Motie : Motie van het lid Van Baarle over de IHRA-definitie van antisemitisme geen uitgangspunt laten zijn in beleid en in de strafrechtketen
30 950 Racisme en Discriminatie
Nr. 386
MOTIE VAN HET LID VAN BAARLE
Voorgesteld 25 april 2024
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de regering stelt dat binnen de strafrechtketen de IHRA-definitie
van antisemitisme gebruikt kan worden voor het herkennen van discriminatie;
overwegende dat de IHRA-definitie politieke elementen bevat, zoals het als antisemitisme
betitelen van het van de staat Israël verlangen van gedrag dat men niet van andere
staten verlangt;
van mening dat antisemitisme moet worden bestreden, waarbij antisemitisme niet gelijkstaat
aan kritiek op de staat Israël;
verzoekt de regering de IHRA-definitie van antisemitisme geen uitgangspunt te laten
zijn in beleid en in de strafrechtketen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Baarle
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Stephan van Baarle, Tweede Kamerlid