Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Dijk over het bericht 'Ingrijpen zorgverzekeraars duwt huisartsenketen Co-Med nog dieper in de problemen'
Vragen van het lid Dijk (SP) aan de Minister voor Medische Zorg over het bericht «Ingrijpen zorgverzekeraars duwt huisartsenketen Co-Med nog dieper in de problemen» (ingezonden 19 juni 2024).
Antwoord van Minister Dijkstra (Medische Zorg) (ontvangen 27 juni 2024).
Vraag 1
Heeft u het bericht «Ingrijpen zorgverzekeraars duwt huisartsenketen Co-Med nog dieper
in de problemen» gelezen en wat is uw reactie hierop?1
Antwoord 1
Ik ben bekend met het bericht en ik wil nogmaals benadrukken dat ik het een uiterst
vervelende en onwenselijke situatie vind voor de patiënten en het personeel van Co-Med.
Bij een (tijdelijke) sluiting van een huisartsenpraktijk staat continuïteit van zorg
voor mij voorop. Zorgverzekeraars en de toezichthouders IGJ en NZa zitten bovenop
de situatie en houden deze nauwlettend in de gaten. Zij stellen alles in het werk
om de continuïteit van zorg te waarborgen.
Vraag 2
Is deze zeldzame ingreep van zorgverzekeraars die nooit eerder voorkwam voor u reden
om alsnog in te grijpen bij praktijken van Co-Med? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Het huidige continuïteitsbeleid – dat is aangescherpt na de faillissementen van het
MC Slotervaart en het MC IJsselmeerziekenhuizen – houdt in dat zorgaanbieders, zorgverzekeraars
en de toezichthouders IGJ en NZa als eersten aan zet zijn bij mogelijke continuïteitsrisico’s.
Centrale regie is in het uiterste geval noodzakelijk wanneer het betrokken partijen
zelf niet lukt om een goede oplossing te vinden, en naar oordeel van de NZa en IGJ
leiden tot een onbeheersbare situatie met risico’s voor de patiëntveiligheid tot gevolg.
Het Ministerie van VWS zal in dat geval alle betrokken partijen bij elkaar roepen
en aanspreken op hun verantwoordelijkheden2.
Op dit moment stellen partijen alles in het werk om de continuïteit van zorg te waarborgen
en laat ik mij bijna dagelijks bijpraten door de toezichthouders en zorgverzekeraar
CZ over de ontwikkelingen rondom Co-Med.
Vraag 3
Wat zijn de gevolgen voor patiënten van deze «ingebrekestelling» en het eventueel
beëindigen van het contract met de zorgverzekeraars?
Antwoord 3
Op 20 juni 2024 hebben de vier grote zorgverzekeraars hun overeenkomst met Co-Med
opgeschort om deze vervolgens op 25 juni 2024 te beëindigen. Zorgverzekeraars hebben
de conclusie getrokken dat Co-Med de continuïteit van goede zorg niet kan garanderen.
Daarom bieden zij een alternatieve oplossing voor patiënten die ingeschreven staan
bij een huisartsenpraktijk van Co-Med. De zorgverzekeraars adviseren hun verzekerden
om hier per direct gebruik van te maken.
Alle patiënten van Co-Med, ongeacht wie hun zorgverzekeraar is, kunnen via www.cz.nl/co-med per praktijk zien wat het alternatieve aanbod is. Alle patiënten van Co-Med zijn
vorig week ook schriftelijk op de hoogte gebracht en geadviseerd gebruik te maken
van het alternatieve aanbod.
Het nu beschikbare alternatieve aanbod is een tijdelijke oplossing. Per praktijk liggen
ook plannen klaar voor een structurele oplossing. Wanneer de structurele oplossing
van kracht kan gaan verschilt per praktijk en is ook afhankelijk van hoe de situatie
rondom Co-Med zich ontwikkelt.
Zorgverzekeraars hebben mij laten weten ook het alternatieve aanbod dagelijks te controleren
op de gestelde kwaliteitseisen zoals bereikbaarheid en beschikbaarheid van (huis)artsen
voor de patiënten.
