Schriftelijke vragen : Het bericht 'Nieuwe water-eisen veroorzaken schok: ‘De bouw van zo’n half miljoen woningen staat op losse schroeven’'
Vragen van het lid Peter de Groot (VVD) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht «Nieuwe water-eisen veroorzaken schok: «De bouw van zo’n half miljoen woningen staat op losse schroeven»» (ingezonden 10 mei 2024).
Vraag 1
            
Bent u bekend met het bericht «Nieuwe water-eisen veroorzaken schok: «De bouw van
               zo’n half miljoen woningen staat op losse schroeven»» van 3 mei jongstleden?1
Vraag 2
            
Kunt u reflecteren op de conclusie in dit artikel dat de bouw van een half miljoen
               woningen op losse schroeven staat, terwijl tegelijk de woningbouwopgave door het trage
               tempo van vergunningverlening juist dreigt af te nemen?
            
Vraag 3
            
Wat is, vanuit de woningbouwopgave bezien, de status van de kaart van het Ministerie
               van Infrastructuur en Waterstaat: «ruimtelijk afwegingskader klimaatadaptieve gebouwde
               omgeving» (hierna: afwegingskader) ten aanzien van waterveiligheid? Hoe moeten de
               verschillende kleuren worden geclassificeerd ten aanzien van woningbouw?
            
Vraag 4
            
Welke status heeft de kaart ten opzichte van bouwregelgeving op Rijks-, provincie
               of gemeentelijk niveau? Hoe verhoudt deze landelijke kaart zich tot de verschillende
               provinciale afwegings- en sturingskaarten?
            
Vraag 5
            
Kunt u met cijfers uitdrukken hoeveel plancapaciteit tot 2030 op de kaart van het
               afwegingskader ligt in het gele en oranje gebied?
            
Vraag 6
            
Welke projecten zijn er op dit moment stilgezet doordat deze zich in geel of oranje
               gebied bevinden op de kaart van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat?
            
Vraag 7
            
Kunt u de conclusie van het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) bevestigen, waarbij
               wordt gesteld dat in veel gebieden waar ingrepen voor waterveiligheid nodig zijn ook
               het gros van de plancapaciteit is gelegen? Waarom wel, waarom niet? Bent u het met
               de conclusie van het EIB eens dat het publiceren van een dergelijke kaart effect gaat
               hebben op de snelheid en de kosten van bouwen?
            
Vraag 8
            
Staan deze extra eisen ten aanzien van waterveiligheid en voortkomende belemmeringen
               niet in schril contrast met uw eigen ambitie om juist sneller tot woningbouw te komen?
               Waarom wel of niet? Zijn woningen daadwerkelijk minder betaalbaar doordat er extra
               eisen moeten worden gerealiseerd ten aanzien van waterveiligheid?
            
Vraag 9
            
Bent u bereid een impactstudie te laten verrichten naar de gevolgen van het afwegingskader
               voor de woningbouwplanning? Zou u hierbij ook de te verwachte vervallen locaties,
               de extra kosten van locatie-ontwikkeling en vertraging in de planningen kunnen betrekken?
               Waarom wel, waarom niet?
            
Vraag 10
            
Bent u bereid de invoering, uitwerking en (juridische) borging van het afwegingskader
               op te schorten, totdat de uitkomsten van deze studie bekend zijn en met de Tweede
               Kamer zijn gedeeld? Waarom wel, waarom niet?
            
Vraag 11
            
In welke mate zal deze kaart, die als sturingsinstrument kan worden ingezet, gaan
               leiden tot hogere provinciale, waterschaps- en lokale regeldruk? Kunt u uiteenzetten
               waarom dit wel of niet het geval zal zijn?
            
Vraag 12
            
Gaat u zich in de Wet regie volkshuisvesting inzetten om de geplande woningbouwlocaties
               sneller tot uitvoering te brengen, ondanks dat veel plancapaciteit op de kaart van
               het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat omtrent waterveiligheid geel of oranje
               gekleurd is? Hoe ziet dat er in de praktijk uit? Wordt dit niet een te grote opgave
               voor gemeenten?
            
Vraag 13
            
Welke specifieke maatregelen zijn voorzien in het plan van de Gnephoek om tot de bouw
               van 5.000 woningen te komen? Kan deze locatie als voorbeeld worden genomen voor veel
               andere gele/oranje gebieden ten aanzien van waterveiligheid?
            
Vraag 14
            
Deelt u de zorg dat het beeld is ontstaan dat vanwege waterveiligheid bijvoorbeeld
               niet meer buitendijks kan worden gebouwd? Deelt u ook de mening dat dit niet perse
               het geval hoeft te zijn, maar dat gerichte en doelmatige maatregelen nodig zijn om
               dit nog steeds mogelijk te maken? Wat gaat u hieraan doen? Kan dit onderdeel zijn
               van de impactstudie?
            
Vraag 15
            
Hoe kijkt u aan tegen de mogelijke tegenstelling voor woningbouw die ontstaat door
               de oranje kleuraanduiding van de Flevopolder, Noord-Oostploder en Wieringermeerpolder,
               terwijl Deltares juist aangeeft dat deze polders in West-Nederland door sterke waterkeringen
               goed beschermd zijn en daarmee geschikt worden geacht als woningbouwlocaties?
            
Vraag 16
            
Kunt u deze vragen beantwoorden voorafgaan aan het commissiedebat ruimtelijke ordening
               van 22 mei aanstaande?
            
Vraag 17
            
Kunt u deze vragen één voor één beantwoorden?
Indieners
- 
              
                  Gericht aan
H.M. de Jonge, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties - 
              
                  Indiener
Peter de Groot, Kamerlid 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.