Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Faber-van de Klashorst en Aardema over pro-Palestina demonstratie plaats in Amsterdam
Vragen van de leden Faber-van de Klashorst en Aardema (beiden VVD) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over pro-Palestina demonstratie plaats in Amsterdam (ingezonden 19 februari 2024).
Antwoord van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 2 april
2024). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 1199.
Vraag 1
Bent u ermee bekend dat er op zaterdag 17 februari 2024 een pro-Palestina demonstratie
plaatsvond in Amsterdam?
Antwoord 1
Ja, daar ben ik mee bekend.
Vraag 2
Bent u ermee bekend dat tijdens die demonstratie een bord omhoog werd gehouden door
de vicefractievoorzitter van GroenLinks in provinciale staten van Gelderland met daarop
de tekst «viva viva INTIFADA» (zie de foto in het bericht)?1
Antwoord 2
Ja, daar ben ik nu mee bekend.
Vraag 3
Deelt u de mening dat «viva viva INTIFADA» niets anders is dan een keiharde oproep
tot geweld?
Antwoord 3
Ik ben van mening dat de leus als zodanig te veroordelen is. De beoordeling of er
mogelijk sprake is van een strafbaar feit in een individueel geval is primair een
verantwoordelijkheid van het Openbaar Ministerie en – mits de zaak wordt aangebracht
bij de rechtbank – uiteindelijk is die beoordeling voorbehouden aan de rechter.
Vraag 4 en 5
Is de politie in Amsterdam overgegaan tot het aanhouden van deze persoon? Zo nee,
waarom niet?
Kunt u de Kamer informeren of het Openbaar Ministerie tot vervolging over gaat van
deze oproep tot geweld door deze politicus?
Antwoord 4 en 5
De hierboven, in vraag 2 aangehaalde specifieke uiting is tijdens de inzet niet gesignaleerd
door de aanwezige politieagenten. Er is derhalve ten tijde van de demonstratie niet
tot aanhouding overgegaan. Het Openbaar Ministerie is niet bekend met een aangifte
en is geen strafrechtelijk onderzoek gestart.
Vraag 6
Wanneer zorgt u er nu eens voor dat dit soort handelingen keihard aangepakt wordt?
Antwoord 6
De beoordeling of er mogelijk sprake is van een strafbaar feit in een individueel
geval is primair een verantwoordelijkheid van het Openbaar Ministerie en – mits de
zaak wordt aangebracht bij de rechtbank – uiteindelijk is die beoordeling voorbehouden
aan de rechter.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.