Amendement : Amendement van het lid Heutink over het niet wettelijk vastleggen dat waterschappen belastinggeld mogen uitgeven voor investeringen om in de toekomst klimaatneutraal te zijn

Nr. 14 AMENDEMENT VAN HET LID HEUTINK

Ontvangen 16 april 2024

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel C, vervallen in artikel 116 de begripsbepalingen «hernieuwbare
energie» en «primair energiegebruik».

II

Artikel I, onderdeel D, vervalt.

III

In artikel I, onderdeel J, vervallen in artikel 122c de begripsbepalingen «hernieuwbare
energie» en «primair energiegebruik».

IV

Artikel I, onderdeel K, wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste onderdeel wordt in de aanhef «worden» vervangen door «wordt», wordt
«de volgende onderdelen» vervangen door «het volgende onderdeel», en vervalt onderdeel d
onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel c door een punt.

2. In het tweede onderdeel wordt in de aanhef «worden twee leden» vervangen door «wordt
een lid», en vervalt het zevende lid.

V

In artikel I, onderdeel Q, wordt in de aanhef «worden» vervangen door «wordt», wordt
«twee artikelen» vervangen door «een artikel», en vervalt artikel 165.

VI

Artikel VII wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel b vervalt.

2. Onderdeel c komt te luiden:

c. artikel 2.25, onderdeel A, van die wet eerder in werking treedt of is getreden dan
artikel I, onderdeel K, van deze wet, wordt in artikel I, onderdeel K, van deze wet
in onderdeel 2 «het zuiveren van» vervangen door «de zuivering van».

3. Onderdeel g vervalt.

4. In onderdeel i vervalt in onderdeel F onderdeel 3.

Toelichting

Dit amendement strekt ertoe dat niet wettelijk zal worden vastgelegd dat waterschappen
belastinggeld mogen uitgeven voor investeringen teneinde in de toekomst klimaatneutraal
te zijn.

Bij de uitvoering van hun bestaande primaire taken stoten de waterschappen broeikasgassen
uit. Ter compensatie gaan zij «extra hernieuwbare energie» opwekken. Meer dan zijzelf
nodig heeft. Indiener wil voorkomen dat de belastingbetaler de kosten voor het opwekken
van deze extra hernieuwbare energie moet dragen.

Indiener is van mening dat waterschappen enkel zorg dienen te dragen voor de bestaande
primaire taken die aan hen zijn toebedeeld, zoals afvalwater zuiveren, dijken beheren
en het regelen van de waterstand middels gemalen en sluizen. Taken die thuishoren
bij een energiemaatschappij zijn hier geen onderdeel van en zouden dit volgens indiener
ook nooit moeten worden.

Heutink