Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Ouwehand en Kostic over gezondheidsrisico’s door het nog tien jaar toelaten van glyfosaat
Vragen van de leden Ouwehand en Kostić (beiden PvdD) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over gezondheidsrisico’s door het nog tien jaar toelaten van glyfosaat (ingezonden 19 april 2024).
Antwoord van Minister Dijkstra (Medische Zorg) (ontvangen 13 mei 2024).
Vraag 1
Wat is uw reactie op de uitzending van Zembla «Glyfosaat, de goedkeuring van gif»,
van 11 april 2024?1
Antwoord 1
Ik ken de uitzending van Zembla en inhoudelijk zijn in de uitzending geen nieuwe feiten
aan het licht gekomen.
Vraag 2
Kunt u bevestigen dat u samen met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
(LNV) aanwezig was bij een gesprek met het RIVM over glyfosaat?2
Antwoord 2
De toenmalige Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport was aanwezig bij dit
gesprek.
Vraag 3 en 4
Kunt u bevestigen dat het RIVM bij dat gesprek heeft benadrukt dat er binnen de toelatingsprocedure
van glyfosaat geen studies worden uitgevoerd naar de mogelijke risico’s op «neurodegeneratieve
ziekten zoals Parkinson»?
Kunt u bevestigen dat het RIVM heeft aangegeven dat de conclusie van het College voor
de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) dat er geen verband
met Parkinson zou zijn, «niet logisch» is?
Antwoord 3 en 4
De Minister van LNV heeft uw Kamer geïnformeerd dat in bepaalde studies associaties
tussen glyfosaat en de ziekte van Parkinson zijn aangetroffen (Kamerstuk 27 858, nr. 636). Dit betekent dat er een verband zou kunnen zijn. Er is echter geen bewijs van een
causaal verband tussen glyfosaat en de ziekte van Parkinson. Het RIVM onderschrijft
dit. Daarom is het belangrijk dat snel aanvullend onderzoek wordt uitgevoerd naar
de mogelijke relatie tussen glyfosaat en het ontstaan van de ziekte van Parkinson.
Daarom zet ik samen met de Minister van LNV in op aanvullend onderzoek door het RIVM
naar een mogelijk verband tussen de ziekte van Parkinson en gewasbeschermingsmiddelen.
Vraag 5
Deelt u de uitspraak van de Minister van LNV dat het beter zou zijn geweest als het
Ctgb zou hebben gesteld dat we niet weten of er een relatie is tussen glyfosaat en
Parkinson?
Antwoord 5
Op basis van alle beschikbare wetenschappelijke informatie wordt geconcludeerd dat
een veilig gebruik van glyfosaat mogelijk is. Hierbij zijn alle beschikbare studies
en wetenschappelijke informatie over (acute en chronische) neurotoxische en neurodegeneratieve
effecten van glyfosaat beoordeeld. Ondanks dat deze effecten uitgebreid zijn beoordeeld,
bestaat er echter nog geen specifiek toetsingskader voor de beoordeling van neurodegeneratieve
effecten. De Minister van LNV heeft de Europese Commissie opgeroepen om een dergelijk
toetsingskader te ontwikkelen. Daarnaast zet ik, zoals aangegeven in het antwoord
op vraag 3 en 4 samen met de Minister van LNV in op onderzoek door het RIVM naar een
mogelijk verband tussen de ziekte van Parkinson en gewasbeschermingsmiddelen.
Vraag 6
Kunt u bevestigen dat we op basis van de toelatingsprocedure niet kunnen uitsluiten
dat glyfosaat mogelijk leidt tot gezondheidsrisico’s, zoals Parkinson?
Antwoord 6
Op basis van het gehele beoordelingsdossier, waaronder ruim 2.400 wetenschappelijke
studies, concludeert EFSA dat er geen kritische zorgpunten zijn geconstateerd ten
aanzien van de werkzame stof glyfosaat. Het besluit van de EC om glyfosaat opnieuw
voor 10 jaar goed te keuren is hiermee voldoende onderbouwd. Mocht nieuwe wetenschappelijke
informatie daar aanleiding toe geven, dan kan deze conclusie worden bijgesteld. De
Europese Commissie heeft expliciet bevestigd dat wanneer uit nieuwe wetenschappelijke
informatie blijkt dat het gebruik van glyfosaat onmiddellijk of na verloop van tijd
schadelijke effecten op de gezondheid van mens en dier of onaanvaardbare effecten
voor het milieu met zich meebrengt, de Europese Commissie direct zal ingrijpen op
de Europese goedkeuring van glyfosaat. Dit betekent tevens dat in een dergelijke situatie
ook het Ctgb direct kan ingrijpen op de toelatingen van glyfosaat houdende middelen.
Vraag 7
Deelt u de mening dat het op basis van het voorzorgsbeginsel logisch zou zijn om glyfosaat
niet toe te staan, in ieder geval totdat we kunnen uitsluiten dat het schadelijke
gevolgen heeft voor de volksgezondheid? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Op basis van alle beschikbare wetenschappelijke gegevens, waaronder meer dan 2400
wetenschappelijke publicaties, heeft EFSA geconcludeerd dat een veilig gebruik van
glyfosaat mogelijk is. Tegelijkertijd neem ik de zorgen vanuit de samenleving over
de veiligheid van glyfosaat zeer serieus. Daarom sta ik nog steeds achter het Nederlandse
standpunt om te onthouden van stemming op het Europese voorstel over de hernieuwing
van de goedkeuring van de werkzame stof glyfosaat.
Vraag 8
Wat vindt u ervan dat de toelating van glyfosaat, ondanks deze mogelijke gezondheidsrisico’s,
met tien jaar is verlengd?
Antwoord 8
Zie antwoord op vraag 6.
Vraag 9
Kunt u deze vragen één voor één en binnen de daarvoor gestelde termijn beantwoorden,
in ieder geval vóór het commissiedebat over landbouwgif (het zogeheten «commissiedebat
gewasbeschermingsmiddelen»)?
Antwoord 9
Ik heb de vragen zo goed en snel als mogelijk trachten te beantwoorden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P.A. Dijkstra, minister voor Medische Zorg
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.