Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van Campen, Bromet, Vedder en Holman over het rondetafelgesprek Wolf van 4 april 2024
Vragen van de leden Van Campen (VVD), Bromet (GroenLinks/PvdA), Vedder (CDA) en Holman (Nieuw Sociaal Contract) aan de Ministers voor Natuur en Stikstof, van Infrastructuur en Waterstaat en van Economische Zaken en Klimaat over het rondetafelgesprek Wolf van 4 april 2024 (ingezonden 12 april 2024).
Antwoord van Minister Van der Wal-Zeggelink (Natuur en Stikstof), mede namens de Minister
van Economische Zaken en Klimaat (ontvangen 11 juni 2024). Zie ook Aanhangsel Handelingen,
vergaderjaar 2023–2024, nr. 1581.
Vraag 1
Bent u bekend met het rondetafelgesprek Wolf gehouden in de Kamer op 4 april 2024?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u bekend met de besproken Europese subsidiemogelijkheden, voor de zogenoemde
L’Instrument Financier pour l’Environnement (LIFE)-projecten en de regionale ontwikkelingsfondsen?
Hoe reflecteert u in dat licht op de genoemde kansen tijdens het rondetafelgesprek
die deze subsidiemogelijkheden kunnen bieden?
Antwoord 2
De mogelijkheden voor het gebruik maken van LIFE-subsidies voor projecten zijn mij
bekend. Nederlandse organisaties maken relatief goed gebruik van het LIFE-fonds. Bedrijven,
overheidsorganisaties, NGO’s en kennisinstellingen kunnen een LIFE-subsidie aanvragen.
In het gesprek kwam aan de orde dat boeren of schapenhouders mogelijk een LIFE-subsidie
zouden kunnen aanvragen voor een project over wolvenaanvallen. Voor zover een boer
of schapenhouder is aan te merken als een bedrijf in de zin van de LIFE voorwaarden,
wordt aan dit criterium voor aanvraag voldaan.
Het voorkomen van conflicten en het verhogen van de acceptatie en het samenleven met
een beschermde diersoort (zoals de wolf), voor zover dat de bescherming van die soort
dient, past naar verwachting binnen de kaders voor het indienen van voorstellen voor
LIFE. Om de bekendheid van het LIFE programma te vergroten onder potentiële aanvragers
biedt de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) als uitvoerende organisatie
voor LIFE informatie op de website van RVO. Ook organiseert RVO onder andere informatiedagen
voor potentiële aanvragers.
Vraag 3
Hoe waardeert u het Europese LIFE-project, en in het bijzonder het deelproject Natuur
en Biodiversiteit, ten opzichte van de mogelijkheid om deze in te zetten ten behoeve
van het vraagstuk omtrent de wolf, aangezien de wolf een prioritaire diersoort is?
Antwoord 3
Zoals ik bij eerdere beantwoording van vragen van uw Kamer heb aangegeven (vergaderjaar
2022–2023, Aanhangsel 2808) is LIFE het EU-subsidieprogramma bedoeld voor het realiseren van het Europese milieu,
energie- en klimaatbeleid, waaronder ook natuur/ biodiversiteit. LIFE is primair bedoeld
ter bescherming van de wilde soorten, dus van de wolf in dit geval. Een LIFE aanvraag
voor een project met als doel het beschermen van de veestapel, zou hier naar verwachting
niet in passen.
Vraag 4
Hoe waardeert u de Europese Regionale Ontwikkelingsfondsen ten opzichte van een eventuele
mogelijkheid om deze in te zetten ten behoeve van het vraagstuk omtrent de wolf, en
het daar aanpalend begeleiden en opleiden van dierhouders via deze gelden?
Antwoord 4
Het Europees Fonds voor de Regionale Ontwikkeling (EFRO) wordt in Nederland decentraal
uitgevoerd. Deze uitvoering geschiedt op basis van een regionale strategie. Hierin
wordt beschreven waar men concurrentievoordelen ziet en waar men op in wil zetten
voor de socio-economische ontwikkeling. De Europese wetgeving schrijft voor dat Nederland
ten minste 85% van deze middelen moet uitgeven aan de beleidsdoelstellingen «een slimmer
Europa» en «een groener Europa». De programma’s zijn niet specifiek gericht op activiteiten
omtrent het vraagstuk wolf. Echter, voor zover een projectvoorstel binnen de voorwaarden
van het programma past, zou een wolf-gerelateerd project kunnen worden ingediend.
