Memorie van toelichting : Memorie van toelichting
Tweede Kamer der Staten-Generaal
InhoudsopgaveA. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTELB. BEGROTINGSTOELICHTING1 Leeswijzer2 Beleid2.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties3 Beleidsartikelen3.1 Beleidsartikel 1 Goed functionerende economie en marktenBudgettaire gevolgen van beleidToelichting 3.2 Beleidsartikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroeiBudgettaire gevolgen van beleidToelichting 3.3 Beleidsartikel 3 ToekomstfondsBudgettaire gevolgen van beleidToelichting 3.4 Beleidsartikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatveranderingBudgettaire gevolgen van beleidToelichting 3.5 Beleidsartikel 5 Een veilig Groningen met perspectiefBudgettaire gevolgen van beleidToelichting 3.6 Beleidsartikel 6 Bijdrage Nationaal GroeifondsBudgettaire gevolgen van beleidToelichting 4 Niet-beleidsartikelen4.1 Artikel 40 Apparaat Kerndepartement4.2 Artikel 41 Nog onverdeeld5 Agentschappen5.1 Nederlandse Emissieautoriteit (NEa)5.2 Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl)
36 550 XIII Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2024 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)
Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING
Vergaderjaar 2023‒2024
A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL
Wetsartikelen 1 en 2
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2024 wijzigingen aan te brengen in:
1. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat;
2. de begrotingsstaat inzake de agentschappen van dit ministerie;
Vanwege de spoedeisende maatregelen is op 16 februari 2024 de tweede incidentele suppletoire begroting naar de Tweede Kamer verzonden. De behandeling in de Staten-Generaal heeft nog niet plaatsgevonden. Om deze reden is de in de begrotingsstaat opgenomen stand nog niet door de beide Kamers bekrachtigd. Vanwege de snelle opeenvolging van begrotingswetsvoorstellen, om het budgetrecht van de Staten Generaal te waarborgen, bevat de kolom ‘vastgestelde begroting’ zowel de vastgestelde stand bij ontwerpbegroting als de mutaties die bij incidentele suppletoire begrotingen zijn opgenomen.
De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
Mede namens de Minister voor Klimaat en Energie,
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,M.A.M.Adriaansens
B. BEGROTINGSTOELICHTING
1 Leeswijzer
Opbouw 1e suppletoire begroting 2024
Deze 1e suppletoire begroting geeft een geactualiseerd beeld van de begrotingsuitvoering 2024. Onderdeel B, de begrotingstoelichting, is als volgt opgebouwd:
1. Leeswijzer met onder andere een overzicht van de coronamaatregelen die op de begroting van het Ministerie van EZK zijn opgenomen.
2. Overzicht belangrijkste suppletoire uitgaven- en ontvangstenmutaties. De belangrijkste verplichtingenmutaties zijn toegelicht in de artikelen.
3. De beleidsartikelen. Voor ieder beleidsartikel is de tabel «Budgettaire gevolgen van beleid» opgenomen. Hierin zijn de begrotingsmutaties voor de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten weergegeven.In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden vanaf 2024 ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1e suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties tot en met t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt.
4. De niet-beleidsartikelen. In de budgettaire tabellen zijn de begrotingsmutaties voor de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten opgenomen.
5. De agentschappen. In deze 1e suppletoire begroting zijn de aanpassingen in de agentschapsparagrafen van de Nederlandse Emissieautoriteit (NEa) en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) opgenomen.
Ondergrenzen toelichtingen
Voor het toelichten van de begrotingsmutaties zijn in deze eerste suppletoire begroting de ondergrenzen gehanteerd zoals opgenomen in de onderstaande tabel.
Tabel 1 Ondergrenzen conform RBV
Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen
Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen)
Technische mutaties (ondergrens in € miljoen)
< 50
1
2
=> 50 en < 200
2
4
=> 200 < 1000
5
10
=> 1000
10
20
In sommige gevallen, waar politiek relevant, worden ook posten toegelicht beneden deze ondergrenzen.
Overzicht coronamaatregelen
Hieronder een overzicht van de coronamaatregelen met daarin de coronagerelateerde uitgaven vanuit de begroting van het Ministerie van EZK. Een uitgebreid overzicht is te vinden op Overheidsfinancien in coronatijd op Rijksfinancien.nl.
Tabel 2 Overzicht coronamaatregelen (bedragen x € 1 mln)
Artikel
Naam maatregel/regeling
Bedrag verplichtingen 2024
Bedrag uitgaven 2024
Bedrag ontvangsten 2024
Relevante Kamerstukken
2
Tegemoetkoming vaste lasten (TVL)
49
52
100
Kamerstuk 35 420, nr. 38, Kamerstuk 35 420, nr. 42, Kamerstuk 35 420, nr. 81, Kamerstuk 35 420, nr. 105, Kamerstuk 35 420, nr. 214, Kamerstuk 35 420, nr. 217, Kamerstuk 35 420, nr. 226, Kamerstuk 35 420, nr. 237, Kamerstuk 35 420, nr. 247, Kamerstuk 35 420, nr. 248, Kamerstuk 35 420, nr. 270, Kamerstuk 35 420, nr. 314, Kamerstuk 35 420, nr. 273, Kamerstuk 35 420, nr. 458, Kamerstuk 35 420, nr. 462, Kamerstuk 35 420, nr 466, Kamerstuk 35 420, nr. 479
2
Tegemoetkoming vaste lasten starters
1
1
Kamerstuk 35 420, nr. 217, Kamerstuk 35 420, nr. 479
2
Bedrijfssteun
42
Kamerstuk 35 420, nr. 72, Kamerstuk 35 420, nr. 105, Kamerstuk 35 420, nr. 252
2
Herstructurering winkelgebieden en binnensteden
24
16
Kamerstuk 31 757, nr. 105
2
Subsidieregeling R&D mobiliteitssectoren
33
Kamerstuk 35 420, nr. 248
2
Evenementenregeling
9
9
Kamerstuk 35 420, nr. 217, Kamerstuk 35 420, nr. 354, Kamerstuk 35 420, nr 454, Kamerstuk 35 420, nr 462
2
Qredits
30
Kamerstuk 35 420, nr. 2, Kamerstuk 35 420, nr. 16, Kamerstuk 35 420, nr. 105, Kamerstuk 35 420, nr. 217, Kamerstuk 35 420, nr. 277
2
Garantie ondernemersfinanciering (GO-Corona)
15
Kamerstuk 35 420, nr. 2, Kamerstuk 35 420, nr. 16, Kamerstuk 35 420, nr. 462
2
Bijdrage RVO.nl
9
9
Kamerstuk 35 420, nr. 2, Kamerstuk 35 420, nr. 38, Kamerstuk 35 420, nr. 105, Kamerstuk 35 420, nr. 217, Kamerstuk 35 420, nr. 248
2
Begrotingsreserve GO-Corona
21
Kamerstuk 35 420, nr. 2, Kamerstuk 35 420, nr. 16
3
Corona Overbruggingslening (COL)
30
Kamerstuk 35 420, nr. 16, Kamerstuk 35 420, nr. 38, Kamerstuk 35 420, nr. 42
3
Dutch Future Fund
13
Kamerstuk 33 009, nr. 96
3
Deep Tech Fund
50
Kamerstuk 33 009, nr. 96
3
Fonds Alternatieve Financiering (Dutch Alternative Credit Instrument)
26
Kamerstuk 33 009, nr. 96
Totaal
92
254
192
2 Beleid
2.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties
Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2024
Tabel 3 Belangrijkste suppletoire uitgavenmutaties 2024 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Artikelnummer
Uitgaven 2024
Uitgaven 2025
Uitgaven 2026
Uitgaven 2027
Uitgaven 2028
Uitgaven 2029
Vastgestelde begroting 20241
12.735.901
10.895.395
12.810.700
12.343.820
13.364.933
5.737.312
Belangrijkste suppletoire mutaties
Indirectie Kosten Compensatie ETS
2
186.000
Eindejaarsmarge Klimaatfonds
2+4
420.743
Ontwerp Meerjarenprogramma Klimaat 2025
2+4
60.569
424.331
558.099
395.316
409.216
400.616
Energiemaatregelen
2+4
297.461
5.387
2.703
DEI+
4
1.525
22.007
52.677
66.526
60.340
128.226
SDE- domein
4
629.945
37.632
‒ 1.862.620
‒ 1.673.959
‒ 1.230.031
‒ 574.630
ISDE
4
‒ 55.602
53.102
Warmtenetten Investeringssubsidie (WIS)
4
‒ 222.040
‒ 1.784
‒ 3.748
363
42.900
184.043
Norg akkoord
5
‒ 292.000
Schade afhandeling
5
‒ 108.634
23.913
284.144
‒ 155.008
1.893
102.071
Versterkingsoperatie
5
36.838
381.435
196.768
‒ 26.140
‒ 88.820
Vulmaatregelen gasopslag
5
‒ 240.000
0
233.000
Overhevelingen PEGA
4+5
167.235
286.473
156.541
122.989
118.144
58.163
Bijdrage aan EBN voor de kosten van schade en versterken Groningen
5
293.838
709.850
152.052
‒ 35.630
Voedingsartikel NGF
6
‒ 959.141
‒ 548.002
‒ 420.861
‒ 158.927
‒ 1.269.232
111.661
Loon- en prijsbijstelling
41
233.753
250.076
208.878
195.054
187.386
167.542
Overige mutaties
1.361.513
196.477
417.942
43.465
89.726
5.858.943
Stand 1e suppletoire begroting 2024
14.254.066
11.973.340
12.981.163
11.863.349
11.838.507
12.138.317
X Noot
1
Incl. ISB's, NvW en amendementen
Toelichting
Indirectie Kosten Compensatie ETS
Vanwege de gestegen energiekosten en ten behoeve van een level playing field voor de energie-intensieve industrie wordt de subsidieregeling voor compensatie van bedrijven voor hun Indirecte ETS kosten (IKC-ETS) wederom voor één jaar opengesteld. Deze regeling zal in 2024 worden opengesteld en compensatie uitkeren over de indirecte kosten in 2023. Dekking voor deze regeling in 2024 is gevonden binnen de subsidie Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE).
Eindejaarsmarge Klimaatfonds
Bij de 1e suppletoire begroting zijn klimaatfondsmiddelen toegevoegd die vorig jaar niet tot besteding zijn gekomen. Klimaatfondsmiddelen vallen onder het Investeringsplafond waardoor zij 100% eindejaarsmarge kennen. Hiermee kan klimaatbeleid worden voorgezet.
Ontwerp Meerjarenprogamma Klimaat 2025
Gelijktijdig met de Voorjaarsnota worden via het Meerjarenprogramma Klimaat 2025 toekenningen gedaan vanuit het Klimaatfonds. Voor het Ministerie van Economische zaken en Klimaat wordt totaal € 2,7 mld toegekend onder andere voor vergassingsprojecten (€ 500,0 mln), subsidieregeling warmtenetten (€ 972,5 mln), de ISDE (€ 218,1 mln), waterstofnetwerk op zee (€ 100,0 mln), voor gebiedsinvestering netten op zee (€ 500,0 mln) en nog meerdere maatregelen. Zie het Meerjarenprogramma Klimaatfonds 2025 voor meer informatie.
Energiemaatregelen
Deze post bevat drie energiemaatregelen namelijk, Tegemoetkoming Energiekosten (TEK), Prijsplafond en Tijdelijke Tegemoetkoming Blokaansluitingen (TTB). In 2024 wordt de TEK subsidie vastgesteld op basis van de energieprijzen uit 2023. De verwachting is dat de komende jaren nog kosten gemaakt worden voor nabetalingen onder andere ten aanzien van de vaststelling en uitvoeringskosten van RVO.Met ingang van 2024 is het prijsplafond definitief niet meer van kracht. Leveranciers leveren maandelijks nog jaar- en eindnota’s aan, zodat RVO de definitieve prijsplafondkortingen kan verrekenen met het door de leverancier ontvangen subsidievoorschot. In 2024 vinden er nog uitbetalingen plaats op basis van aanvragen voor de regeling TTB in 2023. Dit budget wordt opgehoogd met € 67,2 mln. Een deel van deze ophoging wordt veroorzaakt door aanvragen die eerder niet goed ingelezen waren.. Deze ophoging wordt daarnaast ook verklaard door een hoger gemiddeld subsidiebedrag per aanvraag dan eerder werd verwacht.
DEI+
De beleidsinzet die voorheen via de HER+ verliep, verloopt vanaf 2024 via de DEI+ en innovatieprogrammering van de Topsector Energie. Daarvoor wordt tot en met 2031 extra budget toegevoegd aan het DEI+-budget. Ook wordt vanuit artikel 2 van de EZK-begroting in totaal € 36 mln toegevoegd voor de DEI+-Industrie. Het Ministerie van BZK hevelt in totaal € 5,4 mln over ter financiering van de DEI+-Aardgasloze wijken. Tenslotte wordt in totaal over de periode 2026-2029 € 133,3 mln toegevoegd vanuit de SDE+ als voorfinanciering van de middelen die de DEI+ nog in de periode na 2029 moet terugontvangen van de subsidieregeling Opschaling volledig hernieuwbare waterstofproductie via elektrolyse (OWE).
SDE-domein
Het SDE- domein bestaat uit drie onderdelen namelijk, SDE, SDE+ en SDE++. Vanwege lagere energieprijzen dan initieel geraamd zijn de kosten voor de SDE hoger uitgevallen dan geraamd, deze worden in 2024 gefinancierd uit de ontvangsten (terugbetaalde subsidievoorschotten) en de ruimte binnen het SDE++-budget en in 2025 uit de reserve duurzame energie en klimaattransitie.Voor de SDE+-regeling en het flankerend beleid rond de SDE+(+) en Wind op zee worden extra middelen toegevoegd, deels gedekt uit ontvangsten van terugbetaalde subsidievoorschotten SDE/SDE+/SDE++, deels uit het budget van de SDE++. Daarnaast is er een tekort op het budget voor de bevoorschotting op de subsidie aan TenneT voor de aanleg van het net op zee. Dit wordt voor het grootste deel gedekt uit de SDE++ en voor een klein deel uit de reserve duurzame energie en klimaattransitie.Het SDE++ budget wordt enerzijds opgehoogd met middelen vanuit de reserve duurzame energie en klimaattransitie ter financiering van de kosten in 2024 voor de nadeelcompensatie van kolencentrales en anderzijds vindt een verschuiving van budget plaats naar de SDE.Vanuit de reserve duurzame energie, SDE+ en SDE++ worden middelen ingezet voor de continuering van de HER+ via de DEI+ en de TSE/MOOI. Het grootste deel wordt gedekt uit de beschikbare middelen van de SDE+.Voor de SDE+ en SDE++ geldt dat er middelen worden overgeheveld van de EZK-begroting naar de bestaande reservering op de Aanvullende Post voor stimulering duurzame energieproductie (SDE) en overig klimaatbeleid. Deze middelen worden gereserveerd voor toekomstige klimaatbesluitvorming.
ISDE
Het budget in 2024 is verlaagd met € 2,5 mln als gedeeltelijke dekking van het aandeel van EZK van € 5 mln in de tijdens de COP28 bekend gemaakte bijdrage van Nederland van € 15 mln aan het Loss and Damage Fund. Dit is een fonds gericht op het aanpakken van schade en verlies als gevolg van klimaatverandering. Daarnaast wordt de eindejaarsmarge via een schuif aan het budget voor 2026 toegevoegd, omdat er in 2024 en 2025 naar verwachting voldoende middelen beschikbaar zijn en de budgetten na 2025 (fors) lager zijn.
Warmtenetten Investeringssubsidie
De middelen van de openstellingen van de WIS 2023 en 2024 zijn in het juiste kasritme gezet met een kasschuif. Dit ritme is vastgesteld op basis van de meest recente prognose van de uitfinancieringsperiode van de WIS 2023 en 2024.
Norg akkoordConform de afspraken in het Norg akkoord betaalt de Staat een vergoeding aan NAM voor de gewijzigde inzet van gasopslag Norg. De geraamde uitgaven voor het Norg akkoord zijn naar beneden bijgesteld als gevolg van de lagere CPB gasprijs.
SchadeafhandelingDe raming voor de schadeafhandeling is door de uitvoeringsorganisatie (IMG) bijgesteld, op basis van geactualiseerde verwachtingen over de nieuwe wijze van schadeafhandeling die op 6 oktober 2023 is aangekondigd (Kamerstukken II, 2023-2024, 35 561, nr. C). Op basis van deze raming is de EZK-begroting met t/m 2029 cumulatief € 148 mln bijgesteld.
VersterkingsoperatieDe raming voor de versterkingsoperatie is geactualiseerd aan de hand van het Meerjarenversterkingsplan (MJVP) van uitvoerder Nationaal coördinator Groningen (NCG). De raming loopt tot en met 2028 in verband met de geplande afronding van de versterkingsoperatie in 2028. De NCG is gevraagd een analyse te doen naar de haalbaarheid van de afronding van de versterking in 2028 (Kamerstuk II, 2023-2024, 33 529, nr. 1227). Op basis van deze raming is de EZK-begroting t/m 2029 cumulatief met ca. € 500 mln bijgesteld.
Vulmaatregel gasopslag
In lijn met de lange termijnvisie gasopslagen zal EBN ook in het vulseizoen 2025-2026 weer gas opslaan in de gasopslag Bergermeer. De verplichting hiervoor wordt dit jaar al aangegaan om EBN binnen de gestelde kaders maximaal de ruimte te geven om gas in de opslag te houden. Het uitgavenbudget 2025 wordt hiervoor met € 233 mln opgehoogd. Tegelijkertijd wordt het budget 2024 met € 240 mln verlaagd, omdat de regeling van RVO voor het vullen van gasopslagen niet meer wordt opengesteld: hierdoor valt het hiervoor in 2024 gereserveerde kasbudget van € 240 mln vrij.
Overhevelingen PEGAVoor diverse maatregelen uit Nij Begun (de kabinetsreactie op PEGA) worden middelen opgevraagd van de Aanvullende Post. In de toelichting op artikel 5 is een overzichtstabel opgenomen (tabel 24). De nog resterende middelen blijven beschikbaar op de Aanvullende Post voor Groningen en zullen later worden opgevraagd.
Bijdrage aan EBN voor de kosten van schade en versterken GroningenDe kosten voor schade en versterken worden (exclusief btw) doorbelast aan de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM), die namens de Maatschap (NAM en beleidsdeelneming EBN) verantwoordelijk is voor de kosten voor schade en versterken. In lijn met de economische verhoudingen binnen de Maatschap komt 40% van de kosten voor rekening van EBN. Op basis van de actualisatie van de ramingen voor schade en versterken is de bij EBN aanwezige voorziening niet toereikend om het EBN-deel van de geraamde uitgaven voor schade en versterken te voldoen. Om die reden wordt vanaf 2026 in de Rijksbegroting een bijdrage aan EBN opgenomen voor de kosten van schade en versterken Groningen, cumulatief € 1.610 mln tot en met 2029, wat resulteert in een tegenvaller van € 1.120 mln. De omvang van deze bijdrage wordt verklaard doordat de NAM uitgaat van lagere kosten voor NAM voor schade en versterken dan de Staat, en omdat de voorziening bij EBN op de inschatting van NAM is gebaseerd.
Voedingsartikel NGF
Op het voedingsartikel van het Nationaal Groeifonds worden verschillende mutaties doorgevoerd, om aansluiting te behouden met de fondsbegroting. Onderdeel hiervan is de uitname voor investeringen in de Nederlandse halfgeleidersector (microchipsector). Het kabinet heeft in het voorjaar middelen ter beschikking gesteld om in deze sector knelpunten aan te pakken, ter bevordering van het ondernemingsklimaat en ter bevordering van het duurzaam verdienvermogen en de economische veiligheid van Nederland. De middelen zijn bestemd voor verschillende maatregelen op het gebied van woningbouw, infrastructuur en onderwijs in de regio Eindhoven. Hiervoor wordt cumulatief € 1,279 mld uit het budget van het Nationaal Groeifonds gehaald. Daarnaast wordt bij 1e suppletoire begroting het amendement Erkens c.s. verwerkt. Bij de behandeling van het Belastingplan 2024 heeft de Tweede Kamer ermee ingestemd om de accijns op benzine, diesel en LPG per 1 januari 2024 niet te verhogen. Ter dekking hiervan is € 1,212 mld aan het Nationaal Groeifonds onttrokken in 2028. Tenslotte worden er verschillende omzettingen verwerkt, welke in detail worden toegelicht onder beleidsartikel 6 van de 1e suppletoire begroting van EZK, en in de 1e suppletoire begroting van het NGF.
Loon- en prijsbijstelling
Bij Voorjaarsnota 2024 is de loon- en prijsbijstellingstranche 2024 uitgedeeld. De loonbijstelling betreft de vergoeding voor de stijging van de contractloonontwikkeling en de stijging van de sociale lasten voor de overheidswerkgever. De prijsbijstelling betreft de verwerking van de stijging van de diverse prijsindexen. De loon- en prijsbijstellingstranche 2024 zal bij de eerst volgende begrotingsronde uitgedeeld worden aan de relevante loon- en prijsgevoelige onderdelen
Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2024
Tabel 4 Belangrijkste suppletoire ontvangstenmutaties 2024 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Artikelnummer
Ontvangsten 2024
Ontvangsten 2025
Ontvangsten 2026
Ontvangsten 2027
Ontvangsten 2028
Ontvangsten 2029
Vastgestelde begroting 20241
5.789.765
5.351.333
4.924.322
7.856.346
6.229.519
1.920.000
Belangrijkste suppletoire mutaties
Onttrekking reserve duurzame energie en klimaattransitie
4
541.322
70.662
Heffing gasleveringszekerheid
4
‒ 148.475
‒ 1.750
‒ 1.750
‒ 1.750
146.725
ETS-ontvangsten
4
‒ 550.000
‒ 550.000
‒ 650.000
‒ 950.000
‒ 850.000
‒ 750.000
Terugontvangsten Prijsplafond
4
109.000
Ontvangsten NAM versterkingsoperatie
5
22.749
326.767
129.197
Ontvangsten NAM schadeafhandeling
5
413.063
255.143
416.449
597.289
48.036
101.769
Dividenduitkering EBN
5
‒ 446.000
‒ 541.000
‒ 374.000
‒ 270.000
‒ 197.000
‒ 158.000
Ontvangsten Mijnbouwwet
5
‒ 280.000
‒ 330.000
‒ 220.000
‒ 90.000
10.000
10.000
Overige mutaties
291.447
94.273
87.135
23.887
‒ 69.772
3.103.737
Stand 1e suppletoire begroting 2024
5.868.597
4.224.685
4.508.923
7.294.969
5.169.033
4.374.231
X Noot
1
Incl. ISB's, NvW en amendementen
Toelichting
Onttrekking reserve duurzame energie en klimaattransitie
De begrotingsreserve Duurzame Energie en klimaattransitie wordt aangesproken om de hogere kosten voor de SDE-regeling te bekostigen als gevolg van lagere energieprijzen dan geraamd in 2025. Ook zijn er in 2024 hogere uitgaven dan geraamd voor de subsidie aan TenneT voor de aanleg van het net op Zee. De uitgaven voor de nadeelcompensatie kolenmaatregelen komen in 2024 tot betaling, waardoor deze ook onttrokken moeten worden uit de reserve. Er worden in 2024 en 2025 ook middelen onttrokken aan de reserve voor de continuering van de HER+ via de DEI+ en TSE/MOOI. Voor verdere toelichting zie deze posten.
