Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Veltman over de verplichte ‘Intelligente Snelheidsassistentie’ (ISA) in auto's
Vragen van het lid Veltman (VVD) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over de verplichte «Intelligente Snelheidsassistentie» (ISA) in auto's (ingezonden 27 mei 2024).
Antwoord van Minister Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 10 juni 2024).
Vraag 1
Bent u bekend met de artikelen «Waarom alle nieuwe auto's na 6 juli heel irritant
gaan piepen als je 1 kilometer te hard rijdt»1, «Auto moet gaan piepen als je harder dan de maximumsnelheid rijdt: nog de nodige
haken en ogen aan rijhulp»2 en «Verplichte intelligent speed assistance: dit moet je weten»3?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt het dat vanaf 7 juli 2024 in alle nieuwe auto's de «Intelligente Snelheidsassistentie»/«Intelligence
Speed Assistance» (ISA), waarmee auto’s gaan piepen bij snelheidsovertredingen, verplicht
wordt vanwege EU-wetgeving?
Antwoord 2
Ja, het klopt dat vanaf 7 juli 2024 nieuw op de markt gebrachte auto’s vanwege de
EU-verordening 2019/2144 verplicht een intelligente snelheidsassistent (ISA) moeten
hebben. De Kamer is hierover op 1 juli 2022 geïnformeerd.4
ISA is een systeem in de auto om de bestuurder te helpen zich aan de geldende maximumsnelheid
te houden. ISA kent verschillende varianten. De variant die per 7 juli a.s. verplicht
wordt, is de waarschuwende variant waarbij de bestuurder altijd zelf de snelheid van
de auto kan blijven bepalen. De waarschuwing kan worden gegeven via beeld, geluid
of lichte tegendruk of trilling van het gaspedaal. De voertuigfabrikant mag een marge
van maximaal 3% ten aanzien van de waargenomen snelheidslimieten hanteren voordat
deze een waarschuwing geeft. ISA moet door de bestuurder uit te schakelen zijn en
standaard aan staan bij het starten.
Vraag 3
In hoeverre bent u het ermee eens dat maatregelen voor verkeersveiligheid van groot
belang zijn, maar dat nieuwe systemen geen grote foutmarge mogen hebben en dat rekening
gehouden moet worden met gebruikservaring van automobilisten?
Antwoord 3
Het nemen van maatregelen om de verkeersveiligheid op de weg te verbeteren is van
groot belang. Ook is het Ministerie van mening dat nieuwe rijhulpsystemen in auto’s
geen grote foutmarge mogen hebben. Daarom worden er op Europees niveau eisen gesteld
waar ISA-systemen aan moeten voldoen. De fabrikant moet aantonen dat ISA de correcte
snelheidslimiet bepaalt voor ten minste 90% van de totale afstand en voor ten minste
80% van de afgelegde afstand op elk van de drie wegtypen (stedelijke wegen en straten,
niet-stedelijke wegen en autosnelwegen/autowegen/wegen met gescheiden rijbanen). Ook
dient er rekening gehouden te worden met de gebruikerservaring van automobilisten.
De voertuigfabrikant mag een marge van maximaal 3,0% ten aanzien van de waargenomen
snelheidslimieten hanteren voordat het systeem een waarschuwing geeft. Het Ministerie
van IenW monitort de gebruikservaring en tevredenheid van rijhulpsystemen, waaronder
ISA, in de periodieke Monitor Smart Mobility.
Vraag 4
Welk bewezen effect heeft deze nieuwe regel op het omlaag brengen van het aantal verkeersslachtoffers?
Antwoord 4
Het Instituut voor Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV) laat in haar
studie een verwachte reductie zien van 18% op dodelijke ongevallen en 13% op ongevallen
met ernstig verkeersgewonden door het gebruik van een waarschuwend ISA systeem.5 De Europese Commissie gaat de daadwerkelijke effectiviteit van deze maatregel uiterlijk
op 7 juli 2027 evalueren.
Vraag 5
Klopt het dat het systeem nog onvoldoende goed werkt om juist verkeersveiligheid te
bevorderen?
Antwoord 5
De systemen die nu op de weg rijden voldoen aan de gestelde Europese eisen. De fabrikant
moet aantonen dat ISA de correcte snelheidslimiet bepaalt voor ten minste 90% van
de totale afstand en voor ten minste 80% van de afgelegde afstand op elk van de drie
wegtypen (stedelijke wegen en straten, niet-stedelijke wegen en autosnelwegen/autowegen/wegen
met gescheiden rijbanen).
Als onderdeel van het proces van toelating wordt er door goedkeuringsinstanties getoetst
of het systeem daaraan voldoet.
Vraag 6
In welke mate kan een niet goed functionerend ISA-systeem juist contraproductief werken
voor de verkeersveiligheid?