Vraag 4
Wat is de «zeer korte termijn» waarin Co-Med de tijd heeft om genoeg personeel te
vinden? Op welke manier bent u hierbij betrokken?
Antwoord 4
Het is mij niet bekend wat de exacte termijn is die gesteld is door de zorgverzekeraars.
Ik ben hier niet bij betrokken geweest. Inmiddels is bekend geworden dat de overeenkomst
met Co-Med door zorgverzekeraars is beëindigd per 25 juni 2024.
Vraag 5
Heeft u contact gehad met de zorgverzekeraars over hun beslissing? Zo ja, kunt u alle
onderliggende stukken van dit contact naar de Tweede Kamer sturen? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 5
Sinds 18 juni 2024 ben ik meerdere keren bijgepraat door zorgverzekeraar CZ over de
situatie bij Co-Med. Ik zal uw Kamer de gevraagde ambtelijke stukken over de ontwikkelingen
bij Co-Med na het faillissement op 16 april 2024 van PCC Tele-Services Amsterdam,
een dochteronderneming van Co-Med, zo spoedig mogelijk sturen. In het kader van zorgvuldigheid
zal ik een zienswijze vragen aan de belanghebbenden bij de te openbaren stukken.
Vraag 6
Kunt u de scenario's die verzekeraars klaar hebben liggen als de keten omvalt naar
de Tweede Kamer sturen en toelichten? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Zoals reeds benoemd bij vraag 2 zijn de zorgverzekeraars en de toezichthouders NZa
en IGJ als eersten aanzet bij een mogelijk faillissement. Zorgverzekeraars hebben
vanuit hun zorgplicht maatregelen getroffen om te voorkomen dat de continuïteit van
zorg in het geding komt. Deze maatregelen heb ik benoemd in mijn antwoord op vraag
3. Ik beschik niet over deze structurele plannen per praktijk.
Vraag 7 en 8
Vind u het acceptabel dat medewerkers tegen hun eigen wens in taken moeten verrichten
waarvoor ze niet bevoegd zijn waardoor de veiligheid van patiënten in het geding komt?
Zo nee, op welke manier gaat u voorkomen dat dit vaker gaat gebeuren?
Wat is uw reactie op het sterfgeval waarbij een huisarts te laat werd betrokken en
dat mogelijk verband houdt met een fout in de praktijk in Zwolle? En wat vind u ervan
dat Co-Med dit incident niet meldde bij de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ)
terwijl het daar wel toe verplicht is? Welke consequenties zitten hieraan voor Co-med?
Antwoord 7 en 8
Ik wil nogmaals benadrukken dat ik het heel pijnlijk vind voor alle patiënten en hun
naasten die niet tijdig de juiste zorg hebben gekregen. Maar ook voor medewerkers
die in situaties terecht zijn gekomen waar zij niet voor zijn opgeleid.
Het specifieke geval, zoals dat beschreven staat in het artikel in de Volkskrant van
15 juni jl3. was bij de IGJ niet bekend. Dat was voor de IGJ dan ook aanleiding om hierover opheldering
te vragen aan de zorgaanbieder. Over de uitkomst kan ik u niet informeren. Dat is
lopend toezicht. De NZa en de IGJ hebben mij laten weten, dat zij gezamenlijk blijven
optrekken en intensief toezicht houden op Co-Med. Dit om de veiligheid, continuïteit
en kwaliteit van de zorg voor de patiënten te borgen. Het is belangrijk dat de NZa
en de IGJ nauwkeurig en zorgvuldig onderzoek kunnen doen naar de situatie en hun maatregelen
daarop kunnen afstemmen.
Vraag 9 en 10
Hoe beoordeelt u het feit dat commerciële zorgverzekeraars nu moeten ingrijpen door
de ernstige situatie bij Co-Med, terwijl u afgelopen maanden weigerde en wegkeek?
Deelt u de mening dat deze beslissing van de zorgverzekeraars eigenlijk een motie
van wantrouwen is richting u als Minister omdat u weigerde in te grijpen?