Heffing gasleveringszekerheid
De kosten voor de vulmaatregelen worden via een opslag op de transporttarieven van GTS doorbelast aan gasgebruikers in binnen- en buitenland. Er waren het afgelopen jaar geen kosten voor de RVO vulmaatregel, daarom worden ook de ontvangsten uit de heffing naar beneden bijgesteld. Daarnaast worden de inkomsten gerelateerd aan de vultaak van EBN voor het vulseizoen 2025-2026 (€ 233 mln, zie bij Uitgaven) toegevoegd aan de ontvangstenraming. De heffing kan op zijn vroegst in 2026 in werking treden, vandaar dat de hele reeks een jaar opschuift.
ETS-ontvangsten
De ETS-prijs is sterk gedaald ten opzichte van de vorige raming. Dit komt onder andere door een hele sterke daling van de vraag naar emissierechten (o.a. door aanhoudende hoge fossiele energieprijzen), gecombineerd met een historische daling van de emissies van de Europese elektriciteitssector (die goed is voor ongeveer de helft van de ETS-emissies) met 25% in één jaar. Er zijn daardoor meer rechten dan nodig en dit doet de prijs dalen. De ontvangstenraming voor de jaren 2024 en verder is daarom aanzienlijk naar beneden bijgesteld.
Terugontvangsten Prijsplafond
RVO verwacht over 2024 in totaal € 109 mln aan te veel betaalde voorschotten in het kader van het prijsplafond 2023.
Ontvangsten NAM versterkingsoperatieDe uitgaven voor de versterkingsoperatie worden via een heffing bij NAM in rekening gebracht. Jaarlijks worden de geraamde uitgaven voor de versterkingsoperatie bijgesteld. Dat leidt ook tot een bijstelling van de geraamde ontvangsten.
Ontvangsten NAM schadeafhandelingDe uitgaven voor de schadeafhandeling worden via een heffing bij NAM in rekening gebracht. Als gevolg van de bijstelling van de uitgaven voor fysieke schade worden ook de geraamde ontvangsten van NAM bijgesteld. De omvang van de totale bijstelling wordt mede verklaard doordat in de jaarlijkse actualisatie ook de ontvangsten zijn ingeboekt die volgen uit de nieuwe wijze van schadeafhandeling die op 6 oktober 2023 is aangekondigd (Kamerstuk II, 2023-2024, 35 561, nr. C). Via een Nota van Wijziging op de ontwerpbegroting 2024 zijn destijds enkel de uitgaven bijgesteld. In deze eerste suppletoire begroting worden ook de met de nieuwe schadeafhandeling samenhangende ontvangsten bijgesteld. Daarnaast komen in 2024 ook ontvangsten binnen die aanvankelijk geraamd waren voor 2023.
Dividenduitkering EBN De geraamde ontvangsten aan dividend EBN worden bijgesteld voornamelijk vanwege de lagere CPB gasprijsraming en de verwachte lagere winning.
Ontvangsten Mijnbouwwet De geraamde ontvangsten Mijnbouwwet worden bijgesteld naar aanleiding van de meest recente CPB gasprijsraming en de verwachte lagere winning.
3 Beleidsartikelen
3.1 Beleidsartikel 1 Goed functionerende economie en markten
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 5 Budgettaire gevolgen van beleid art. 1 Goed functionerende economie en markten (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting 2024 (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB's (2)
Vastgestelde begroting 2024 (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2025
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Verplichtingen
365.226
61.000
426.226
59.026
485.252
401
‒ 1.101
‒ 2.044
‒ 1.044
326.084
Uitgaven
365.745
41.000
406.745
10.471
417.216
2.563
1.177
361
3.801
325.678
Subsidies (regelingen)
52.523
41.000
93.523
3.826
97.349
0
0
0
0
8.500
Cyber security
202
202
1.009
1.211
Subsidiemaatregel telecom Caribisch Nederland
7.800
7.800
7.800
3.500
EU-cofinanciering Digital Europe
9.900
9.900
‒ 1.890
8.010
5.000
Beter aanbesteden
0
295
295
NGF - project AiNed
28.589
28.589
4.460
33.049
NGF - project Nationaal Onderwijslab
6.032
6.032
‒ 48
5.984
NGF - project 6G Future Network Services
41.000
41.000
41.000
Opdrachten
48.733
0
48.733
‒ 9.760
38.973
‒ 487
‒ 371
‒ 139
2.301
50.597
Onderzoek&opdrachten
9.270
9.270
‒ 1.369
7.901
‒ 1.163
‒ 1.163
‒ 638
‒ 638
3.610
Beleidsvoorbereiding en evaluaties Veiligheid en Frequenties
3.646
3.646
222
3.868
676
792
499
2.939
5.068
Digital trust centre
6.739
6.739
‒ 982
5.757
7.875
Cyber security
11.500
11.500
‒ 2.755
8.745
12.901
ICT beleid
7.837
7.837
‒ 3.193
4.644
8.612
CSIRT - DSP
6.031
6.031
‒ 84
5.947
12.531
Nationaal Groeifonds
2111
2.111
2.111
Vervolgprogramma beter aanbesteden
1.599
1.599
‒ 1.599
0
Bijdrage aan agentschappen
61.907
0
61.907
12.160
74.067
0
0
0
0
65.995
Bijdrage RVO.nl
13.656
13.656
12.160
25.816
11.365
Bijdrage RDI
48.251
48.251
48.251
54.630
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
198.035
0
198.035
3.513
201.548
3.050
1.548
500
1.500
196.024
Bijdrage Metrologie
12.330
12.330
12.330
12.330
Raad voor de Accreditatie
1.326
1.326
260
1.586
90
467
Bijdrage ACM
848
848
848
848
Bijdrage aan het CBS
183.531
183.531
3.253
186.784
2.960
1.548
500
1.500
182.379
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
4.547
0
4.547
732
5.279
0
0
0
0
4.562
Bijdrage Nederlands Normalisatie Instituut
1.405
1.405
1.405
1.405
Bijdrage aan internationale organisaties
3.142
3.142
732
3.874
3.157
Ontvangsten
74.579
0
74.579
74
74.653
395
500
614
740
48.235
Ontvangsten ACM
162
162
162
162
Ontvangsten High Trust
40.200
40.200
40.200
44.700
Diverse ontvangsten
34.217
34.217
74
34.291
395
500
614
740
3373
Tabel 6 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting 2024 (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB's (2)
Vastgestelde begroting 2024 (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2025
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Verplichtingen
365.226
61.000
426.226
59.026
485.252
401
‒ 1.101
‒ 2.044
‒ 1.044
326.084
waarvan garantieverplichtingen
waarvan overige verplichtingen
365.226
61.000
426.226
59.026
485.252
401
‒ 1.101
‒ 2.044
‒ 1.044
326.084
Budgetflexibiliteit
Het percentage juridisch verplicht en bestuurlijk gebonden is 99,1%. Dit is ongeveer 0,7% hoger dan bij de ontwerpbegroting 2024. Dit heeft te maken met reeds aangegane verplichtingen bij onder andere de onderzoeksbudgetten.
Toelichting
Verplichtingen
De verhoging van het verplichtingbudget met € 59,0 mln wordt voornamelijk veroorzaakt door de opgevraagde eindejaarsmarge van € 38,3 mln voor het NGF-project AiNed en een verplichtingenschuif van € 11,8 mln bij de Bemiddelingsdienst voor doven en slechthorenden. In 2024 wordt de verplichting voor de Bemiddelingsdienst voor doven en slechthorenden meerjarig aangegaan. Hiervoor dient het verplichtingbudget tot en met 2028 naar 2024 geschoven te worden.
Uitgaven
Bijdrage Baten-Lastendiensten
Bijdrage RVO.nl
Voor de opdracht aan RVO voor het jaar 2024 heeft er een overheveling van middelen plaatsgevonden, ter hoogte van € 12,2 mln. Deze middelen bestaan uit uitvoeringskosten van onder meer het Nationaal Groeifonds, het Programmbureau Cybersecurity Dcypher en de subsidieregeling Beter aanbesteden.
3.2 Beleidsartikel 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 7 Budgettaire gevolgen van beleid art. 2 Bedrijvenbeleid: innovatie en ondernemerschap voor duurzame welvaartsgroei (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting 2024 (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB's (2)
Vastgestelde begroting 2024 (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2025
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Verplichtingen
2.912.997
434.000
3.346.997
1.343.367
4.690.364
36.425
79.469
‒ 46.582
‒ 4.281
2.335.386
Uitgaven
2.268.712
88.700
2.357.412
795.799
3.153.211
‒ 17.435
201.419
21.732
52.391
1.279.553
Subsidies (regelingen)
1.097.061
78.700
1.175.761
672.125
1.847.886
‒ 13.677
85.149
25.324
41.077
241.901
MKB-Innovatiestimulering Topsectoren (MIT)
23.250
23.250
‒ 14.749
8.501
‒ 8.962
‒ 8.962
42.361
Eurostars
22.269
22.269
22.269
21.736
Bevorderen ondernemerschap
19.395
19.395
‒ 3.384
16.011
‒ 15
‒ 15
‒ 15
‒ 35
17.768
Cofinanciering EFRO
31.977
31.977
31.977
24.077
Bijdrage aan ROM's
11.049
4.000
15.049
15.049
11.049
Verduurzaming industrie
79.322
79.322
9.372
88.694
‒ 200
‒ 750
‒ 6.450
‒ 2.150
83.700
Startup beleid
12.136
12.136
‒ 4.682
7.454
‒ 835
1.965
1.155
Urgendamaatregelen Industrie
11.940
11.940
11.940
Invest-Nl
11.625
11.625
150
11.775
11.625
Tegemoetkoming vaste lasten
0
52.000
52.000
Europees Defensie Fonds cofinanciering
5.000
5.000
5.000
Tegemoetkoming vaste lasten Startersregeling
0
1.003
1.003
Infrastructuur duurzame industrie (PIDI)
0
1.150
1.150
4.098
Herstructurering winkelgebieden
16.388
16.388
‒ 989
15.399
6.038
R&D mobiliteitssectoren
33.100
33.100
33.100
SEG
0
6.900
6.900
NGF - project Groenvermogen van de Nederlandse economie
84.879
84.879
383.058
467.937
NGF - project Health-RI
12.000
12.000
12.000
NGF - project RegMed XB
10.649
10.649
‒ 4.950
5.699
NGF - project QuantumDeltaNL
127.818
127.818
‒ 1
127.817
NGF - project Oncode-PACT
49.963
49.963
20.958
70.921
NGF - project Circulaire Plastics
23.040
23.040
69.167
92.207
NGF - project NXTGEN HIGH TECH
78.220
78.220
14.825
93.045
NGF - project PhotonDelta
67.125
67.125
30.758
97.883
‒ 13.000
13.000
NGF - project Opschaling PPS beroepsonderwijs
39.189
39.189
2.994
42.183
NGF - project Biobased Circular
21.700
21.700
21.700
NGF - project Material Independence & Circular Batteries
53.000
53.000
5.359
58.359
6.921
17.968
9.658
Indirecte Kosten Compensatie ETS
0
186.000
186.000
IPCEI Cloudinfrastructuur en services
20.642
20.642
‒ 9.257
11.385
‒ 7.017
‒ 4.768
12.450
10.317
8.035
IPCEI Micro elektronica
143.088
143.088
‒ 105.072
38.016
‒ 67.454
85.198
24.606
47.150
15.290
Aanvullende tegemoetkoming evenementen
0
1.900
1.900
Investeringen Verduurzaming Industrie - Klimaatfonds
134.210
134.210
‒ 4.200
130.010
‒ 13.936
‒ 21.390
‒ 16.080
‒ 14.205
‒ 7.965
EuroHPC
10.193
10.193
10.193
EuroQCI
5.606
5.606
5.606
Tegemoetkoming Energiekosten
0
23.190
23.190
5.387
2.703
Qredits duurzaamheid
0
10.000
10.000
Brexit Adjustment Reserve
0
425
425
81.136
Ruimte voor economie / bedrijventerreinen
2.789
2.789
2.789
Overig
10.199
10.199
200
10.399
200
200
8.187
Leningen
30.000
0
30.000
0
30.000
0
0
0
0
0
Qredits
30.000
30.000
30.000
NGF project PhotonDelta leningen
0
0
Garanties
87.945
10.000
97.945
‒ 10.000
87.945
‒ 10.000
‒ 10.000
0
0
56.345
BMKB
42.228
42.228
42.228
35.628
Groeifaciliteit
8.972
8.972
8.972
8.972
Garantie Ondernemersfinanciering
11.745
11.745
11.745
11.745
Garantie Ondernemersfinanciering Corona
25.000
25.000
‒ 10.000
15.000
‒ 10.000
‒ 10.000
MKB Financiering
10.000
10.000
10.000
Opdrachten
23.052
0
23.052
1.329
24.381
22.606
32.281
22.106
11.706
9.338
Onderzoek en opdrachten
6.170
6.170
‒ 325
5.845
4.432
Caribisch Nederland
847
847
‒ 57
790
‒ 47
‒ 47
‒ 47
‒ 47
774
Regeldruk
2.450
2.450
‒ 114
2.336
‒ 114
‒ 114
‒ 114
‒ 114
2.450
Budget Samenwerking regio
815
815
400
1.215
665
Small Business Innovation Research
150
150
150
Stikstofaanpask piekbelasters industrie
11.500
11.500
1.725
13.225
21.750
31.425
21.250
10.850
Verduurzaming industrie
1.120
1.120
‒ 300
820
1.017
1.017
1.017
1.017
1.017
Bijdrage aan agentschappen
122.915
0
122.915
50.939
173.854
1.367
1.170
380
380
101.003
Bijdrage RVO.nl
122.170
122.170
50.939
173.109
1.367
1.170
380
380
100.258
Bijdrage RDI
745
745
745
745
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
380.925
0
380.925
30.218
411.143
18.908
18.159
14.038
11.438
358.877
Bijdrage aan TNO
209.862
209.862
14.962
224.824
5.083
4.121
0
0
191.390
Kamer van Koophandel
142.917
142.917
15.256
158.173
13.825
14.038
14.038
11.438
139.796
Bijdrage aan NWO-TTW
28.146
28.146
28.146
27.691
Bijdrage aan medeoverheden
20.386
0
20.386
11.949
32.335
8.962
8.962
0
0
0
MKB Innovatiestimulering Topsectoren (MIT)
20.386
20.386
11.949
32.335
8.962
8.962
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
506.428
0
506.428
39.239
545.667
‒ 45.601
65.698
‒ 40.116
‒ 12.210
512.089
Internationaal Innoveren
55.539
55.539
55.539
75.536
PPS toeslag
200.686
200.686
‒ 4.775
195.911
187.161
TO2 (excl. TNO)
60.234
60.234
1.530
61.764
58.912
Topsectoren overig
13.796
13.796
‒ 1.502
12.294
‒ 670
‒ 528
‒ 528
‒ 80.907
25.204
Ruimtevaart (ESA)
83.719
83.719
‒ 345
83.374
80.668
Bijdrage NBTC
10.169
10.169
35
10.204
35
35
35
35
9.204
Overige bijdragen aan organisaties
6.061
6.061
371
6.432
6.061
Economische ontwikkeling en technologie
5.514
5.514
5.514
10.868
EU-cofinanciering JTF
17.730
17.730
17.730
156
Faciliteiten toegepast onderzoek TO2 en RKI
43.250
43.250
43.925
87.175
‒ 44.966
66.191
‒ 39.623
68.662
58.319
NGF project NXTGEN Ruimtevaart
9.730
9.730
9.730
Ontvangsten
258.597
10.000
268.597
36.938
305.535
34.916
32.854
8.042
0
117.489
Luchtvaartkredietfaciliteit
863
863
863
Rijksoctrooiwet
45.966
45.966
45.966
47.666
Eurostars
4.250
4.250
4.250
4.000
F-35
10.576
10.576
10.576
10.576
Diverse ontvangsten
1.242
10.000
11.242
‒ 10.000
1.242
1.247
Bedrijfssteun
41.700
41.700
41.700
Tegemoetkoming vaste lasten
0
100.000
100.000
BMKB
33.000
33.000
33.000
33.000
BMKB groen
0
0
Groeifaciliteit
8.000
8.000
8.000
8.000
Garantie Ondernemingsfinanciering
13.000
13.000
13.000
13.000
Onttrekking reserve Garantie Ondernemingsfinanciering
0
0
20.750
20.750
Tegemoetkoming Energiekosten
100.000
100.000
‒ 73.812
26.188
34.916
32.854
8.042
Brexit Adjustment Reserve
0
0
Tabel 8 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting 2024 (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB's (2)
Vastgestelde begroting 2024 (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2025
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Verplichtingen
2.912.997
434.000
3.346.997
1.343.367
4.690.364
36.425
79.469
‒ 46.582
‒ 4.281
2.335.386
waarvan garantieverplichtingen
1.250.000
10.000
1.260.000
25.000
1.285.000
1.250.000
waarvan overige verplichtingen
1.662.997
424.000
2.086.997
1.318.367
3.405.364
36.425
79.469
‒ 46.582
‒ 4.281
1.085.386
Budgetflexibiliteit
De budgetflexibiliteit naar aanleiding van de wijzigingen uit de 1e suppletoire begroting is ongeveer 46%. Dit betekent dat 54% van het beschikbare kasbudget juridisch verplicht is. Van de 46% van de flexibele budgetten is 35% bestuurlijk gebonden. Dit betreft onder andere budgetten voor NGF-projecten. De resterende 10% is beleidsmatig gereserveerd.
Vergeleken met de stand uit de Ontwerpbegroting 2024 is het percentage juridisch verplicht gedaald met 5%. Dit komt onder andere door de toekenning van middelen voor twee nieuwe NGF-projecten via een Nota van Wijziging op de Ontwerpbegroting 2024 en aanvullende budgetten voor de afwikkeling van coronamaatregelen. Hierdoor is ook het percentage van bestuurlijk gebonden budgetten gestegen van 20% bij de Ontwerpbegroting naar 35%. Het percentage voor de beleidsmatig gereserveerde budgetten is met 11% gedaald ten opzichte van de Ontwerpbegroting 2024.
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget in 2024 is opgehoogd met 1,34 mld. Dit is het saldo van met name de volgende mutaties:
– Voor de volgende NGF-projecten wordt het verplichtingenbudget dat in 2023 niet is besteed weer beschikbaar gesteld voor dezelfde doelen en uitgaven via de eindejaarsmarge over 2023. Hierdoor is het verplichtingenbudget voor de NGF-projecten Groenvermogen (€ 327,3 mln), Circulaire Plastics (€ 84,2 mln), NXTGEN HIGH TECH (€ 29,7 mln), PhotonDelta (€ 40,8 mln), en Opschaling PPS beroepsonderwijs (€ 17,1 mln) opgehoogd.
– Voor de verlenging van de Indirectie Kosten Compensatie ETS is € 186 mln verplichtingen budget toegevoegd. Vanwege de gestegen energiekosten en ten behoeve van een level playing field voor de energie-intensieve industrie wordt de subsidieregeling voor compensatie van bedrijven voor hun Indirecte ETS kosten (IKC-ETS) wederom voor één jaar opengesteld. Deze regeling zal in 2024 worden opengesteld en compensatie uitkeren over de indirecte kosten in 2023.
– Voor de Klimaatfondsmiddelen voor de Verduurzaming Industrie is de Eindejaarsmarge over 2023 toegevoegd aan het budget van 2024 van in totaal € 107,5 mln. Hiernaast wordt er € 30 mln aan verplichtingenbudget afgeboekt ten behoeve van de dekking voor de beschikking aan Yara uit 2023 voor het CCS-project in het kader van de bredere Maatwerkaanpak Industrie. Per saldo wordt het verplichtingenbudget voor dit instrument daarom opgehoogd met € 75,2 mln.
– Voor een aantal specifieke (bovenwettelijke) stikstofmaatregelen op het gebied van industrie, bouw en mobiliteit is er in totaal € 87 mln beschikbaar gesteld vanuit LNV. Specifiek voor de industrie wordt hier invulling aangegeven middels de Stikstofaanpak Piekbelasters Industrie. Een groot gedeelte van deze middelen (€ 67 mln) wordt ingezet voor een bredere en algemene aanpak, namelijk de Aanpak Piekbelasters Industrie (API). Hiermee is de bedoeling dat middels een specifieke biedingsprocedure projecten worden uitgevoerd voor het reduceren van ammoniakemissies. Een ander deel (€ 20 mln) wordt nu al ingezet voor een specifieke bovenwettelijk stikstofreductiemaatregel in de ammoniakemissies.
– Het verplichtingenbudget voor de Brexit Adjustment Reserve is in 2025 opgehoogd met per saldo € 81,1 mln. Dit betreft onder andere een overheveling van LNV van niet bestede middelen bij LNV van in totaal € 63 mln, het opvragen van de Eindejaarsmarge over 2023 van € 9,7 mln, en het opvragen van de resterende middelen op de Aanvullende Post bij Financiën voor de uitvoeringskosten omtrent de BAR van € 8,4 mln. In 2025 zal naar verwachting de verrekening met de EU plaatsvinden via EZK als coördinerend departement.
– Voor de Tegemoetkoming vaste lasten (TVL) is het verplichtingenbudget opgehoogd met € 49 mln in 2024 om te kunnen voldoen aan nog lopende bezwaar- en beroepzaken.
