de gehanteerde definitie in het rapport
van de commissie Doorstroomvennootschappen?
Vraag 4
Wat is de verklaring voor het feit dat structureel verlieslatende bedrijven veel harder
zijn gegroeid (24%) dan bedrijven die wel winst maakten (5%)?
Vraag 5
Wat is de verklaring voor het feit dat doorstroomvennootschappen veel vaker structureel
verlieslatend waren dan andere bedrijven (22% versus 6%)?
Vraag 6
Welke concrete beleidsvoorstellen passen volgens u bij de suggestie in het onderzoeksrapport
om bij nieuw beleid te focussen op inkomende stromen uit laagbelastende jurisdicties?
Vraag 7
Wat is de verklaring voor de grote toename aan bv’s die voor meer dan 70% van het
balanstotaal schulden hebben bij buitenlandse moeder- en dochtermaatschappijen (van
950 in 2013 naar 1.411 in 2018)? Hoe komt het dat de totale uitstaande schuld van
deze bedrijven richting het buitenland meer dan verdubbeld is tussen 2010 en 2018?
Vraag 8
Klopt het dat de generieke renteaftrekbeperking (earningsstrippingmaatregel) sinds
2019 niet tot een grote afname in uitstaande schuld richting het buitenland heeft
geleid? Welke verklaring ziet u hiervoor?
Vraag 9
Hoe verklaart u het feit dat er nog altijd bovengemiddelde grote dividendstromen van
Nederland naar het buitenland gaan?
Vraag 10
Welk effect verwacht u van de UNSHELL-richtlijn met betrekking tot de in het rapport
over structureel verlieslatende bedrijven genoemde cijfers?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. Maatoug, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Luc Stultiens, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.