Schriftelijke vragen : Beloningsverschillen binnen de rechterlijke macht
Vragen van het lid Lahlah (GroenLinks-PvdA) aan de Minister voor Rechtsbescherming over beloningsverschillen binnen de rechterlijke macht (ingezonden 28 mei 2024).
Vraag 1
Kent u het artikel «Vrouwe Justitia is blind voor gelijke beloning»1 en herinnert u zich uw Kamerbrief bij het rapport naar onderzoek over beloningsverschillen
bij rechterlijke macht?2
Vraag 2
Deelt u de mening dat als er binnen de rechterlijke macht sprake is van ongelijke
startsalarissen tussen vrouwelijke en mannelijke rechters- en officieren-in-opleiding
dat daarmee het gezag van de rechterlijke macht wordt ondermijnd als het gaat om het
oordelen over ongelijke beloning buiten de rechterlijke macht? Zo ja, waarom? Zo nee,
waarom niet?
Vraag 3
Deelt u de mening dat het onwenselijk is dat vrouwelijke rechters en officieren van
justitie bij de start van hun opleiding gemiddeld 3,5% minder verdienen dan hun mannelijke
collega’s? Zo ja, wat is er sinds dit gegeven bekend werd gedaan om dit verschil op
te heffen en waar heeft dat toe geleid? Zo nee, waarom niet?
Vraag 4
Heeft u in het kader van het Sectoroverleg Rechterlijke Macht (SORM) na februari 2023
overleg gevoerd over welke stappen er «nodig zijn ten aanzien van het inschalingsbeleid»
en daarbij gekeken naar «welke instrumenten ingezet kunnen worden voor de bevordering
van gelijke beloning»?2 Zo ja, wat was der uitkomst van dat overleg en waar heeft dit concreet toe geleid
als het gaat om het bevorderen van gelijke beloning? Zo nee, waarom niet?
Vraag 5
Waarom is het startsalaris van rechters-in-opleiding en officieren-in-opleiding gebaseerd
op hun laatst verdiende salaris? Waarom wijkt dit af van andere beroepsgroepen waarbij
bij de start ook sprake is van verschillende achtergronden en ervaringen?
Vraag 6
Deelt u de mening van de onderzoekers uit het genoemde rapport dat het beter is om
het startsalaris niet langer op basis van het laatst verdiende salaris te baseren
maar dat andere factoren bepalend moeten zijn? Zo ja, waarom en aan welke factoren
denkt u dan? Zo nee, waarom niet?
Vraag 7
Acht u het wenselijk dat er één uniform salaris voor en na de benoeming tot rechter
of officier moet worden ingevoerd? Zo ja, hoe gaat u dit bevorderen? Zo nee, waarom
niet?
Indieners
-
Gericht aan
F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming -
Indiener
Esmah Lahlah, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.