Schriftelijke vragen : Problemen bij het aanvragen van de financiële ondersteuning voor zorgmedewerkers met post-COVID
Vragen van de leden Dijk (SP) en Bushoff (GroenLinks-PvdA) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over problemen bij het aanvragen van de financiële ondersteuning voor zorgmedewerkers met post-COVID (ingezonden 1 juli 2024).
Vraag 1
Heeft u net als de fracties van de SP en de PvdA signalen ontvangen dat mensen problemen
ervaren bij het aanvragen van de financiële ondersteuning voor medewerkers met post-COVID?
Zo nee, hoe verklaart u dat deze fracties deze signalen wel ontvangen?
Vraag 2
Wat is uw reactie op signalen van zorgmedewerkers met post-COVID over de uitvoeringsorganisatie
Dienst Uitvoering Subsidies aan Instellingen (DUS-I) die afspraken niet nakomt, bijvoorbeeld
door belafspraken niet na te komen of de termijnen waarop gereageerd zou moeten worden
op bezwaren fors te overschrijden, terwijl aan de andere kant DUS-I wel van zorgmedewerkers
verwacht dat ze alle stukken in een korte periode moeten opsturen en er voor hen helemaal
geen mogelijkheden zijn om afspraken niet na te komen? Erkent u dat dit een oneerlijke
verhouding is? Wat gaat u doen om dit in de toekomst te voorkomen?
Vraag 3
Wat vindt u ervan dat het Ministerie van VWS meermaals de termijn overschrijdt waarin
ze zouden moeten reageren op het bezwaar van zorgmedewerkers? Hoe gaat u dit in de
tweede openstelling van de regeling voorkomen?
Vraag 4
Vindt u het wenselijk dat zorgmedewerkers zelf juristen moeten inschakelen om bezwaar
in te dienen? Zo nee, waarom gebeurt het dan?
Vraag 5
Snapt u dat het voor zorgmedewerkers met post-COVID heel zwaar is om een juridisch
traject in te gaan voor de financiële ondersteuning waar ze recht op hebben, maar
steeds worden tegengewerkt door het Ministerie van VWS? Zo ja, waarom blijkt uw ministerie
dan wel op deze manier te handelen?
Vraag 6
Bent u bereid de tweede openstelling van de regeling die start op 1 juli en stopt
op 23 september 2024 te verlengen omdat dit zeer ongelukkig valt in verband met de
zomerperiode? Zo nee, waarom niet?
Vraag 7
Bent u op de hoogte van het feit dat documenten worden verwijderd uit dossiers van
zorgmedewerkers of in sommige gevallen zelfs hele dossiers (tijdelijk) lijken te zijn
verdwenen? Zo ja, wat is uw reactie hierop? Zo nee, hoe verklaart u dat zorgmedewerkers
dit wel ervaren? Bent u bereid onderzoek te doen naar de oorzaak hiervan en ervoor
te zorgen dat dit niet meer gebeurt?
Vraag 8
Bent u ermee bekend dat sommige zorgmedewerkers de officiële reden van afwijzing telefonisch
te horen krijgen, en deze reden niet in het online DUS-I dossier te vinden is vanwege
«ICT-problemen»? Hoe verklaart u dit? Is dit volgens de afgesproken richtlijnen? Zo
nee, wat gaat u hieraan doen?
Vraag 9
Herkent u de signalen dat het voor veel zorgmedewerkers lastig is om een medische
verklaring te ontvangen voor hun diagnose? Wat is volgens u de reden dat veel huisartsen
dit weigeren of dit moeizaam verloopt? Bent u bereid het makkelijker te maken voor
huisartsen om post-COVID vast te stellen zodat patiënten niet maanden bezig zijn om
deze verklaring te ontvangen, bijvoorbeeld met ondersteuning vanuit C-support? Zo
nee, waarom niet?
Vraag 10
Hoe gaat u ervoor zorgen dat er ook post-COVID specialisten komen die deze medische
verklaring kunnen afgeven? En wat is de rol van de nog op te richten post-COVID klinieken
hierin?
Vraag 11
Waarom is er gekozen voor de begindatum van 1 maart 2020 om recht te hebben op de
financiële ondersteuning, ondanks dat er gevallen bekend zijn van zorgmedewerkers
die al eerder ziek zijn geworden, bijvoorbeeld op 29 februari? Kunt u aangeven of
deze begindatum heeft geleid tot afwijzingen van compensatie? Zo ja, hoeveel afwijzingen?
