Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Slagt-Tichelman over miljarden euro’s aan junkfoodadvertenties
Vragen van het lid Slagt-Tichelman (GroenLinks-PvdA) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over miljarden euro’s aan junkfoodadvertenties (ingezonden 11 maart 2024).
Antwoord van Staatssecretaris Van Ooijen (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen
5 april 2024). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 1397.
Vraag 1
Kent u het bericht «Nog steeds miljarden euro's naar junkfoodadvertenties ondanks
afspraken terugdringen overgewicht»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat is uw reactie dat er de afgelopen jaren zes keer zoveel advertentieruimte is ingekocht
voor reclame voor ongezond voedsel dan voor gezond voedsel? Deelt u de mening dat
dit in strijd is met het preventieakkoord en dat de voedselindustrie zich niet aan
de afspraken houdt?
Antwoord 2
De genoemde hoge uitgaven aan marketing voor ongezonde voeding staan inderdaad op
gespannen voet met de ambities die zijn vastgelegd in het Nationaal Preventieakkoord
(NPA). Het is bekend dat de voedselomgeving veel invloed heeft op wat mensen eten.
Reclame is daar een onderdeel van. Dat van die reclame het overgrote deel ongezond
voedsel aanprijst is niet behulpzaam bij het bereiken van de doelen in het preventieakkoord.
Over reclame in het algemeen zijn geen afspraken gemaakt in het preventieakkoord,
wel bijvoorbeeld over het beperken van marketing gericht op kinderen. Volgens afspraak
in de Reclamecode voor Voedingsmiddelen is het gebruik van licensed characters gericht
op kinderen onder de 13 jaar op productverpakkingen en point-of-sale materiaal ingeperkt
op basis van voedingskundige criteria. De afspraken hieromtrent worden jaarlijks gemonitord.
Ondanks een jaarlijkse daling van deze vorm van marketing gebeurt het helaas nog steeds.
Dit is een van de redenen waarom ik wetgeving voorbereid die marketing van ongezonde
voeding gericht op kinderen verbiedt.
Vraag 3
Deelt u de mening dat het niet mogelijk is om een gezondere eetomgeving aan de voedselindustrie
over te laten en dat vrijblijvende afspraken met de voedselindustrie dus niet werken?
En dat een logische consequentie hiervan is dat er dwingende maatregelen nodig zijn
om het aantal ongezonde reclames terug te dringen? Zo ja, welke maatregelen bent u
bereid te nemen?
Antwoord 3
Er zijn verschillende voorbeelden waar vrijwillige afspraken van of met de industrie
tot resultaat hebben geleid: transvetzuren in voedingsmiddelen zijn significant gereduceerd,
gemiddelde caloriereductie in het totaal volume frisdranken op de markt en het realiseren
van zoutreductie. De voortgang gaat echter niet altijd snel genoeg. In die gevallen,
is de overheid aan zet om voortgang te blijven boeken om de gezonde keuze makkelijker
te maken. Daarom werk ik bijvoorbeeld aan wetgeving om marketing voor ongezond voedsel
gericht op kinderen te verbieden. In het kader van het NPA, blijf ik in gesprek met
verschillende partijen waaronder de levensmiddelenindustrie over o.a. productverbetering
en de verhouding tussen gezonde en ongezonde producten beter in balans brengen.
Vraag 4
Deelt de u de mening dat kinderen ondanks een verbod op ongezonde reclame voor kinderen,
zoals u aankondigde, nog steeds via andere wegen veel geconfronteerd zullen worden
met reclame voor ongezond voedsel? Is een algeheel verbod op reclame voor ongezond
voedsel niet veel effectiever?
Antwoord 4
Het klopt dat kinderen, ook met wetgeving die marketing van ongezond voedsel gericht
op kinderen beperkt, nog reclame voor ongezond voedsel zullen zien. We moeten samen
stappen blijven zetten richting een gezondere voedselomgeving. Dit moeten haalbare
stappen zijn met voldoende draagvlak. Zoals hierboven genoemd, begin ik met het beperken
van marketing gericht op kinderen.
Vraag 5
Welke concrete extra stappen gaat u ondernemen om te zorgen dat het aantal mensen
met overgewicht wordt teruggedrongen gezien het feit dat de doelen uit het nationaal
preventie akkoord bij lange na niet worden gehaald, zoals het RIVM berichtte?2
Antwoord 5
Ik zal mij onverminderd blijven inzetten voor de doelen en ambities uit het NPA. Ik
zet o.a. in op het creëren van een omgeving die uitnodigt tot het maken van gezonde
voedselkeuzes en op een beweegvriendelijke omgeving. Zoals ik eerder aan uw Kamer
heb gemeld, werk ik onder andere aan een wet op de voedselomgeving, aan een wetsvoorstel
voor een op suikergehalte gebaseerde belasting op (fris)dranken en aan productverbetering
en bereid ik een verbod op marketing voor ongezonde voedingsmiddelen gericht op kinderen
voor. Om mensen te helpen de betere keuze te maken, ook voor producten buiten de Schijf
van Vijf, heb ik per dit jaar het gebruik van Nutri-Score mogelijk gemaakt.
Daarnaast zal ik blijven inzetten op een breed scala aan preventieprogramma’s om kinderen
gezond te laten opgroeien en gezonde gewoontes aan te leren, zoals de Gezonde Kinderopvang,
Gezonde School, JOGG en Gezonde Buurten. Ook voor mensen die al overgewicht of obesitas
hebben blijf ik mij inzetten op passende zorg en ondersteuning, via de verdere implementatie
van de Gecombineerde Leefstijlinterventie (GLI) en ketenaanpak voor kinderen met overgewicht
en obesitas. Daarbij is het van groot belang dat er structurele financiering voor
preventie beschikbaar komt om op de lange termijn stappen te kunnen blijven zetten.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. van Ooijen, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.