Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Houwelingen over de KNMG-gedragscode
Vragen van het lid Van Houwelingen (FVD) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de KNMG-gedragscode (ingezonden 15 maart 2024).
Antwoord van Minister Dijkstra (Medische Zorg) (ontvangen 3 april 2024).
Vraag 1
Is het correct dat de Minister voor Medische Zorg in haar recente beantwoording van
14 maart 2024 van schriftelijke vragen over de KNMG-gedragscode stelt dat ze niet
met zekerheid («ja» of «nee») kan aangeven of een arts die «publiekelijk te kennen
geeft dat hij of zij van mening is dat klimaat(verandering) de gezondheid niet (steeds
meer) aantast en klimaat(verandering) dus geen bedreiging vormt voor de gezondheid
van mensen» wel of niet in strijd handelt met de KNMG-gedragscode?
Antwoord 1
Nee, dit is geen correcte weergave. Ik heb in mijn eerdere antwoorden aangegeven dat
het antwoord op deze vraag genuanceerd ligt omdat de omstandigheden van het geval
van belang zijn. Ter verduidelijking wijs ik erop dat op grond van de KNMG-Gedragscode
voor artsen als kernregel geldt dat een arts zich bewust is van de relatie tussen
gezondheid, klimaat en milieu en zich inzet voor een duurzame zorgsector en gezonde
leefwereld. Van deze regel kan echter in een specifiek geval gemotiveerd afgeweken
worden. Op voorhand kan ik niet aangeven in welke gevallen dat aan de orde kan zijn.
Dat maakt dat ik ook niet op voorhand kan aangeven of een arts in strijd handelt met
de KNMG-Gedragscode, louter vanwege het feit dat een arts publiekelijk te kennen geeft
dat deze van mening is dat klimaat(verandering) de gezondheid niet (steeds meer) aantast
en klimaat(verandering) dus geen bedreiging vormt voor de gezondheid van mensen.
Vraag 2
Als de Minister voor Medische Zorg dit al niet met zekerheid kan aangeven, hoe kunnen
artsen dan weten of ze met deze hierboven specifiek omschreven bewering wel of niet
in strijd handelen met de KNMG-gedragscode?
Antwoord 2
De KNMG-Gedragscode biedt een leidraad voor professioneel handelen van artsen. Zoals
opgenomen in de gedragscode1 zijn de daarin opgenomen regels normerend en richtinggevend van aard en verwoorden
zij waar artsen voor staan. Artsen kunnen daarop terugvallen en de gedragscode als
ruggensteun gebruiken. Als een arts zich niet aan een regel in de gedragscode kan
houden wordt in de gedragscode zelf aangeraden om met een collega te overleggen. Besluit
een arts om van een kernregel af te wijken, dan is het belangrijk dat deze dat besluit
goed onderbouwt2. Daarmee wordt ook in de gedragscode zelf al aangegeven dat afwijken van de gedragscode
mogelijk is. Het is de verantwoordelijkheid van de arts zelf om te beoordelen of er
ruimte is af te wijken van de kernregel van de KNMG-gedragscode voor artsen.
Vraag 3
Is deze onduidelijkheid niet in strijd met het «lex certa-beginsel» uit het recht?
Met andere woorden, in strijd met het legaliteitsbeginsel dat voor iedereen duidelijk
moet zijn welk handelen leidt tot strafrechtelijke aansprakelijkheid, alsmede welke
sancties daarop kunnen volgen?
Antwoord 3
Nee, er is geen sprake van strijd met het lex certa-beginsel. Daarbij is van belang
dat de KNMG-Gedragscode opgesteld is door de beroepsgroep van artsen en het dus om
een vorm van zelfregulering gaat. Zelfregulering heeft niet dezelfde juridische status
als wetgeving of rechterlijke uitspraken. De (tucht)rechter is niet verplicht om normen
die uit zelfregulering voortkomen, toe te passen. Bovendien is de kernregel in de
gedragscode mijns inziens niet onduidelijk. Hieruit blijkt namelijk duidelijk dat
uitgangspunt van de kernregel is dat er een relatie bestaat tussen klimaatverandering
en milieuvervuiling enerzijds en de menselijke gezondheid anderzijds. Op grond van
de gedragscode wordt van een arts verwacht dat hij zich daarvan bewust is en zich
inzet voor een gezonde leefwereld.
Vraag 4
Hoe kunnen artsen zich nog langer vrij voelen hun mening te uiten, kritiek te geven
en deel te nemen aan het professionele en publieke debat als voor hen niet duidelijk
is of ze daarmee wel of niet handelen conform de KNMG-gedragscode en hiervoor door
de inspectie dus in potentie wel of niet vervolgd kunnen worden?
Antwoord 4
Ook artsen hebben het recht op vrijheid van meningsuiting. Zoals gezegd biedt de gedragscode
een leidraad voor het professioneel handelen van artsen. Een arts is verantwoordelijk
voor het eigen handelen en kan daarop ook worden aangesproken3. Een arts kan van een kernregel afwijken, maar daarbij is het belangrijk dat de afwijking
goed wordt onderbouwd. Zoals aangegeven in de beantwoording van eerdere Kamervragen4 onderneemt de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (hierna: IGJ) pas actie als een
arts uitspraken doet die een gevaar voor de volksgezondheid opleveren. Artsen kunnen
op de website van de IGJ lezen hoe de IGJ interventies inzet en welke maatregelen
zij kan nemen5.
Vraag 5
Kunt u deze vragen afzonderlijk en binnen drie weken beantwoorden?
Antwoord 5
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P.A. Dijkstra, minister voor Medische Zorg
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.