Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Stoffer over samenwerking met de Palestijnse autoriteit
Vragen van het lid Stoffer (SGP) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en van Defensie over samenwerking met de Palestijnse autoriteit (ingezonden 6 juni 2024).
Antwoord van Minister Ollongren (Defensie), mede namens de Minister van Buitenlandse
Zaken (ontvangen 28 juni 2024).
Vraag 1
Bent u bekend met de berichten «Nederland en Palestijnse Autoriteit versterken hun
veiligheidssamenwerking»1 en «Hamas signals post-war ambition in talks with Palestinian rival Fatah – analysis»2?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 3
Is deze tekst van tevoren aan de Kamer voorgelegd, desnoods vertrouwelijk? Zo nee,
waarom niet?
Bent u bereid de tekst van de samenwerkingsovereenkomst te sturen?
Antwoord 2 en 3
Internationale (beleids)afspraken worden, met het oog op de internationale en diplomatieke
belangen, niet openbaar gemaakt.
Vraag 4
Hoeveel geld is er met de unilaterale Nederlandse samenwerking en deze overeenkomst
gemoeid?
Antwoord 4
In het MOU spreken Nederland en de Palestijnse Autoriteit (PA) de brede intentie uit
om de samenwerking op veiligheidsgebied te continueren en waar opportuun te versterken.
Hier is geen specifiek budget aan gekoppeld.
Vraag 5
Is de samenwerking met de Palestijnse Autoriteit (PA) in deze nog aan voorwaarden
verbonden over het eigen democratisch gehalte of directe danwel indirecte steun aan
terreur?
Antwoord 5
De samenwerking tussen Nederland en de Palestijnse Autoriteit (PA) is aan dezelfde
voorwaarden verbonden als die met andere overheden. Eventuele samenwerkingsactiviteiten
zullen afzonderlijk van elkaar gewogen worden in het licht van de huidige situatie.
Om te voorkomen dat steun in verkeerde handen valt, zijn zoals toegelicht in het antwoord
op vraag 10 mitigerende maatregelen getroffen. Separaat van de genoemde samenwerkingsovereenkomst,
steunt Nederland de PA uiteraard in de aangekondigde hervormingen die van groot belang
zijn voor een toekomstige levensvatbare Palestijnse staat, waar een democratisch verkozen
PA een essentieel onderdeel van is.
Vraag 6
Heeft u ook het «Palestinian Authority Martyrs Fund» besproken tijdens de recente
ontmoeting? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Nee, dit is niet besproken tijdens de recente ontmoeting van de Nederlandse Minister
van Defensie met de Palestijnse Minister van Binnenlandse Zaken.
Vraag 7
Beschouwt u dit fonds als aanmoedigend of ontmoedigend voor terreur en kunt u dat
toelichten?
Antwoord 7
Het kabinet is van mening dat er met de betalingen van de Palestijnse Autoriteit aan
families van Palestijnse gevangenen een onwenselijke prikkel uitgaat. Nederland spreekt
zich, mede op verzoek van uw Kamer, hier al jaren over uit, ook bilateraal richting
de Palestijnse Autoriteit. Mede op uw verzoek is daarom onze begrotingssteun aan de
Palestijnse Autoriteit via het Europese PEGASE stop gezet.
Vraag 8
Hoe ziet u dat een sterke Palestijnse veiligheidssector kan bijdragen aan duurzame
vrede? Wordt deze veiligheidssector niet ook ingezet voor interne repressie?
Antwoord 8
De veiligheid en stabiliteit van Israël en de Palestijnse Gebieden zijn onlosmakelijk
met elkaar verbonden. Een sterk Palestijns veiligheidsapparaat is essentieel om de
publieke orde en veiligheid te borgen. Daarbij is het voor het kabinet belangrijk
dat deze veiligheidssector bijvoorbeeld conform mensenrechtenverplichtingen opereert
en dat er ruimte blijft bestaan voor een vrij en open maatschappelijk debat. Daartoe
investeert het kabinet dan ook verschillende middelen, bijvoorbeeld via financiering
van maatschappelijke organisaties in de Palestijnse Gebieden en door middel van het
uitzenden van mensenrechtenspecialisten naar veiligheidsmissies in de Palestijnse
Gebieden.
Vraag 9
Heeft de Palestijnse Autoriteit de acties van Hamas op 7 oktober reeds bestempeld
als terroristisch en/of veroordeeld?
Antwoord 9
Nederland heeft meermaals teleurstelling bij de Palestijnse Autoriteit overgebracht
dat niet direct publiekelijk afstand is genomen van de terroristische aanval door
Hamas.
Vraag 10
Hoe voorkomt u dat Nederlandse en Europese steun voor de Palestijnse Autoriteit terechtkomt
bij gewapende groepen en terreurgroepen die gelieerd zijn aan de PA, zoals onder andere
de Al Aqsa martelarenbrigade?
Antwoord 10
Nederland verstrekt geen bilaterale begrotingssteun aan de Palestijnse Autoriteit.
Vraag 11 en 12
Hoe voorkomt u dat deze groepen indirect bevoordeeld worden door het delen van gevoelige
kennis en informatie?
Hoe voorkomt u dat trainingen in vaardigheden ten behoeve van veiligheidsdiensten
in handen komen van terreurgroepen? Kunt u dit uitsluiten?
Antwoord 11 en 12
Nederland acht het delen van kennis en informatie met terroristische entiteiten onacceptabel.
