Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Kent over hinder en omgevingsrisico’s door afvalverwerkingsindustrie in Sluiskil
Vragen van het lid Van Kent (SP) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over hinder en omgevingsrisico’s door afvalverwerkingsindustrie in Sluiskil (ingezonden 13 juni 2024).
Antwoord van Staatssecretaris Jansen (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 21 augustus
2024). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 2131.
Vraag 1
Wat is uw reactie op de radio- en tv-publicaties «Dorp onder het stof» van Argos over
stofoverlast afkomstig van afvalverwerker Heros in Sluiskil?1, 2
Antwoord 1
Het is uiteraard vervelend dat omwonenden overlast ervaren van een bedrijf in hun
buurt. Een gezonde en veilige leefomgeving is van belang. Daar zet het kabinet op
in.
Vraag 2
Kunt u aangeven tot welke gezondheidsrisico’s de verspreiding van bodemas met concentraties
lood en ijzer in bewoond gebied kan leiden?
Antwoord 2
Emissies van lood en loodverbindingen naar de lucht zijn in de regel zeer schadelijk
voor de gezondheid. Blootstelling aan lood en loodverbindingen kan leiden tot schade
voor de voortplanting, is mogelijk kankerverwekkend, kan zeer schadelijk zijn voor
waterorganismen en kan schade toebrengen aan organen. Om die reden zijn lood en meerdere
loodverbindingen aangemerkt als Zeer Zorgwekkende Stof (ZZS), en geldt er een minimalisatieverplichting
zoals voor alle ZZS. Of er sprake is van gezondheidsrisico’s hangt niet alleen af
van de gevaareigenschappen maar ook van de mate waarin omwonenden kunnen worden blootgesteld
aan deze stoffen.
Vraag 3
Wordt momenteel gecontroleerd hoeveel bodemas neerslaat in Sluiskil en wat de bron
hiervan is?
Antwoord 3
Voor de beantwoording van de vragen 3 tot en met 6 en vraag 8 heb ik informatie ingewonnen
bij de provincie Zeeland, die als bevoegd gezag verantwoordelijk is voor de vergunningverlening,
het toezicht en de handhaving.
Provincie Zeeland heeft sinds 2020 een meetpunt in Sluiskil. Op die locatie meten
zij onder andere fijnstof en totaal stof. Belangrijk om te melden is dat voor deze
stoffen geen grenswaarden zijn overschreden. Aanvullend hebben enkele brononderzoeken
plaatsgevonden. Zo is er in 2024 onderzoek verricht naar zware metalen in stof dat
op het meetpunt in Sluiskil is verzameld.3 Ook in 2022 is er aanvullend stofonderzoek verricht in Westdorpe, dat ook in de buurt
ligt van onder andere afvalverwerker Heros.4
De provincie heeft mij laten weten dat uit de resultaten van deze onderzoeken niet
is gebleken dat er bodemas neerslaat in Sluiskil, ook niet in Westdorpe.
Vraag 4
Bent u bereid om ter plaatse (aanvullende) metingen te verrichten, of hier opdracht
toe te geven, om de herkomst van het stof in Sluiskil met zekerheid vast te stellen?
Antwoord 4
Het uitvoeren van extra metingen is aan het bevoegd gezag. Provincie Zeeland heeft
laten weten dat zij en gemeente Terneuzen aanvullend brononderzoek uitvoeren.
Vraag 5
Hoeveel klachten hebben bewoners rondom Heros bij lokale autoriteiten en handhavingsdiensten
ingediend over overlast van stof?
Antwoord 5
De provincie laat weten dat in 2022 en 2023 samen 33 klachten zijn ontvangen vanuit
Sluiskil die betrekking hadden op overlast van stof.
De provincie laat ook weten dat bewoners van het dorp Sluiskil al enkele jaren aangeven
overlast te ervaren door stof, geur en geluid. Daarbij wordt verwezen naar bedrijven
die gevestigd zijn aan de overzijde van het kanaal van Gent naar Terneuzen, waaronder
Heros. Provincie en gemeente hebben daarom een onderzoek uitgevoerd naar de beleving
van de omgevingskwaliteit in de Kanaalzone Gent-Terneuzen5. Eén van de conclusies was dat overlast die inwoners ervaren geen verband houdt met
overtredingen van bedrijven of met vergunningen die niet actueel zijn. Uit het onderzoek
zijn aanbevelingen voortgekomen welke Provincie en gemeente samen met de omgevingsdiensten
en de GGD momenteel uitvoeren. Voor 2024 zijn deze acties vastgelegd in een uitvoeringsprogramma.6
Vraag 6
Klopt het dat controles van de Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) Zeeland op het betreffende
bedrijfsterrein aangekondigd plaatsvinden?7
Antwoord 6
Provincie Zeeland heeft laten weten dat de RUD Zeeland zowel aangekondigde als onaangekondigde
inspecties uitvoert.
Vraag 7
Zo ja, wat vindt u hiervan?
Antwoord 7
Vergunningverlening, toezicht en handhaving rondom dit betreffende bedrijventerrein
is aan het bevoegd gezag, in dit geval de Provincie Zeeland. Hoe bevoegd gezag toezicht
vorm geeft binnen de geldende kaders, is aan het lokaal bevoegd gezag.
Vraag 8
Op welke wijze wordt de gezondheid van inwoners van Sluiskil gemonitord?
Antwoord 8
De gemeente Terneuzen en de Provincie Zeeland hebben aan de GGD Zeeland opdracht verleend
om de milieuhinder in Sluiskil-Terneuzen te onderzoeken. Dit onderzoek is in 2021
opgeleverd8 en heeft gebruik gemaakt van de gegevens uit de GGD Gezondheidsmonitor uit 2020.
