Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden : Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden
36 550 L Wijziging van de begrotingsstaat van het Nationaal Groeifonds voor het jaar 2024 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)
Nr. 4 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 17 juni 2024
De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat, belast met het voorbereidend
onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm
van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.
De vragen zijn op 17 mei 2024 voorgelegd aan de Minister van Economische Zaken en
Klimaat. Bij brief van 31 zijn ze door de Minister van Economische Zaken en Klimaat
beantwoord.
Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van
het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De fungerend voorzitter van de commissie, Stoffer
De griffier van de commissie, Nava
Vragen en antwoorden
1
Kunt u uitleggen wat de gevolgen zouden zijn van het wegvallen van de vierde en vijfde
ronde voor lopende publiek-private samenwerkingen en projecten gericht op het opleiden
en werven van ICT-personeel, zoals de acties uit het Actieplan Groene en Digitale
Banen en de Human Capital Agenda ICT? Met welke structurele financiering zouden deze
alsnog doorgang kunnen vinden?
Antwoord
Voor de vierde ronde waren vanuit EZK twee voorstellen in voorbereiding die raken
aan acties uit het Actieplan Groene en Digitale Banen en de Human Capital Agenda ICT.
Er is gewerkt aan een voorstel ter verbetering van procesinnovatie, enerzijds als
middel om arbeidsproductiviteit te verhogen, anderzijds omdat inzet op (arbeidsbesparende)
procesinnovaties een bijdrage kan leveren aan het oplossen van de tekorten aan technisch
personeel. Hiervoor is samengewerkt met de TU Delft, TNO en branches Koninklijke MetaalUnie
en Bouwend Nederland. Alle partijen hebben zich gecommitteerd aan het voortzetten
van de samenwerking, los van eventuele middelen uit het Nationaal Groeifonds. Daarnaast
is met provincies, digitale brancheorganisaties, Platform Talent voor Technologie
gewerkt aan een voorstel om in 2030 tot 1 miljoen digitale professionals te komen.
Bij openstelling van de vierde of vijfde ronde zou het aan de onafhankelijke adviescommissie
Nationaal Groeifonds zijn om een advies te geven over de voorstellen. Pas bij een
positief advies, dat wordt overgenomen door het kabinet en bekrachtigd door het parlement,
zouden middelen beschikbaar worden gesteld. Bij het niet doorgaan van de vierde of
vijfde ronde is het aan een nieuw kabinet om te bezien of en op welke wijze deze voorstellen
in financiering zouden kunnen worden voorzien.
De al gestarte programma’s «Opschaling publiek-private samenwerking in het beroepsonderwijs»
en «Techkwadraat» maken onderdeel uit van de toekenningen uit de eerdere rondes van
het Nationaal Groeifonds. Deze programma’s ondervinden daarom geen gevolgen van het
wegvallen van de vierde en vijfde ronde.
2
Is het nog beschikbare bedrag zoals aangegeven in tabel 4 wat er nog over is indien
de vierde ronde doorgang vindt?
Antwoord
Het bedrag van 7 miljard euro resteerde bij 1e Suppletoire Begroting voor de vierde en vijfde ronde van het Nationaal Groeifonds,
alsmede voor een investeringsprogramma voor het Caribisch gedeelte van het Koninkrijk1.
3
Welk van de NGF-projecten zoals vermeld in tabel 2 ondervinden hinder door het pauzeren
van de vierde ronde? Zijn daar al toekenningen gemaakt?
Antwoord
Zoals ik in mijn brief van 28 maart jl. heb aangegeven, heeft de pauzering van de
vierde ronde geen gevolgen voor projecten waarover in de eerste drie indieningsrondes
positief is besloten.2 Dit geldt dus ook voor de projecten in tabel 2. Dit betreffen immers allen projecten
die in de eerste drie indieningsrondes een (voorlopige) toekenning en/of reservering
hebben gekregen.
4
Wat zou het effect zijn op de lange termijn duurzame economische groei als het Nationaal
Groeifonds in zijn geheel vervalt?
Antwoord
Afschaffen van het fonds, te weten het schrappen van de onverdeelde middelen ten aanzien
van de vierde en vijfde ronde, heeft nadelige gevolgen voor het bereiken van de doelstelling
van het fonds: het versterken van het duurzaam verdienvermogen.
Onderzoekers van Rabobank Research schatten de opbrengsten van één euro uit het Nationaal
Groeifonds in op 5,80 euro aan bbp-rendement in de periode tot 20403. Alhoewel dergelijke schattingen met onzekerheid omgeven zijn, geldt dit ook voor
de investeringen uit de resterende rondes.
Het Nationaal Groeifonds speelt bijvoorbeeld een belangrijke rol bij het streven naar
de doelstelling om de totale R&D-investeringen in lijn te brengen met de Lissabon-doelstelling
van 3% van het bbp (2,26% in 2021). Het Rathenau Instituut heeft becijferd dat de
publieke R&D-investeringen tussen 2022 en 2023 met 1,4 miljard euro (+18%) zijn gestegen4, grotendeels door de investeringen uit het NGF. Daarnaast heeft TNO berekend dat
het NGF gemiddeld voor circa 0,2% bbp per jaar extra publieke R&D financiering zorgt5. Daarbij lokken de investeringen uit het Nationaal Groeifonds ook de nodige private
financiering uit.
5
Wat is de misgelopen welvaartswinst in 2040 bij het vervallen van het gehele Nationale
Groeifonds?
Antwoord
Zie het antwoord op vraag 4.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. Stoffer, voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat -
Mede ondertekenaar
D.S. Nava, griffier