– Het verplichtingenbudget voor Qredits is met € 25 mln verhoogd binnen het garantie-instrument MKB Financiering. De afgelopen 15 jaar heeft Qredits zich ontwikkeld tot een professionele kredietverstrekker voor starters en kleine ondernemers in Nederland, een doelgroep die minder toegang heeft tot financiering. Om aan de krediet aanvraag van het micro- en kleinbedrijf te blijven voldoen heeft Qredits het voornemen om een nieuwe lening van € 50 mln op te halen bij de Europese Investeringsbank (EIB). De Staat zal voor 50% garant staan voor deze lening nadat het toetsingskader is goedgekeurd door de Ministerraad. Met deze nieuwe garantie blijft het garant gestelde bedrag onder het eerder vastgestelde garantieplafond van € 130 mln.
– Voor de Tegemoetkoming Energiekosten (TEK) is er een ramingsbijstelling geweest. Het verplichtingenbudget is met € 19,8 mln opgehoogd. In 2024 wordt de TEK subsidie vastgesteld op basis van de 2023 energieprijzen. Ondernemers hadden op basis van de TEK, in afwachting van de vaststelling, recht op een voorschot van 35% van de maximale subsidie. De verwachting is dat de komende jaren nog kosten gemaakt worden voor nabetalingen onder andere ten aanzien van de vaststelling en uitvoeringskosten van de RVO.
– Het verplichtingenbudget voor de Rijksbijdrage aan TNO is opgehoogd met € 14,5 mln. Dit als gevolg van aanvullende onderzoeksvragen en -opdrachten vanuit verschillende departementen welke TNO uitvoert.
– Vanuit het Klimaatfonds is € 10 mln beschikbaar gesteld voor een rentesubsidie voor duurzaamheidsleningen tot max. € 50.000 voor het klein mkb ter stimulering van verduurzaming en energiebesparing. Met deze subsidie kan Qredits duurzaamheidsleningen aanbieden met een lage rente in lijn met het amendement 15 De Jong en Aartsen op de EZK Ontwerpbegroting 2024.
Uitgaven
Subsidies
MKB-Innovatiestimulering Topsectoren (MIT)
De MIT-regeling kent een centraal, en een decentraal deel. Het decentrale deel wordt uitgevoerd door de provincies. Het Rijk hevelt hiervoor middelen over aan de provincies middels een specifieke uitkering (SPUK). De uitbetaling van deze SPUK gebeurt vanaf het instrument MKB-Innovatiestimulering Topsectoren (MIT) onder de categorie 'Bijdragen aan medeoverheden'.
Tegemoetkoming vaste lasten
Betreft een bijgestelde raming van € 52 mln voor de Tegemoetkoming vaste lasten (TVL) om te voldoen aan lopende beroep- en bezwaarzaken die nog gegrond verklaard kunnen worden. De berekening voor deze aanvullende middelen is gebaseerd op de reeds afgewikkelde beroep- en bezwaarzaken, waarvan 46% gegrond is verklaard.
NGF-project Groenvermogen van de Nederlandse economie
Voor het NGF-project Groenvermogen zijn alle niet bestede middelen uit 2023 (€ 284,3 mln) toegevoegd aan het budget voor 2024 via de specifieke eindejaarsmarge die voor alle NGF-projecten geldt. Ook is er een toekenning van € 99 mln uit het Nationaal Groeifonds overgeheveld vanuit de NGF-begroting. Tevens worden de uitvoeringskosten (€ 0,2 mln) voor dit NGF-project naar het RVO-instrument overgeheveld. Per saldo wordt hierdoor het kasbudget voor 2024 opgehoogd met € 383,1 mln.
NGF-project Oncode-PACT
Voor het NGF-project Oncode-PACT zijn alle niet bestede middelen uit 2023 (€ 20,9 mln) toegevoegd aan het budget voor 2024 via de specifieke eindejaarsmarge die voor alle NGF-projecten geldt.
NGF-project Circulaire Plastics
Voor het NGF-project Circulaire Plastics zijn alle niet bestede middelen uit 2023 (€ 69,2 mln) toegevoegd aan het budget voor 2024 via de specifieke eindejaarsmarge die voor alle NGF-projecten geldt.
NGF-project NXTGEN HIGH TECH
Voor het NGF-project NXTGEN HIGH TECH zijn alle niet bestede middelen uit 2023 (€ 14,8 mln) toegevoegd aan het budget voor 2024 via de specifieke eindejaarsmarge die voor alle NGF-projecten geldt.
NGF-project PhotonDelta
Voor het NGF-project PhotonDelta zijn alle niet bestede middelen uit 2023 (€ 30,7 mln) toegevoegd aan het budget voor 2024 via de specifieke eindejaarsmarge die voor alle NGF-projecten geldt.
Indirectie Kosten Compensatie ETS
Vanwege de gestegen energiekosten en ten behoeve van een level playing field voor de energie-intensieve industrie wordt de subsidieregeling voor compensatie van bedrijven voor hun Indirecte ETS kosten (IKC-ETS) wederom voor één jaar opengesteld. Deze regeling zal in 2024 worden opengesteld en compensatie uitkeren over de indirecte kosten in 2023. Dekking voor deze regeling in 2024 is gevonden binnen de subsidie Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE).
Verduurzaming industrie
Dit betreft het saldo van verschillende begrotingsmutaties op instrumenten voor de Verduurzaming van de Industrie waaronder toevoeging van een bedrag van € 9 mln voor verduurzaming MKB (voortzetting SVM). Een overheveling naar het Provinciefonds voor de uitbreiding van de expertpool vergunningen bij de omgevingsdienst in het kader van de Maatwerkaanpak (€ 5,8 mln), uit het Klimaatfonds zijn middelen vrijgemaakt voor Biobased Bouwen (€ 4,2 mln). Verder betreft het overheveling van budget voor de DEI+ regeling (€ 40 mln) naar artikel 4 van de EZK-begroting en middelen voor de uitvoering van TSE-haalbaarheidsstudies en de overboeking van budget voor uitvoeringskosten RVO (€ 5,1 mln).
IPCEI Cloudinfrastructuur en services
Voor het project IPCEI Cloudinfrastructuur en services (CIS) is het kas- en verplichtingenritme aangepast. De beschikking is in 2023 afgegeven en de uitfinanciering is recent gestart na afronding van het vertraagde (pre-)notificatietraject van de Europese Commissie. Het ritme is aangepast op basis van de verwachte uitfinancieringsperiode, welke langer doorloopt dan initieel geraamd.
IPCEI Micro elektronica
Voor het project IPCEI Micro elektronica (ME2) is het kas- en verplichtingenritme aangepast. De uitfinanciering is recent gestart na afronding van het vertraagde (pre-)notificatietraject van de Europese Commissie. Het ritme is aangepast op basis van de verwachte uitfinancieringsperiode, welke langer doorloopt dan initieel geraamd.
Tegemoetkoming Energiekosten
In 2024 wordt de Tegemoetkoming Energiekosten (TEK) subsidie vastgesteld op basis van de energieprijzen uit 2023. Ondernemers hadden op basis van de TEK, in afwachting van de vaststelling, recht op een voorschot van 35% van de maximale subsidie. De verwachting is dat de komende jaren nog kosten gemaakt worden voor nabetalingen onder andere ten aanzien van de vaststelling en uitvoeringskosten van RVO.
Brexit Adjustment Reserve
Voor de Brexit Adjustment Reserve (BAR) wordt er per saldo € 81,1 mln toegevoegd in 2025. Dit betreft onder andere een overheveling van LNV van niet bestede middelen bij LNV van in totaal € 63 mln, het opvragen van de Eindejaarsmarge over 2023 van € 9,7 mln, en het opvragen van de resterende middelen op de Aanvullende Post bij Financiën voor de uitvoeringskosten omtrent de BAR van € 8,4 mln. Deze middelen zijn benodigd voor de afrekening met de EU welke naar verwachting in 2025 plaats zal vinden, hierom worden deze middelen volgens de begrotingssystematiek opgevraagd in 2024 en vervolgens met een kasschuif doorgeschoven naar 2025.
Qredits duurzaamheid
Vanuit het klimaatfonds is € 10 mln rentesubsidie beschikbaar gesteld voor duurzaamheidsleningen tot max. € 50.000 voor het klein mkb ter stimulering van verduurzaming en energiebesparing. Met deze subsidie kan Qredits duurzaamheidsleningen aanbieden met een lage rente. Bovenstaande is in lijn met het amendement 15 De Jong en Aartsen dat aangenomen is tijdens de begrotingsbehandeling van de Ontwerpbegroting 2024 van EZK.
Garanties
Garantie Ondernemersfinanciering Corona
De Garantie Ondernemersfinancirieng Corona (GO-C) is reeds per 1 juli 2022 gesloten voor nieuwe aanvragen. Het aantal aanvragen was lager dan in eerste instantie verwacht. Hierdoor zijn er minder schade uitbetalingen de komenden jaren en wordt daarom het budget met in totaal € 30 mln verlaagd over de jaren 2024, 2025 en 2026.
Opdrachten
Stikstofaanpak piekbelasters industrie
Voor een aantal specifieke (bovenwettelijke) stikstofmaatregelen op het gebied van industrie, bouw en mobiliteit is er in totaal € 87 mln beschikbaar gesteld vanuit LNV, verdeeld over de jaren 2024 tot en met 2028. Specifiek voor de industrie wordt hier invulling aangegeven middels de Stikstofaanpak Piekbelasters Industrie. Een groot gedeelte van deze middelen (totaal 67 mln) wordt ingezet voor een bredere en algemene aanpak, namelijk de Aanpak Piekbelasters Industrie (API). Hiermee is de bedoeling dat middels een specifieke biedingsprocedure projecten worden uitgevoerd voor het reduceren van ammoniakemissies. Daarnaast wordt € 20 mln ingezet voor een specifieke bovenwettelijk stikstofreductiemaatregel in de ammoniakemissies. Gezamenlijk maakt dit dat met deze middelen er vanuit de industrie ook een bijdrage wordt geleverd aan de stikstofproblematiek.
Bijdrage aan agentschappen
Bijdrage RVO.nl
Dit betreft het ter beschikking stellen van middelen voor de jaarlijkse RVO-opdracht van DG Bedrijfsleven & Innovatie in 2024. Zowel beleidsmiddelen, als HGIS-middelen (via NFIA).
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
Bijdrage aan TNO
Voor TNO is het kasbudget voor de jaren 2024 tot en met 2029 opgehoogd als gevolg van aanvullende onderzoeksvragen en -projecten welke TNO uitvoert. Hiervoor hebben verschillende departementen budget overgeheveld naar de EZK-begroting. Voor 2024 wordt het kasbudget opgehoogd met € 14,9 mln.
Kamer van Koophandel
Het budget van de Kamer van Koophandel wordt verhoogd met € 15,3 mln in verband met verschillende opdrachten in het kader van Werk aan Uitvoering (WaU), een bijdrage vanuit de VNG voor het gebruik van de gegevens uit het Handelsregister en diverse bijdrages voor het UBO-register, de digitaliseringsrichtlijn, mobiliteitsrichtlijn en kosten van het CBS.
Bijdrage aan medeoverheden
MKB-innovatiestimulering Topsectoren (MIT)
De MIT-regeling kent een centraal, en een decentraal deel. Het decentrale deel wordt uitgevoerd door de provincies. Het Rijk hevelt hiervoor middelen over aan de provincies middels een specifieke uitkering (SPUK). De overheveling van het budget voor het decentrale deel gebeurt vanaf dit instrument.
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties
Topsectoren overig
In de jaren 2028 en 2029 wordt er € 81,3 mln overgeheveld van het instrument Innovatieprogramma's algemeen naar het instrument voor Faciliteiten Toegepast Onderzoek (FTO). Deze middelen zijn in 2021 initieel tijdelijk op «Topsectoren overig» gezet en zijn in 2022 overgeheveld naar het FTO instrument. Het restant van de middelen in 2028 en 2029, welke buiten de meerjarenperiode van de begroting 2022 vielen, wordt hiermee op het juiste instrument geplaatst. Hiernaast vinden er een aantal kleinere mutaties plaats voor onder andere de POA-bijdragen aan de Topsectoren.
Faciliteiten toegepast onderzoek TO2 en RKI
Voor de Faciliteiten Toegepast Onderzoek is er in de jaren 2028 en 2029 € 81,3 mln overgeheveld vanaf het instrument Innovatieprogramma's algemeen (zie ook Topsectoren overig). Hiernaast heeft er voor de middelen van de FTO een kas- en verplichtingenschuif plaatsgevonden. De kasmiddelen zijn in het juiste ritme gezet voor de uitfinanciering van de 1e ronde van de FTO, welke eind 2023 bekend is geworden.
Ontvangsten
Diverse ontvangsten
Het ontvangstenbudget wordt met € 10 mln naar beneden bijgesteld als gevolg van een correctie op een boeking naar aanleiding van Amendement 364140-XIII nr. 15.
Tegemoetkoming vaste lasten
Betreft een bijgestelde ontvangstenraming van € 100 mln voor de Tegemoetkoming vaste lasten (TVL). Naar verwachting zal er meer worden ontvangen dan initieel geraamd op basis van nog de lopende bezwaar- en beroepzaken.
Tegemoetkoming Energiekosten
Doordat de energieprijzen lager uitvielen dan verwacht blijkt dat bij veel bedrijven een (deel) van de Tegemoetkoming Energiekosten (TEK) subsidie voorschot terugbetaald dient te worden. De RVO hanteert ruime terugbetalingsmogelijkgheden van twee tot drie jaar, daanaast zijn maatwerkafspraken mogelijk. De ontvangstenraming is hierop aangepast.
Toelichting op de Begrotingsreserves
De begrotingsreserves zijn bedoeld om inkomsten uit premies en uitgaven voor schades, die over de jaren kunnen fluctueren, te verevenen. De reserve dient als buffer voor uitgaven door EZK in geval bedrijven niet aan hun terugbetalingsverplichtingen kunnen voldoen inzake leningen bij financieringsinstellingen waarop EZK een borgstelling heeft afgegeven.
Er zijn begrotingsreserves voor de Borgstelling mkb-kredieten (BMKB, inclusief BMKB-C), de BMKB groen, de Garantie Ondernemings-financiering (GO, inclusief de GO-C), de Groeifaciliteit (GF), de Garantie MKB-financiering en Klein Krediet Corona (KKC). De GO, GF, KKC en Garanties MKB-financiering betreffen kostendekkende garanties, waarvan de te realiseren premieontvangsten naar verwachting toereikend zijn voor het afdekken van eventuele verliesdeclaraties. Ultimo 2024 wordt op basis van de gerealiseerde ontvangsten en uitgaven vastgesteld of een onttrekking of storting dient plaats te vinden.
Tabel 9 Begrotingsreserve Borgstelling MKB-kredieten (BMKB) (bedragen x € 1 mln)
Stand 1/1/2024
234,0
+ Geraamde storting
– Geraamde onttrekking
Stand (raming) per 31/12/2024
234,0
De begrotingsreserve van de BMKB bestaat uit een begrotingsreserve voor de reguliere BMKB en de BMKB-C. Vooralsnog is geen storting in de reserve BMKB geraamd. Aan het eind van 2024 zal op basis van de gerealiseerde ontvangsten en de schadedeclaraties de storting of onttrekking aan de reserve BMKB worden vastgesteld.
Tabel 10 Begrotingsreserve Borgstelling MKB-kredieten groen (BMKB groen) (bedragen x € 1 mln)
Stand 1/1/2024
13,1
+ Geraamde storting
– Geraamde onttrekking
Stand (raming) per 31/12/2024
13,1
De begrotingsreserve van de BMKB groen is in 2022 aangemaakt als aparte reserve voor het groene luik onder de BMKB. Vooralsnog is geen storting in de reserve BMKB groen geraamd. Aan het eind van 2024 zal op basis van de gerealiseerde ontvangsten en de schadedeclaraties de storting of onttrekking aan de reserve BMKB groen worden vastgesteld.
Tabel 11 Begrotingsreserve Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) (bedragen x € 1 mln)
Stand 1/1/2024
232,0
+ Geraamde storting
– Geraamde onttrekking
‒ 20,8
Stand (raming) per 31/12/2024
211,2
De begrotingsreserve van de GO bestaat uit een begrotingsreserve voor de reguliere GO en de GO-C. De regeling is gesloten voor nieuwe aanvragen en de openstaande garanties zijn afgenomen. Daarom is er in 2024 een onttrekking geraamd van € 20,8 mln. Aan het eind van 2024 zal op basis van de gerealiseerde ontvangsten en de schadedeclaraties de storting of onttrekking aan de reserve GO worden vastgesteld.
Tabel 12 Begrotingsreserve Groeifaciliteit (bedragen x € 1 mln)
Stand 1/1/2024
64,1
+ Geraamde storting
– Geraamde onttrekking
Stand (raming) per 31/12/2024
64,1
Vooralsnog is geen storting in de reserve Groeifaciliteit geraamd. Aan het eind van 2024 zal op basis van de gerealiseerde ontvangsten en de schadedeclaraties de storting of onttrekking aan de reserve Groeifaciliteit worden vastgesteld.
Tabel 13 Begrotingsreserve Garantie MKB-financiering (bedragen x € 1 mln)
Stand 1/1/2024
22,5
+ Geraamde storting
– Geraamde onttrekking
Stand (raming) per 31/12/2024
22,5
Vooralsnog is geen storting in de reserve Garantie MKB-financiering geraamd. Aan het eind van 2024 zal op basis van de gerealiseerde ontvangsten en de schadedeclaraties de storting of onttrekking aan de reserve Garantie MKB-financiering worden vastgesteld.
Tabel 14 Begrotingsreserve Klein Krediet Corona (bedragen x € 1 mln)
Stand 1/1/2024
15,1
+ Geraamde storting
– Geraamde onttrekking
Stand (raming) per 31/12/2024
15,1
Vooralsnog is geen storting in de reserve Klein Krediet Corona (KKC) geraamd. Aan het eind van 2024 zal op basis van de gerealiseerde ontvangsten en de schadedeclaraties de storting of onttrekking aan de reserve KKC worden vastgesteld.
3.3 Beleidsartikel 3 Toekomstfonds
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 15 Budgettaire gevolgen van beleid art. 3 Toekomstfonds (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting 2024 (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB's (2)
Vastgestelde begroting 2024 (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2025
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Verplichtingen
219.039
‒ 4.000
215.039
272.144
487.183
0
0
0
0
165.689
Uitgaven
282.206
‒ 4.000
278.206
436.880
715.086
0
0
0
0
153.378
Subsidies (regelingen)
3.169
0
3.169
1.424
4.593
0
0
0
0
0
Smart Industry (subsidie)
0
420
420
Thematisch Technology Transfer
3.169
3.169
1.004
4.173
Leningen
269.485
‒ 4.000
265.485
424.777
690.262
0
0
0
0
143.864
Startups / MKB financiering
Volledig revolverend
Fund to Fund
13.101
13.101
71.763
84.864
23.000
ROM's
0
13.849
13.849
Dutch Future Fund
6.000
6.000
6.584
12.584
Deep Tech Fund
25.000
25.000
25.000
50.000
Fonds Alternatieve Financiering
10.000
10.000
15.907
25.907
Economische Veiligheid Fonds
50.000
50.000
50.000
100.000
European Tech Champions Initiative (ETCI)
0
78.100
78.100
Deels revolverend
0
0
Innovatiekrediet
58.689
58.689
62.045
120.734
57.689
Risicokapitaal SEED
61.253
61.253
42.805
104.058
44.086
Vroege fase / informal investors
31.597
‒ 4.000
27.597
29.638
57.235
14.597
Start ups / MKB
825
825
825
492
Q4C
0
9.689
9.689
Investeringen in fundamenteel en toegepast onderzoek
Met vermogensbehoud
Investeringen in fundamenteel en toegepast onderzoek
0
5.893
5.893
Onco research
630
630
8.096
8.726
2.500
Smart Industry (leningen)
0
279
279
Thematische Technology Transfer
4.390
4.390
5.129
9.519
RegMed XB
8.000
8.000
8.000
1.500
Bijdrage aan agentschappen
9.552
0
9.552
10.679
20.231
0
0
0
0
9.514
Bijdrage RVO.nl
9.552
9.552
10.679
20.231
9.514
Ontvangsten
80.300
0
80.300
69.600
149.900
0
0
0
0
56.300
ROM's
30.000
30.000
30.000
Fund to Fund
15.000
15.000
65.550
80.550
6.000
DVI II
5.000
5.000
4.050
9.050
17.000
Investeringen in fundamenteel en toegepast onderzoek
0
0
Thematische Technology Transfer
0
0
Innovatiekredieten
20.000
20.000
20.000
23.000
SEED
10.300
10.300
10.300
10.300
Ontvangsten VFF
0
0
Tabel 16 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting 2024 (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB's (2)
Vastgestelde begroting 2024 (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2025
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Verplichtingen
219.039
‒ 4.000
215.039
272.144
487.183
0
0
0
0
165.689
waarvan garantieverplichtingen
waarvan overige verplichtingen
219.039
‒ 4.000
215.039
272.144
487.183
165.689
Budgetflexibiliteit
De budgetflexibiliteit naar aanleiding van de wijzigingen uit de 1e suppletoire begroting is ongeveer 44%. Dit betekent dat 56% van het beschikbare kasbudget juridisch verplicht is. Van de 44% van de flexibele budgetten is 17% bestuurlijk gebonden. De resterende 27% is beleidsmatig gereserveerd.
Vergeleken met de stand uit de Ontwerpbegroting 2024 is het percentage juridisch verplicht gestegen met 15%. Dit komt onder andere door het volledig aangaan van de verplichtingen voor de Nederlandse bijdrage aan het European Tech Champions Initiative (ETCI) van € 100 mln. Hierdoor is ook het percentage van bestuurlijk gebonden budgetten gedaald van 33% bij de Ontwerpbegroting naar 17%. Het percentage voor de beleidsmatig gereserveerde budgetten is met 1% gestegen ten opzichte van de Ontwerpbegroting 2024.