In 2024 wordt dit onderzoek herhaald.
Vraag 9
Is het besproeien van bodemas op het bedrijfsterrein, zoals toegepast door Heros,
volgens u afdoende om verspreiding van stof te voorkomen?
Antwoord 9
Besproeien van voorraadbergen zoals toegepast door Heros is één van de maatregelen
die benoemd is als Best Beschikbare Techniek (BBT) voor dit type opslag. Dit moet
wel dagelijks goed worden uitgevoerd. Ook staat in de BBT-conclusies die hier van
toepassing zijn dat er een combinatie van maatregelen genomen moet worden om diffuse
emissies te voorkomen. Dit zijn onder andere: afgesloten gebouw, beperken maximale
loshoogte, windafscherming, watersproeiers, optimaliseren vochtgehalte en gebouw op
onderdruk houden. Bij het verlenen van de vergunning wordt door het bevoegd gezag
vastgesteld welke combinatie van maatregelen er toegepast moet worden.
Vraag 10
Is het aangehaalde artikel 4.1065 Besluit activiteit leefomgeving (Bal), dat opslag
van goederen met stuifklassen S1 tot en met S4 in gesloten ruimte verplicht, van toepassing
op de activiteiten van afvalverwerkingsbedrijven als Heros?9, 10, 11
Antwoord 10
Nee, artikel 4.1065 is niet van toepassing op de op- en overslagactiviteiten van Heros.
Heros valt onder een ander gedeelte van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal),
als afvalbeheer IPPC-installatie12. Het gevolg daarvan is dat regels uit hoofdstuk 4 van het Bal, waaronder artikel
4.1065, niet gelden voor Heros. Deze zaken worden dan geregeld via de vergunning.
Voor de beperking van diffuse stofemissies van op- en overslagactiviteiten van Heros
vindt regulering dus plaats via de vergunning. Omdat Heros een IPPC-installatie is,
moeten er bij vergunningverlening ook de Europese BBT-conclusies toegepast worden.
In het antwoord op vraag 9 wordt beschreven wat dat in dit geval betekent, namelijk
een combinatie van maatregelen die verspreiding van stof moeten voorkomen.
Ook onderdeel van het vergunningverleningsproces is een beoordeling van de luchtkwaliteit
en gezondheid. Deze beoordeling kan ertoe leiden dat op- en overslag in een gesloten
ruimte moet plaatsvinden als andere maatregelen onvoldoende zijn.
Vraag 11
Kunt u een overzicht geven van het aantal bedrijven of brancheorganisaties dat bij
uw ministerie heeft gevraagd om een uitzonderingspositie op deze nieuwe regelgeving?13
Antwoord 11
De Metaal Recycling Federatie heeft een brief gestuurd aan het ministerie, waarin
zij aangeven dat dit een onmogelijke eis is voor de metaalrecyclingsbranche. Ook de
Vereniging Afvalbedrijven heeft aangegeven dat dit artikel mogelijk grote gevolgen
heeft voor de bedrijven die zij vertegenwoordigen.
Vraag 12
Kunt u aangeven wat uw reactie op deze verzoeken is geweest?
Antwoord 12
Ik heb aangegeven met de Metaal Recycling Federatie en de Vereniging Afvalbedrijven
in gesprek te gaan en zal hierbij ook aandacht hebben voor andere branches die mogelijk
problemen ervaren bij de uitvoering van dit artikel. Ook heb ik aangegeven een onderzoek
te laten uitvoeren naar de gevolgen van dit artikel, en of het te overwegen is de
wet- en regelgeving aan te passen. Bij deze overweging neem ik dan uiteraard ook de
gezondheid van omwonenden en de kwaliteit van de leefomgeving mee.
Vraag 13
Kunt u bij de omgevingsdiensten navragen hoeveel fte zij tekortkomen voor toezicht
op en handhaving van de nieuwe regelgeving ten aanzien van stuifgevoelige stoffen?
Antwoord 13
De financiering van omgevingsdiensten, en daarmee het capaciteitsvraagstuk, is aan
de gemeenten en provincies als bevoegd gezagen. Vanuit mijn stelselverantwoordelijkheid
monitor ik deze situatie en werk ik met de betrokken partijen aan de versterking van
het VTH-stelsel met bijvoorbeeld het Interbestuurlijk Programma VTH.
OmgevingsdienstNL heeft laten weten dat de krappe arbeidsmarkt geen gevolgen heeft
voor de bescherming van het milieu en de leefomgeving. Controles en inspecties worden
uitgevoerd. Op 1 januari 2024 is de Omgevingswet in werking getreden. Voor artikel
4.1065 van het Bal – waar de stuifgevoelige stoffen onder vallen – geldt het overgangsrecht.
Bedrijven hebben in de eerste plaats zelf een verantwoordelijkheid om aan deze wetgeving
te voldoen. Na de inwerkingtreding van de Omgevingswet hebben bedrijven twee kalenderjaren
de tijd om aan de regels te voldoen. Omgevingsdiensten nemen het aspect stuifgevoelige
stoffen mee in hun voorbereidingen op inspecties en controles. Bedrijven met een hoger
risico worden eerder bezocht en aangesproken op naleven van de nieuwe regels.
Waar veel klachten zijn, treedt de omgevingsdienst met extra prioriteit op. Toezichthouders
van omgevingsdiensten voeren op basis van een risicomodel reguliere (bedrijfs)controles
uit bij bedrijven. Stuifgevoelige stoffen is een van de milieuaspecten waarnaar wordt
gekeken.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.A. Jansen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.