Verslag van een schriftelijk overleg : Verslag van een schriftelijk overleg over de Kabinetsappreciatie Witboek over opties voor het vergroten van de steun voor onderzoek en ontwikkeling waarbij technologieën met een potentieel voor tweeërlei (dual-use) gebruik betrokken zijn (Kamerstuk 22112-3910)
22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Nr. 3943 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 13 mei 2024
De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft een aantal vragen en opmerkingen
voorgelegd aan de Ministers van Economische Zaken en Klimaat en van Onderwijs, Cultuur
en Wetenschap over de brief van 1 maart 2024 over de Kabinetsappreciatie Witboek over
opties voor het vergroten van de steun voor onderzoek en ontwikkeling waarbij technologieën
met een potentieel voor tweeërlei (dual-use) gebruik betrokken zijn (Kamerstuk 22 112, nr. 3910).
De vragen en opmerkingen zijn op 21 maart 2024 aan de Ministers van Economische Zaken
en Klimaat en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voorgelegd. Bij brief van 13 mei 2024
zijn de vragen beantwoord.
De fungerend voorzitter van de commissie, Stoffer
Adjunct-griffier van de commissie, Van Tilburg
1
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vinden het goed om te lezen dat er wordt gewerkt
aan een sterkere koppeling tussen EU-O&I-instrumenten voor civiele toepassingen en
defensietoepassingen. Deze leden vinden het tegelijkertijd goed om te lezen dat bij
het open karakter van Horizon Europe het uitgangspunt «open waar kan, gesloten waar
nodig» wordt gehanteerd. Hoe ver wil de Minister gaan in het afschermen van onderzoek
in het kader van «dual-use»? Hoe houdt de Minister de balans tussen openheid en veiligheid
in het vizier?
Antwoord
Naar verwachting heeft het toestaan van onderzoek met defensietoepassing een sterk
effect op de openheid van (een deel van) het kaderprogramma en zal het de balans tussen
openheid en geslotenheid sterk wijzigen. Het vinden van de juiste balans tussen openheid
en veiligheid bij internationale wetenschappelijke en innovatiesamenwerking, zoals
bij Horizon Europe, vergt inspanning en nuance. Daarom geeft het kabinet in de appreciatie
aan uit te kijken naar een impactanalyse van de Commissie om beter inzichtelijk te
maken in hoeverre de openstelling van Horizon Europe voor dual-use onderzoek opweegt
tegen de impact op de waarden en principes van het programma, waaronder haar inherent
open karakter. Daarna kan het kabinet hier een weloverwogen positie over innemen.
2
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie begrijpen dat er geen aanvullende middelen
beschikbaar worden gesteld voor eventuele acties die volgen uit het witboek. Kan de
Minister een toelichting geven over hoe zij hier tegenaan kijkt? Vindt de Minister
dat aanvullende middelen op het terrein van economische veiligheid en strategische
autonomie nodig zijn? Welke bestaande middelen stelt zij hiervoor eventueel ter beschikking?
Antwoord
De Minister onderschrijft dat er geen aanvullende middelen zijn. Ten aanzien van de
aanvullende middelen uit de EU, deze worden duidelijk wanneer de onderhandelingen
over het meerjarig financieel kader van de EU zijn gestart.
3
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie horen graag meer over hoe dit beleid zich
verhoudt tot het beleid in China en de VS. Zijn de acties die in Europa worden genomen
op het terrein van dual-use in verhouding tot die in China en de VS? Zo niet, wat
moet er nog meer gebeuren om het Europese beleid op dit terrein te versterken?
Antwoord
De Commissie heeft dit witboek gepubliceerd met oog op de veranderende geopolitieke
situatie die een versterkte en weerbare Europese Unie vereist. Het opzoeken van synergiën
in financieringsstromen in onderzoek en innovatie naar dual-use technologieën moet
hieraan bijdragen. De oorsprong van de publicatie ligt niet in het concurreren met
derde landen, maar in het waarborgen van onze Europese open strategische autonomie.
De kabinetsappreciatie ondersteunt deze inzet van de Commissie.
In het algemeen kan wel worden geconstateerd dat de scheidslijnen tussen civiele en
militaire toepassingen van R&D binnen China en de VS minder strikt lijken dan in de
EU. China hanteert bijvoorbeeld uitdrukkelijk het Military-Civil Fusion beleid, de
VS is van oudsher heel sterk op het gebied van dual-use R&D, bijvoorbeeld via het
Defence Advanced Research Project Agency (DARPA).