Toelichting
Verplichtingen
Voor alle instrumenten op het Toekomstfonds is er bij de 1e suppletoire begroting de eindejaarsmarge over 2023 toegevoegd. Voor het Toekomstfonds geldt een 100% eindejaarsmarge, wat betekend dat alle niet-bestede middelen uit het voorgaande begrotingsjaar mee worden genomen naar het nieuwe begrotingsjaar. Als gevolg hier van wordt het verplichtingenbudget in 2024 met € 272,1 mln verhoogd. Dit betreft onder andere het verplichtingenbudget voor het Innovatiekrediet (€ 133,9 mln), Economische Veiligheidsfonds (€ 50,0 mln), Vroegefasefinanciering (€ 18,4 mln), Fund to Fund (€ 14,0 mln), SEED (€ 13,6 mln), ROM's (€ 10,0 mln), Bijdrage aan RVO (€ 10,7 mln), Q4C (€ 9,7 mln) en Thematische Technology Transfer (€ 6,9 mln).
Ter vermindering van de jaarlijkse onderuitputting, van zowel het kas- als verplichtingenbudget, worden alle ramingen op het Toekomstfonds geactualiseerd in overleg met het Ministerie van Financiën. De begrotingstechnische verwerking hiervan is voorzien bij de Miljoenennota.
Uitgaven
Leningen
Fund to fund
Het budget voor het Dutch Venture Initiative (DVI) en Dutch Venture Initiative II (DVI II) in 2024 is opgehoogd met € 71,7 mln als gevolg van minder capital calls dan geraamd in 2023. Deze middelen zijn toegevoegd via de specifieke eindejaarsmarge die voor alle instrumenten op het Toekomstfonds geldt.
ROM's
Voor de kapitaalverstrekking aan de Regionale Ontwikkelingsmaatschappijen (ROM's) is het budget met € 13,8 mln opgehoogd via de specifieke eindejaarsmarge die voor alle instrumenten op het Toekomstfonds geldt. Het gaat hierbij om middelen die in 2023 niet zijn besteed doordat er minder stortingen aan de ROM's hebben plaatsgevonden dan verwacht. Deze middelen zijn bestuurlijk gebonden middels toezeggingen aan de ROM's en de Provincies en zullen in de komende jaren tot uitbetaling komen.
Dutch Future Fund
Voor het Dutch Future Fund is € 6,6 mln aan de begroting 2024 toegevoegd via de specifieke eindejaarsmarge die voor alle instrumenten op het Toekomstfonds geldt. Het gaat hierbij om middelen die in 2023 niet zijn besteed doordat er minder capital calls waren dan geraamd.
Deep Tech Fund
Voor het Deep Tech Fund is € 25,0 mln aan de begroting 2024 toegevoegd via de specifieke eindejaarsmarge die voor alle instrumenten op het Toekomstfonds geldt. Het gaat hierbij om middelen die in 2023 niet zijn besteed doordat er minder capital calls waren dan geraamd.
Fonds Alternatieve Financiering
Voor het Fonds Alternatieve Financiering is € 15,9 mln aan de begroting 2024 toegevoegd via de specifieke eindejaarsmarge die voor alle instrumenten op het Toekomstfonds geldt. Het gaat hierbij om middelen die in 2023 niet zijn besteed doordat er minder capital calls waren dan geraamd.
Economische Veiligheid Fonds
Voor de middelen die halverwege 2023 beschikbaar zijn gesteld voor de Beschermingsvoorziening Economische Veiligheid (BEV) is de uitwerking van de eerste tranche van € 50,0 mln niet afgerond, waardoor deze nog niet is beschikt aan InvestNL. Deze middelen zijn aan de begroting 2024 toegevoegd via de specifieke eindejaarsmarge die voor alle instrumenten op het Toekomstfonds geldt. In 2024 zal het volledig beschikbaar gestelde bedrag voor de BEV van € 100 mln worden beschikt aan InvestNL.
European Tech Champions Initiative (ETCI)
Het European Tech Champions Initiative (ETCI) is een nieuw Europees fonds dat belegd is bij het Europees Investeringsfonds (EIF). Nederland neemt sinds 2023 deel aan ETCI voor in totaal € 100 mln. Uitbetalingen aan ETCI vinden plaats op basis van capitall calls, in 2023 heeft de eerste capital call en uitbetaling plaatsgevonden. Het resterende bedrag uit 2023 (€ 78,1 mln) is via de specifieke eindejaarsmarge die voor alle instrumenten op het Toekomstfonds geldt toegevoegd aan de begroting 2024.
Innovatiekrediet
Op het budget van Innovatiekrediet is via de specifieke eindejaarsmarge die voor alle instrumenten op het Toekomstfonds geldt € 62,0 mln toegevoegd. Dit onder andere door een meevaller op de ontvangsten van het Innovatiekrediet aan het eind van vorig jaar welke via de revolverende systematiek van het Toekomstfonds wordt toegevoegd aan het budget voor 2024.
Risicokapitaal SEED
Voor de Seed Capital en Seed Business Angels is € 42,8 mln aan de begroting 2024 toegevoegd via de specifieke eindejaarsmarge die voor alle instrumenten op het Toekomstfonds geldt. Deze niet bestede middelen uit 2023 zijn lastig te ramen doordat de aangegane verplichtingen over een lange tijdsperiode kunnen worden uitbetaald (minimaal 12 jaar).
Vroegefasefinanciering
Voor de regeling Vroegefasefinanciering (VFF) is € 29,6 mln aan de begroting 2024 toegevoegd via de specifieke eindejaarsmarge die voor alle instrumenten op het Toekomstfonds geldt. Deze niet bestede middelen uit 2023 zijn ontstaan doordat het aantal aanvragen door bedrijven in het nationale luik en provincies in het regionale luik lager uitviellen dan verwacht.
Q4C
Op het budget van Q4C is € 9,7 mln toegevoegd via de specifieke eindejaarsmarge die voor alle instrumenten op het Toekomstfonds geldt. De onderuitputting is ontstaan door vertraging in de invulling van het advies van het Comité voor Ondernemerschap over de solvabiliteitspositie van het MKB. In 2024 dient nog de dekking voor het amendement van Strien uit de middelen voor Q4C te worden gehaald á 4 mln welke ten tijde van het indienen van het amendement tijdelijk uit de Vroegefasefinanciering is gedekt omdat de middelen voor Q4C al waren afgeboekt.
Investeringen in Fundamenteel en Toegepast Onderzoek
Op het budget van Investeringen in fundamenteel en toegepast onderzoek is € 5,9 mln aan de begroting 2024 toegevoegd via de specifieke eindejaarsmarge die voor alle instrumenten op het Toekomstfonds geldt.
Onco Research
Op het budget van Onco Research is € 8,1 mln toegevoegd via de specifieke eindejaarsmarge die voor alle instrumenten op het Toekomstfonds geldt. De onderuitputting in 2023 is ontstaan door vertraging in de uitfinanciering van de Oncode-projecten.
Thematische Technology Transfer
Op het budget van Thematische Technology Transfer (TTT) is € 5,1 mln toegevoegd via de specifieke eindejaarsmarge die voor alle instrumenten op het Toekomstfonds geldt. De onderuitputting in 2023 is ontstaan door vertraging in de uitfinanciering van de TTT-projecten.
Bijdrage aan agentschappen
Bijdrage aan RVO.nl
Op het budget Bijdrage aan RVO is € 10,7 mln aan de begroting 2024 toegevoegd via de eindejaarsmarge over 2023. De eindejaarsmarge is ontstaan door opgehoopte onderuitputting over de afgelopen jaren. Bij de Miljoenennota worden de ramingen van het Toekomstfonds herzien waarbij de budgetten voor de uitvoeringskosten van RVO ook worden meegenomen.
Ontvangsten
Fund to Fund
Voor de Dutch Venture Initiative (DVI) en Dutch Venture Initiative II (DVI II) zijn in 2023 de geraamde ontvangsten van in totaal € 65,5 mln niet gerealiseerd. Dit omdat de uitvoerder van DVI en DVI II de ontvangsten die bij de uitvoerder binnen komen saldeert met de uitgaven. Doordat deze ontvangsten uiteindelijk nog wel worden verwacht terug te vloeien naar de begroting van EZK wordt het ontvangsten budget opgehoogd met het niet ontvangen bedrag uit 2023.
3.4 Beleidsartikel 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 17 Budgettaire gevolgen van beleid art. 4 Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting 2024 (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB's (2)
Vastgestelde begroting 2024 (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2025
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Verplichtingen
11.775.356
201.900
11.977.256
13.929.593
25.906.849
8.613.786
5.421.803
5.239.373
227.579
1.626.569
Uitgaven
4.543.049
132.300
4.675.349
891.402
5.566.751
602.320
‒ 991.802
‒ 1.201.625
‒ 674.485
3.370.401
Subsidies (regelingen)
3.605.154
110.000
3.715.154
712.980
4.428.134
462.731
‒ 1.050.433
‒ 1.303.957
‒ 794.586
2.174.572
Missiegedreven Onderzoek Ontwikkeling en Innovatie (MOOI)
55.465
55.465
3.069
58.534
18.178
27.561
31.236
27.078
58.328
Hernieuwbare Energietransitie (HER+)
42.000
42.000
‒ 15.786
26.214
Energie-efficiency
2.368
2.368
‒ 1.112
1.256
2.368
Green Deals
500
500
‒ 457
43
500
Demonstratieregeling Energie- en Klimaatinnovatie (DEI+)
90.251
90.251
1.525
91.776
50.107
131.077
173.826
185.740
247.226
Subsidieregeling Duurzame Scheepsbouw (SDS)
1.696
1.696
1.032
2.728
Projecten Klimaat en Energieakkoord
13.452
13.452
‒ 2.436
11.016
‒ 184
‒ 184
‒ 184
‒ 184
‒ 737
SDE
200.000
200.000
69.500
269.500
46.773
185.000
SDE+
307.428
307.428
366.348
673.776
‒ 6.842
‒ 1.812.308
‒ 1.648.959
‒ 1.205.031
‒ 93.585
SDE++
280.367
280.367
252.598
532.965
‒ 2.299
‒ 50.312
‒ 25.000
‒ 25.000
1.184.512
Aardwarmte
37.500
37.500
37.500
ISDE-regeling
686.290
20.000
706.290
‒ 2.500
703.790
271.202
97.700
Carbon Capture Storage (CCS)
4.664
4.664
‒ 214
4.450
‒ 214
‒ 214
‒ 214
‒ 214
5.166
Hoge Flux Reactor
6.925
6.925
‒ 1.485
5.440
6.925
Caribisch Nederland
13.344
13.344
6.278
19.622
4.144
Overige subsidies
62.391
62.391
45.098
107.489
20.000
20.000
20.000
38.000
Opschalingsinstrument waterstof
389.000
389.000
21.250
410.250
148.150
‒ 7.811
‒ 34.813
‒ 11.813
‒ 11.813
Maatregelen voor CO2-reductie
0
0
615
615
Subsidieregeling Coöperatieve Energieopwekking (SCE)
0
0
500
500
‒ 3.500
1.000
1.000
1.000
23.095
Subsidieondersteuning verduurzaming MKB
9.000
9.000
‒ 9.000
0
IPCEI waterstof
396.815
396.815
41.793
438.608
‒ 50.000
3.000
Vulmaatregelen gasopslag
340.400
340.400
‒ 240.000
100.400
233.000
MIEK
14.450
14.450
‒ 7.042
7.408
‒ 7.449
‒ 1.192
Schadeafhandeling mijnbouw Limburg
4.087
5.000
9.087
‒ 5.559
3.528
505
‒ 3.000
3.000
3.000
4.000
Warmtenetten Investeringssubsidie (WIS)
110.000
110.000
‒ 92.401
17.599
164.916
162.952
167.063
209.600
350.743
NGF-project NieuweWarmteNu!
37.620
37.620
‒ 2.069
35.551
5.152
6.478
2.778
‒ 4.672
Tegemoetkoming energieprijzen 2022
0
0
1.000
1.000
Tijdelijk prijsplafond energie kleinverbruikers 2023
100.000
100.000
200.000
300.000
Compensatie aanbestedende diensten SEFE-contracten
50.000
50.000
10.000
60.000
10.000
Tegemoetkoming blokaansluitingen
178.641
178.641
67.189
245.830
1.050
Investeringen waterstofbackbone
34.500
34.500
‒ 90
34.410
‒ 90
‒ 90
‒ 90
‒ 90
70.000
NGF - project Circulaire zonnepanelen
135.000
135.000
135.000
Geothermie (Klimaatfonds)
1.000
1.000
2.000
3.000
‒ 2.000
Ondersteuning energiehubs
0
55.000
55.000
‒ 7.364
47.636
3.108
3.108
Kwaliteitsbudget energieprojecten
0
25.000
25.000
‒ 10.300
14.700
10.300
Energiecoöperaties en burgerbetrokkenheid energietransitie (SE)
0
5.000
5.000
‒ 5.000
0
1.070
1.300
1.400
Subsidie project Djewels
0
0
26.000
26.000
26.000
17.000
5.000
6.000
Leningen
24.000
0
24.000
0
24.000
0
0
0
0
0
Lening EBN
24.000
24.000
24.000
Opdrachten
76.433
22.300
98.733
50.471
149.204
16.891
26.801
29.622
24.528
29.809
Onderzoek mijnbouwbodembeweging
1.590
1.590
3.851
5.441
4.638
4.638
4.638
4.638
2.308
SodM onderzoek
2.188
2.188
‒ 5
2.183
‒ 6
2.500
Uitvoeringsagenda klimaat
473
473
473
473
Klimaat mondiaal
370
370
910
1.280
420
Onderzoek en opdrachten
47.507
7.300
54.807
31.331
86.138
12.259
22.163
24.984
19.890
24.108
Programma Opwek Energie op Rijksvastgoed (OER)
16.805
‒ 5.000
11.805
14.384
26.189
Energiehulp Oekraïne
7.500
20.000
27.500
27.500
Bijdrage aan agentschappen
131.906
0
131.906
15.067
146.973
947
1.447
2.377
2.370
115.472
Bijdrage RVO.nl
96.476
96.476
12.848
109.324
872
872
‒ 123
‒ 330
90.819
Bijdrage RDI
9.041
9.041
9.041
3.885
Bijdrage NEa
18.432
18.432
2.571
21.003
‒ 170
‒ 170
12.823
Bijdrage KNMI
2.313
2.313
530
2.843
2.000
2.500
2.500
2.700
2.313
Bijdrage NVWA
968
968
968
968
Bijdrage RIVM
2.763
2.763
‒ 1.755
1.008
‒ 1.755
‒ 1.755
2.755
Bijdrage RWS
1.913
1.913
873
2.786
1.909
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
150.657
0
150.657
11.590
162.247
7.300
7.300
7.300
7.300
147.937
Doorsluis COVA-heffing
111.000
111.000
111.000
111.000
TNO kerndepartement
37.580
37.580
11.590
49.170
7.300
7.300
7.300
7.300
34.860
TNO SodM
2.077
2.077
2.077
2.077
Bijdrage aan medeoverheden
543.993
0
543.993
72.009
616.002
114.451
23.083
63.033
85.903
890.351
Uitkoopregeling
0
0
1.055
1.055
Regeling toezicht energiebesparingsplicht
16.760
16.760
‒ 400
16.360
14.865
14.865
14.865
Uitvoeringskosten klimaat medeoverheden
527.233
527.233
71.354
598.587
114.451
23.083
48.168
71.038
875.486
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
10.906
0
10.906
29.285
40.191
0
0
0
0
12.260
Nuclear Research Group (NRG)
6.685
6.685
13.319
20.004
8.272
Internationale contributies
1.790
1.790
15.966
17.756
1.790
PBL Rekenmeesterfunctie
2.431
2.431
2.431
2.198
Ontvangsten
1.935.077
160.000
2.095.077
202.399
2.297.476
‒ 627.813
‒ 651.750
‒ 951.750
‒ 851.750
1.284.052
Ontvangsten COVA
111.000
111.000
111.000
111.000
Opbrengst heffing ODE (SDE++)
5.000
5.000
0
5.000
‒ 1.920.000
Ontvangsten zoutwinning
2.511
2.511
0
2.511
2.511
Onttrekking reserve duurzame energie en klimaattransitie
404.186
160.000
564.186
541.322
1.105.508
70.662
4.186
ETS-ontvangsten
1.400.000
1.400.000
‒ 550.000
850.000
‒ 550.000
‒ 650.000
‒ 950.000
‒ 850.000
2.900.000
Diverse ontvangsten
12.380
12.380
211.077
223.457
39.630
Heffing gasleveringszekerheid
0
0
0
‒ 148.475
‒ 1.750
‒ 1.750
‒ 1.750
146.725
Tabel 18 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting 2024 (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB's (2)
Vastgestelde begroting 2024 (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2025
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Verplichtingen
11.775.356
201.900
11.977.256
13.929.593
25.906.849
8.613.786
5.421.803
5.239.373
227.579
1.626.569
waarvan garantieverplichtingen
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
waarvan overige verplichtingen
11.775.356
201.900
11.977.256
13.929.593
25.906.849
8.613.786
5.421.803
5.239.373
227.579
1.626.569
Budgetflexibiliteit
De oorspronkelijke budgetflexibiliteit in de Ontwerpbegroting 2024 was 49%, ofwel 51% van het beschikbare kasbudget (€ 4.543 mln) was al juridisch verplicht. 48% van het budget was bestuurlijk gebonden.
Op basis van diverse amendementen die bij de behandeling van de Ontwerpbegroting 2024 van EZK zijn aangenomen en de suppletoire begroting waarmee het budget voor de energiehulp aan Oekraïne is opgehoogd, is in totaal € 132,3 mln aan het uitgavenbudget toegevoegd. Deze middelen zijn nog niet juridisch verplicht, zodat het percentage juridisch verplicht bij aanvang van het begrotingsjaar 2024 is gedaald naar 49,5%.
Met de voorstellen voor de 1e suppletoire begroting wordt in totaal € 891,4 mln aan het uitgavenbudget toegevoegd. Omdat deze middelen nog niet juridisch verplicht zijn, daalt het percentage juridisch verplicht verder naar 42%.
Tegelijkertijd zijn in het eerste kwartaal van 2024 al voor € 4.694 mln aan nieuwe verplichtingen aangegaan. Het overgrote deel van deze verplichtingen heeft echter een kasuitfinanciering naar latere jaren (dit geldt bijvoorbeeld voor de verplichtingen die op basis van de SDE++ zijn aangegaan). De inschatting is dat van deze aangegane verplichtingen circa € 250 mln een kasbeslag op 2024 leggen: hiermee stijgt het percentage juridisch verplicht weer van 42% naar 46% aan het einde van het eerste kwartaal van 2024.
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget in 2024 is verhoogd met € 13.930 mln. Dit is het saldo van met name de volgende mutaties:
– SDE++ (€ 9.998,8 mln): het budget wordt met € 9.593 mln opgehoogd om alle resterende beschikkingen op basis van de openstelling 2023 en de nieuwe beschikkingen op basis van de openstelling 2024 te kunnen verlenen. Daarnaast wordt het budget opgehoogd met € 497,1 mln voor de regeling nadeelcompensatie kolencentrales. Hier tegenover staan verlagingen van € 50 mln ter dekking van de additionele opdrachten in het kader van het programma Opwek Energie Rijksvastgoed (OER) en € 50 mln (ook in de jaren 2025, 2026 en 2027) ter dekking van de continuering van de HER+ via de DEI+ en de TSE-MOOI.
– Opschalingsinstrument waterstof (€ 1.826,6 mln): met diverse verplichtingenschuiven uit de jaren 2025 e.v. naar 2024 wordt het budget 2024 in totaal met € 1.580 mln opgehoogd. Daarnaast wordt via de eindejaarsmarge van het Klimaatfonds niet-besteed verplichtingenbudget 2023 (€ 250 mln) toegevoegd aan het budget 2024.
– IPCEI Waterstof (€ 825,3 mln); de ophoging betreft in 2023 onbestede verplichtingenbudgetten die via de eindejaarsmarge van het Klimaatfonds aan het budget 2024 worden toegevoegd.
– Vulmaatregelen gasopslagen (€ 233 mln): dit betreft het toevoegen van verplichtingenbudget voor de vultaak gasopslagen van EBN voor het gasseizoen 2025-2026 (zie ook bij Uitgaven).
– Tijdelijk prijsplafond energie kleinverbruikers 2023 (€ 200 mln): dit is het bedrag dat volgens de raming van RVO in 2024 nog extra toegekend moet worden aan de energiebedrijven (zie ook bij Uitgaven).
– SDE+ (€ 167,8 mln): de ophoging heeft vooral betrekking op het dekken van tekorten op het flankerend beleid SDE+ en het flankerend beleid Wind op Zee. Daarnaast wordt via de eindejaarsmarge van het Klimaatfonds niet-besteed verplichtingenbudget 2023 toegevoegd aan het budget 2024.
– Uitvoeringskosten klimaat medeoverheden (€ 113,7 mln): met een verplichtingenschuif wordt € 63 mln van de jaren 2025, 2026 en 2027 naar het jaar 2024 geschoven. Vanuit het Meerjarenprogramma 2025 van het Klimaatfonds wordt in 2024 € 50 mln toegevoegd aan het budget voor gebiedsinvesteringen door medeoverheden in de gebieden waar aanlandplekken voor netten op zee zijn gepland. In totaal wordt voor de periode 2024-2030 € 500 mln aan de EZK-begroting toegevoegd (zie ook bij Uitgaven).
– Onderzoek en opdrachten (€ 84,9 mln): het budget wordt opgehoogd met verplichtingenbudgetten die in 2023 niet zijn besteed en via de eindejaarsmarge van het Klimaatfonds aan het budget 2024 wordt toegevoegd. Ook vindt er een verplichtingenschuif van € 54,6 mln uit latere jaren naar 2024 plaats van Klimaatfondsmiddelen voor de ondersteuning van de ontwikkeling van SMR's.
– Subsidie project Djewels (€ 80 mln): dit budget wordt toegevoegd aan de EZK-begroting om het Djewels-project in Groningen te kunnen financieren (zie ook bij Uitgaven).
– Tegemoetkoming blokaansluitingen (€ 67,2 mln): zie bij Uitgaven.
– DEI+ (€ 59,0 mln); de beleidsinzet die voorheen via de HER+ verliep, verloopt vanaf 2024 via de DEI+ en innovatieprogrammering van de Topsector Energie. Daarvoor wordt voor de periode 2024 tot en met 2027 € 20 mln. per jaar toegevoegd aan het DEI+-budget. Daarnaast wordt vanuit artikel 2 van de EZK-begroting € 40 mln. aan het DEI+-budget toegevoegd en hevelt het Ministerie van BZK voor de DEI+-Aardgasloze wijken € 6 mln. over. Hiertegenover staat een verschuiving van € 5 mln. naar het MOOI-budget voor de openstelling in 2024 van de regeling Energie en Klimaat Onderzoek en Ontwikkeling (EKOO).
