Schriftelijke vragen : Het bericht ‘Nederlands bedrijf negeert ernstige schendingen in Saudi-Arabië’
Vragen van de leden Bamenga (D66), Hirsch (GroenLinks-PvdA), Dobbe (SP), Koekkoek (Volt) en Ceder (ChristenUnie) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over het bericht «Nederlands bedrijf negeert ernstige schendingen in Saudi-Arabië» (ingezonden 29 mei 2024).
Vraag 1
Bent u bekend met de briefing van Amnesty International getiteld «Nederlands bedrijf
negeert ernstige schendingen in Saudi-Arabië»?1
Vraag 2
Kunt u reageren op de conclusie dat een Nederlands bedrijf, met behulp van de overheid,
heeft bijgedragen aan het schenden van mensenrechten?
Vraag 3
Bent u het ermee eens dat volgens de richtlijnen van de Organisatie voor Economische
Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) en het Nederlandse beleid inzake Internationaal
Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO) bedrijven niet enkel verantwoordelijkheid
dragen voor de rechten van degenen die zij zelf in dienst hebben, maar ook voor de
rechten van andere mensen die worden geraakt door hun bedrijvigheid? En deelt u de
opvatting dat die verantwoordelijkheid dus ook geldt als mensen van hun land worden
verdreven en worden vervolgd als zij hiertegen protesteren?
Vraag 4
Zijn er andere Nederlandse bedrijven betrokken bij het project «The Line» en, zo ja,
kunt u toezeggen in gesprek met deze bedrijven te gaan over hun verantwoordelijkheid
met betrekking tot het waarborgen van mensenrechten?
Vraag 5
Op welke manier zijn ondernemers die deelnamen aan de economische missie naar Saudi-Arabië
in 2022, getoetst op IMVO en hoe zijn zij geïnformeerd over de risico’s? Zijn er deelnemende
bedrijven die na afloop van de economische missie nog ondersteund zijn bij economische
activiteiten in Saudi-Arabië?
Vraag 6
Geven de conclusies uit deze briefing aanleiding om de voorwaarden met betrekking
tot IMVO voor deelname aan economische missies aan te scherpen? Zo ja, hoe? Zo nee,
waarom niet?
Vraag 7
Zouden de acties en uitspraken zoals beschreven in de briefing nog houdbaar zijn onder
de onlangs aangenomen Europese richtlijn voor een gepaste zorgvuldigheidsverplichting
voor ondernemingen? Kunt u aangeven op welke termijn u verwacht deze richtlijn in
Nederland te implementeren?
Vraag 8
Kunt u reageren op elk van de aan de overheid gerichte aanbevelingen in de briefing?
Indieners
-
Gericht aan
E.N.A.J. Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking -
Indiener
Mpanzu Bamenga, Kamerlid -
Medeindiener
Don Ceder, Kamerlid -
Medeindiener
Daniëlle Hirsch, Kamerlid -
Medeindiener
Sarah Dobbe, Kamerlid -
Medeindiener
Marieke Koekkoek, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.