4
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben tot slot een vraag over hoe de Europese
initiatieven zich verhouden tot de Nederlandse nationale initiatieven op het gebied
van onderzoek en innovatie op het terrein van dual-use technologieën. Heeft Nederland
ten opzichte van andere landen een sterke positie op dit terrein? Is er een voorbeeld
te nemen aan het Nederlandse ecosysteem op het gebied van onderzoek en innovatie en
bijvoorbeeld de belangrijke rol van een zelfstandig bestuursorgaan als TNO hierin?
Antwoord
De kabinetsappreciatie omschrijft de meerdere ontwikkelingen op het vlak om synergiën
tussen civiel en defensieonderzoek op te zoeken. De appreciatie noemt bijvoorbeeld
het Strategic European Security Initiative (SESI), het Europees Defensiefonds (hierna:
EDF), het Europees Defensie Agentschap (via het Hub voor Europese Defensie Innovatie
(HEDI)-platform) en via het Defence Innovation for the North Atlantic (DIANA) acceleratorfonds
van de NAVO.
Door een innovatief bedrijfsleven, toonaangevende kennisinstellingen en een overheid
die hier ondersteunt en stuurt, heeft Nederland een sterk dual-use ecosysteem. Nederlandse
deelnemers scoren relatief goed in het Europees Defensiefonds en Nederland staat in
de top 10 van deelnemende entiteiten in het EDF. Een goed voorbeeld van een nationaal
initiatief is het Brainport Innovation & Technology Security (BITS), een samenwerkingsintentie
van de Brainportregio en de lokale- en rijksoverheid om de synergiën in innovatie
en defensie beter te kunnen benutten. In opdracht van het Ministerie van Economische
Zaken en Klimaat is een rapport gepubliceerd over de Nederlandse defensie- en veiligheid
gerelateerde technologische industriële basis.1 Het rapport schetst een R&D-kennisintensieve defensie- en veiligheidssector. Er zijn
in Nederland ongeveer 1000 bedrijven actief in de defensie- en veiligheidssector.
Gemiddeld bedragen de R&D-uitgaven van bedrijven in de defensie- en veiligheidssector
14% van de omzet. Dat percentage is hoger dan het gemiddelde van de industrie (12,6%)
en het gemiddelde in heel Nederland (1,6%). De investeringen in R&D zijn hoog en veel
bedrijven houden zich bezig met het ontwikkelen van hoogtechnologische toepassingen.
5
De leden van de BBB-fractie lezen het in de Europese Unie moeilijk is om verschillende
financieringsstromen voor dual-use O&I te combineren. Dit komt onder andere voort
uit verschillende definities van dual-use die gehanteerd worden. Deze leden vragen
hoe onze definitie anders was dan die van andere Europese landen en wat hiervan de
effecten op de Nederlandse midden- en kleinbedrijf, industrie en economie is geweest.
Antwoord
Het door de kabinetsappreciatie geschetste probleem rond Europese financiering gaat
over het hanteren van verschillende definities voor wat dual-use is in het kader van
financieringsprojecten door verschillende Europese instellingen zoals de Europese
Commissie en de EIB. Het betreft geen interpretatieverschillen tussen Lidstaten. In
de regel wordt de term «dual-use» gebruikt in de context van exportcontrole op strategische
goederen en diensten. Wat geldt als «dual-use» wordt bepaald in de EU dual-use Verordening
zelf, waaraan alle EU-lidstaten zijn gebonden.
6
De leden van de BBB-fractie lezen dat in deze appreciatie de beginselen van proportionaliteit
en subsidiariteit niet worden meegenomen. Deze leden vragen waarom niet.
Antwoord
Naar aanleiding van dit witboek heeft het kabinet vooralsnog geen opmerkingen betreffende
de beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit.
Een witboek is een van de mogelijkheden die de Europese Commissie heeft om stakeholders,
waaronder lidstaten, te consulteren over een beleidsonderwerp ten aanzien waarvan
de Commissie mogelijk met voorstellen wil komen. Een witboek bevat zelf nog geen nieuwe
Commissievoorstellen. Indien de Commissie met een voorstel komt (al dan niet wetgevend),
zullen de beginselen van subsidiariteit en proportionaliteit zoals gebruikelijk worden
meegenomen in de beoordeling van dat voorstel.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. Stoffer, voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat -
Mede ondertekenaar
I. van Tilburg, adjunct-griffier