– TSE-MOOI (€ 47,6 mln): de beleidsinzet die voorheen via de HER+ verliep, verloopt vanaf 2024 via de DEI+ en innovatieprogrammering van de Topsector Energie. Daarvoor wordt voor de periode 2024 tot en met 2027 € 30 mln. per jaar toegevoegd aan het TSE/MOOI-budget. Daarnaast hevelt het Ministerie van BZK € 10,5 mln. over naar de EZK-begroting voor de openstelling van de MOOI-Gebouwde Omgeving en wordt vanuit artikel 2 € 3 mln. overgeheveld voor de openstelling van de TSE-Industrie in 2024.
– Overige subsidies (€ 45,5 mln): de verhoging heeft vooral betrekking op het opvragen van niet-besteed verplichtingenbudget 2023 dat via de eindejaarsmarge Klimaatfonds aan het budget 2024 wordt toegevoegd aan het budgetten voor EBN versnellen onderzoek CCS, de Correctieregeling duurzame warmte en het project Verbetering Informatievoorziening Energietransitie (VIVET). Zie ook bij Uitgaven.
– NGF-project NieuweWarmteNu! (€ 30,2 mln): het opvragen van niet-besteed verplichtingenbudget 2023 dat via de eindejaarsmarge NGF aan het budget 2024 wordt toegevoegd.
– Internationale contributies (€ 16 mln): zie bij Uitgaven.
– Programma Opwek Energie op Rijksvastgoed (OER) (€ 14,4 mln): zie bij Uitgaven.
– Bijdrage RVO (€ 12,8 mln): zie bij Uitgaven.
– Compensatie aanbestedende diensten SEFE-contracten (€ 10 mln): zie bij Uitgaven.
Uitgaven
Het uitgavenbudget 2024 wordt per saldo met € 891 mln verhoogd. Dit wordt voornamelijk verklaard door de volgende mutaties (groter dan € 10 mln).
Subsidies
Missiegedreven Onderzoek Ontwikkeling en Innovatie (MOOI)
De beleidsinzet die voorheen via de HER+ verliep, verloopt vanaf 2024 via de DEI+ en innovatieprogrammering van de Topsector Energie. Daarvoor wordt tot en met 2031 extra budget toegevoegd aan het budget voor de TSE/MOOI. De reden hiervoor is dat de HER+ regeling wordt gecontinueerd via de TSE/MOOI en DEI+. De voornaamste reden om de HER+ te continueren via de DEI+ en de TSE/MOOI is dat binnen de HER+ het alleen mogelijk was om projecten gericht op kostprijsreductie te ondersteunen, terwijl het in de DEI+ en de TSE/MOOI ook mogelijk is om projecten zowel op kostprijsreductie als ook op andere maatschappelijk relevante uitdagingen te ondersteunen. Dit sluit beter aan bij de innovatie-uitdagingen om tot een klimaatneutraal energiesysteem te komen.
Hernieuwbare Energietransitie (HER+)
Het budget voor de HER+ wordt met € 16 mln. verlaagd. Deze middelen worden ingezet voor tekorten binnen het SDE+-domein en het Loss and Damage Fund.
Demonstratieregeling energie- en klimaatinnovatie (DEI+)
De beleidsinzet die voorheen via de HER+ verliep, verloopt vanaf 2024 via de DEI+ en innovatieprogrammering van de Topsector Energie (zie ook MOOI). Daarvoor wordt tot en met 2031 extra budget toegevoegd aan het DEI+-budget. Ook wordt vanuit artikel 2 van de EZK-begroting in totaal € 36 mln toegevoegd voor de DEI+-Industrie. Het Ministerie van BZK hevelt in totaal € 5,4 mln over ter financiering van de DEI+-Aardgasloze wijken. Tenslotte wordt in totaal over de periode 2026-2029 € 133,3 mln toegevoegd vanuit de SDE+ als voorfinanciering van de middelen die de DEI+ nog in de periode na 2029 moet terugontvangen van de subsidieregeling Opschaling volledig hernieuwbare waterstofproductie via elektrolyse (OWE).
SDE
Vanwege lagere energieprijzen dan initieel geraamd zijn de kosten voor de SDE hoger uitgevallen dan geraamd, deze worden in 2024 gefinancierd uit de ontvangsten (terugbetaalde subsidievoorschotten) en de ruimte binnen het SDE++-budget en in 2025 uit de reserve duurzame energie en klimaattransitie.
SDE+
De ophoging van het SDE+-budget 2024 kent een groot aantal oorzaken. Allereerst worden voor de SDE+-regeling en het flankerend beleid rond de SDE+(+) en Wind op zee extra middelen toegevoegd, deels gedekt uit ontvangsten van terugbetaalde subsidievoorschotten SDE/SDE+/SDE++, deels uit het budget van de SDE++. Daarnaast is er een tekort op het budget voor de bevoorschotting op de subsidie aan TenneT voor de aanleg van het net op zee. Dit wordt voor het grootste deel gedekt uit de SDE++ en voor een klein deel uit de reserve duurzame energie en klimaattransitie. Tenslotte worden ook de in 2023 niet-bestede Klimaatfondsmiddelen voor het flankerend beleid Wind op zee toegevoegd aan het budget 2024.
Doordat energieprijzen meerjarig hoger uitvallen is er in de periode 2026-2029 minder budget benodigd voor de SDE+. De kasraming wordt hierop aangepast en in totaal met € 4.338 mln verlaagd. Deze ruimte komt ten goede van het generale beeld. In de jaren 2027-2029 wordt in totaal € 657 mln overgeheveld van de EZK-begroting naar bestaande reservering op de Aanvullende Post voor stimulering duurzame energieproductie (SDE) en overig klimaatbeleid. Deze middelen worden gereserveerd voor toekomstige klimaatbesluitvorming.
SDE++
Het SDE+-budget wordt enerzijds opgehoogd met middelen vanuit de reserve duurzame energie en klimaattransitie ter financiering van de kosten in 2024 voor de nadeelcompensatie van kolencentrales, anderzijds vindt een verschuiving van budget plaats naar de SDE en de SDE+ (zie de toelichting bij deze instrumenten) en wordt € 49 mln overgeheveld van de EZK-begroting naar bestaande reservering op de Aanvullende Post voor stimulering duurzame energieproductie (SDE) en overig klimaatbeleid. Deze middelen worden gereserveerd voor toekomstige klimaatbesluitvorming.
ISDE
Het ISDE-budget wordt opgehoogd vanwege een aantal redenen. Allereerst is via de eindejaarsmarge de onderuitputting (€ 53,1 mln) op de Klimaatfondsmiddelen in 2023 opgevraagd. Deze middelen worden via een schuif aan het budget voor 2026 toegevoegd, omdat er in 2024 en 2025 naar verwachting voldoende middelen beschikbaar zijn en de budgetten na 2025 (fors) lager zijn. Daarnaast wordt er vanuit het Meerjarenprogramma 2025 van het Klimaatfonds in 2026 € 216,7 mln toegevoegd aan de beschikbare middelen vanuit het Nationaal Isolatie Programma (NIP) voor de subsidiëring van isolatiemaatregelen via de ISDE. Ook is er vanuit het Meerjarenprogramma 2025 van het klimaatfonds in 2026 € 1,4 mln toegevoegd voor de stimulering van biobased isolatiemateriaal. Tenslotte is het budget in 2024 verlaagd met € 2,5 mln als gedeeltelijke dekking van het aandeel van EZK van € 5 mln in de tijdens de COP28 bekend gemaakte bijdrage van Nederland van € 15 mln aan het Loss and Damage Fund. Dit is een fonds gericht op het aanpakken van schade en verlies als gevolg van klimaatverandering.
Overige subsidies
Via de eindejaarsmarge wordt de onderuitputting op de Klimaatfondsmiddelen in 2023 van zowel de subsidie aan EBN voor het onderzoek naar het versnellen van CCS (€ 10,6 mln), de Correctieregeling duurzame warmte (€ 31,1 mln) als het project Verbetering Informatievoorziening Energietransitie (€ 0,3 mln) toegevoegd aan het budget 2024. Ter financiering van de batterijverplichting voor zonneparken wordt vanuit het Klimaatfonds voor de periode 2026-2030 in totaal € 100 mln toegevoegd.
Opschalingsinstrument waterstof
Vanuit het Meerjarenprogramma 2025 van het Klimaatfonds wordt in 2026 € 100 mln toegevoegd aan het budget voor het waterstofnetwerk op zee. Daarnaast vindt op dit budget een kasschuif van € 20 mln plaats van 2027 naar 2024 en 2025. Op het budget voor Elektrolyse-offshore (40Mw) vindt een kasschuif plaats van 2026-2029 naar 2024 en 2025. Tenslotte wordt via de eindejaarsmarge de onderuitputting op de Klimaatfondsmiddelen in 2023 op het budget voor het Kennisplatform Elektrolyse-offshore en ketenbrede consortia aan het budget voor 2024 toegevoegd.
IPCEI Waterstof
Via de eindejaarsmarge wordt de onderuitputting op de Klimaatfondsmiddelen in 2023 (€ 49,3 mln) van de IPCEI Waterstof golf 2 en golf 3 aan het budget 2024 toegevoegd. Ter financiering van het waterstofproject Djewels in Groningen (zie onder) wordt € 50 mln gedekt vanuit het IPCEI Waterstof budget.
Vulmaatregelen gasopslagen
In lijn met de lange termijnvisie gasopslagen zal EBN ook in het vulseizoen 2025-2026 weer gas opslaan in de gasopslag Bergermeer. De verplichting hiervoor wordt dit jaar al aangegaan om EBN binnen de gestelde kaders maximaal de ruimte te geven om gas in de opslag te houden. Het uitgavenbudget 2025 wordt hiervoor met € 233 mln opgehoogd. Tegelijkertijd wordt het budget 2024 met € 240 mln verlaagd, omdat de regeling van RVO voor het vullen van gasopslagen niet meer wordt opengesteld: hierdoor valt het hiervoor in 2024 gereserveerde kasbudget van € 240 mln vrij.
MIEK
Vanuit het MIEK-budget wordt budget overgeheveld naar het apparaatsbudget op artikel 40 ter dekking van de formatie van de directie Verduurzaming Industrie, de projectdirectie Delta Rhine Corridor (DRC) en de formatie benodigd bij de directie Realisatie Energietransitie voor werkzaamheden voor de DRC in het kader van de Rijkscoördinatieregeling. Daarnaast wordt budget overgeheveld naar artikel 2 (Bedrijvenbeleid, Innovatie en duurzaam ondernemen) ter financiering van het beleidsbudget en de RVO-uitvoeringskosten van de directie Verduurzaming Industrie.
Schadeafhandeling mijnbouw Limburg
De openstelling van de regeling voor de schadeafhandeling in Limburg duurt langer dan verwacht vanwege de benodigde afstemming met de regio. Hierdoor zijn de in 2023 beschikbare middelen niet tot besteding gekomen. Aangezien het aantal verwachte schadegevallen gelijk is gebleven, zijn deze middelen wel benodigd en is de onderuitputting aan het budget in latere jaren toegevoegd. Ook wordt hierdoor een deel van de beschikbare middelen in 2024 naar latere jaren verschoven. Tenslotte zijn de uitvoeringskosten van RVO voor de regeling voor de jaren 2024, 2025 en 2026 overgeheveld naar het RVO-uitvoeringsbudget.
Warmtenetten Investeringssubsidie (WIS)
Vanuit het Meerjarenprogramma 2025 van het Klimaatfonds wordt in totaal over de periode 2025-2030 € 972,5 mln toegevoegd aan de beschikbare middelen voor de WIS. Met deze middelen worden toekomstige openstellingen van de WIS mogelijk gemaakt. Daarnaast is via de eindejaarsmarge van het klimaatfonds de onderuitputting uit 2023 (€ 129,6 mln) aan het budget 2024 toegevoegd. Tenslotte zijn de middelen van deopenstellingen van de WIS 2023 en 2024 in het juiste kasritme gezet met een kasschuif. Dit ritme is vastgesteld op basis van de meest recente prognose van de uitfinancieringsperiode van de WIS 2023 en 2024.
NGF-project NieuweWarmteNu!
Met een kasschuif wordt het kasritme van het budget voor het NGF-project NieuweWarmteNu! geactualiseerd op basis van de meest recente prognose van RVO. Daarnaast is de onderuitputting op het budget 2023 opgevraagd via de eindejaarsmarge van het NGF.
Tijdelijk prijsplafond energie kleinverbruikers 2023
Met ingang van 2024 is het prijsplafond definitief niet meer van kracht. Leveranciers leveren maandelijks nog jaar- en eindnota’s aan, zodat RVO de definitieve prijsplafondkortingen kan verrekenen met het door de leverancier ontvangen subsidievoorschot. De raming van RVO is dat er in 2024 nog € 300 mln betaald moet worden aan de energiebedrijven. Er is in 2024 een kasbudget van € 100 mln beschikbaar, daarom wordt het budget met € 200 mln opgehoogd. Daarnaast raamt RVO dat er € 109 mln terugbetaald moet worden door de energiebedrijven aan RVO. Er zijn in 2024 geen ontvangsten geraamd voor het prijsplafond, dus er is een ontvangstenmeevaller van € 109 mln. Per saldo is er dus een tegenvaller van € 91 mln in 2024. Medio 2025 dienen alle subsidies definitief vastgesteld te zijn.
Compensatie aanbestedende diensten SEFE-contracten
Voor deze compensatieregeling stond aanvankelijk € 20 mln geraamd in 2023. Omdat de regeling later is opengesteld dan gepland, was het niet langer mogelijk om deze middelen in 2023 te besteden. Om die reden zijn deze middelen opgevraagd voor 2024. De kasschuif van € 10 mln van 2024 naar 2025 is vervolgens doorgevoerd op basis van nieuwe verwachtingen rond de momenten waarop RVO de aanvragen voor deze regeling verwacht te ontvangen
Tegemoetkoming blokaansluitingen
In 2024 vinden er nog uitbetalingen plaats op basis van aanvragen voor de regeling Tijdelijke Tegemoetkoming Blokaansluitingen (TTB) in 2023. Er was in 2024 € 178,6 mln. budget beschikbaar en dit bedrag wordt opgehoogd met € 67,2 mln. Dit is op basis van een nieuwe raming van de Belastingdienst. Een deel van deze ophoging wordt veroorzaakt door aanvragen die eerder niet goed ingelezen waren in het systeem van de Belastingdienst. De Kamer is hier eerder over geïnformeerd met een Kamerbrief op 28 maart (Kamerstuk 29 023, nr. 495). Deze ophoging wordt daarnaast ook verklaard door een hoger gemiddeld subsidiebedrag per aanvraag dan eerder werd geprognosticeerd.
Kwaliteitsbudget energieprojecten
Op basis van het amendement Kröger-Boucke is bij de behandeling van de EZK-begroting 2024 € 25 mln aan de EZK-begroting toegevoegd als kwaliteitsbudget voor energieprojecten. Omdat een deel van de uitgaven hiervan doorlopen naar 2025, wordt € 10,3 mln (kas)budget verschoven van 2024 naar 2025.
Subsidie project Djewels
Ter financiering van het innovatieve waterstofproject Djewels in Groningen is € 80 mln beschikbaar gesteld. Djewels past een innovatieve elektrolyse–technologie toe met hoge druk. Dat scheelt in het ruimtegebruik, waardoor elektrolyse op zee dichterbij komt en er op land minder ruimte nodig is voor elektrolyse. Van de toegezegde € 80 mln wordt € 50 mln gedekt vanuit het IPCEI Waterstof budget: € 30 mln komt uit het budget van artikel 5 (PEGA-budget).
Opdrachten
Onderzoek mijnbouw bodembeweging
Het budget voor de onderzoeksprojecten bodembeweging wordt omhoog bijgesteld met de Nij Begun middelen voor toezicht, kennis en monitoring (PEGA-budget, maatregelen 49 t/m 50). Hiermee wordt onder andere het programma ‘duurzaam gebruik diepe ondergrond’ opgezet en de onderzoeken in het kader van het Kennisprogramma Effecten Mijnbouw (KEM) uitgebreid.
Onderzoek en opdrachten
De mutatie op dit instrument kent een groot aantal oorzaken. De belangrijkste zijn:
– Via de eindejaarsmarge wordt de onderuitputting op de Klimaatfondsmiddelen in 2023 van het RCR-budget (€ 3,8 mln), het budget voor onderzoeken nieuwbouw kerncentrales (€ 24,2 mln), de ondersteuning van de ontwikkeling van SMR's (€ 0,9 mln) en de bedrijfsduurverlenging Borssele (€ 0,7 mln) aan het budget 2024 toegevoegd.
– Vanuit het Meerjarenprogramma 2025 van het Klimaatfonds wordt vanaf 2025 jaarlijks budget toegevoegd aan het budget voor onderzoeken nieuwbouw kerncentrales (€ 2,5 mln per jaar), aan het budget voor de kennisinfrastructuur kernenergie (totaal € 32 mln in de periode 2025-2029) en aan het budget voor de ondersteuning van de ontwikkeling van SMR's (€ 49,5 mln in de periode 2025-2029).
Programma Opwek Energie op Rijksvastgoed (OER)
Via de eindejaarsmarge van het Klimaatfonds wordt € 14,4 mln aan niet-bestede middelen 2023 toegevoegd aan het budget 2024.
Bijdrage aan agentschappen
Bijdrage aan RVO
Aan het uitvoeringsbudget van RVO wordt in 2024 totaal € 12,8 mln toegevoegd. Het RVO-uitvoeringsbudget wordt opgehoogd met bedragen voor het Adviescollege Veiligheid Groningen (ACVG), de uitvoering van het Herstel- en Veerkrachtplan (HVP) en de middelen die vanuit de begroting van het Ministerie van BZK en vanuit artikel 2 van de EZK-begroting zijn overgeheveld voor de DEI+-Aardgasvrije wijken, de MOOI-Gebouwde Omgeving en de TSE-Industrie. Ook is meerjarig budget toegevoegd om de tariefstijging van RVO te compenseren. Via de eindejaarsmarge wordt de onderuitputting op de Klimaatfondsmiddelen in 2023 van het RVO-uitvoeringsbudget toegevoegd aan het budget 2024. Tenslotte is ook het over 2023 te veel aan RVO betaalde voorschot voor de uitvoeringskosten 2023 aan het uitvoeringsbudget 2024 toegevoegd.
Bijdrage KNMI
De bijdrage voor KNMI wordt voor de jaren 2024-2028 omhoog bijgesteld met de Nij Begun middelen voor toezicht, kennis en monitoring (maatregelen 49 t/m 50). Hiermee kan de bestaande seismische monitoring van het KNMI worden uitgebreid.
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
TNO Kerndepartement
De bijdrage aan TNO wordt voor de jaren 2024-2028 omhoog bijgesteld met de Nij Begun middelen voor toezicht, kennis en monitoring (maatregelen 49 t/m 50). Hiermee kunnen de data en kennis van de ondergrond versneld vergroot en ontsloten worden. Daarnaast vinden enkele overhevelingen plaats vanuit de begrotingen van BZK en SZW en wordt via de eindejaarsmarge van het Klimaatfonds € 0,9 mln aan niet-bestede middelen 2023 toegevoegd aan het budget 2024.
Bijdrage aan medeoverheden
Regeling toezicht energiebesparingsplicht
Voor de verlenging van de regeling toezicht energiebesparingsplicht na 2026 wordt vanaf 2027 het benodigde budget toegevoegd aan de begroting. De opzet van de nieuwe regeling kan op basis van een in 2024 of 2025 uit te voeren evaluatie van de bestaande regeling nog wijzigen.
Uitvoeringskosten Klimaat medeoverheden
Over de periode 2024-2030 wordt vanuit het Klimaatfonds in totaal € 500 mln toegevoegd ter financiering van gebiedsinvesteringen rond de aanlandplekken van netten op zee. Hiertegenover staat dat er middelen worden overgeheveld naar de IenW-begroting voor de uitvoering van het Programma Nucleaire Veiligheid en de nucleaire ambities van het huidige kabinet. Ook wordt budget overgeheveld naar het apparaatsbudget van het Ministerie van EZK ter financiering van de formatie en inhuur van de directie Kernenergie. Ook worden de niet-bestede Klimaatfondsmiddelen 2023 weer toegevoegd aan het budget 2024. Tenslotte vindt een kasschuif plaats van 2026 en 2027 naar 2024 en 2025 om de hogere uitvoeringskosten in deze jaren van gemeenten en provincies voor de aanpak van netcongestie te dekken.
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
Nuclear Research Group (NRG)
De ophoging van het budget voor NRG wordt vooral veroorzaakt doordat NRG dit jaar de laatste tranche (€ 12 mln) opvraagt uit de in 2014 verstrekte lening. Deze lening is in algemene zin gericht op de continuïteit van bedrijfsvoering van NRG (voorheen onderdeel van ECN) en in het bijzonder op het scheppen van de noodzakelijke investeringen voor het in bedrijf houden van de Hoge Flux Reactor (HFR) totdat de Pallas Reactor operationeel is.
Internationale contributies
De ophoging van het budget wordt voornamelijk verklaard door het beschikbaar komen van € 15 mln voor de Nederlandse bijdrage aan het Loss and Damage Fund. Daarnaast is via de eindejaarsmarge van het Klimaatfonds € 1 mln aan niet-bestede middelen 2023 aan het budget 2024 toegevoegd.
Ontvangsten
Onttrekking reserve duurzame energie en klimaattransitie
De begrotingsreserve Duurzame Energie en klimaattransitie wordt aangesproken om de hogere kosten voor de SDE-regeling te bekostigen als gevolg van lagere energieprijzen dan geraamd in 2025. Ook zijn er in 2024 hogere uitgaven dan geraamd voor de subsidie aan TenneT voor de aanleg van het net op Zee. De uitgaven voor de nadeelcompensatie kolenmaatregelen worden in 2024 gedaan, waardoor deze ook onttrokken moeten worden uit de reserve. Er worden in 2024 en 2025 ook middelen onttrokken aan de reserve voor de continuering van de HER+ via de DEI+ en TSE/MOOI. Voor verdere toelichting zie deze posten.
