Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van der Lee en Stultiens over de voortgang van kabinetsdoelstellingen zoals in deze vragen geformuleerd onder i, j, r, s en t
Vragen van de leden Van der Lee en Stultiens (beiden GroenLinks-PvdA) aan de Minister-President en de Ministers van Financiën, van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van Justitie en Veiligheid, van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van Infrastructuur en Waterstaat, van Economische Zaken en Klimaat, van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de voortgang van kabinetsdoelstellingen (ingezonden 22 april 2024).
Antwoord van Staatssecretaris Van Ooijen (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen
7 mei 2024).
Inleiding
Deze vragen hebben betrekking op doelstellingen die liggen op het terrein van de Staatssecretaris
van VWS en worden daarom door de Staatssecretaris beantwoord.
De vragen 2 en 3 worden afzonderlijk beantwoord voor de doelstellingen geformuleerd
onder i, j, r, s en t. De vragen 1 en 4 worden voor deze doelstellingen gezamenlijk
beantwoord.
Vraag 1
Herinnert u zich de beantwoording van eerdere Kamervragen over de voortgang van de
kabinetsdoelstellingen van 2030? (2023Z02233).
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Herinnert u zich dat alle kabinetsdoelen vorig jaar hopeloos uit beeld waren?1 Kunt u voor elke van de hierna genoemde doelstellingen aangeven of dit nog steeds
het geval is (door bij elke doelstelling een concreet percentage/getal te noemen):
i. nul daklozen (Lissabon verklaring);
Antwoord 2i
De doelstelling van het Nationaal Actieplan Dakloosheid: Eerst een Thuis is om toe
te werken naar nul dakloze mensen in 2030. Dit is in lijn met de Lissabon verklaring.
Met het actieplan wordt de beweging gemaakt naar preventie en Wonen Eerst als belangrijkste
pilaren om dakloosheid te voorkomen en op te lossen. Een stabiele woonplek met indien
nodig passende ondersteuning is randvoorwaardelijk om dakloosheid duurzaam terug te
dringen. Gemeenten, zorgpartijen, woningcorporaties, belangenbehartigers en de Ministeries
van BZK, SZW en VWS werken samen om deze beweging te maken.
De meest recente schatting van het CBS heeft als peildatum 1 januari 2023 en gaat
uit van 30.600 dakloze mensen. Als onderdeel van het Nationaal Actieplan Dakloosheid
wordt gewerkt aan betere monitoringsinstrumenten om het aantal dakloze mensen in beeld
te krijgen en daarmee gerichter te kunnen sturen op de ambitie om dakloosheid te beëindigen.
Het CBS ontwikkelt in samenwerking met VNG-realisatie een kwantitatieve monitor waarbij
gegevens op basis van de ETHOS-light categorieën worden opgevraagd bij gemeenten en
opvangorganisaties. Daarnaast voeren Kansfonds en Hogeschool Utrecht regionale Ethos-tellingen
uit. Dit houdt in dat op één dag alle dakloze mensen in een regio in kaart worden
gebracht volgens de Ethos-light definities. In 2023 is in 2 regio’s geteld en in april
2024 is de telling in zes regio’s uitgevoerd. Op basis van de lokale resultaten kan
geen landelijk beeld worden geschetst.
De Vereniging van Nederlandse Gemeenten heeft een dashboard Aanpak Dakloosheid ontwikkeld
om de voortgang van het Nationaal Actieplan Dakloosheid binnen de centrumgemeenten
te monitoren. De eerste resultaten van dit Dashboard worden in juni gepubliceerd.
Vraag 2
Herinnert u zich dat alle kabinetsdoelen vorig jaar hopeloos uit beeld waren?1 Kunt u voor elke van de hierna genoemde doelstellingen aangeven of dit nog steeds
het geval is (door bij elke doelstelling een concreet percentage/getal te noemen):
j. nul jongeren in de gesloten jeugdzorg;
Antwoord 2j
Zoals verwoord in de brief Passende zorg voor jeugdigen die bescherming en veiligheid
nodig hebben is de ambitie om in 2030 zo dicht mogelijk bij nul gesloten plaatsingen
te zijn.2
Vraag 2
Herinnert u zich dat alle kabinetsdoelen vorig jaar hopeloos uit beeld waren?3 Kunt u voor elke van de hierna genoemde doelstellingen aangeven of dit nog steeds
het geval is (door bij elke doelstelling een concreet percentage/getal te noemen):
r. 30% afname van de gezondheidsachterstanden van mensen met een lage SES ten opzichte
van mensen met een hoge SES (in 2040);
Antwoord 2r
Zoals eerder aangegeven gaat het hier niet in de eerste plaats om kabinetsdoelstellingen,
maar om het topsectoren- innovatiebeleid (MTIB) dat richtinggevende missies heeft
vastgesteld. Die zijn ambitieus geformuleerd om partijen uit te dagen tot betekenisvolle
innovaties voor het verminderen van gezondheidsachterstanden.