Kan er bij de beoordeling rekening worden gehouden met de incubatietijd waardoor medewerkers
al eerder ziek zijn geworden?
Vraag 12
Hoeveel aanvragen voor de financiële ondersteuning zijn er in totaal ingediend (de
434 toekenningen zijn ons bekend)? Hoeveel daarvan zijn er afgewezen? Hoeveel zorgmedewerkers
zijn er daarna in bezwaar gegaan? Wat is de gemiddelde duur van het Ministerie van
VWS waarin zij hebben gereageerd op het bezwaar? Hoe vaak is de maximale duur van
6 weken overschreden? Waarom lukt het niet om dit op tijd af te ronden?
Vraag 13
Klopt het dat het team van DUS-I die de aanvragen beoordeeld de afgelopen tijd is
teruggebracht van 30 naar 12 personen? Zo ja, wat is hiervoor de reden? Bent u van
plan om dit team uit te breiden? Zo nee, waarom niet en hoe voorkomt u dat zorgmedewerkers
straks lang op hun beoordeling moeten wachten?
Vraag 14
Klopt het dat elke dossieraanvraag door vier personen wordt beoordeeld? Zo nee, hoe
verklaart u dat wij deze signalen ontvangen? Zo ja, vind u dat dit vertrouwen uitstraalt
richting zorgmedewerkers die buiten hun schuld om ziek zijn geworden? Erkent u dat
het lijkt alsof dit voorkomt uit een angst voor «overcompensatie» terwijl zorgmedewerkers
hier recht op hebben?
Vraag 15
Wat vindt u ervan dat er bij de aanvraag alleen om bepaalde pagina’s van het UWV-dossier
wordt gevraagd, terwijl op die pagina’s niet altijd de benodigde informatie staat?
Klopt het dat dat ook de reden van afwijzing kan zijn?
Vraag 16
Wat vindt u ervan dat aanvragen worden afgewezen omdat in de aanvraagprocedure niet
wordt gevraagd wanneer men COVID heeft opgelopen en de pagina’s van het UWV-dossier
waarin staat dat zorgmedewerkers besmet zijn geraakt in de eerste golf niet kunnen
worden aangeleverd bij de aanvraagprocedure, ondanks dat zorgmedewerkers deze wel
hebben? Wat vindt u ervan dat als blijkt dat dit de reden is tot afwijzing en door
zorgmedewerkers onmiddellijk wordt aangegeven dat deze stukken er wél zijn, maar er
niet naar werd gevraagd, deze niet meer kunnen worden aangeleverd?
Vraag 17
Hoe verklaart u dat zorgmedewerkers die de financiële tegemoetkoming aanvragen zich
totaal niet herkennen in de passage uit uw brief «Uitvoeringsorganisatie DUS-I heeft zich tot het uiterste ingespannen om zoveel mogelijk
ondersteuning en maatwerk te bieden richting aanvragers. Onderdeel van deze aanpak
was onder andere veelvuldig telefonisch contact met de aanvrager om te begeleiden
bij het aanleveren van de benodigde documenten»?
Vraag 18
Deelt u de mening dat uit deze verhalen blijkt dat zorgmedewerkers zelf slecht contact
krijgen met DUS-I en er onzorgvuldig wordt omgegaan met hun dossiers, maar zodra DUS-I
iets nodig heeft, van hen wel verwacht wordt alles paraat te hebben op korte termijn?
Wat zegt dit over de houding richting zorgmedewerkers die financiële compensatie aanvragen?
Vraag 19
Klopt het dat medewerkers die post-COVID op hebben gelopen tijdens hun werkzame leven
maar inmiddels met pensioen zijn, geen recht hebben op de financiële compensatie?
Zo ja, waarom is hiervoor gekozen? Bent u bereid de compensatie ook mogelijk te maken
voor deze groep?
Vraag 20
Waarom stelt u in antwoorden op Kamervragen dat DUS-I elke werkdag klaar staat om
zorgmedewerkers te helpen met het indienen van een aanvraag, terwijl dat afgelopen
periode niet is gebeurd? Welke signalen heeft u ontvangen dat dat tijdens de tweede
openstelling beter gaat?
Indieners
-
Gericht aan
C. Helder, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Indiener
Jimmy Dijk, Kamerlid -
Medeindiener
Julian Bushoff, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.