ETS-ontvangsten
De ETS-prijs is sterk gedaald ten opzichte van de vorige raming. Dit komt onder andere door een hele sterke daling van de vraag naar emissierechten (o.a. door aanhoudende hoge fossiele energieprijzen), gecombineerd met een historische daling van de emissies van de Europese elektriciteitssector (die goed is voor ongeveer de helft van de ETS-emissies) met 25% in één jaar. Er zijn daardoor meer rechten dan nodig en dit doet de prijs dalen. De ontvangstenraming voor de jaren 2024 en verder is daarom aanzienlijk naar beneden bijgesteld.
Diverse ontvangsten
De hogere diverse ontvangsten hebben verschillende oorzaken. RVO verwacht over 2024 in totaal € 109 mln aan te veel betaalde voorschotten in het kader van het prijsplafond 2023 en € 96 mln aan eerder toegekende subsidievoorschotten op de SDE en SDE+ terug te ontvangen. Daarnaast verwacht EZK ruim € 5,3 mln terug te ontvangen aan uitvoeringskosten die in 2023 te veel aan RVO zijn uitbetaald.
Heffing gasleveringszekerheid
De kosten voor de vulmaatregelen worden via een opslag op de transporttarieven van GTS doorbelast aan gasgebruikers in binnen- en buitenland. Er waren het afgelopen jaar geen kosten voor de RVO vulmaatregel, daarom worden ook de ontvangsten uit de heffing naar beneden bijgesteld. Daarnaast worden de inkomsten gerelateerd aan de vultaak van EBN voor het vulseizoen 2025-2026 (€ 233 mln, zie bij Uitgaven) toegevoegd aan de ontvangstenraming. De heffing kan op zijn vroegst in 2026 in werking treden, vandaar dat de hele reeks een jaar opschuift.
Toelichting op de Begrotingsreserves
Tabel 19 Begrotingsreserve Duurzame energie en Klimaattransitie (bedragen x € 1 mln)
Stand 1/1/2024
5.773,4
+ Geraamde storting
– Geraamde onttrekking
‒ 1.105,5
Stand (raming) per 31/12/2024
4.667,9
De begrotingsreserve voor duurzame energie en klimaattransitie is bestemd voor onbesteed gebleven middelen als gevolg van vertraging bij of het niet doorgaan van projecten waaraan subsidie is toegekend op basis van de MEP, de SDE, de SDE+, de SDE++, de HER+ of de ISDE. Via de reserve blijven deze middelen ook in de toekomst beschikbaar voor het stimuleren van hernieuwbare energieproductie of CO2-reductie.
De onttrekking aan de reserve is in 2024 opgebouwd uit de volgende elementen:
– Bij de Startnota van het kabinet Rutte-III is besloten € 1.700 mln verspreid over meerdere jaren aan de reserve te onttrekken en toe te voegen aan het meerjarig voor de SDE++ beschikbare budget. Voor 2024 gaat het om een bedrag van € 400 mln.
– Daarnaast wordt € 4,2 mln onttrokken ter financiering van de kasgevolgen van het amendement-Sienot over de ophoging van de Subsidieregeling Coöperatieve Energieopwekking (SCE) naar € 100 mln.
– Ter financiering van een aantal door de Kamer aangenomen amendementen bij de begrotingsbehandeling 2024 wordt in totaal € 175 mln (onbestede middelen Porthos-lening) aan de reserve onttrokken.
– Ter dekking van de kosten van de nadeelcompensatie kolencentrales wordt € 497,1 mln aan eerder in de reserve gestorte middelen weer aan de reserve onttrokken.
– Om de hogere bevoorschotting aan TenneT op de subsidie voor de aanleg van het net op zee te dekken wordt in 2024 € 22 mln aan de reserve onttrokken.
– Om het tekort op de continuering van de HER+ via de DEI+ te dekken wordt € 7,2 mln aan de reserve onttrokken.
Tabel 20 Begrotingsreserve Aardwarmte (bedragen x € 1 mln)
Stand 1/1/2024
18,0
+ Geraamde storting
– Geraamde onttrekking
‒ 0,2
Stand (raming) per 31/12/2024
17,8
De begrotingsreserve voor de garantieregeling Aardwarmte is bedoeld om het budget voor het mogelijk uitbetalen van verliesdeclaraties meerjarig in te kunnen zetten en een eventuele mismatch in de tijd tussen inkomsten (premies) en uitgaven (verliesdeclaraties) op te vangen. Om gebruik te kunnen maken van de garantieregeling Aardwarmte betalen marktpartijen een kostendekkende premie aan de uitvoerder van de regeling (RVO) die wordt gestort in de begrotingsreserve. Het tekort op de RVO-uitvoeringskosten 2024 wordt onttrokken aan de reserve.
Tabel 21 Begrotingsreserve aan NRG verstrekte leningen (bedragen x € 1 mln)
Stand 1/1/2024
6,6
+ Geraamde storting
– Geraamde onttrekking
Stand (raming) per 31/12/2024
6,6
De middelen in de begrotingsreserve risicopremie ECN/NRG zullen worden aangesproken als ECN – al dan niet tijdelijk – (gedeeltelijk) niet kan voldoen aan de terugbetalingsverplichtingen volgens de afgesloten leningsovereenkomst.
3.5 Beleidsartikel 5 Een veilig Groningen met perspectief
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 22 Budgettaire gevolgen van beleid art. 5 Een veilig Groningen met perspectief (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting 2024 (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB's (2)
Vastgestelde begroting 2024 (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2025
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Verplichtingen
2.579.159
453.000
3.032.159
544.288
3.576.447
662.962
1.105.423
683.874
231.709
456.396
Uitgaven
2.593.594
453.000
3.046.594
‒ 87.208
2.959.386
701.877
1.143.461
674.705
203.957
541.279
Subsidies (regelingen)
162.480
91.000
253.480
‒ 42.491
210.989
‒ 62.133
172.822
23
23
0
Waardevermeerderingsregeling
13.000
91.000
104.000
‒ 41.876
62.124
Geestelijke bijstand
550
550
550
486
Duurzaam herstel
111.000
111.000
‒ 71.569
39.431
‒ 70.264
169.833
Woonbedrijf
1.330
1.330
2.000
815
Diverse subsidies versterken
66.537
66.537
4.560
1.865
200
200
Subsidieregelingen bestuurlijke afspraken
5.000
5.000
2.914
7.914
1.748
Huurderscompensatie
350
350
Nieuwbouwregeling
4.930
4.930
4.930
Economische bedrijvigheid
28.000
28.000
‒ 177
27.823
‒ 177
‒ 177
‒ 177
‒ 177
(Schade)vergoeding
406.580
273.000
679.580
128.395
807.975
82.260
279.979
‒ 103.441
5.663
122.389
Vergoeding fysieke schade
330.446
273.000
603.446
‒ 178.967
424.479
49.164
274.735
‒ 102.173
4.431
122.389
Vergoeding waardedaling
10.000
10.000
54.000
64.000
16.000
Vergoeding immateriële schade
35.000
35.000
53.215
88.215
10.037
12
‒ 5.000
‒ 2.500
Commissie Bijzondere Situaties
3.000
3.000
3.000
Herbeoordeling waardedaling
0
Vastgelopen dossiers
10.000
10.000
10.949
20.949
3.732
3.732
3.732
Vergoeding zelf aangebrachte voorzieningen
2.334
2.334
2.334
Vergoeding schade door versterkingsmaatregelen
0
0
63.755
63.755
5.000
Knelpunten (bestuurlijke afspraken)
0
0
3.234
3.234
1.500
1.500
Versterken industrie
800
800
559
1.359
559
Knelpunten IMG
15.000
15.000
10.000
25.000
Versterken in eigen beheer
0
0
111.650
111.650
Opdrachten
1.620.531
0
1.620.531
‒ 402.729
1.217.802
474.598
227.459
‒ 22.940
‒ 89.020
0
Werkbudgetten
22.691
22.691
5.432
28.123
‒ 919
‒ 550
‒ 550
‒ 200
Versterkingsoperatie
776.457
776.457
‒ 139.120
637.337
445.517
218.009
‒ 26.140
‒ 88.820
Knelpunten (bestuurlijke afspraken)
20.000
20.000
5.492
25.492
10.000
3.750
Versterken industrie
241
241
0
241
Nieuwbouwregeling
0
0
0
Vergoeding Norg akkoord
786.142
786.142
‒ 292.000
494.142
Vastgelopen dossiers
3.500
3.500
Verduurzaming bij versterken
15.000
15.000
13.967
28.967
30.000
Vermogensverschaffing/-onttrekking
0
0
0
0
0
0
293.838
709.850
152.052
281.323
Bijdrage aan EBN voor de kosten van schade en versterken Groningen
0
0
0
293.838
709.850
152.052
281.323
Bijdrage aan agentschappen
211.049
89.000
300.049
‒ 43.302
256.747
‒ 55.614
4.821
‒ 52.411
‒ 38
78.304
Bijdrage RVO.nl
208.479
89.000
297.479
‒ 43.302
254.177
‒ 55.614
4.821
‒ 52.411
‒ 38
75.899
Bijdrage aan bestuur Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG)
2.570
2.570
0
2.570
2.405
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
1.400
0
1.400
8.058
9.458
8.058
9.050
9.050
9.050
1.100
TNO publieke SDRA
1.400
1.400
1.400
1.100
1.100
1.100
1.100
Raad voor de Rechtbijstand
8.058
8.058
8.058
7.950
7.950
7.950
Bijdrage aan medeoverheden
185.956
0
185.956
264.167
450.123
253.556
153.824
132.272
126.227
58.163
Mkb-programma
2.200
2.200
5.000
7.200
5.000
5.000
5.000
5.000
Nationaal Programma Groningen
52.290
52.290
44.885
97.175
25.000
Compensatie gemeenten en provincie
8.097
8.097
106.180
114.277
48.300
18.800
18.200
17.700
Clustering en gebiedsfonds
121.369
121.369
46.432
167.801
51.236
51.504
48.552
44.007
12.663
Sociaal-emotionele ondersteuning door gemeenten (bestuurlijke afspraken)
2.000
2.000
0
2.000
NCG bijdrage aan medeoverheden
6.350
6.350
Knelpunten gemeenten sociaal domein
14.400
14.400
14.400
14.400
Leefbaarheid en wijkontwikkeling
12.500
12.500
37.500
37.500
37.500
37.500
37.500
Sociale agenda
15.100
15.100
56.800
9.800
9.000
8.500
8.000
Erfgoedprogramma
13.320
13.320
15.320
16.820
14.020
13.520
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties
5.598
0
5.598
694
6.292
1.152
1.668
2.302
0
0
Adviescollege Veiligheid Groningen (ACVG)
3.098
3.098
‒ 3.098
0
1.152
1.668
2.302
Raad voor de Rechtspraak
2.500
2.500
3.792
6.292
Ontvangsten
3.184.287
0
3.184.287
‒ 283.309
2.900.978
‒ 589.967
152.357
370.081
‒ 182.882
867.563
Ontvangsten Mijnbouwwet
480.000
480.000
‒ 280.000
200.000
‒ 330.000
‒ 220.000
‒ 90.000
10.000
30.000
Dividenduitkering EBN
1.613.000
1.613.000
‒ 446.000
1.167.000
‒ 541.000
‒ 374.000
‒ 270.000
‒ 197.000
142.000
Dividenduitkering GasTerra
3.600
3.600
3.600
Ontvangsten NAM fysieke schade
329.091
329.091
121.327
450.418
94.888
346.019
513.590
53.773
145.214
Ontvangsten NAM uitvoeringskosten schade
194.152
194.152
204.846
398.998
48.969
40.322
79.616
‒ 737
80.747
Ontvangsten NAM waardedaling
67.500
67.500
‒ 6.753
60.747
54.000
16.000
Ontvangsten NAM immateriële schade
70.000
70.000
89.572
159.572
53.215
10.037
12
‒ 5.000
Ontvangsten NAM publieke SDRA
1.400
1.400
2.106
3.506
1.100
1.100
1.100
Ontvangsten NAM versterken industrie
1.430
1.430
1.643
3.073
559
559
Diverse ontvangsten
0
0
4.145
4.145
Ontvangsten NAM versterkingsoperatie
394.184
394.184
‒ 5.001
389.183
22.749
326.767
129.197
‒ 51.584
461.936
Nationaal Programma Groningen (bijdrage NAM)
25.000
25.000
25.000
50.000
Ontvangsten NAM Nieuwbouwregeling
4.930
4.930
1.735
6.665
Ontvangsten NAM juridische bijstand
4.071
4.071
6.653
6.653
6.566
6.566
6.566
Tabel 23 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting 2024 (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB's (2)
Vastgestelde begroting 2024 (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2025
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Verplichtingen
2.579.159
453.000
3.032.159
544.288
3.576.447
662.962
1.105.423
683.874
231.709
456.396
waarvan garantieverplichtingen
waarvan overige verplichtingen
2.579.159
453.000
3.032.159
544.288
3.576.447
662.962
1.105.423
683.874
231.709
456.396
Budgetflexibiliteit
Van het totale uitgavenbudget op artikel 5 in 2024 is circa 96% juridisch verplicht of bestuurlijk gebonden en de overige 4% beleidsmatig gereserveerd. Dit is het geval omdat de meeste uitgaven op artikel 5 een verplichting zijn op basis van wettelijke of ministeriële regelingen of onderdeel zijn van bestuurlijke afspraken. Daarbij is eveneens een van de de grootste uitgavenposten in 2024, de vergoeding voor het Norg-akkoord (ca. € 494 mln), juridisch verplicht.
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget in 2024 is verhoogd met € 544 mln. Dit is het saldo van met name de volgende mutaties:
– Overboekingen vanaf de Aanvullende Post voor diverse maatregelen uit Nij Begun (€ 675 mln). In de toelichtingen op de uitgavenmutaties is nader toegelicht welke maatregelen dit betreft. Voor een groot deel van de maatregelen is in 2024 het volledige verplichtingenbudget geraamd, omdat het voornemen is de maatregelen uit te voeren via een meerjarige regeling voor specifieke uitkeringen. Op het moment van publicatie van de regeling wordt de volledige financiële verplichting aangegaan. In tabel 24 is een overzicht opgenomen van alle opvragen voor de maatregelen uit Nij Begun die bij deze 1e suppletoire begroting zijn overgeboekt naar de EZK-begroting.
– Niet bestede middelen 2023 (€ 347 mln): een groot deel van het budget dat in 2023 niet tot besteding is gekomen, is toegevoegd aan de EZK-begroting voor 2024.
– Kasschuiven (- € 240 mln): om budgetten in een meer realistisch kasritme te plaatsen, zijn diverse kasschuiven doorgevoerd. Het betreft met name het doorschuiven van de niet bestede middelen uit 2023 naar latere jaren om onderuitputting in 2024 te voorkomen.
– Bijstelling uitgaven Norg-akkoord (- € 292 mln): De geraamde uitgaven voor het Norg akkoord zijn naar beneden bijgesteld als gevolg van de ontwikkeling van de gasprijs.
Uitgaven
Subsidies
Waardevermeerderingsregeling
In 2023 is door de Kamer een amendement op de EZK-begroting voor 2024 aangenomen aangaande de waardevermeerderingsregeling, waardoor op artikel 5 een budget van € 104 mln ontstond, maar op artikel 41 een tekort resteerde van € 104 mln. Met de 1e suppletoire begroting 2024 wordt het tekort op artikel 41 opgelost en wordt tevens budget vrijgemaakt voor de verlenging (totaal ca. € 63 mln waarvan ca. € 22 mln op de EZK-begroting, zie Kamerstuk II, 2023-2024, 33 529, nr. 1205) en uitbreiding van de waardevermeerderingsregeling (ca. € 40 mln). Hierdoor is voor de regeling in 2024 een budget beschikbaar van ca. € 62 mln op de EZK-begroting.
Duurzaam herstel
Duurzaam schadeherstel zal deel gaan uitmaken van de versterkings- en hersteloperatie (Kamerstuk 33 529, nr. 948). De uitgaven voor Duurzaam herstel zijn in 2024 per saldo neerwaarts bijgesteld met € 71,6 mln. Dit komt enerzijds door het toevoegen van de middelen die in 2023 niet tot besteding zijn gekomen (€ 28 mln). Anderzijds wordt het budget middels een kasschuif in een ander ritme geplaatst op basis van de door IMG opgestelde meerjarenbegroting (neerwaartse bijstelling van ca. € 100 mln in 2024).
Diverse subsidies versterken
De uitgaven in 2024 voor Diverse subsidies versterken zijn opwaarts bijgesteld met € 66,5 mln. Dit komt met name door een overboeking van € 50 mln van het financiële instrument opdrachten naar het financiële instrument subsidies omdat een deel van de versterkingsoperatie wordt uitgekeerd in de vorm van een subsidie in plaats van een opdracht. Dit zijn uitgaven die onder de oude subsidieregeling versterken gebouwen Groningen worden uitgekeerd.
Daarnaast zijn de middelen die in 2023 niet tot besteding zijn gekomen toegevoegd aan de begroting voor 2024 (€ 10,6 mln) en is er vanuit de aanvullende post € 7,5 mln voor de ombouw grootverbruikers overgeheveld.
Schade(vergoedingen)
Vergoeding fysieke schade
De raming van de schadeafhandeling door het IMG wordt ieder jaar geactualiseerd. Naar aanleiding daarvan wordt het in de EZK-begroting opgenomen bedrag voor de fysieke schadebetalingen bijgesteld over de gehele begrotingsperiode. De uitgaven in 2024 voor vergoedingen fysieke schade zijn neerwaarts bijgesteld met € 174 mln. Daarnaast zijn de middelen voor de raming voor juridische bijstand, die eerder onderdeel uitmaakte van de post ‘vergoeding fysieke schade’, apart inzichtelijk gemaakt op de EZK-begroting (€ 4,9 mln).
Vergoeding waardedaling
De raming van de schadeafhandeling door het IMG wordt ieder jaar geactualiseerd. Naar aanleiding daarvan wordt het in de EZK-begroting opgenomen bedrag voor de vergoedingen voor waardedaling bijgesteld over de gehele begrotingsperiode. De uitgaven in 2024 voor vergoedingen waardedaling zijn opwaarts bijgesteld met € 54 mln.
Vergoeding immateriële schade
De raming van de schadeafhandeling door het IMG wordt ieder jaar geactualiseerd. Naar aanleiding daarvan wordt het in de EZK-begroting opgenomen bedrag voor de immateriële schadebetalingen bijgesteld over de gehele begrotingsperiode. De uitgaven in 2024 voor vergoedingen immateriële schade zijn opwaarts bijgesteld met € 53,2 mln.
Vastgelopen dossiers
In het aardbevingsgebied doet zich een aantal schrijnende situaties voor waardoor het dossier voor de schadeafhandeling of versterkingsoperatie is vastgelopen. De uitgaven in 2024 voor vastgelopen dossiers zijn opwaarts bijgesteld met € 10,9 mln. Middelen die in 2023 niet tot besteding zijn gekomen, zijn toegevoegd aan de begroting voor 2024 (€ 25,6 mln). Een deel hiervan is met een kasschuif naar latere jaren geschoven.
Vergoeding schade door versterkingsmaatregelen
Per 1 juli 2023 is de regeling schade door versterkingsmaatregelen overgegaan in de Tijdelijke Wet Groningen. Omdat dit wordt verantwoord onder het financieel instrument (schade)vergoedingen wordt € 58 mln vanuit het financieel instrument opdrachten overgeheveld. Daarnaast is er voor de uitvoering van PEGA-maatregel 16 (vergoeding eigen tijd van bewoners) € 5 mln in 2024 en 2025 overboekt van de Aanvullende Post.
Knelpunten IMG
In de kabinetsreactie op de parlementaire enquête is aangekondigd dat het IMG de bevoegdheid krijgt om individuele knelpunten in de schadeafhandeling voortvarender op te lossen (maatregel 4 uit Nij Begun). De in 2023 niet tot besteding gekomen middelen (€ 10 mln) worden toegevoegd aan het budget voor 2024.
Versterken in eigen beheer
Sinds de inwerkingtreding van de Tijdelijke Wet Groningen (TwG) per 1 juli 2023 is er de mogelijkheid om een vergoeding te ontvangen voor het in eigen beheer uitvoeren van versterking. Hiervoor is € 110 mln overgeboekt vanuit de versterkingsoperatie op het financieel instrument opdrachten.
Opdrachten
Versterkingsoperatie
De meerjarige bijstelling van de versterkingsoperatie op het financieel instrument opdrachten kent verschillende oorzaken.
– Ten eerste wordt ieder jaar bij Voorjaarsnota de raming van de versterkingsoperatie geactualiseerd. Naar aanleiding van deze actualisatie worden de geraamde uitgaven en ontvangsten voor de gehele periode tot en met 2028 aangepast. De raming loopt tot en met 2028 in verband met de geplande afronding van de versterkingsoperatie in 2028. De uitvoerder (NCG) is gevraagd een analyse te doen naar de haalbaarheid van de afronding van de versterking in 2028 (Kamerstuk II, 2023-2024, 33 529, nr. 1227).
– Ten tweede zijn in 2024 herschikkingen gedaan van het budget van de versterkingsoperatie op het financiële instrument opdrachten naar de financiële instrumenten subsidies (- € 50 mln) en (schade)vergoedingen (- € 110 mln). Deze herschikkingen zijn gedaan omdat een deel van de versterkingsoperatie via subsidies verloopt en er (schade)vergoedingen worden uitgekeerd voor versterken in eigen beheer en voor schade door versterkingsmaatregelen.
– Ten derde is een tegenvaller als gevolg van gestegen bouwkosten (meerjarig € 99 mln) op diverse versterkingsprojecten uit bestuurlijke afspraken gedekt vanuit een vrijval van middelen op de Aanvullende Post en de generale middelen.
– Tot slot zijn voor maatwerk in de versterkingsoperatie de in 2023 niet tot besteding gekomen middelen (€ 16 mln) toegevoegd aan de begroting voor 2024 en zijn hiervoor aanvullende middelen opgevraagd van de Aanvullende Post (€ 20 mln in 2024 en € 37,5 mln in 2025).
Vergoeding Norg akkoord
Conform de afspraken in het Norg-akkoord betaalt de Staat een vergoeding aan NAM. De berekeningswijze van de vergoeding is vastgesteld in arbitrage, de hoogte van de vergoeding is afhankelijk van de gasprijs. Over de vergoeding moet btw worden betaald (Kamerstuk 33 529, nr. 997). De geraamde uitgaven voor het Norg akkoord zijn naar beneden bijgesteld (- € 292 mln) als gevolg van de gedaalde gasprijs.