In 2019 is het MTIB door het toenmalige kabinet geïntroduceerd. In het MTIB werken
overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen samen aan innovatie voor economische
en maatschappelijke impact. Gezondheid & Zorg is een van de zes Kennis- en Innovatieagenda’s
(KIA’s) met de centrale missie dat in 2040 alle Nederlanders vijf jaar langer in goede
gezondheid leven en de gezondheidsverschillen tussen de laagste en hoogste sociaal-economische
groepen met 30% is afgenomen. In 2023 is een nieuwe KIA Gezondheid & Zorg opgesteld
voor de periode 2024–20274. Om de centrale missie te realiseren, wordt via vijf submissies ingezet op een gezondere
leefstijl en een gezondere leef- en werkomgeving (missie 1), een betere kwaliteit
van en toegang tot de zorg, medische technologieën en organisatie van de zorg (missie
2). Daarnaast vragen de vergrijzing en de toename van het aantal chronisch zieken
om specifieke interventies (missie 3), waarbij dementie extra aandacht verdient (missie
4). Met de COVID-crisis in het achterhoofd is er ook aandacht voor het beschermen
tegen maatschappelijk ontwrichtende gezondheidsdreigingen (missie 5). Omdat de sociaaleconomische
gezondheidsverschillen weerbarstig zijn, wordt er in de KIA 2024–2027 extra ingezet
op de «–30%», onder andere door het hanteren van criteria, gebaseerd op internationaal
onderzoek en opgesteld door het landelijk expertisecentrum gezondheidsverschillen
Pharos, die moeten leiden tot een actievere wisselwerking met mensen in een lage sociaaleconomische
positie. Zodat innovaties meer bijdragen aan hun gezondheid.
Als het gaat om de inzet van het kabinet op gezondheidsachterstanden in den brede
zijn ook het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA) en de bijhorende Specifieke Uitkering
relevant. Gemeenten en GGD-en, zorgverzekeraars en VWS hebben gezamenlijk afgesproken
in te zetten op een gezond en actief leven met een stevige sociale basis. Stip op
de horizon is een gezonde generatie in 2040. Het terugdringen van vermijdbare gezondheidsachterstanden
is één van de specifieke doelen van het GALA. Tevens wordt er gewerkt aan een Health
in all Policies agenda met daarin aandacht voor gezondheidsachterstanden.
Vraag 2
Herinnert u zich dat alle kabinetsdoelen vorig jaar hopeloos uit beeld waren?5 Kunt u voor elke van de hierna genoemde doelstellingen aangeven of dit nog steeds
het geval is (door bij elke doelstelling een concreet percentage/getal te noemen):
t. het aandeel van personen met overgewicht te laten dalen tot 38% of lager in 2040 en
het aantal kinderen met overgewicht te laten dalen naar 9,1%;
Antwoord 2t
Bij het afsluiten van het Nationaal Preventieakkoord (NPA) in 2018 is de ambitie op
het gebied van overgewicht afgesproken om in 2040 het overgewicht- en obesitasniveau
terug te brengen naar het niveau van 1995. Dit betekent een daling van het percentage
volwassenen met overgewicht naar 38% en het percentage jeugdigen met overgewicht naar
9,1%. In 2023 had 50,0% van de volwassen bevolking (18 jaar en ouder) overgewicht
en 12,7% van de jeugdigen (4–17 jaar).
Op 17 januari jl. is de eerste doorrekening van de acties uit het NPA door het RIVM
met uw Kamer gedeeld6. De doorrekening laat zien dat de afspraken weliswaar bijdragen aan minder mensen
die overgewicht hebben, maar met de acties uit het NPA die de afgelopen jaren zijn
ingevoerd worden de ambities voor 2040 niet bereikt.