Antwoord 6
Bij het gebruik van ISA is de bestuurder verantwoordelijk voor het naleven van de
relevante verkeersregels. ISA is een hulpsysteem dat de bestuurder naar beste vermogen
ondersteunt, om de bestuurder waar mogelijk en waar passend te waarschuwen. Vooralsnog
is er geen duidelijk wetenschappelijk bewijs dat door ISA negatieve effecten op de
verkeersveiligheid optreden. En hoewel enige negatieve effecten niet uit te sluiten
zijn, geeft het SWOV aan dat het netto-effect van ISA naar verwachting positief is.
Vraag 7 en 8
Herkent u de signalen dat ISA nog lang niet altijd goed werkt, bijvoorbeeld wanneer
een snelheidsbord op een naastgelegen weg staat of wanneer de camera een verkeersbord
verkeerd leest?
Hoe beoordeelt u dat in de praktijk de verbinding tussen de informatie in de auto
en de daadwerkelijk toegestane snelheid vaak niet blijkt te kloppen, waardoor plotselinge
situaties op de weg kunnen ontstaan die gevaarlijk kunnen zijn?
Antwoord 7 en 8
Fabrikanten moeten aantonen dat ISA de correcte snelheidslimiet bepaalt voor ten minste
90% van de totale afstand en voor ten minste 80% van de afgelegde afstand op elk van
de drie wegtypen (stedelijke wegen en straten, niet-stedelijke wegen en autosnelwegen/autowegen/wegen
met gescheiden rijbanen). Het kan gebeuren dat ISA een onjuiste waarschuwing geeft.
Het systeem werkt op herkenning van verkeersborden en op basis van een digitale snelhedenkaart.
Om ervoor te zorgen dat ISA de maximale snelheden correct weergeeft en herkent in
zoveel mogelijk gevallen, zorgt Nederland ervoor dat de informatievoorziening zowel
digitaal (digitale snelhedenkaart) als fysiek (borden langs de weg) op orde is. Het
blijft de verantwoordelijkheid van de autofabrikant om de correcte maximumsnelheid
door te geven.
Vraag 9
Hoe beoordeelt u dat de irritaties in de praktijk vanwege het niet goed functioneren
van het systeem contraproductief zouden kunnen werken?
Antwoord 9
Maatschappelijk draagvlak voor ISA is belangrijk om ervoor te zorgen dat automobilisten
het systeem niet uitzetten. Het ministerie voert jaarlijks een Monitor Rijtaakautomatisering
uit, om onder andere het kennisniveau over – en de waardering van – het gebruik van
ISA in kaart te brengen.
Uit de meest recente monitor (december 2023) blijkt dat een deel van de automobilisten
afleiding ervaart door het gebruik van rijhulpsystemen. De reden hiervoor kan niet
direct worden vastgesteld en daarom is een vervolgonderzoek toegezegd.6
Deze resultaten agendeert Nederland in de High Level Group Road Safety, een adviesorgaan
binnen de Europese Unie. Signalen uit de monitor worden ook op nationaal niveau besproken
met de leden van de ADAS Alliantie, waaronder de BOVAG, RDW, RAI Vereniging en ANWB.
De ADAS Alliantie houdt zich bezig met het stimuleren van het veilig gebruik van rijhulpsystemen
(Advanced Driver Assistance Systems, ADAS).
Vraag 10
Hoe duidt u de door de ANWB geplaatste kanttekening dat ISA pas ingevoerd zou moeten
worden wanneer een databank met snelheidslimieten bestaat die compleet actueel is?
Antwoord 10
De visie wordt gedeeld dat het hebben van een complete en actuele databank met snelheidslimieten
van belang is. Om ervoor te zorgen dat ISA de maximale snelheden correct weergeeft
en herkent in zoveel mogelijk gevallen, zorgt Nederland ervoor dat de informatievoorziening
zowel digitaal (digitale snelhedenkaart) als fysiek (borden langs de weg) op orde
is. Zie ook antwoord 12.
Vraag 11
Is het toegestaan voor autofabrikanten om een marge in te bouwen, zodat niet bij een
snelheidsovertreding van 1 kilometer per uur een auto gaat piepen? Wat vindt u daarvan?
Antwoord 11
Ja, dat is toegestaan. De voertuigfabrikant mag een marge van maximaal 3,0% ten aanzien
van de waargenomen snelheidslimieten hanteren voordat deze een waarschuwing geeft.
Naar aanleiding van de evaluatie van de Europese Commissie uiterlijk in 2027 kan beoordeeld
worden of deze 3,0% effectief gebleken is.
Vraag 12 en 13
Welke stappen worden gezet om te voorkomen dat het systeem niet goed functioneert?
Welke stappen worden gezet om het systeem goed te laten functioneren?
