Schriftelijke vragen : Het toepassen van de Wet aanpak dierenmishandeling
Vragen van de leden Teunissen en Kostić (beiden PvdD) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het toepassen van de Wet aanpak dierenmishandeling (ingezonden 8 april 2024).
Vraag 1
            
Kunt u bevestigen dat sinds de inwerkingtreding van de Wet aanpak dierenmishandeling
               en dierverwaarlozing per 1 januari 2024 de rechtspraak extra instrumenten heeft, waaronder
               het opleggen van een zelfstandig (levenslang) houdverbod?
            
Vraag 2
            
Kunt u bevestigen dat sinds de inwerkingtreding van deze wet de Nederlandse Voedsel-
               en Warenautoriteit (NVWA) nieuwe instrumenten heeft, waaronder de bevoegdheid om een
               bedrijf te sluiten vanwege dierenwelzijn?
            
Vraag 3
            
Kunt u bevestigen dat sinds de inwerkingtreding van deze wet de officier van de justitie
               (OvJ) een gedragsaanwijzing kan opleggen waardoor een verdachte tot aan de zitting
               geen of minder dieren mag houden?
            
Vraag 4
            
Kunt u bevestigen dat de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) sinds de inwerkingtreding
               van deze wet extra instrumenten heeft, waaronder het opleggen van een educatieve maatregel
               en het geheel of gedeeltelijk sluiten van bedrijven, inrichtingen en locaties waar
               dierenwelzijn wordt geschaad?
            
Vraag 5
            
Kunt u aangeven hoe vaak er een zelfstandig houdverbod is opgelegd sinds de inwerkingtreding
               van de wet?
            
Vraag 6
            
Kunt u aangeven hoe vaak er een levenslang houdverbod is opgelegd?
Vraag 7
            
Kunt u aangeven hoe vaak de NVWA een bedrijf heeft stilgelegd of gesloten vanwege
               dierenwelzijn?
            
Vraag 8
            
Kunt u aangeven hoe vaak de OvJ een gedragsaanwijzing heeft opgelegd waardoor een
               verdachte geen of minder dieren mag houden?
            
Vraag 9
            
Kunt u aangeven hoe vaak de RVO een educatieve maatregel heeft opgelegd?
Vraag 10
            
Kunt u aangeven hoe vaak de RvO een bedrijf, inrichting en/of locatie heeft stilgelegd
               of gesloten vanwege dierenwelzijn?
            
Vraag 11
            
Hoe heeft u ervoor gezorgd dat deze instanties voldoende op de hoogte zijn van de
               extra bevoegdheden en instrumenten sinds de inwerkingtreding van de wet?
            
Vraag 12
            
Heeft het aangekondigde gesprek met het Openbaar Ministerie (OM) en de rechtspraak
               over hoe de kennis over dierenwelzijnszaken kan worden geborgd, inmiddels plaatsgevonden?
               Zo ja, kunt u een terugkoppeling geven van dit gesprek? Zo nee, wanneer gaat dit gesprek
               plaatsvinden?
            
Vraag 13
            
Kunt u bevestigen dat de NVWA onlangs een inspectie heeft gedaan bij een varkenshouderij
               in Twente, waarbij varkens met botbreuken en grote aantallen dode varkens zijn aangetroffen?
               Kunt u bevestigen dat de dieren nauwelijks licht hadden en de waterleiding was afgesloten?1
Vraag 14
            
Kunt u bevestigen dat er naar aanleiding van deze inspectie een proces-verbaal is
               geschreven?
            
Vraag 15
            
Kunt u verklaren waarom de NVWA er in dit geval, waarbij ernstige dierenmishandeling
               en dierverwaarlozing is aangetroffen, niet voor heeft gekozen om gebruik te maken
               van hun nieuwe bevoegdheid en het bedrijf stil te leggen of te sluiten vanwege gebrekkig
               dierenwelzijn en de dieren in beslag te nemen?
            
Vraag 16
            
Bent u bereid om (opnieuw) in gesprek te gaan met de NVWA, de RVO, het OM en rechtspraak
               over de extra bevoegdheden en instrumenten die zij hebben om op te treden bij dierenmishandeling
               en dierverwaarlozing? Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 17
            
Bent u bereid om in dit gesprek aan te kaarten om de extra bevoegdheden en instrumenten
               een (belangrijker) onderdeel te maken van de relevante opleidingen, zoals de opleiding
               tot OvJ? Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 18
            
Kunt u deze vragen één voor één en binnen de daarvoor gestelde termijn beantwoorden?
Indieners
- 
              
                  Gericht aan
P. Adema, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit - 
              
                  Gericht aan
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid - 
              
                  Indiener
Christine Teunissen, Kamerlid - 
              
                  Medeindiener
Ines Kostić, Kamerlid 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.