Voor het verbeteren van de gezondheid van Nederlanders door het inzetten op preventie
is echter een lange adem nodig. Daarom is het van belang om het ingezette beleid voort
te zetten, structurele financiering voor preventie beschikbaar te maken en aanvullende
maatregelen te treffen om de doelen uit het NPA te kunnen realiseren.
Vraag 3
Kunt u bij elk van deze doelstellingen aangeven of de gemaakte voortang voldoende
is om het gestelde doel te behalen? Zo nee, waar ligt dit aan?
i. nul daklozen (Lissabon verklaring);
Antwoord 3i
De mate waarin we de doelstelling kunnen bereiken hangt mede samen met het beschikbaar
komen van geschikt aanbod van woonplekken. Ik informeer uw Kamer periodiek over de
stand van zaken ten aanzien van het Nationaal Actieplan Dakloosheid.
Vraag 3
Kunt u bij elk van deze doelstellingen aangeven of de gemaakte voortang voldoende
is om het gestelde doel te behalen? Zo nee, waar ligt dit aan?
j. nul jongeren in de gesloten jeugdzorg;
Antwoord 3j
In 2023 bedroeg het aantal plaatsingen 891. Dat is een daling van 35% ten opzichte
van 2020 en van 10% ten opzichte van 2022. Op grond van deze ontwikkeling is de verwachting
is dat we in 2030 zo dicht mogelijk bij nul gesloten plaatsingen zijn.
Tabel 1. Plaatsingen gesloten jeugdhulp 2020–20231
2020
1.364
2021
1.181
2022
989
2023
891
X Noot
1
JeugdzorgPlus Plaatsingsgegevens 2023, Jeugdzorg Nederland (https://www.jeugdzorgnederland.nl/wp-content/uploads/2024/04/Factsheet-…)
Vraag 3
Kunt u bij elk van deze doelstellingen aangeven of de gemaakte voortang voldoende
is om het gestelde doel te behalen? Zo nee, waar ligt dit aan?
r. 30% afname van de gezondheidsachterstanden van mensen met een lage SES ten opzichte
van mensen met een hoge SES (in 2040);
Antwoord 3r
Er is geen cijfermatige prognose opgesteld in het kader van het MITB. Wel wordt in
de Monitor Missies Gezondheid en Zorg de voortgang op de centrale missie en de submissies
gemonitord. Over de periode 2020–2023 is bijna driekwart van de gemaakte afspraken
en acties gestart, gerealiseerd of doorlopend. In de KIA Gezondheid & Zorg 2024–2027
is aangegeven dat zij hier nog geen cijfermatige impact van verwachten, omdat er bij
missiegedreven innovatie tijd nodig is tussen input en beoogde impact.
Vraag 3
Kunt u bij elk van deze doelstellingen aangeven of de gemaakte voortang voldoende
is om het gestelde doel te behalen? Zo nee, waar ligt dit aan?
t. het aandeel van personen met overgewicht te laten dalen tot 38% of lager in 2040 en
het aantal kinderen met overgewicht te laten dalen naar 9,1%;
Antwoord 3t
De huidige percentages op overgewicht en de doorrekening van de acties uit het NPA
bieden inzicht van de ontwikkelingen die van toepassing zijn op de doelstellingen
met betrekking tot overgewicht.
Het RIVM concludeert op basis van de doorrekening dat intensivering van de afspraken
en aanvullende maatregelen nodig zijn. Het RIVM noemt daarin onder andere de verdere
verbetering van het voedselaanbod en verdere beperkingen van marketing gericht op
kinderen voor ongezonde voedingsmiddelen. Zoals recent aan uw Kamer is gemeld8, wordt er reeds gewerkt aan een wet op de voedselomgeving, aan een wetsvoorstel voor
een gedifferentieerde belasting op (fris)dranken en aan productverbetering en bereid
ik beperking van de marketing voor ongezonde voedingsmiddelengericht op kinderen voor.
Deze maatregelen waren nog niet meegenomen in de doorrekening, maar worden wel uitgewerkt
om de gestelde doelen na te streven.
Hierin geldt dat we alleen met een duurzame, domeinoverstijgende aanpak op preventie
en leefstijl de ambities uit het NPA kunnen verwezenlijken. Ik blijf uw Kamer hieromtrent
periodiek informeren.
Vraag 4
Kunt u de antwoorden op deze vragen voor Verantwoordingsdag (15 mei 2024) naar de
Kamer sturen?
Antwoord 4
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.