Antwoord 12 en 13
Om het systeem goed te laten functioneren zet het ministerie in samenwerking met betrokken
partijen stappen op een aantal terreinen:
– Ten eerste zijn er toelatingseisen voor ISA opgesteld. Bijvoorbeeld dat de fabrikant
moet aantonen dat ISA de correcte snelheidslimiet bepaalt voor ten minste 90% van
de totale gereden afstand. Aan deze specifieke ISA regelgeving moeten fabrikanten
voldoen.
– Ten tweede werkt het ministerie samen met wegbeheerders en andere betrokken partijen
aan het verbeteren van de informatievoorziening zowel digitaal (digitale snelhedenkaart)
als fysiek (borden langs de weg):
• Zo maakt het ministerie in het Digitaal Stelsel Mobiliteitsdata (DSM) afspraken met
gemeenten, provincies en wegbeheerders om digitale informatie over bijvoorbeeld maximumsnelheden
bekend, beschikbaar en bruikbaar te maken. Het Nationaal Dataportaal Wegverkeer (NDW)
zorgt vervolgens dat maximumsnelheden digitaal beschikbaar zijn voor weggebruikers
via de navigatiesystemen. Deze informatie kan ook gebruikt worden door het voertuig
voor het verbeteren van de werking van ISA.
• Voor wat betreft de fysieke infrastructuur worden momenteel door het ministerie samen
met medeoverheden en wegbeheerders probleemsituaties op de weg in kaart gebracht waarbij
snelheidslimietbebording niet juist wordt waargenomen door camerawaarnemingen van
het voertuig.
– Ten derde leren we uit de jaarlijkse Monitor Smart Mobility over, onder andere, het
kennisniveau van gebruikers van ISA, zodat we samen met partijen in de ADAS Alliantie
concrete acties naar gebruikers kunnen uitzetten.
– Ten vierde is het ministerie aangesloten bij de landelijke ISA werkgroep, waar publieke
en private partijen in deelnemen. Deze landelijke tafel werkgroep heeft als doel het
landelijk adresseren van problematiek bij de invoering van ISA en het ontwikkelen
van kennis ter ondersteuning van de implementatie van ISA in Nederland.
– Ten vijfde neemt het ministerie deel aan de Board of Directors van Euro NCAP. Dit
is een organisatie die zich inzet voor de verkeersveiligheid door consumenten een
onafhankelijke beoordeling te bieden van het veiligheidsniveau van auto’s die op de
Europese markt gebracht zijn. Euro NCAP onderzoekt momenteel hoe de werkelijke prestaties
van ISA in verschillende lidstaten getest en beoordeeld kunnen worden.
– Ten zesde is het ministerie actief in diverse gremia binnen de Europese Commissie
(EC). De EC gaat de effectiviteit van ISA uiterlijk op 7 juli 2027 evalueren. In de
tussentijd blijft het ministerie in gesprek met andere lidstaten tijdens de High Level
Group Road Safety. De High Level Group bestaat uit vertegenwoordigers van de ministeries
van Transport of verkeersveiligheidsautoriteiten van elke EU-lidstaat, samen met vertegenwoordigers
van het directoraat-generaal Mobiliteit en Transport (DG MOVE) van de EC.
Vraag 14
Is bekend wat ISA en andere verplichte maatregelen zoals Lane Assist betekenen voor
de aanschafprijs van auto’s?
Antwoord 14
Om te beoordelen welke rijhulpsystemen Europees te verplichten, is door de Europese
Commissie een kosten-/baten analyse uitgevoerd. Aan de hand van de resultaten uit
deze analyse is bepaald dat de kosten en baten van het verplichtstellen van de desbetreffende
rijhulpsystemen tegen elkaar opwegen.
In de volgende editie van de Monitor Smart Mobility, die naar verwachting begin 2025
wordt opgeleverd, worden de kosten van onder andere rijhulpsystemen en andere smart
mobility toepassingen meegenomen. Op deze manier wordt het inzichtelijker wat voor
kosten deze ontwikkelingen voor de bestuurder, maar ook voor overheden, met zich meedragen.
Vraag 15
Blijven de data die worden verzameld door de ISA eigendom van de automobilist?
Antwoord 15
ISA is een systeem dat de, op dat moment gereden snelheid vergelijkt met de lokaal
geldende snelheidslimiet. Het systeem legt deze data niet vast en deelt deze ook niet.
Er worden geen persoonsgegevens verwerkt.
Vraag 16
Is ingeregeld dat de data van de automobilist alleen kunnen worden gebruikt door de
Europese Unie (EU), autofabrikanten of andere bedrijven als de automobilist hiervoor
expliciet toegang heeft verleend?