Antwoord 9 en 10
Ik deel uw mening niet. Zoals al eerder uiteengezet bij mijn antwoord op vraag 2 houdt
het huidige continuïteitsbeleid in dat zorgaanbieders, zorgverzekeraars en de toezichthouders
IGJ en NZa als eersten aan zet zijn bij mogelijke continuïteitsrisico’s. Centrale
regie is in het uiterste geval noodzakelijk wanneer het betrokken partijen zelf niet
lukt om een goede oplossing te vinden en naar oordeel van de NZa en IGJ leiden tot
een onbeheersbare situatie met risico’s voor de patiëntveiligheid tot gevolg. Het
Ministerie van VWS zal in dat geval alle betrokken partijen bij elkaar roepen en aanspreken
op hun verantwoordelijkheden4.
De zorgverzekeraars en de toezichthouders IGJ en NZa stellen in de huidige situatie
bij Co-Med alles in het werk om de continuïteit van zorg te waarborgen en houden mij
hier van op de hoogte.
Vraag 11
Hoe staat het met de uitvoering van de motie-Dijk over zo snel mogelijk een verbod
op private-equitypartijen in de huisartsenzorg tot stand brengen en uiterlijk voor
het zomerreces wetgeving naar de Tweede Kamer sturen? Bent u alsnog bereid deze uit
te voeren in plaats van naast u neer te leggen?5
Antwoord vraag 11
Op 7 juni 2024 heeft de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) uw Kamer
de brief «Private equity in de zorg» gestuurd6. Met deze brief heeft zij ook gereageerd op de motie Dijk over zo snel mogelijk een
verbod op private-equity partijen in de huisartsenzorg tot stand te brengen en uiterlijk
voor het zomerreces wetgeving naar uw Kamer sturen7.
Op basis van de overwegingen in de brief, gecombineerd met de resultaten uit het onderzoek
van EY naar de rol van private equity in de zorg8, is er geen gegronde reden om zorgaanbieders specifiek te verbieden om hun kapitaalbehoefte
te dekken met investeringsmiddelen van private equity partijen. Een dergelijke maatregel,
die ook het recht op eigendom en het verbod van discriminatie raakt, maakt inbreuk
op het vrije verkeer van kapitaal (EU). De noodzaak en proportionaliteit van een dergelijke
maatregel vraagt een stevige onderbouwing om juridisch houdbaar te zijn. Daarvoor
ziet het kabinet nu onvoldoende aanknopingspunten9.
Vraag 12
Vind u dat deze wanpraktijken van Co-Med een gevolg zijn van de moeilijke omstandigheden
waarin reguliere huisartsen zitten, bijvoorbeeld door de lage tarieven, de hoge administratielast
en het moeilijk kunnen vinden van betaalbare praktijkruimten? Wat gaat u hieraan doen?
Antwoord 12
Zoals benoemd in de Kamerbrief Stand van zaken versterking huisartsenzorg10 zijn in het afgelopen jaar al verschillende acties ondernomen om het werken met een
vaste patiëntenpopulatie aantrekkelijker te maken. Onderdeel van de aanpak is het
stimuleren van het praktijkhouderschap. Zo wordt het praktijkhouderschap aantrekkelijker
door uitvoering te geven aan de IZA-afspraken zoals Meer Tijd voor de Patiënt; het
anders inrichten van avond-, nacht-, en weekenddiensten van huisartsen en de handreiking
huisvestingsproblematiek voor huisartsen en gezondheidscentra.
Verder versterk ik, samen met de veldpartijen, de eerstelijnszorg door middel van
de visie eerstelijnszorg 203011. Met deze visie zet het kabinet duidelijk in op langetermijnbeleid voor de eerstelijnszorg,
waaronder huisartsenzorg.
Vraag 13
Wilt u deze vragen beantwoorden voor zondag 23 juni, gezien de ernstige situatie en
de grote gevolgen voor patiënten?
Antwoord 13
Ik heb uw vragen zo snel als mogelijk beantwoord.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P.A. Dijkstra, minister voor Medische Zorg
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.