Vraag 5
Heeft u deze twee benoemde mogelijkheden tot op heden reeds eerder onderzocht? Zo
ja, wat was de uitkomst en waarom zijn deze tot op heden nog niet gebruikt? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 5
Deze mogelijkheden zijn niet onderzocht in het kader van samenleven met de wolf, bijvoorbeeld
met behulp van wolfwerende maatregelen. Provincies zijn als bevoegd gezag verantwoordelijk
voor het natuurbeheer, inclusief de wolf. Op dit moment zijn er in meerdere provincies
subsidieregelingen beschikbaar voor de aanschaf van preventieve maatregelen.1 Vanuit de provincies of stakeholders zijn geen verzoeken ingediend om de mogelijkheden
voor Europese subsidies verder te onderzoeken. Ook zonder nader onderzoek vanuit mijn
ministerie kunnen provincies, stakeholders en kennisinstellingen bij de Europese Commissie
aanvragen indienen om deze mogelijkheden te benutten. Ik zaldeze mogelijkheden onder
de aandacht brengen bij de provincies.
Vraag 6
Deelt u de mening dat dergelijke Europese subsidies kunnen bijdragen aan een betere
balans in co-existentie tussen enerzijds een veilige omgeving voor mens en landbouwdieren
en daarnaast de wolf in Nederland?
Antwoord 6
De beschikbaarheid van meer middelen kan bijdragen aan het op een goede manier samenleven
met de wolf, bijvoorbeeld wanneer de middelen kunnen worden ingezet voor ondersteuning
van dierhouders bij de bescherming van vee en voor voorlichting en kennisontwikkeling.
Ik deel ook de mening dat we als Nederland zo veel mogelijk gebruik zouden moeten
maken van de bestaande mogelijkheden voor Europese subsidies.
Vraag 7
Hoe reflecteert u op de rol van de rijksoverheid in het dossier wolf in de afgelopen
10 jaar? Deelt u de mening dat de rijksoverheid een brug kan slaan tussen de Europese
subsidiemogelijkheden en de uitvoering door de provincies? Zo ja, hoe gaat u dit vormgeven?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Hoewel het natuurbeleid, waaronder het beleid over de wolf sinds 2017 is gedecentraliseerd,
heeft ook de Rijksoverheid zich de afgelopen 10 jaar beziggehouden met dit dossier.
Sinds de wolf is teruggekeerd in 2019, is de inzet van het Rijk geïntensiveerd. Zo
is meerdere malen een landelijk draagvlakonderzoek uitgevoerd in opdracht van mijn
ministerie. Andere vormen van betrokkenheid van het Rijk zijn de samenwerking met
provincies in de IPO-wolvenwerkgroep, het deelnemen aan de bijeenkomsten van het Landelijk
Overleg Wolf, het opzetten van internationale samenwerking, en het verkennen van een
Landelijk Informatiepunt Wolf. Daarnaast heb ik de Raad van Dieraangelegenheden (RDA)
gevraagd een maatschappelijke dialoog te organiseren en op basis hiervan advies uit
te brengen over het samenleven met de wolf. Het rapport van de RDA is onlangs opgeleverd
en ik heb uw Kamer mijn appreciatie gestuurd (Kamerstuk 33 576, nr. 376). Naar aanleiding van het advies van de RDA zal mijn ministerie in gesprek gaan met
de provincies om een landelijke lange termijnvisie op te stellen over het samen leven
met de wolf. In deze gesprekken zal mijn ministerie ook de Europese subsidiemogelijkheden
inbrengen.
Vraag 8
Kunt u deze vragen één voor één en zo spoedig mogelijk beantwoorden?
Antwoord 8
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van der Wal, minister voor Natuur en Stikstof -
Mede namens
M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.