Schriftelijke vragen : Onveiligheidsgevoelens van vrouwen in de openbare ruimte
Vragen van de leden Mutluer en De Hoop (beiden GroenLinks-PvdA) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en van Infrastructuur en Waterstaat over onveiligheidsgevoelens van vrouwen in de openbare ruimte (ingezonden 26 juni 2024).
Vraag 1
Bent u bekend met het onderzoek van AD en Pointer over de onveiligheidsgevoelens van
vrouwen in de openbare ruimte?1
Vraag 2
Wat vindt u ervan dat vrouwen uit onveiligheidsgevoelens allerlei voorzorgsmaatregelen
nemen zoals het vermijden van bepaalde plekken of het op zak hebben van zelfverdedigingssleutelhangers
of pepperspray, wat bovendien onder de Vuurwapenverordening 1930 valt? Wat vindt u
ervan dat veel vrouwen dit kennelijk nodig achten?
Vraag 3
Welke maatregelen zijn de afgelopen jaren genomen om de veiligheidsgevoelens van vrouwen
in de openbare ruimte te verbeteren, met name ’s avonds en ’s nachts? Wat zijn de
resultaten daarvan? Is de informatie van vrouwen die daadwerkelijk incidenten hebben
meegemaakt hierin meegenomen?
Vraag 4
Hoe beoordeelt u het feit dat uit het onderzoek van AD en Pointer blijkt dat 9 op de 10 vrouwen zich onveilig voelen op stations en 82% van hen in het openbaar
vervoer (ov)? Hoe verhoudt zich dit tot het feit dat vrijwel alle stations een voldoende
scoren in de Stationsbelevingsmonitor? Hoe verklaart u het verschil?
Vraag 5
Wat vindt u ervan dat vervoersbedrijven bij onderzoeken over veiligheidsgevoelens
in het ov en op stations bij de resultaten geen onderscheid maken tussen mannen en
vrouwen? Vindt u dat deze splitsing wel gemaakt moet worden? Zo nee, waarom niet?
Vraag 6
Bent u in gesprek met gemeenten, ov-bedrijven en/of reizigersvereniging Rover over
de schrikbarend hoge percentages vrouwen die zich onveilig voelen in het ov en op
stations? Zo ja, welke concrete acties zijn er uit deze gesprekken voortgekomen? Zo
nee, bent u bereid deze gesprekken te voeren?
Vraag 7
Deelt u de mening van onderzoeker Krista Schram dat er te weinig rekening wordt gehouden
met de veiligheid van vrouwen omdat vaak voorbij wordt gegaan aan het feit dat zij
andere dingen belangrijk vinden als het op veiligheidsbeleving aankomt dan mannen?
Zo ja, hoe gaat u hier verandering in brengen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 8
Verwacht u dat de Wet seksuele misdrijven, die per 1 juli a.s. ingaat en waar ook
straatintimidatie onder valt, zal leiden tot minder onveiligheidsgevoelens onder vrouwen?
Wordt er, in afstemming met politie, boa’s en gemeenten, bijvoorbeeld extra aandacht
besteedt aan de aanpak van straatintimidatie op plekken waar vrouwen volgens onderzoek
extra veel onveiligheidsgevoelens ervaren?
Vraag 9
Bent u bekend met onderzoek van de Erasmus Universiteit en TU Delft dat laat zien
dat de inrichting van de openbare ruimte onveiligheidsbeleving van jonge vrouwen in
de hand werkt, deels doordat bij de inrichting van de publieke ruimte de behoeften
van jongens en jonge mannen als norm worden genomen? Bent u bereid in gesprek te gaan
met gemeenten over hoe in het ontwerpproces van de openbare ruimte al rekening gehouden
kan worden met de behoeften van vrouwen en hen hier actief bij te betrekken?2
Vraag 10
Vragen de resultaten uit het onderzoek van AD en Pointer wat u betreft om extra actie
of aanvullende maatregelen en zo ja, wat behelzen die en wanneer worden deze ingezet?
Zo nee, waarom niet?
Indieners
-
Gericht aan
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid -
Gericht aan
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat -
Indiener
Songül Mutluer, Kamerlid -
Medeindiener
Habtamu de Hoop, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.