Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Kent over het nieuws dat Chemours een vergunning aanvraagt voor TFA
Vragen van het lid Van Kent (SP) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over het nieuws dat Chemours een vergunning aanvraagt voor TFA (ingezonden 1 juli 2024).
Antwoord van Staatssecretaris Jansen (Infrastructuur en Waterstaat), mede namens de
Minister van Infrastructuur en Waterstaat (ontvangen 8 augustus 2024).
Vraag 1
Wat is uw reactie op het nieuws dat chemiefabrikant Chemours een vergunning heeft
aangevraagd voor de uitstoot van trifluorazijnzuur (TFA)?1
Antwoord 1
Ik heb kennisgenomen van de aanvraag voor een omgevingsvergunning betreffende de luchtemissie
van TFA en een daarbij horende emissiegrenswaarde.2 Het is aan het bevoegd gezag om deze vergunningaanvraag te beoordelen.
Vraag 2
Is u inmiddels bekend welke effecten de aanwezigheid van TFA in ons drinkwater heeft
op de volksgezondheid?3, 4
Antwoord 2
Ja, op 10 maart 2023 heeft het RIVM geadviseerd een indicatieve drinkwaterrichtwaarde
aan te houden van 2.200 nanogram per liter (ng/l) voor TFA.5 Zoals vermeld in de Verzamelbrief actualiteiten water6 wordt er gestreefd naar adequate normering in het Drinkwaterbesluit waarbij ook rekening
gehouden wordt met TFA als onderdeel van de totale PFAS-blootstelling. In het tweede
kwartaal van 2025 zal de Kamer hierover nader geïnformeerd worden.
Vraag 3
Zo nee, bent u bereid om dit nader te onderzoeken?
Antwoord 3
De informatie van het RIVM biedt voor nu afdoende basis om naar normstelling toe te
werken.
Vraag 4
Deelt u de mening dat een stof pas uitgestoten mag worden, zodra voldoende is bewezen
dat dit veilig kan?
Antwoord 4
Iedereen die een activiteit verricht waarbij stoffen kunnen vrijkomen is vanuit de
zorgplicht die in de Omgevingswet is vastgelegd, verantwoordelijk om gezondheids-
en milieurisico’s van die activiteiten te voorkomen en waar deze toch optreden, risico’s
zoveel mogelijk te beperken. Het wettelijke kader daarvoor staat in het Besluit activiteiten
leefomgeving (Bal) en het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl). Een stof mag pas worden
uitgestoten als vaststaat dat aan de daarvoor gestelde eisen ter bescherming van het
milieu en de menselijke gezondheid wordt voldaan.
Via het Impulsprogramma Chemische Stoffen werkt IenW onder meer in het project Voorzorg
en Zorgplicht aan de verduidelijking en versterking van beleid voor (mogelijk) gevaarlijke
chemische stoffen en daarbij samen met medeoverheden aan ondersteunende handreikingen.
De Kamer is op 18 juni jl. over de voortgang hiervan geïnformeerd (Kamerstukken II,
2023/24, 22 343, nr. 396). Voor milieubelastende activiteiten beoordeelt het bevoegd gezag per aangevraagde
emissie of hiervoor naast de geldende vereisten een aanvullend vergunning(voorschrift)
of maatwerkvoorschrift moet worden opgenomen.
Vraag 5
Klopt het dat er technieken bestaan die de uitstoot van TFA overbodig maken?
Antwoord 5
TFA is een PFAS met een ultrakorte lengte. Korte PFAS zijn over het algemeen moeilijker
te verwijderen dan langere soorten PFAS. Er zijn technieken bekend die de uitstoot
van TFA kunnen verminderen. Bij Chemours zal per situatie, emissiepunt dan wel schoorsteen
moeten worden beoordeeld of een dergelijke techniek ook daadwerkelijk toepasbaar is.
Er zijn bij het Ministerie van IenW geen technieken bekend waarvan kan worden aangenomen
dat die de uitstoot van TFA volledig kunnen voorkomen. Wel komen er gelukkig geleidelijk
meer technieken op de markt om emissies van PFAS te reduceren en om PFAS te vernietigen.
Dat is belangrijk omdat de emissies van PFAS zo ver mogelijk moeten worden teruggebracht,
zie ook het antwoord op vraag 6. Het is aan het bedrijf om een voorstel te doen welke
techniek in dit specifieke geval kan worden toegepast en welke mate van emissiereductie
daarmee kan worden behaald. Het bevoegd gezag zal dat voorstel beoordelen.
Vraag 6
Wat kunt u samen met het bevoegde gezag doen om te voorkomen dat Chemours een vergunning
krijgt voor de uitstoot van TFA?
Antwoord 6
Zoals aangegeven in antwoord 4 wordt via het Impulsprogramma Chemische Stoffen gewerkt
aan het ondersteunen van bevoegde gezagen voor hun taken rond vergunningverlening,
specifiek ook voor PFAS-verbindingen zoals TFA.
In de voorbereiding op het EU-brede verbod op PFAS (via de REACH-verordening) is door
de wetenschappelijke instituten van Duitsland, Denemarken, Zweden, Noorwegen en Nederland,
vastgesteld dat uiteindelijk alle PFAS-emissies moeten worden gereduceerd.
Het RIVM heeft op verzoek van het Ministerie van IenW een rapport gemaakt met een
samenvatting van deze analyse en deze op 4 juli op de website gepubliceerd7. Bevoegde gezagen kunnen dit rapport gebruiken om vergunningsvoorschriften en maatwerkvoorschriften
voor milieubelastende activiteiten te onderbouwen als er sprake is van PFAS-emissies.
Er wordt met medeoverheden nog gewerkt aan praktische informatie voor omgevingsdiensten
over de inzet van dit rapport in de uitvoeringspraktijk. Na de zomer wordt de Kamer
over de voortgang van het programma geïnformeerd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.A. Jansen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat -
Mede namens
B. Madlener, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.