Antwoord 16
Het algemene uitgangspunt is dat de zeggenschap over data die door een voertuig gegenereerd
wordt bij de eigenaar van het voertuig ligt.7 Wanneer data betrekking hebben op een geïdentificeerde of identificeerbare levende
natuurlijke persoon is er sprake van persoonsgegevens. Persoonsgegevens van de automobilist
mogen door de EU, autofabrikanten of andere bedrijven alleen gedeeld worden wanneer
hiervoor een grondslag is in het kader van de Algemene Verordening Gegevensbescherming
(AVG).
Vraag 17 en 18
Bent u bereid om, gezien het feit dat voor autobedrijven niet altijd duidelijk is
welke rijhulpsystemen op een auto zitten, wat tevens de uitleg en voorlichting aan
een consument voor het juiste gebruik van een rijhulpsysteem lastig maakt, een registratiesysteem
te verkennen waarbij voor autobedrijven inzichtelijk is welke rijhulpsystemen op een
auto zitten?
Kunt u daarbij de mogelijkheid meenemen om de registratie van rijhulpsystemen automatisch
mee te nemen bij de versnelde kentekenregeling?
Antwoord 17 en 18
Het is belangrijk dat autobedrijven inzicht hebben in welke rijhulpsystemen er in
een auto zitten, zodat ze consumenten voldoende kunnen informeren.
Wanneer een voertuig wordt ingeschreven of op kenteken wordt gezet wordt in Nederland
het Certificaat van Overeenstemming (CVO) meegestuurd naar de RDW. Dit geldt voor
alle vormen van inschrijving in Nederland, inclusief de versnelde inschrijving (versnelde
kentekenregeling). Dit certificaat bevat veel details over de technische kenmerken
van het voertuig en wordt afgegeven na goedkeuring. Op dit certificaat staat sinds
januari 2024 ook welke rijhulpsystemen er in de auto zitten.
Vanaf 5 juli 2026 moeten alle fabrikanten het certificaat digitaal beschikbaar stellen
voor vanaf dan geproduceerde voertuigen. Ook moet de lidstaat waar het voertuig is
goedgekeurd, de digitale certificaten publiek beschikbaar maken en opvraagbaar via
het «voertuig identificatienummer» (VIN), ook bekend als het chassisnummer. Via welk
gemeenschappelijk elektronisch systeem en volgens welke eisen dit moet gebeuren, wordt
op dit moment op Europees niveau uitgewerkt. Door dit op Europees niveau te harmoniseren
kan iedereen ook het CVO opvragen van voertuigen die in andere Europese landen zijn
goedgekeurd.
Vraag 19
Welke stappen onderneemt u om het juiste gebruik en de bekendheid van de aanwezige
rijhulpsystemen onder alle autobezitters te stimuleren?
Antwoord 19
In de afgelopen jaren zijn door deelnemers aan de ADAS Alliantie diverse projecten
opgestart, waaronder een campagne «SLIM», om bekendheid met en veilig gebruik van
ADAS, waaronder ISA, te stimuleren.
Het veilig gebruik van ADAS verdient blijvend aandacht en daarom heb ik het ADAS-convenant
op 18 december 2023 opnieuw ondertekend. Dit convenant heeft een looptijd van 3 jaar,
voor de periode van 18 december 2023 tot 18 december 2026. Binnen de ADAS Alliantie
werkt het ministerie samen met 63 partijen om het veilig gebruik van rijhulpsystemen
deze periode verder te vergroten.
Vraag 20
Kunnen we, omdat rijhulpsystemen het beste werken als ze door automobilisten ook op
de juiste manier worden gebruikt en niet frustreren, het gebruik van rijhulpsystemen
beter monitoren?
Antwoord 20
Het gebruik van rijhulpsystemen wordt op dit moment al gemonitord. In de jaarlijkse
Monitor Rijtaakautomatisering neemt het ministerie de cijfers over het gebruik van
rijhulpsystemen mee. De monitor gaf aanleiding tot vervolgonderzoek naar afleiding
door rijhulpsystemen. De ADAS Alliantie stelt momenteel een werkplan op. Hierin staan
de acties opgenomen die zij gedurende de looptijd van het ADAS-convenant gaan uitvoeren.
De opgedane resultaten uit de Monitor Rijtaakautomatisering worden hierin meegenomen.
Vraag 21
Bent u bereid om over de monitoring met de RDW en de ADAS-alliantie (Advanced Driver
Assistance Systems) het gesprek aan te gaan?
Antwoord 21
Ja, het ministerie is met de ADAS alliantie in gesprek over de monitoring van rijhulpsystemen.
Dit gesprek wordt onder andere gevoerd aan de hand van de resultaten uit de jaarlijkse
Monitor Rijtaakautomatisering. De RDW is lid van het kernteam van de ADAS Alliantie.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.