Amendement : Amendement van de leden Flach en Erkens over duidelijker regels over overleg met representatieve organisaties
36 378 Regels over energiemarkten en energiesystemen (Energiewet)
Nr. 26 AMENDEMENT VAN DE LEDEN FLACH EN ERKENS
Ontvangen 15 april 2024
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
Artikel 3.119 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid komt te luiden:
2. De transmissie- en distributiesysteembeheerders voor elektriciteit, voor zover relevant
met de transmissiesysteembeheerder voor elektriciteit op zee, of de transmissie- en
distributiesysteembeheerders voor gas voeren overleg met de relevante representatieve
organisaties over het gezamenlijke voorstel voor of aanvulling of wijziging van methoden
of voorwaarden, bedoeld in artikel 3.118. De representatieve organisaties zijn rechtspersonen
die blijkens hun statuten en feitelijke werkzaamheden onderhavige belangen behartigen.
2. In het derde lid wordt een zin toegevoegd, luidende: Het tweede lid, laatste zin,
is van overeenkomstige toepassing.
II
In artikel 3.120, eerste lid, aanhef, wordt «indien deze» vervangen door «indien de
resultaten van het overleg met de representatieve organisaties, bedoeld in artikel 3.119,
tweede lid, zijn verwerkt in de methoden of voorwaarden en deze methoden of voorwaarden».
Toelichting
De indieners stellen voor de betrokkenheid van vertegenwoordigers van partijen die
diensten leveren of ontvangen in het kader van levering of transport bij de totstandkoming
van de methoden en voorwaarden in het kader van het netbeheer, als bedoeld in artikel 3.118,
te versterken en tenminste op het huidige niveau te handhaven.
In het wetsvoorstel is de positie van partijen die diensten leveren of ontvangen minder
goed verankerd dan in de huidige Elektriciteitswet. In de huidige wet wordt aangegeven
dat overleg gevoerd moet worden met representatieve organisaties van partijen op de
elektriciteitsmarkt en dat systeembeheerders aan moeten gegeven welke gevolgtrekkingen
zij hebben verbonden aan de zienswijzen van deze organisaties. In het wetsvoorstel
is dat teruggebracht tot het «betrekken» van deze organisaties «in een transparant
en participatief proces». Ook ontbreekt de verantwoordingsplicht met betrekking tot
de verwerking van de inbreng van deze organisaties. Het is de bedoeling van de indieners
om de betrokkenheid van genoemde organisaties tenminste gelijk te houden aan de betrokkenheid
die ze hadden onder de huidige Elektriciteitswet.
De gezamenlijke systeembeheerders dienen over de voorstellen die zien op de methoden
en voorwaarden overleg te voeren met representatieve organisaties. Onder «overleg»
dient in dit verband te worden verstaan een serieuze poging van betrokken partijen
om tot overeenstemming te komen. De betekenis van dit overleg gaat niet zo ver dat
partijen tot overeenstemming moeten komen over de voorstellen met betrekking tot de
methoden en voorwaarden, voordat deze voorstellen ter goedkeuring kunnen worden voorgelegd
aan de Autoriteit Consument en Markt. Wel dienen in het voorstel de opmerkingen en
zienswijzen van de representatieve organisaties te zijn verwerkt, zodat de Autoriteit
Consument en Markt daarvan kennis kan nemen. De Autoriteit Consument en Markt dient
zijn goedkeuring aan het door de systeembeheerders ingediende voorstel evenwel te
onthouden indien blijkt dat systeembeheerders onvoldoende hebben getracht tot overeenstemming
te komen met representatieve organisaties of als de opmerkingen en zienswijzen van
representatieve organisaties onvoldoende zijn verwerkt in de voorstellen. In de voorstellen
zullen de systeembeheerders dus genoegzaam moeten motiveren waarom zij bepaalde opmerkingen
en zienswijzen van representatieve organisaties niet hebben overgenomen in de voorstellen
die ter goedkeuring worden ingediend bij de Autoriteit Consument en Markt. Bij de
beoordeling van genoemde voorstellen zal de Autoriteit Consument en Markt hieraan
moeten toetsen.
De indieners stellen tevens voor in het wetsvoorstel af te bakenen welke representatieve
organisaties aan het overleg met de systeembeheerders kunnen deelnemen. Een representatieve
organisatie moet een rechtspersoon zijn. Het vereiste van rechtspersoonlijkheid waarborgt
een zekere mate van continuïteit van werkzaamheden en daarmee kennis en ervaring op
het gebied van regulering van energienetten. Een informele vereniging komt dus niet
in aanmerking voor de status van representatieve organisatie. Uit de statuten en feitelijke
werkzaamheden van een representatieve organisatie moet blijken dat de rechtspersoon
de belangen behartigt van een of meer specifieke marktpartijen die netdiensten leveren
of afnemen, zoals producenten, verbruikers, beheerders van gesloten distributiesystemen,
leveranciers en marktpartijen (als omschreven in artikel 1.1). De statutaire doelstelling
van de rechtspersoon moet (mede) zijn gericht op het behartigen van de belangen van
een of meer specifieke partijen die actief zijn op het gebied van levering of afname
van netdiensten. Ook moet de rechtspersoon feitelijk werkzaamheden uitvoeren die zien
op levering of afname van netdiensten. Een rechtspersoon die zich alleen richt op
ideële belangen, zoals de bescherming van het milieu of de inrichting van de omgeving,
komt dus niet voor de status van representatieve organisatie in aanmerking. Deze eisen
waarborgen dat een representatieve organisatie beschikt over de nodige kennis en deskundigheid
om voorstellen van systeembeheerders over de methode of voorwaarden (als bedoeld in
artikel 3.119, eerste lid) goed te kunnen beoordelen en een zinvolle bijdrage te kunnen
leveren aan het overleg tussen systeembeheerders en representatieve organisaties hierover.
Flach
Erkens
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
André Flach, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
Silvio Erkens, Tweede Kamerlid