Verduurzaming bij versterken
Ter uitvoering van maatregel 28 uit Nij Begun neemt NCG verduurzamingsmaatregelen mee bij de uitvoering van de versterkingsoperatie. Middelen die in 2023 niet tot besteding zijn gekomen (€ 14 mln), worden toegevoegd aan de begroting voor 2024. Daarnaast is voor 2025 aanvullend € 30 mln opgevraagd van de Aanvullende Post.
Vermogensverschaffing/-onttrekking
Bijdrage aan EBN voor de kosten van schade en versterken Groningen
De kosten voor schade en versterken worden (exclusief btw) doorbelast aan de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM), die namens de Maatschap (NAM en beleidsdeelneming EBN) verantwoordelijk is voor het betalen van de kosten voor schade en versterken. In lijn met de economische verhoudingen binnen de Maatschap komt 40% van de kosten voor rekening van EBN. Op basis van de actualisatie van de ramingen voor schade en versterken is de bij EBN aanwezige voorziening niet toereikend om het EBN-deel van de geraamde uitgaven voor schade en versterken te voldoen. Om die reden wordt vanaf 2026 in de Rijksbegroting een bijdrage aan EBN opgenomen voor de kosten van schade en versterken Groningen, cumulatief € 1.610 mln tot en met 2029 wat resulteert in een tegenvaller van € 1.120 mln. De omvang van deze bijdrage wordt verklaard doordat de NAM uitgaat van lagere kosten voor NAM voor schade en versterken dan de Staat, en omdat de voorziening bij EBN op de inschatting van NAM is gebaseerd.
Bijdrage aan agentschappen
Bijdrage RVO
De uitgaven in 2024 voor Bijdrage aan RVO zijn neerwaarts bijgesteld met € 43,3 mln. RVO levert het personeel en de ondersteuning voor het IMG. De raming van de schadeafhandeling door het IMG wordt ieder jaar geactualiseerd, waaronder ook de uitvoeringskosten. Naar aanleiding daarvan wordt ook het in de EZK-begroting opgenomen bedrag voor de uitvoeringskosten van het IMG bijgesteld.
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
Raad voor Rechtsbijstand
Bewoners die in bezwaar of beroep gaan tegen besluiten rondom schade- en versterkingsgevallen kunnen op grond van de Tijdelijke wet Groningen rechtsbijstand ontvangen. Bij Voorjaarsnota 2022 is hiervoor een raming opgenomen in de EZK-begroting, destijds onder de post ‘vergoeding fysieke schade’. De raming is geactualiseerd: waar eerder rekening werd gehouden met ca. € 4,9 mln aan kosten per jaar, worden de jaarlijkse kosten inmiddels op ca. € 8,1 mln geschat. De raming wordt vanaf deze suppletoire begroting tevens apart inzichtelijk gemaakt.
Bijdrage aan medeoverheden
MKB-programma
Zoals aangekondigd in Nij Begun wordt het bestaande mkb-programma uitgebreid (maatregel 25). Hiervoor is € 25 mln van de Aanvullende Post overgeheveld naar de EZK-begroting, waarvan € 5 mln in 2024. Middels een specifieke uitkering zal dit aan de provincie worden uitgekeerd. Hiervoor is een meerjarige regeling in voorbereiding.
Nationaal Programma Groningen
Met het Nationaal Programma Groningen (NPG) wordt geïnvesteerd in de leefbaarheid, economische ontwikkeling en energietransitie in Groningen. Het NPG is een samenwerkingsverband van het Rijk, de provincie en gemeenten. Aan het oorspronkelijke NPG draagt NAM € 500 mln bij en het Rijk meerjarig in totaal € 650 mln. In 2023 is hiervan € 37,8 mln niet tot besteding gekomen. Deze middelen worden toegevoegd aan de EZK-begroting voor 2024.
Daarnaast is in Nij Begun aangekondigd (maatregel 35) dat het NPG wordt versterkt met een Economische agenda voor ontwikkeling van de regio. Hiervoor is € 65 mln naar de EZK-begroting overgeboekt, waarvan € 35 mln is bestemd voor het opstellen en opstarten van de Economische agenda en € 30 mln wordt overgeboekt ten behoeve van artikel 4.
Compensatie gemeenten en provincie
De versterkingsoperatie in Groningen vraagt personeelscapaciteit van de provincie Groningen en de aardbevingsgemeenten. Voor deze kosten worden zij gecompenseerd. Vanuit maatregel 18 uit Nij Begun wordt hiervoor aanvullend € 92 mln beschikbaar gesteld. Middels een specifieke uitkering zal dit aan de gemeenten worden uitgekeerd. Hiervoor is een meerjarige regeling in voorbereiding.
Tevens worden gemeenten gecompenseerd voor de uitvoering van de versterkingsoperatie van Batch 1588. Voor de bijdrage van het Rijk is € 122,8 mln toegevoegd aan de EZK-begroting, waarvan een deel reeds gereserveerd was op de Aanvullende Post. Dit is € 85 mln voor de resterende bijdrage op basis van het convenant uit 2019 (Stcrt. 2019, 18984) en € 37 mln voor het amendement Beckerman) (Kamerstuk II 2020-2021, 35 603, nr. 39). Voor Batch 1588 resteert dan nog € 34 mln op de Aanvullende Post vanuit maatregel 17 Nij Begun.
Clustering en gebiedsfonds
In het kader van de bestuurlijke afspraken uit 2020 worden uitkeringen gedaan aan medeoverheden voor clustering en het gebiedsfonds (blokken B en D uit de bestuurlijke afspraken). Middelen die in 2023 niet tot besteding zijn gekomen (€ 143 mln), zijn toegevoegd aan de EZK-begroting voor 2024. Deze zijn vervolgens middels een kasschuif verdeeld over de jaren 2024-2028 om beter aan te sluiten bij het tempo van uitvoering.
Aanvullend op de bestuurlijke afspraken uit 2020 is met maatregel 15 uit Nij Begun het beschikbare budget met € 120 mln opgehoogd vanwege toegenomen kosten door inflatie en langer doorlopen van versterkingswerkzaamheden. Dit budget is aan de EZK-begroting toegevoegd vanaf de Aanvullende Post. Middels een specifieke uitkering zal dit aan de gemeenten worden uitgekeerd. Hiervoor is een meerjarige regeling in voorbereiding.
Knelpunten gemeenten en sociaal domein
In opvolging van maatregel 31 uit Nij Begun krijgen gemeenten budget om inwoners die naast de versterking van hun huis te maken hebben met sociaaleconomische, psychosociale of gezondheidsproblemen te helpen. Hiervoor is € 43,2 mln aan de EZK-begroting toegevoegd vanaf de Aanvullende Post. Middels een specifieke uitkering zal dit aan de gemeenten worden uitgekeerd. Hiervoor is een meerjarige regeling in voorbereiding.
Leefbaarheid en wijkontwikkeling
Voor het verbeteren van de leefbaarheid in gebieden waar veel woningen worden versterkt is in Nij Begun € 200 mln beschikbaar gesteld (maatregel 14). Dit wordt vanaf de Aanvullende Post aan de EZK-begroting toegevoegd. Middels een specifieke uitkering zal dit aan de gemeenten worden uitgekeerd. Hiervoor is een meerjarige regeling in voorbereiding.
Sociale agenda
In Nij Begun is afgesproken dat Rijk en regio samen een Sociale Agenda opstellen (maatregel 34). De agenda zal bestaan uit concrete doelstellingen en investeringen die ten goede komen aan de leefbaarheid, onderwijskwaliteit, armoedebestrijding, gezondheid en arbeidsparticipatie van inwoners. Voor het opstellen en opstarten van deze activiteiten is € 60 mln aan de EZK-begroting toegevoegd vanaf de Aanvullende Post (€ 10 mln in 2024 en € 50 mln in 2025). Tevens wordt er vooruitlopend op de Sociale Agenda meerjarig € 55 mln voor het gemeentelijke programma Sociaal en Gezondheid beschikbaar gesteld. Middels een specifieke uitkering zal dit budget aan de gemeenten worden uitgekeerd. Hiervoor is een meerjarige regeling in voorbereiding.
Erfgoedprogramma
In het Erfgoedprogramma werken het Rijk, de aardbevingsgemeenten, Steunpunt Libau, het maatschappelijk middenveld en de provincie Groningen sinds 2017 samen aan de instandhouding, versterking en doorontwikkeling van erfgoedpanden in het aardbevingsgebied. Voor het verlengen van het erfgoedprogramma tot en met 2028 is in Nij Begun € 73 mln beschikbaar gesteld (maatregel 26). Dit is vanuit de Aanvullende Post toegevoegd aan de EZK-begroting en zal middels een specifieke uitkering aan de gemeenten worden uitgekeerd. Hiervoor is een meerjarige regeling in voorbereiding.
Juridische bijstand
Bewoners die in bezwaar of beroep gaan tegen besluiten rondom schade- en versterkingsgevallen kunnen op grond van de Tijdelijke wet Groningen rechtsbijstand ontvangen. Bij Voorjaarsnota 2022 is hiervoor een raming opgenomen in de EZK-begroting, destijds onder de post ‘vergoeding fysieke schade’. De raming is geactualiseerd: waar eerder rekening werd gehouden met ca. € 4,9 mln aan kosten per jaar, worden de jaarlijkse kosten inmiddels op ca. € 8,1 mln geschat. De raming wordt vanaf deze suppletoire begroting tevens apart inzichtelijk gemaakt.
Ontvangsten
Ontvangsten Mijnbouwwet
De geraamde ontvangsten Mijnbouwwet worden neerwaarts bijgesteld met € 280 mln naar aanleiding van de meest recente CPB gasprijsraming en de verwachte lagere winning.
Dividenduitkering EBN
De geraamde ontvangsten aan dividend EBN worden neerwaarts bijgesteld met € 446 mln voornamelijk vanwege de lagere CPB gasprijsraming en de verwachte lagere winning.
Ontvangsten NAM fysieke schade
De uitgaven voor de schadeafhandeling worden via een heffing bij NAM in rekening gebracht. Als gevolg van de bijstelling van de uitgaven voor fysieke schade worden ook de geraamde ontvangsten van NAM bijgesteld. De geraamde ontvangsten voor fysieke schade zijn opwaarts bijgesteld met cumulatief € 1,2 mld tot en met 2029 naar aanleiding van de jaarlijkse actualisatie van de schaderaming.
De omvang van de totale bijstelling wordt mede verklaard doordat in de jaarlijkse actualisatie ook de ontvangsten zijn ingeboekt die volgen uit de nieuwe wijze van schadeafhandeling die op 6 oktober 2023 is aangekondigd (Kamerstuk II, 2023-2024, 35 561, nr. C). Via een Nota van Wijziging op de ontwerpbegroting 2024 zijn destijds enkel de uitgaven bijgesteld. In deze eerste suppletoire begroting worden ook de met de nieuwe schadeafhandeling samenhangende ontvangsten bijgesteld.
De opwaartse bijstelling in 2024 betreft een bedrag van ca. € 121 mln en wordt deels verklaard doordat in 2024 ook ontvangsten binnenkomen die aanvankelijk voor 2023 waren begroot. Daarbij betreft een bedrag van ca. € 4 mln de raming voor juridische bijstand. Deze raming was eerder onderdeel van de post ‘Ontvangsten NAM fysieke schade’, maar wordt vanaf de 1e suppletoire begroting 2024 apart inzichtelijk gemaakt op de EZK-begroting.
Ontvangsten NAM uitvoeringskosten schade
De uitgaven voor uitvoeringskosten van de schadeafhandeling worden via een heffing bij NAM in rekening gebracht. Als gevolg van de bijstelling van de uitgaven worden ook de geraamde ontvangsten van NAM bijgesteld. De geraamde ontvangsten voor de uitvoeringskosten voor de schadebetalingen worden opwaarts bijgesteld met cumulatief € 400 mln tot en met 2029 naar aanleiding van de jaarlijkse actualisatie van de schaderaming. De opwaartse bijstelling in 2024 betreft een bedrag van ca. € 204 mln.
De omvang van de bijstelling wordt mede verklaard doordat in de jaarlijkse actualisatie ook de ontvangsten zijn ingeboekt die volgen uit de nieuwe wijze van schadeafhandeling die op 6 oktober 2023 is aangekondigd (Kamerstuk II, 2023-2024, 35 561, nr. C). Via een Nota van Wijziging op de ontwerpbegroting 2024 zijn destijds enkel de uitgaven bijgesteld. In deze eerste suppletoire begroting worden ook de met de nieuwe schadeafhandeling samenhangende ontvangsten bijgesteld. Daarnaast wordt de opwaartse bijstelling ook deels verklaard doordat in 2024 ontvangsten binnenkomen die aanvankelijk voor 2023 waren begroot.
Ontvangsten NAM immateriële schade
De uitgaven voor de schadeafhandeling worden via een heffing bij NAM in rekening gebracht. Als gevolg van de bijstelling van de uitgaven voor immateriële schade worden ook de geraamde ontvangsten van NAM bijgesteld. De geraamde ontvangsten voor immateriële schade worden opwaarts bijgesteld met cumulatief € 145 mln naar aanleiding van de jaarlijkse actualisatie schaderaming. De opwaartse bijstelling in 2024 betreft een bedrag van ca. € 90 mln en wordt deels verklaard doordat in 2024 ook ontvangsten binnenkomen die aanvankelijk voor 2023 waren begroot.
Ontvangsten NAM versterkingsoperatie
De uitgaven voor de versterkingsoperatie worden via een heffing bij NAM in rekening gebracht. Jaarlijks worden de geraamde uitgaven voor de versterkingsoperatie bijgesteld. Dat leidt ook tot een bijstelling van de geraamde ontvangsten. Enkel bij de gerealiseerde ontvangsten over 2023, die begin 2024 binnen gekomen is, is rekening gehouden met de gedeeltelijke betaling van de factuur door NAM. Vanaf 1 juli 2023 is de Tijdelijke wet Groningen onderdeel versterken van kracht. Vanaf dat moment wordt gewerkt met een heffing, die NAM enkel volledig kan betalen. De eerste heffing (over de kosten uit de tweede helft van 2023) wordt in 2024 opgelegd.
Nationaal Programma Groningen (bijdrage NAM)
De geraamde ontvangsten voor de jaarlijkse bijdrage aan het Nationaal Programma Groningen worden opwaarts bijgesteld met € 25 mln. In 2023 is per abuis de factuur niet verzonden aan NAM. Om die reden worden de ontvangsten uit 2023 in 2024 verwacht.
Ontvangsten juridische bijstand
De kosten voor juridische bijstand aan bewoners worden bij NAM in rekening gebracht (excl. btw). De actualisatie van de uitgavenraming leidt daarom eveneens tot een bijstelling op de ontvangsten. De ontvangstenraming was eerder onderdeel van de post ‘Ontvangsten NAM fysieke schade’, maar wordt vanaf de 1e suppletoire begroting 2024 apart inzichtelijk gemaakt op de EZK-begroting.
Nij Begun-middelen uit de Aanvullende Post
In onderstaande tabel wordt weergegeven voor welke maatregelen bij de voorjaarsnota 2024 middelen zijn opgevraagd van de Aanvullende Post PEGA/Nij Begun. In de ontwerpbegroting 2024 tabel 57 is weergegeven welke middelen eerder naar de EZK-begroting zijn overgeboekt. De resterende middelen blijven beschikbaar op de Aanvullende Post voor Groningen en zullen later worden opgevraagd.
Tabel 24 Overzichtstabel: opvragen van de Aanvullende Post uit PEGA-middelen eerste suppletoire begroting 2024 (bedragen x € 1 mln)
2024
2025
2026
2027
2028
2029
Totaal
Overlastvergoeding corporatiehuurders
EZK-begroting, artikel 5
3,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
3,0
Toezicht, kennis en monitoring
EZK-begroting, artikel 4
11,1
13,0
13,5
13,5
13,7
0,0
65,0
MKB-programma
EZK-begroting, artikel 5
5,0
5,0
5,0
5,0
5,0
0,0
25,0
Overige maatregelen schade
EZK-begroting, artikel 5
21,5
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
21,5
Aanbieden van overig maatwerk versterking
EZK-begroting, artikel 5
5,0
10,0
0,0
0,0
0,0
0,0
15,0
Aanbieden van maatwerk sloop/nieuwbouw
EZK-begroting, artikel 5
15,0
27,5
0,0
0,0
0,0
0,0
42,5
Leefbaarheid en wijkontwikkeling bij versterking
EZK-begroting, artikel 5
12,5
37,5
37,5
37,5
37,5
37,5
200,0
Verruimen financiële middelen gebiedsfonds
EZK-begroting, artikel 5
18,7
23,4
23,7
20,7
16,2
12,7
115,4
Vergoeding voor eigen tijd van bewoners
EZK-begroting, artikel 5
5,0
5,0
0,0
0,0
0,0
0,0
10,0
Personele kosten decentrale overheden
EZK-begroting, artikel 5
18,0
19,3
18,8
18,2
17,7
0,0
92,0
Voortzetting Erfgoedprogramma
EZK-begroting, artikel 5
13,3
15,3
16,8
14,0
13,5
0,0
73,0
Verduurzaming bij versterking
EZK-begroting, artikel 5
0,0
30,0
0,0
0,0
0,0
0,0
30,0
Knelpuntenbudget gemeente sociaal domein
EZK-begroting, artikel 5
14,4
14,4
14,4
0,0
0,0
0,0
43,2
Invulling sociale agenda
EZK-begroting, artikel 5
15,1
56,8
9,8
9,0
8,5
8,0
107,2
Aanvullende financiering maatschappelijke organisaties
EZK-begroting, artikel 5
0,0
2,2
0,0
0,0
0,0
0,0
2,2
Nationaal Programma Groningen 2.0
EZK-begroting, artikel 5
10
27,0
17
5
6
0
65,0
Totaal
167,7
286,5
156,5
123,0
118,1
58,2
910,0
3.6 Beleidsartikel 6 Bijdrage Nationaal Groeifonds
Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 25 Budgettaire gevolgen van beleid art. 6 Bijdrage Nationaal Groeifonds (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting 2024 (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB's (2)
Vastgestelde begroting 2024 (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2025
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Verplichtingen
4.889.040
‒ 281.000
4.608.040
‒ 1.961.459
2.646.581
‒ 647.765
‒ 1.364.474
58.397
145.220
558.665
Uitgaven
1.572.266
‒ 115.700
1.456.566
‒ 959.141
497.425
‒ 548.002
‒ 420.861
‒ 158.927
‒ 1.269.232
111.661
Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken
1.572.266
‒ 115.700
1.456.566
‒ 959.141
497.425
‒ 548.002
‒ 420.861
‒ 158.927
‒ 1.269.232
111.661
Bijdrage aan het Nationaal Groeifonds
1.572.266
‒ 115.700
1.456.566
‒ 959.141
497.425
‒ 548.002
‒ 420.861
‒ 158.927
‒ 1.269.232
111.661
Ontvangsten
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Tabel 26 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting 2024 (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB's (2)
Vastgestelde begroting 2024 (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2025
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Verplichtingen
4.889.040
‒ 281.000
4.608.040
‒ 1.961.459
2.646.581
‒ 647.765
‒ 1.364.474
58.397
145.220
558.665
waarvan garantieverplichtingen
waarvan overige verplichtingen
4.889.040
‒ 281.000
4.608.040
‒ 1.961.459
2.646.581
‒ 647.765
‒ 1.364.474
58.397
145.220
558.665
Budgetflexibiliteit
De mate van budgetflexibiliteit is terug te vinden bij de afzonderlijke artikelen van Hoofdstuk L - Nationaal Groeifonds.
Toelichting
Amendement Erkens en Stoffer
Bij de behandeling van het Belastingplan 2024 heeft de Tweede Kamer ingestemd met amendement Erkens c.s. waarmee besloten is om de accijns op benzine, diesel en LPG per 1 januari 2024 niet te verhogen. Ter dekking hiervan is € 1,212 mld aan het Nationaal Groeifonds onttrokken in 2028.
Loon- en prijsbijstelling
De tranche 2024 van de loon- en prijsbijstelling wordt toegevoegd aan de begroting van het Nationaal Groeifonds.
Omzettingen
Dertien omzettingen worden door middel van deze 1e suppletoire begroting verwerkt:
– de omzetting voor het project Re-Ge-NL werd geadviseerd in de nota van wijziging op de ontwerpbegroting 2024 (Kamerstuk 36 410 L, nr. 4);
– de omzettingen voor de projecten Luchtvaart in Transitie en Rail Gent-Terneuzen werden geadviseerd in de Kamerbrief over de tussentijdse evaluatie van het Nationaal Groeifonds (Kamerstuk 36 410 L, nr. 7);
– de overige omzettingen werden geadviseerd in de Kamerbrief over aanvullende advisering over projecten uit de eerste, tweede en derde indieningsronde (Kamerstuk 36 410 L, nr. 12).
Project Techkwadraat (OCW)
Een reservering van € 351,6 mln voor dit project uit de derde ronde is omgezet in een definitieve toekenning van € 145,8 mln en een voorwaardelijke toekenning van € 205,8 mln. De uitgaven voor 2024 zijn geraamd op € 6,4 mln.
Project Innovatie Onderwijshuisvesting (OCW)
Dit project uit de derde ronde kreeg destijds een voorwaardelijke toekenning van € 275,2 mln en een reservering van € 208,5 mln. De voorwaardelijke toekenning wordt nu deels omgezet in een toekenning van € 124,2 mln. De reservering wordt omgezet in een voorwaardelijke toekenning. Daardoor is nu in totaal € 124,2 mln toegekend en € 359,5 voorwaardelijk toegekend. De uitgaven voor 2024 zijn geraamd op € 16,6 mln.
Project Impuls Open Leermiddelen (OCW)
Een voorwaardelijke toekenning van € 57,5 mln voor dit project uit de tweede ronde is deels omgezet in een toekenning van € 19,5 mln. Daarmee is nu in totaal € 40,0 mln aan dit project toegekend. Er blijft € 38,0 mln voorwaardelijk toegekend. De uitgaven voor deze toekenning voor 2024 zijn nihil.
Project Meer Uren Werkt! (SZW)
Dit project uit de derde ronde had een voorwaardelijke toekenning van € 30,0 mln en een reservering van € 45,0 mln. De voorwaardelijke toekenning wordt nu definitief toegekend. Het eerder gereserveerde bedrag wordt een voorwaardelijke toekenning. De uitgaven voor 2024 zijn geraamd op € 4,7 mln.
