Schriftelijke vragen : Het item in Nieuwsuur “Hoe schoolbestuurders zakendoen met bekenden en zichzelf”

Vraag 1

Heeft u het item «Hoe schoolbestuurders zakendoen met bekenden en zichzelf» van Nieuwsuur
gezien?1

Vraag 2

Zo ja, wat vindt u ervan, ondanks dat zij niets doen dat niet mag binnen de huidige
wet- en regelgeving?

Vraag 3

Wat vindt u ervan dat er sinds de jaren ’90 honderden onderwijsbureaus zijn gekomen
die worden gefinancierd uit publieke middelen?

Vraag 4

Is het waar dat onderwijsbureaus geen bewezen effectieve onderwijsdiensten hoeven
aan te bieden, maar dat het een markt is van vraag en aanbod?

Vraag 5

Wat vindt u van de schatting van Nieuwsuur dat tussen de één en drie procent van de
onderwijsmiddelen naar onderwijsbureaus gaat, dat neerkomt op ongeveer 100 miljoen
euro per jaar? Is dat, volgens u, waar?

Vraag 6

Waarom hoeven schoolbesturen geen duidelijkheid en transparantie te geven over hoe
deze middelen besteed worden?

Vraag 7

Hoe functioneert naar uw mening het intern toezicht van schoolbesturen als dit regelmatig
voorkomt?

Vraag 8

Wat vindt u ervan dat de onderwijskoepels hun integriteitscode aanpassen en deelt
u hun standpunt dat actief zijn bij een schoolbestuur en onderwijsbureau in hetzelfde
regiogebied niet tot de mogelijkheden moet behoren?

Vraag 9

Waarom kiezen de onderwijskoepels er niet voor om functies bij een schoolbestuur en
een Raad van Toezicht te allen tijde te scheiden van een functie bij een onderwijsbureau?

Vraag 10

Vindt u dat de overheid meer toezicht moet houden op schoolbesturen? Zo ja, waarom
wel? Zo nee, waarom niet?

Vraag 11

Vindt u dat de Inspectie van het Onderwijs meer bevoegdheden moet krijgen om toezicht
te houden op de integriteit en belangenverstrengeling van schoolbesturen en raden
van bestuur?

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Soepboer (Nieuw
Sociaal Contract), ingezonden 9 juli 2024 (vraagnummer 2024Z11905).