Per activiteit zal bekeken worden welke risico’s zich kunnen voordoen en hoe die gemitigeerd
kunnen worden. Daarbij zal ook voortgebouwd worden op ervaringen van bestaande missies,
zoals de United States Security Coordinator for Israel and the Palestinian Authority
(USSC), waar Nederland aan bijdraagt, die met de Palestijnse Autoriteit samenwerken
op het gebied van veiligheid.
Vraag 13
Is er een firewall mogelijk die contact tussen onze samenwerkingspartners in Palestijnse
gebieden en terreurgroepen uitsluit en ons geruststelt dat wij niet bijdragen aan
terrorisme?
Antwoord 13
Na 7 oktober heeft er een herziening van Nederlandse en EU ontwikkelingssteun plaatsgevonden.
Hieruit is gebleken dat de due diligence processen die ervoor waken dat geld niet
(in)direct ten goede komt van terroristische organisaties op orde zijn. Ook zijn er
geen signalen naar voren gekomen dat geld terecht is gekomen bij onbedoelde bestemmingen.
De coördinatie van Nederlandse steun via USSC draagt ook bij aan het mitigeren van
het risico dat steun en/of informatie bij ongewenste partijen terecht komen vanwege
de goede informatiepositie van de missie. Zo onderwerpt USSC onderdelen van de Palestijnse
veiligheidsdiensten waarmee het zaken doet aan een vettingprocedure, volgens de zogeheten
Leahy-protocollen.
Vraag 14
Hoe kijkt u naar de aankomende gesprekken tussen Fatah en Hamas als in het Jerusalem
Post-artikel genoemd?
Antwoord 14
Het kabinet kan niet bevestigen dat deze gesprekken daadwerkelijk plaats gaan vinden.
Zoals aangegeven in het Jerusalem Post-artikel zijn Fatah en Hamas in een diepgaand
conflict verwikkeld en staan zij op een aantal punten lijnrecht tegenover elkaar.
Zo heeft Fatah de staat Israël erkend en streeft het naar een toekomst waarin Israëliërs
en Palestijnen vreedzaam samenleven, terwijl dit voor Hamas als terroristische organisatie
onbespreekbaar is.
Vraag 15
Welke rol voorziet u voor beide partijen in het regeren van Gaza na het huidige conflict?
Antwoord 15
Nederland onderschrijft de G7 principes voor de toekomst van Gaza. Onderdeel van deze
principes is dat er geen rol zal zijn voor Hamas in het toekomstige bestuur van Gaza.
Uiteindelijk zal de Palestijnse Autoriteit het bestuur in Gaza op zich moeten nemen.
Dit vraagt echter ook om de noodzakelijke hervormingen van de Palestijnse Autoriteit.
Vraag 16
Is verdere samenwerking met de Palestijnse Autoriteit nog gebonden aan eisen over
de deelname van Hamas of Fatah of hun banden met terreur?
Antwoord 16
De Palestijnse Autoriteit ontvangt geen bilaterale begrotingssteun van de Nederlandse
overheid. Wel zet Nederland zich, met het oog op de tweestatenoplossing, via de VN
en partnerorganisaties in om de Palestijnse rechtsorde te versterken, toegang tot
water en land te vergroten en voor de economische ontwikkeling van de Palestijnse
Gebieden. Om dit effectief te doen werkt de Nederlandse overheid ook samen met de
Palestijnse Autoriteit. Per activiteit zal bekeken worden welke risico’s zich kunnen
voordoen en hoe die gemitigeerd kunnen worden.
Vraag 17
Welke significantie heeft het volgens u dat nu niet de Verenigde Staten (VS) of Europa,
maar Rusland en China bemiddelend optreden?
Antwoord 17
Het kabinet gaat niet over de contacten van derde landen met Hamas en maakt geen onderdeel
uit van deze eventuele onderhandelingen. In de onderhandelingen tot nu toe hebben
bijvoorbeeld Qatar en Egypte, naast de VS, een cruciale bemiddelingsrol gespeeld.
Het contact dat deze landen hebben met Hamas, maakt het mogelijk dat ze een belangrijke
bemiddelingsrol kunnen spelen. Nederland steunt bemiddelingspogingen die kunnen bijdragen
aan het toewerken naar een duurzame oplossing voor het conflict.
Vraag 18
De Europese Unie (EU) is de grootste donateur aan de Palestijnse autoriteit, bestaan
er evaluaties over de effectiviteit, doelmatigheid en eventueel misbruik van steun
aan de Palestijnse Autoriteit?
Antwoord 18
De EU is inderdaad de grootste donateur van de Palestijnse Autoriteit en geeft onder
andere begrotingssteun aan de Palestijnse Autoriteit als deel van de bredere ontwikkelingssamenwerking.
De EU-ontwikkelingssamenwerking is onder meer van groot belang om stabiliteit op de
Westelijke Jordaanoever te bevorderen. Na 7 oktober heeft er een herziening van de
EU-steun plaatsgevonden. Hieruit is gebleken dat de controles van de Commissie en
de bestaande waarborgen goed werken en dat er tot op heden geen aanwijzingen zijn
dat geld voor onbedoelde doeleinden is gebruikt. Evaluaties over de effectiviteit
en doelmatigheid van de EU-projecten worden door de EU zelf uitgevoerd.
Vraag 19
Bestaat er een evaluatie van de VS en EU inzetten van de United States Security Coordinator
(USSC) en EU Coordinating Office for Palestinian Police Support (EUPOL COPPS)? Zo
ja, kunnen die gedeeld worden met de Kamer?
Antwoord 19
Voor een rapportage over de voortgang van de Nederlandse bijdrage verwijs ik u naar
de Jaarlijkse Voortgangsrapportage Overige Missiebijdragen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Defensie -
Mede ondertekenaar
H.G.J. Bruins Slot, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.