Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Bikker, Krul, Diederik van Dijk en Jansen over het bericht 'Coffeeshops Tilburg en Breda mogen meer legale cannabisvoorraad in huis hebben: ‘genoeg voor een week’'
Vragen van de leden Bikker (ChristenUnie), Krul (CDA), Diederik van Dijk (SGP) en Daniëlle Jansen (Nieuw Sociaal Contract) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht «Coffeeshops Tilburg en Breda mogen meer legale cannabisvoorraad in huis hebben: «genoeg voor een week»» (ingezonden 15 maart 2024).
Antwoord van Minister Dijkstra (Medische Zorg), mede namens de Minister van Justitie
en Veiligheid (ontvangen 18 april 2024).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Coffeeshops Tilburg en Breda mogen meer legale
cannabisvoorraad in huis hebben: «genoeg voor een week»»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Was dit een kabinetsbesluit?
Antwoord 2
Nee. In het Besluit Experiment gesloten coffeeshopketen, dat op 1 juli 2020 in werking
is getreden, is vastgelegd dat de voorraad hennep of hasjiesj die door een coffeeshophouder
wordt aangehouden niet meer bedraagt dan de hoeveelheid die hij op weekbasis nodig
heeft voor de verkoop aan klanten. De burgemeester is bevoegd om nadere eisen te stellen
aan deze maximaal toegestane handelsvoorraad. Bij de start van de aanloopfase hebben
de burgemeesters van Breda en Tilburg in overleg met de Ministers van Justitie en
Veiligheid en Volksgezondheid, Welzijn en Sport de wettelijke norm voor de maximale
handelsvoorraad voor de periode van de aanloopfase naar beneden bijgesteld tot 500 gram.
Na een paar maanden hebben de burgemeesters in overleg met de Ministers de lokale
nadere eis laten vervallen, vanwege de te grote belemmeringen voor de uitvoering door
deze beperking. Zo vonden de burgemeesters het onwenselijk dat als gevolg van de 500-gram
maatregel coffeeshops meermaals per dag bevoorraad moesten worden. De beveiligd-vervoerders
bewaarden de producten in hun voertuig om later op de dag de voorraden van de coffeeshops
opnieuw aan te vullen. Het is veiliger en beter beheersbaar wanneer de gereguleerde
producten in de coffeeshop worden bewaard in plaats van in rondrijdende voertuigen.
Daarnaast was de registratie in het track & trace-systeem door de vele extra handelingen
die uitgevoerd moesten worden foutgevoeliger dan wanneer er grotere leveringen kunnen
plaatsvinden. Tot slot maakte de 500 gram-beperking het moeilijk om vraag en aanbod
van gereguleerde cannabis tijdens de aanloopfase op elkaar af te stemmen.
Vraag 3
Waarom moet de Kamer in de media vernemen dat de regering een uniforme norm in het
geheel loslaat, coffeeshophouders aanvankelijk zelf laat bepalen hoeveel voorraad
zij aanwezig hebben en in strijd met het besluit experiment gesloten coffeeshopketen
zelfs gaat toestaan méér dan de handelsvoorraad die nodig is voor één week aanwezig
te hebben?
Antwoord 3
Op 28 februari jl. is uw Kamer tijdens de behandeling van het wetsvoorstel Wijziging
van de Wet experiment gesloten coffeeshopketen in verband met de toevoeging van een
elfde gemeente aan het experiment geïnformeerd hierover. Ik, de Minister van Medische
zorg, heb het volgende medegedeeld tijdens dit debat naar aanleiding van een vraag
van het lid Sneller: «Het doel van de aanloopfase die nu in Breda en Tilburg is begonnen, is het verbeteren
van de systemen en processen. Er waren bijvoorbeeld problemen met het track-and-tracesysteem
die naar boven zijn gekomen. Die zijn inmiddels verholpen. Er waren ook problemen
met de maximaal toegestane handelsvoorraad. Daarover zijn we in gesprek gegaan met
de burgemeesters en andere betrokken partijen. We hebben besloten om de handelsvoorraad
op te hogen.»
Volledigheidshalve hebben wij uw Kamer nogmaals per brief op 15 maart jl. geïnformeerd
over de ophoging van de handelsvoorraad.
Het is daarbij onjuist dat de regering de uniforme norm in het geheel zou hebben losgelaten,
noch is er sprake van geweest dat coffeeshophouders aanvankelijk de voorraad zelf
mochten bepalen of dat in strijd met het Besluit Experiment gesloten coffeeshopketen
er meer dan een weekvoorraad zou zijn toegestaan. In overleg met de burgemeesters
is juist geconstateerd dat de uitzondering die we hadden afgesproken voor de aanloopfase (tot 500 gram) op de wettelijk vastgelegde
norm in het Besluit (weekvoorraad) te belemmerend bleek.
Vraag 4
Bent u met de stelling eens dat dit veel verstrekkender is dan de in het debat van
28 februari genoemde «voorgenomen verhoging» van de handelsvoorraad?
Antwoord 4
Nee.
