Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Boswijk, Piri, Brekelmans, Veldkamp en Paternotte over mogelijkheden om bevroren Russische tegoeden te gebruiken voor hulp aan Oekraïne
Vragen van de leden Boswijk (CDA), Piri (GroenLinks-PvdA), Brekelmans (VVD), Veldkamp (Nieuw Sociaal Contract) en Paternotte (D66) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over mogelijkheden om bevroren Russische tegoeden te gebruiken voor hulp aan Oekraïne (ingezonden 23 mei 2024).
Antwoord van Minister Bruins Slot (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 25 juni 2024).
Vraag 1
Bent u ermee bekend dat het parlement van Estland een wet aangenomen heeft waarmee
het mogelijk wordt gemaakt om bevroren Russische tegoeden te gebruiken voor hulp aan
Oekraïne?1
Antwoord 1
Ja, deze wet gaat specifiek over het nationaal mogelijk maken om private tegoeden
van Russische gesanctioneerde entiteiten voor Oekraïne in te zetten.
Vraag 2
In het artikel wordt erop gewezen dat er de afgelopen zes maanden, in aanloop naar
deze wetgeving, door meerdere internationale bondgenoten en organisaties is gewerkt
aan het wegwerken van mogelijke juridische knelpunten, kunt u aangeven welke landen
en internationale organisaties hierbij betrokken waren?
Antwoord 2
Estland heeft bilateraal contact gehad met verschillende landen van de G7 en de EU
die een dergelijke wet overwegen. Ook de Europese Commissie was betrokken bij het
proces.
De wet is voorbereid in samenwerking tussen het Estse Ministerie van Buitenlandse
Zaken en het Ministerie van Justitie. Ook het Estse parlement heeft verschillende
juristen, academici en voormalige Kanseliers van Justitie gehoord in zowel open als
gesloten sessies.
Inmiddels heeft de Estse President de wet ondertekend en zal deze in werking treden
10 dagen na publicatie in de State Gazette. De Kanselier van Justitie heeft de mogelijkheid
om een grondwettelijke toets uit te voeren.
Vraag 3
Wat is de stand van zaken van het onderzoek in internationaal verband naar de mogelijkheden
voor het inzetten van het onderliggende vermogen van geïmmobiliseerde tegoeden ten
behoeve van Oekraïne?2
Antwoord 3
Er lopen verschillende initiatieven, met name in EU- en G7-verband. Vooralsnog is
er geen internationale overeenstemming over of er een internationaalrechtelijke basis
bestaat voor het gebruik van het onderliggende vermogen. Daarnaast zijn er zorgen
omtrent de financieel-economische risico’s van het gebruik van onderliggend vermogen.
Ondertussen wordt er gekeken wat er op korte termijn al wel mogelijk is. Het kabinet
is positief over de stappen die de EU nu al zet en blijft ambitieus in het verkennen
van verdergaande stappen.
Vraag 4
Wat is de stand van zaken van de uitvoering van de aangenomen motie Brekelmans c.s.
waarin verzocht wordt een voortrekkersrol te nemen in de EU voor een plan om bevroren
Russische tegoeden in te zetten als onderpand voor financiële steun aan Oekraïne?3
Antwoord 4
Nederland is ambitieus als het gaat om het verkennen van verregaander mogelijkheden
voor gebruik en probeert aan te sluiten bij initiatieven in G7-verband. Daarnaast
zet het kabinet actief in om het ambitieniveau in de EU te verhogen, zoals ook aan
uw Kamer is gecommuniceerd in het verslag van de Raad Buitenlandse Zaken op 27 mei
2024.
Vraag 5
Vindt u dat we moeten streven naar het invoeren van een zogenoemde «Navalny Act» zoals
voorgesteld door Bill Browder, die eerder voor de «Magnitsky Act» lobbyde?4
Antwoord 5
Linksom of rechtsom, voor het kabinet staat vast dat Rusland moet betalen voor de
schade die het aanricht in Oekraïne. Daarvoor worden verschillende paden en middelen
verkend. Momenteel vindt er geen discussie plaats over de naamgeving van eventuele
maatregelen.
Vraag 6
Kunt u aangeven in hoeverre de wet die door het parlement van Estland is aangenomen,
een basis zou kunnen vormen voor soortgelijke wetgeving in Nederland en/of in de Europese
Unie (EU)?
Antwoord 6
De wet die nu is aangenomen in Estland is alleen toepasbaar binnen de Estse nationale
wetgeving en context. Voor Nederland geldt dat het Nederlandse sanctie-instrumentarium,
gericht op buitenlandpolitieke doelstellingen en als bestuursrechtelijke, tijdelijke
maatregel, zich niet leent voor gebruik van private tegoeden van gesanctioneerde entiteiten.
Op dit moment voorziet Nederlandse wetgeving niet in mogelijkheden voor confiscatie
op basis van ingestelde sancties, zoals de wet die nu is aangenomen in Estland voorziet.
Confiscatie van private tegoeden is in Nederland enkel mogelijk als een uitkomst van
een strafrechtelijk proces. Zonder dit strafrechtelijk kader roept het overgaan tot
confiscatie op basis van sancties serieuze vragen op omtrent de waarborg van individuele
rechten zoals het eigendomsrecht. Bovendien zouden nationale sanctiemaatregelen de
werking van de interne markt kunnen aantasten, het vrije verkeer beperken en een concurrentieverstorend
effect hebben. Wel geeft Nederland – via Nederlandse wetgeving – uitvoering aan alle
VN- en EU-sancties.
Om Rusland te laten betalen voor de schade die het aanricht, is het kabinet ambitieus
in het verkennen van alle opties samen met internationale partners. Nederland pleit
voor een actieve verkenning van verdergaande mogelijkheden ten aanzien van de geïmmobiliseerde
tegoeden van de Russische Centrale Bank, hetgeen niet gaat over confiscatie van private
tegoeden buiten de strafrechtketen om. Op dit moment is er echter internationaal gezien
geen overeenstemming over een dergelijke stap. Mocht dat er wel komen dan zal Nederland
daar uitvoering aan geven.
Vraag 7
Bent u bereid om een voorstel te ontwikkelen om soortgelijke wetgeving in Nederland
in te voeren? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Voor soortgelijke wetgeving bestaat op dit moment geen internationale overeenstemming
over de internationaalrechtelijke basis en bestaan er zorgen omtrent financieel-economische
risico’s van het gebruik van dergelijk vermogen. Uw Kamer is hier uitgebreid over
geïnformeerd in december 20225 en in november 2023.6 Daarbij gaat het bijvoorbeeld om het eigendomsrecht en de juiste (internationale)
grondslag. De in de Kamerbrief van november 2023 geschetste uitgangspunten van internationaal
recht ten aanzien van het gebruik van de onderliggende tegoeden blijven daarom vooralsnog
leidend. Deze uitgangspunten zien kortgezegd op de inzet van sancties als preventief
instrument, het respecteren van het grondrechtelijk en verdragsrechtelijk beschermde
eigendomsrecht. Het kabinet is bereid en blijft tegelijkertijd ambitieus in het verkennen
van alle mogelijkheden om (rente-inkomsten over) bevroren en geïmmobiliseerde Russische
Centrale banktegoeden aan te kunnen wenden voor steun aan Oekraïne.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.G.J. Bruins Slot, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.