Project Creative Industries Immersive Impact Coalition (CIIIC) (OCW)
Dit project uit de derde ronde had een voorwaardelijke toekenning van € 200,0 mln. Daarvan wordt nu € 102,3 mln definitief toegekend. Het restant blijft voorwaardelijk toegekend. De uitgaven voor 2024 zijn geraamd op € 0,7 mln.
Project Luchtvaart in Transitie (I&W)
Aan dit project uit de tweede ronde werd destijds € 263,9 mln toegekend en € 119,0 mln voorwaardelijk toegekend. De voorwaardelijke toekenning wordt nu deels omgezet in een toekenning van € 73,3 mln. Dat betekent dat aan dit project nu in totaal € 337,2 mln is toegekend en € 45,7 mln voorwaardelijk is toegekend. De uitgaven voor deze toekenning voor 2024 zijn geraamd op € 10,0 mln.
Project Re-Ge-NL (LNV)
Dit project uit de derde ronde had een voorwaardelijke toekenning van € 129,0 mln. Deze wordt nu omgezet in een definitieve toekenning. De uitgaven voor 2024 zijn geraamd op € 11,7 mln.
Project POLARIS (DEF)
Dit project uit de derde ronde had een voorwaardelijke toekenning van € 101,7 mln. Deze wordt nu omgezet in een definitieve toekenning. De uitgaven voor 2024 zijn geraamd op € 9,7 mln.
Project Material Independence & Circular Batteries (EZK)
Dit project uit de derde ronde ontving aanvankelijk een voorwaardelijke toekenning van € 118,0 mln en een reservering van € 178,0 mln. Bij een nota van wijziging op de ontwerpbegroting voor 2024 werd de voorwaardelijke toekenning al omgezet in een definitieve toekenning. Nu wordt ook een deel van de reservering omgezet in een toekenning, namelijk een bedrag van € 39,9 mln. Daarmee is nu in totaal € 157,9 mln toegekend en resteert een reservering van € 138,1 mln. De geraamde uitgaven voor deze omzetting voor 2024 bedragen € 5,4 mln.
Project Centrum voor Proefdiervrije Biomedische Translatie (CPBT) (LNV)
Voor dit project uit de derde ronde was € 124,5 mln gereserveerd. Deze reservering wordt nu omgezet in een toekenning van € 55,0 mln en een voorwaardelijke toekenning van € 69,5 mln. De uitgaven voor 2024 zijn geraamd op € 180.000.
Project GroenvermogenNL (EZK)
Voor dit project uit de eerste en tweede ronde wordt € 99,0 mln van de voorwaardelijk toegekende middelen van € 396,0 mln omgezet in een toekenning. In totaal is nu aan dit project € 541,0 mln toegekend. De voorwaardelijk toegekende middelen bedragen nu € 297,0 mln. De geraamde uitgaven voor deze omzetting bedragen € 99,0 mln in 2024.
Project Holomicrobioom (LNV)
De reservering van € 200,0 mln voor dit project uit de derde ronde wordt omgezet in een toekenning van € 60,0 mln en een voorwaardelijke toekenning van € 140,0 mln. De uitgaven voor 2024 zijn geraamd op € 3,7 mln.
Project Rail Gent-Terneuzen (I&W)
Dit project uit de eerste ronde had een voorwaardelijke toekenning van € 105,0 mln. Dit wordt omgezet in een toekenning van € 103,3 mln. Het restant vloeit terug naar de onverdeelde middelen van het Nationaal Groeifonds. De uitgaven voor 2024 zijn geraamd op € 103,3 mln.
Uitname Nationaal Groeifonds voor investeringen in Nederlandse halfgeleidersector (microchipsector)
Het kabinet heeft in het voorjaar middelen ter beschikking gesteld om knelpunten aan te pakken in de Nederlandse halfgeleidersector (microchipsector), ter bevordering van het ondernemingsklimaat en ter bevordering van het duurzaam verdienvermogen en de economische veiligheid van Nederland. De middelen zijn bestemd voor verschillende maatregelen op het gebied van woningbouw, infrastructuur en onderwijs in de regio Eindhoven. Hiervoor wordt onder meer cumulatief € 1,279 mld uit het budget van het Nationaal Groeifonds gehaald.
Overige mutaties
Dit betreft enkele kasschuiven en een verhoging van de uitvoeringskosten voor het Nationaal Groeifonds voor RVO.
4 Niet-beleidsartikelen
4.1 Artikel 40 Apparaat Kerndepartement
Tabel 27 Apparaatsuitgaven Kerndepartement (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting 2024 (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB's (2)
Vastgestelde begroting 2024 (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2025
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Verplichtingen
619.029
0
619.029
92.209
711.238
86.546
28.191
‒ 11.771
‒ 30.244
451.513
Uitgaven
619.029
0
619.029
92.209
711.238
86.546
28.191
‒ 11.771
‒ 30.244
451.513
Personele uitgaven
462.785
0
462.785
78.423
541.208
79.351
21.403
‒ 20.943
‒ 44.979
311.562
eigen personeel
426.839
0
426.839
77.020
503.859
78.856
32.774
‒ 13.589
‒ 41.164
284.059
inhuur externen
18.318
0
18.318
4.210
22.528
981
974
986
854
12.582
overige personele uitgaven
17.628
0
17.628
‒ 2.807
14.821
‒ 486
‒ 12.345
‒ 8.340
‒ 4.669
14.921
Materiële uitgaven
156.244
0
156.244
13.786
170.030
7.195
6.788
9.172
14.735
139.951
ICT
17.321
0
17.321
‒ 8.076
9.245
‒ 2.290
‒ 2.055
‒ 563
117
15.303
bijdrage aan SSO's
13.382
0
13.382
13.382
0
0
0
0
13.382
DICTU
19.614
0
19.614
‒ 26
19.588
0
0
0
0
20.050
overige materiële uitgaven
105.927
0
105.927
21.888
127.815
9.485
8.843
9.735
14.618
91.216
Ontvangsten
86.925
0
86.925
53.130
140.055
55.821
50.640
11.636
‒ 26.594
80.592
NCG
63.898
0
63.898
53.130
117.028
55.821
50.640
11.636
‒ 26.594
57.746
Overig
23.027
0
23.027
0
23.027
0
0
0
0
22.846
Toelichting op de verplichtingen en uitgaven
Personele uitgaven
Er is voor 2024 cumulatief € 78,4 mln toegevoegd aan de personeelsbudgetten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. De toevoeging heeft voornamelijk te maken met bijstelling van de uitvoeringskosten van de Nationaal Coördinator Groningen (€ 54,0 mln), versterking van de capaciteit bij het kerndepartement (€ 13,1 mln) en met de taken van het Centraal Planbureau en van de toezichthouders Autoriteit Consument en Markt en Staatstoezicht op de Mijnen (totaal € 9,6 mln).
Materiële uitgaven
Er is voor 2024 cumulatief € 13,8 mln toegevoegd aan de materiële budgetten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. De toevoeging betreft voornamelijk bijstelling van de uitvoeringskosten van de Nationaal Coördinator Groningen (€ 3,7 mln), Budget voor klimaatcommunicatie (€ 5,7 mln) en taken van de Autoriteit Consument en Markt (€ 1,1 mln).
Ontvangsten
Aan de ontvangstenbudgetten is € 53,1 mln toegevoegd als gevolg van van de bijstelling van de ontvangsten van de Nationaal Coördinator Groningen.
4.2 Artikel 41 Nog onverdeeld
Tabel 28 Nog onverdeeld (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)
Ontwerpbegroting 2024 (1)
Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB's (2)
Vastgestelde begroting 2024 (3) = (1) + (2)
Mutaties 1e suppletoire begroting (4)
Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4)
Mutatie 2025
Mutatie 2026
Mutatie 2027
Mutatie 2028
Mutatie 2029
Verplichtingen
0
‒ 104.000
‒ 104.000
337.753
233.753
250.076
208.878
195.054
187.386
167.542
Uitgaven
0
‒ 104.000
‒ 104.000
337.753
233.753
250.076
208.878
195.054
187.386
167.542
Loonbijstelling
0
0
0
124.415
124.415
135.082
130.690
125.368
128.453
121.625
Prijsbijstelling
0
0
0
109.338
109.338
114.994
78.188
69.686
58.933
45.917
Onverdeeld
0
‒ 104.000
‒ 104.000
104.000
0
0
0
0
0
0
Onvoorzien
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Ontvangsten
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Toelichting op de verplichtingen en uitgaven
Loon- en prijsbijstelling
Bij Voorjaarsnota 2024 is de loon- en prijsbijstellingstranche 2024 uitgedeeld. De loonbijstelling betreft de vergoeding voor de stijging van de contractloonontwikkeling en de stijging van de sociale lasten voor de overheidswerkgever. De prijsbijstelling betreft de verwerking van de stijging van de diverse prijsindexen. De loon- en prijsbijstellingstranche 2024 zal bij de eerst volgende begrotingsronde uitgedeeld worden aan de relevante loon- en prijsgevoelige onderdelen.
Onverdeeld
Bij de behandeling van de EZK-begroting 2024 is er een amendement ingediend voor verlenging en uitbreiding van de Waardevermeerderingsregeling, waardoor een tekort van € 104 mln op artikel 41 is ontstaan. Dit tekort wordt opgelost door € 104 mln toe te voegen aan artikel 41. De verlenging en uitbreiding van de Waardevermeerderingsregeling wordt op een alternatieve wijze gedekt (zie hiervoor de toelichting op artikel 5).
5 Agentschappen
5.1 Nederlandse Emissieautoriteit (NEa)
De Nederlandse Emissieautoriteit (NEa) is de onafhankelijke nationale autoriteit voor de uitvoering van en het toezicht op marktinstrumenten die bijdragen aan een klimaatneutrale samenleving. De NEa ondersteunt bedrijven om hun verplichtingen na te leven, maar treedt ook op bij overtredingen. Ook draagt de NEa bij aan de totstandkoming van uitvoerbaar en doelmatige wet- en regelgeving.
Het gaat daarbij om het Europees Emissiehandelsysteem (EU-ETS), de HBE-systematiek (Hernieuwbare brandstofeenheden) voor het behalen van de Europese klimaatdoelen voor transport uit de Europese Richtlijn hernieuwbare energie en om diverse nationale instrumenten, waaronder de CO2-heffing voor de industrie. In de afgelopen jaren heeft de NEa verschillende nieuwe taken opgepakt die voortvloeien uit het Europese Fit for 55 pakket en die binnenkort uitgevoerd gaan worden, zoals het EU-ETS voor de Zeevaart en voor de gebouwde omgeving en wegtransport, de Europese brandstofverordeningen voor luchtvaart en zeevaart en de koolstofgrensheffing (CBAM). Ook nationale instrumenten zoals de inframarginale elektriciteitsheffing (IME) en de bijmengverplichting voor groen gas gaat de NEa uitvoeren.
De uitvoering van de wettelijke taken van het agentschap NEa valt onder de eindverantwoordelijkheid van het bestuur van de NEa dat als zodanig een ZBO is.
Tabel 29 Exploitatieoverzicht Baten-lastenagentschap NEa Eerste suppletoire begroting 2024 (bedragen x € 1.000)
Omschrijving
(1) Vastgestelde begroting
(2) Mutaties 1e suppletoire begroting
(3)=(1)+(2) Totaal geraamd
Baten
Omzet
20.824
2.428
23.252
waarvan omzet moederdepartement
15.712
392
16.104
waarvan omzet overige departementen
5.112
2.036
7.148
waarvan omzet derden
0
0
0
Rentebaten
0
0
0
Vrijval voorzieningen
0
0
0
Bijzondere baten
0
0
0
Totaal baten
20.824
2.428
23.252
Lasten
Apparaatskosten
20.006
2.030
22.036
Personele kosten
14.644
1.790
16.433
waarvan eigen personeel
12.523
1.285
13.808
waarvan inhuur externen
1.367
421
1.788
waarvan overige personele kosten
753
84
837
Materiële kosten
5.363
240
5.603
waarvan apparaat ICT
1.282
640
1.922
waarvan bijdrage aan SSO's
1.571
168
1.739
waarvan overige materiële kosten
2.510
‒ 568
1.942
Rentelasten
80
‒ 10
70
Afschrijvingskosten
853
293
1.146
Materieel
0
0
0
waarvan apparaat ICT
0
0
0
waarvan overige materiele afschrijvingskosten
0
0
0
Immaterieel
853
293
1.146
Overige lasten
0
0
0
waarvan dotaties voorzieningen
0
0
0
waarvan bijzondere lasten
0
0
0
Totaal lasten
20.939
2.313
23.252
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening
‒ 115
115
0
Agentschapsdeel Vpb-lasten
0
0
0
Saldo van baten en lasten
‒ 115
115
0
Toelichting op de baten
Omzet overige departementen
De omzet overige departementen stijgt met € 2,0 mln ten opzichte van de ontwerpbegroting voor 2024. Deze verhoging heeft te maken met de nieuwe opdracht van het Ministerie van Financiën voor uitvoering van de CBAM.
Toelichting op de lasten
Personele kosten
Voor de uitvoering van CBAM wordt extra personeel aangenomen en wordt meer ingehuurd. Hierdoor stijgen de personele kosten.
Materiële kosten
De ICT-kosten zijn met € 0,6 mln gestegen ten opzichte van de ontwerpbegroting. Dit komt met name door migratie naar een andere cloudomgeving (€ 0,1 mln), uitgesteld beheer en onderhoud van het Emissiehandel portaal (EHP), het CO2-Heffingsregister (CHeR) (€ 0,2 mln) en de kosten van een ontwikkeltool voor de nieuwe taak IME (€ 0,1 mln).
De kosten van SSO’s stijgen met € 0,2 mln door toename van het aantal fte en als gevolg van de inflatie.
De overige materiële kosten dalen met € 0,6 mln, met name als gevolg van het uitstellen van het project IME met een half jaar. De aangiftedatum is bij de wet gewijzigd van 1 oktober 2024 naar 1 april 2025. De begrote inhuur voor accountants en juristen wordt hierdoor verschoven naar 2025.
Afschrijvingskosten
De afschrijvingskosten op immateriële activa zijn gebaseerd op de activering van kosten voor de bouw van het EHP, het Register Energie voor Vervoer (REV) en het CHeR. De afschrijvingskosten stijgen met € 0,3 mln omdat meer wordt geïnvesteerd in het EHP dan eerder voorzien, onder meer door uitbreiding van het ETS-taak naar Zeevaart en gebouwde omgeving.
Tabel 30 Kasstroomoverzicht (bedragen x € 1.000)
Omschrijving
(1) Vastgestelde begroting
(2) Mutaties 1e suppletoire begroting
(3)=(1)+(2) Totaal geraamd
1.
Rekening-courant RHB 1 januari 2024 + depositorekeningen
591
4.541
5.132
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)
20.824
2.428
23.252
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)
‒ 20.086
‒ 2.020
‒ 22.106
2.
Totaal operationele kasstroom
738
408
1.146
Totaal investeringen (-/-)
‒ 2.104
‒ 426
‒ 2.530
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)
0
0
0
3.
Totaal investeringkasstroom
‒ 2.104
‒ 426
‒ 2.530
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)
0
‒ 1.067
‒ 1.067
Eenmalige storting door het moederdepartement (+)
0
0
0
Aflossingen op leningen (-/-)
‒ 843
‒ 252
‒ 1.095
Beroep op leenfaciliteit (+)
2.104
426
2.530
4.
Totaal financieringskasstroom
1.261
‒ 893
368
5.
Rekening-courant RHB 31 december 2024 (=1+2+3+4)
486
3.630
4.116
Toelichting op het kasstroomoverzicht
Operationele kasstroom
De operationele kasstroom bestaat uit het geraamde saldo van baten en lasten gecorrigeerd voor afschrijvingen.
Investeringskasstroom
De investering neemt met name toe door de doorontwikkeling van het EHP.
Financieringskasstroom
Het beroep op de leenfaciliteit wordt gedaan voor hierboven vermelde investeringen.
5.2 Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl)
Tabel 31 Exploitatieoverzicht Baten-lastenagentschap RVO.nl Eerste suppletoire begroting 2024 (bedragen x € 1.000)
Omschrijving
(1) Vastgestelde begroting
(2) Mutaties 1e suppletoire begroting
(3)=(1)+(2) Totaal geraamd
Baten
Omzet
1.024.888
227.055
1.251.943
waarvan omzet moederdepartement
498.286
132.071
630.357
waarvan omzet overige departementen
489.635
99.830
589.465
waarvan omzet derden
36.967
‒ 4.846
32.121
Rentebaten
7.000
0
7.000
Vrijval voorzieningen
0
0
0
Bijzondere baten
0
0
0
Totaal baten
1.031.888
227.055
1.258.943
Lasten
Apparaatskosten
1.040.120
227.055
1.267.175
Personele kosten
647.425
87.536
734.961
waarvan eigen personeel
439.756
82.067
521.822
waarvan inhuur externen
186.268
4.822
191.090
waarvan overige personele kosten
21.401
648
22.049
Materiële kosten
392.695
139.518
532.213
waarvan apparaat ICT
3.360
1.962
5.322
waarvan bijdrage aan SSO's
203.930
88.787
292.717
waarvan overige materiële kosten
185.405
48.769
234.174
Rentelasten
0
0
0
Afschrijvingskosten
12.100
0
12.100
Materieel
100
0
100
waarvan apparaat ICT
0
0
0
waarvan overige materiele afschrijvingskosten
100
0
100
Immaterieel
12.000
0
12.000
Overige lasten
0
0
0
waarvan dotaties voorzieningen
0
0
0
waarvan bijzondere lasten
0
0
0
Totaal lasten
1.052.220
227.055
1.279.275
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening
‒ 20.332
0
‒ 20.332
Agentschapsdeel Vpb-lasten
0
0
0
Saldo van baten en lasten
‒ 20.332
0
‒ 20.332
Als agentschap werkt RVO met het uitgangspunt van een kostendekkende begroting. Door hogere kosten heeft RVO het tarief 2024 meer verhoogd dan initieel begroot. Daarnaast hebben er ten opzichte van de begroting een aantal wijzigingen plaatsgevonden in het opdrachtenpakket.
Toelichting op de baten
Omzet moederdepartement
De totale mutatie in de omzet vanuit het moederdepartement bedraagt € 132,1 mln. Deze mutatie wordt verklaard door mutaties van opdrachten bij de vier DG’s. De opdracht van DG Bedrijfsleven & Innovatie stijgt met € 19,4 mln. Dit komt voornamelijk door de tariefverhoging.
De opdracht van de DG Klimaat en Energie stijgt met € 22,9 mln. Deze toename is naast de tariefstijging te verklaren door intensivering bij stimuleringsregelingen voor duurzame energie, Demonstratie Energie- en Klimaatinnovatie, Bureau Energieprojecten en Gebiedsgerichte Aanpak Energie.
De opdracht van de DG Groningen en Ondergrond stijgt met € 81,4 mln. De definitieve opdracht van het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) is hoger dan voorzien in de ontwerpbegroting, wat leidt tot een stijging van € 64,4 mln. Daarnaast is sprake van intensivering bij ACVG en Ondersteuning Mijnbouwprojecten (OMP).
De overige opdrachten stijgen met € 8,3 mln. Deze stijging komt voornamelijk door de groei van de opdracht voor het Inkoop Uitvoeringscentrum.
Omzet overige departementen
De totale mutatie in de omzet van overige departementen bedraagt € 99,8 mln. Deze mutatie is naast de tariefverhoging te verklaren door een aantal aanvullende opdrachten.
De opdracht van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit stijgt met € 43,6 mln met als oorzaak de tariefverhoging en meerwerk. Bovendien is de definitieve opdracht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken € 30,9 mln hoger dan initieel begroot. De verklaring hiervoor naast de tariefstijging zijn de grote aanvullende opdrachten, waaronder de Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking Combinatie-aanpak, de Oekraïne faciliteit en ‘Energising Development 5’. De opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties stijgt met € 6,1 mln. Tenslotte is de definitieve opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat met€ 14,5 mln gestegen. Dit is onder andere te verklaren door meerwerk op de bestaande opdrachten.
Omzet derden
De totale omzet derden valt € 4,8 mln lager uit dan begroot in de ontwerpbegroting. Deze mutatie komt voornamelijk doordat er minder opdrachten vanuit Provincies zijn dan geraamd.
Toelichting op de lasten
De lasten stijgen met € 227,1 mln. Dit is te verklaren door een stijging van de personele lasten met € 87,5 mln ten opzichte van de raming. De kosten voor ambtelijk personeel zijn gestegen met € 82,1 mln. De kosten voor externe inhuur zijn gestegen met € 4,8 mln. Verder nemen de materiële kosten nemen toe met € 139,5 mln. Meer dan de helft van de stijging is te verklaren door de gestegen bijdrage aan ‘Shared Service Organisations’ met € 88,8 mln.
Tabel 32 Kasstroomoverzicht (bedragen x € 1.000)
Omschrijving
(1) Vastgestelde begroting
(2) Mutaties 1e suppletoire begroting
(3)=(1)+(2) Totaal geraamd
1.
Rekening-courant RHB 1 januari 2024 + depositorekeningen
181.948
‒ 30.872
151.076
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)
1.031.888
227.055
1.258.943
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)
‒ 1.040.120
‒ 227.055
‒ 1.267.175
2.
Totaal operationele kasstroom
‒ 8.232
0
‒ 8.232
Totaal investeringen (-/-)
‒ 27.800
‒ 5.900
‒ 33.700
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)
0
0
0
3.
Totaal investeringkasstroom
‒ 27.800
‒ 5.900
‒ 33.700
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)
0
0
0
Eenmalige storting door het moederdepartement (+)
20.332
0
20.332
Aflossingen op leningen (-/-)
‒ 19.620
0
‒ 19.620
Beroep op leenfaciliteit (+)
27.800
5.900
33.700
4.
Totaal financieringskasstroom
28.512
5.900
34.412
5.
Rekening-courant RHB 31 december 2024 (=1+2+3+4)
174.428
‒ 30.872
143.556
Toelichting op het kasstroomoverzicht
In het kasstroomoverzicht is zichtbaar dat het grotere opdrachtpakket zorgt voor hogere operationele ontvangsten en uitgaven. Ook de investeringen zijn toegenomen en betreft met name de ontwikkeling van software.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.