Vraag 5
Vindt u dit getuigen van goede en volledige informatievoorziening naar de Kamer?
Antwoord 5
Ja. De Kamer is op 28 februari jl. geïnformeerd tijdens het plenaire debat en op 15 maart
jl. heeft de Kamer een brief ontvangen waarin dit nogmaals wordt toegelicht.
Vraag 6
Waarom is aanvankelijk gekozen voor een maximaal aanwezige handelshoeveelheid van
500 gram? Kunt u de onderliggende adviezen delen van politie en Openbaar Ministerie
die bij de totstandkoming van die handelshoeveelheid destijds zijn betrokken?
Antwoord 6
Aanvankelijk is gekozen voor een maximum van 500 gram, zodat op kleine schaal getest
kon worden met het track & trace-systeem en het toezicht op de gereguleerde voorraad
in de coffeeshop. Per Kamerbrief d.d. 30 maart 20232 is de Kamer toentertijd geïnformeerd over de gemaakte afwegingen bij het besluit
over de aanloopfase en over de ontvangen input van alle stakeholders, zo ook de input
ontvangen van politie en het Openbaar Ministerie. In deze brief is gemeld dat de politie
en het Openbaar Ministerie een aantal overdenkingen en vragen aan de Ministers hebben
meegegeven, wijzende op de risico’s van twee handhavingsregimes. Deze overdenkingen
zien op hoe handhaafbaar twee handhavingsregimes zijn, hoe daar effectief toezicht
op wordt gehouden, of de rechtszekerheid niet in gevaar komt en of een dergelijk regime
geen misbruik in de hand werkt. De politie en het Openbaar Ministerie stelden daarnaast
dat de tijdelijke aanwezigheid van twee stromen in de coffeeshop niet aansluit bij
de kern van het experiment, te weten een gesloten gedecriminaliseerde coffeeshopketen.
De politie en het Openbaar Ministerie hebben evenwel laten weten dat het een politiek
bestuurlijk experiment is en dat zij dit besluit zullen uitvoeren en zich vanuit hun
rol uiteraard ten volle zullen inzetten.
Het Openbaar Ministerie en de politie hebben vorig jaar geen specifiek advies uitgebracht
over de grootte van de handelshoeveelheid.
Vraag 7
Zijn de politie en het Openbaar Ministerie om advies gevraagd bij het loslaten van
deze norm en het opstellen van de voorgestelde open norm? Zo nee, waarom niet en bent
u bereid dat alsnog te doen en de adviezen met de Kamer te delen? Zo ja, kunt u deze
adviezen met de Kamer delen?
Antwoord 7
Ja, de politie en het Openbaar Ministerie zijn om advies gevraagd net als de andere
betrokken partijen. De burgemeesters hebben middels een gesprek met de Ministers aangegeven
dat de beperking van 500 gram belemmerend werkt en verzochten de Ministers om deze
beperking los te laten. Telers en coffeeshophouders wensten eveneens een verhoging
van de handelsvoorraad naar een weekvoorraad. En ook de Inspectie JenV gaf aan zich
te herkennen in de knelpunten. In een gesprek met het Openbaar Ministerie op 19 februari
jl. heeft het Openbaar Ministerie mede namens de politie aangegeven vanuit hun strafvorderlijke
en strafrechtelijk perspectief geen bezwaren te hebben. Daarbij is benadrukt dat het
een bestuurlijk experiment betreft met bestuurlijk toezicht. Wel gaven het Openbaar
Ministerie en de politie de overweging mee om een vast gewicht voor de maximale handelsvoorraad
vast te stellen. Wij hebben de burgemeesters dit signaal meegegeven en verzocht onderling
afstemming te zoeken. Inmiddels hebben beide burgemeesters in het beleid opgenomen
dat de maximale handelsvoorraad wordt vastgesteld op basis van het gemiddelde van
de verkochte hoeveelheid van de vier voorgaande weken, met een maximale afwijking
van 5%.3
Vraag 8
Is hier sprake geweest van het geven van opvolging aan adviezen van politie en het
Openbaar Ministerie zoals is verzocht in de overgenomen motie Bikker c.s. (Kamerstuk
36 279, nr. 11) die specifiek ook spreekt over de voorschriften voor coffeeshops?
Antwoord 8
Aan adviezen van politie en OM wordt opvolging gegeven in de overwegingen rondom het
experiment. Ook op terreinen waar het niet de taakuitvoering van politie en OM zelf
betreft wordt hun advies meegenomen. De voorschriften voor coffeeshops zijn vastgelegd
in het Besluit coffeeshops experiment gesloten coffeeshopketen. Daarover is destijds
ook advies gevraagd aan het OM en politie, dit advies is nadrukkelijk meegenomen.
Het is aan de burgemeester om lokaal beleid in de driehoek te bespreken.
Vraag 9
Kunt u deze vragen beantwoorden voor het commissiedebat over drugsbeleid?
Antwoord 9
De vragen zijn beantwoord binnen de reguliere termijn.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P.A. Dijkstra, minister voor Medische Zorg -
Mede ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.