Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Houwelingen over het Volkskrant-artikel ‘AIVD en MIVD rekruteerden journalisten als agent, ‘ondermijning geloofwaardigheid’ van het vak’
Vragen van het lid Van Houwelingen (FVD) aan de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Defensie over het artikel «AIVD en MIVD rekruteerden journalisten als agent, «ondermijning geloofwaardigheid» van het vak» (ingezonden 2 juli 2024).
Antwoord van Minister Brekelmans (Defensie), mede namens de Minister van Binnenlandse
            Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 14 augustus 2024).
         
Vraag 1
            
Bent u bekend met het volgende artikel in de Volkskrant «AIVD en MIVD rekruteerden
               journalisten als agent, «ondermijning geloofwaardigheid» van het vak»?1
Antwoord 1
            
Ja.
Vraag 2, 3 en 10
            
Is de bewering in de Volkskrant, dat de AIVD en MIVD journalisten rekruteerden als
               agent, correct? Zo nee, waarom niet?
            
Worden er, op dit moment, nog steeds journalisten gerekruteerd door de AIVD of MIVD?
Waarom rekruteren Nederlandse inlichtingendiensten journalisten in Nederland?
Antwoord 2, 3 en 10
            
Op grond van artikel 41 van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017
               (Wiv 2017) hebben de diensten de mogelijkheid tot het inzetten van agenten. Een agent
               is een natuurlijk persoon die weloverwogen door de diensten wordt ingezet en aangestuurd
               om gericht informatie te verzamelen die voor de taakuitvoering van de diensten van
               belang is. De diensten kunnen hiervoor in beginsel eenieder benaderen, dus ook journalisten.
               Het kan namelijk zijn dat alleen een journalist over informatie beschikt of kan beschikken
               die van belang is voor een onderzoek van de diensten en derhalve van belang is voor
               de bescherming van de nationale veiligheid. Er zal vanwege de positie van de journalist
               (geheimhouder) altijd worden afgewogen of deze informatie niet op een andere wijze
               verkregen kan worden. Zo wordt bezien of dat noodzakelijk, subsidiair, proportioneel
               en zo gericht mogelijk is.
            
Voor journalisten wordt – net als voor een aantal andere maatschappelijke functies
               en verschoningsgerechtigden – apart beleid met extra waarborgen gehanteerd. De bevindingen
               in de CTIVD-rapporten laten zien dat de diensten aandacht hebben voor de specifieke
               omstandigheden en bijbehorende extra waarborgen die nodig zijn bij het inzetten van
               journalisten als agent. De aanbevelingen die de CTIVD heeft gedaan worden overgenomen.
            
Vraag 4, 5, 6, 7, 8 en 9
            
Hoeveel journalisten worden er, gemiddeld, op jaarbasis gerekruteerd door de AIVD?
Hoeveel journalisten worden er, gemiddeld, op jaarbasis gerekruteerd door de MIVD?
Hoeveel journalisten werken op dit moment (deels) voor de AIVD?
Hoeveel van de door Nederlandse inlichtingendiensten gerekruteerde journalisten werken
               in het buitenland?
            
Antwoord 4, 5, 6, 7, 8 en 9
            
Gelet op de wettelijke plicht tot geheimhouding wordt in het openbaar niet ingegaan
               op de bronnen, het actuele kennisniveau en de modus operandi van de diensten.
            
Bronbescherming is een van de hoogste prioriteiten van de diensten, en is ook van
               toepassing op de inzet van agenten. Voor de veiligheid van agenten doen wij geen uitspraken
               over aantallen. De diensten kunnen hun wettelijke taak uitsluitend binnen een zekere
               mate van geheimhouding effectief uitoefenen. Het geven van inzicht daarin gaat ten
               koste van het goed functioneren van de diensten en daarmee ten koste van de bescherming
               van de nationale veiligheid.
            
Vraag 11
            
Bent u het eens met de bewering van Thomas Bruning, secretaris van de Nederlandse
               Vereniging van Journalisten, dat het inzetten van verslaggevers door geheime diensten
               «zeer kwalijk» is? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 11
            
Het kan noodzakelijk zijn voor de bescherming van de nationale veiligheid om een journalist
               op grond van artikel 41 van de Wiv 2017 in te zetten als agent.
            
De bevindingen in de rapporten laten zien dat de diensten aandacht hebben voor de
               specifieke omstandigheden en bijbehorende extra waarborgen die nodig zijn bij het
               inzetten van journalisten als agent. Wij achten het daarnaast van belang te benadrukken
               dat agenten altijd op basis van vrijwilligheid samen met de diensten werken. De Commissie
               van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) heeft in haar onderzoeken
               ook geen aanleiding gevonden om te veronderstellen dat de inzet van de betreffende
               journalisten niet vrijwillig heeft plaatsgevonden.
            
Vraag 12 en 13
            
Bent u van mening dat het in het publiek belang is te weten welke journalisten in
               Nederland (deels) werken voor Nederlandse inlichtingendiensten? Zo nee, waarom niet?
            
Kunt u de Tweede Kamer een lijst doen toekomen met de namen van journalisten die werkzaam
               zijn in Nederland en (deels) werken voor Nederlandse inlichtingendiensten? Zo nee,
               waarom niet?
            
Antwoord 12 en 13
            
Nee. De diensthoofden zijn, conform artikel 23 van de Wiv 2017, verantwoordelijk voor
               de geheimhouding van hun bronnen en de veiligheid van agenten. Het delen van een dergelijke
               lijst zou die geheimhouding schenden en de veiligheid van de agent in gevaar kunnen
               brengen. Daarnaast is bronbescherming een van de hoogste prioriteiten van de diensten.
               Dit is intrinsiek ingebed in de gehele organisatie. Dit is daarom ook in de praktijk
               van toepassing op alle agenten binnen de AIVD en MIVD, waaronder journalisten. De
               CTIVD bevestigt in beide rapporten dat de werkwijze van de diensten is gericht op
               geheimhouding van de identiteit van de (journalist als) agent door middel van interne
               maatregelen.
            
Vraag 14
            
Kunt u de bovenstaande vragen afzonderlijk en binnen de gebruikelijke termijn van
               drie weken beantwoorden?
            
Antwoord 14
            
De vragen zijn zo snel als mogelijk beantwoord. Gelet op de aard van de vragen zijn
               sommige vragen gezamenlijk beantwoord.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
R.P. Brekelmans, minister van Defensie - 
              
                  Mede ondertekenaar
J.J.M. Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.