Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Paternotte, Bamenga, Becker en Brekelman over het nieuwsbericht 'Chinese overheid sponsort weekendles Chinees-Nederlandse kinderen'
Vragen van de leden Paternotte, Bamenga (beiden D66), Becker en Brekelmans (beiden VVD) aan de Ministers voor Primair en Voortgezet Onderwijs, van Buitenlandse Zaken en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht «Chinese overheid sponsort weekendles Chinees-Nederlandse kinderen» (ingezonden 2 januari 2024).
Antwoord van Minister Paul (Primair en Voortgezet Onderwijs), mede namens de Ministers
van Buitenlandse Zaken en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ontvangen 5 maart
2024). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 843.
Vraag 1
Kent u het verslag van RTL over de aard en omvang van het (mede) door de Chinese overheid
gefinancierde weekendonderwijs in Nederland?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u melden hoeveel Nederlandse resp. in Nederland woonachtige kinderen deelnemen
aan dit onderwijs? Heeft u voorts in beeld hoeveel Chinese weekendscholen er in Nederland
zijn, op welke locaties deze zich bevinden en wat de financieringsstructuur hiervan
is? Kunt u de Kamer daarvan een overzicht verstrekken?
Antwoord 2
Het kabinet beschikt niet over cijfers van instellingen voor informeel onderwijs,
waar zij zich bevinden, hoeveel leerlingen deze instellingen bezoeken of hoe de financieringsstructuur
eruit ziet. Het kabinet kan het gevraagde overzicht van Chinese weekendscholen dan
ook niet verstrekken aan uw Kamer.
Het kabinet werkt aan een wetsvoorstel om zowel inzicht in als signaalgestuurd toezicht
op informele onderwijsinstellingen te krijgen. Uw Kamer is per brief van 24 mei 2023
over de contouren van dit wetsvoorstel geïnformeerd.2
Vraag 3
Bent u van mening dat er voldoende transparantie en toezicht is op deze scholen om
te waarborgen dat de lessen niet indruisen tegen de Nederlandse democratie en rechtsstaat?
Kunt u dit antwoord toelichten?
Antwoord 3
Momenteel is er vanuit de Rijksoverheid geen toezicht op instellingen voor informeel
onderwijs, zoals deze weekendscholen. Dit laat onverlet dat instellingen die informeel
onderwijs geven zich aan de hier geldende wet- en regelgeving dienen te houden.
Het kabinet wil verandering brengen in het gebrek aan toezicht op informeel onderwijs
en is hiervoor handvatten aan het creëren, zodat eerder kan worden ingegrepen wanneer
er signalen zijn dat dit onderwijs mogelijk aanzet tot haat, geweld of discriminatie.
Aan een wetsvoorstel wordt nu gewerkt. Uw Kamer is in de brief van 24 mei 2023 over
de contouren van dit wetsvoorstel geïnformeerd.3
Vraag 4
Hoe beoordeelt u de Chinese invloed op weekendscholen in het licht van de waarschuwing
in het laatste AIVD-jaarverslag over de toename van Chinese spionage-activiteiten
en een toenemende inzet om (voormalige) burgers hier in de gaten te houden of onder
druk te zetten?
Antwoord 4
Het staat landen vrij om het behoud van de eigen taal en cultuur te stimuleren in
het buitenland. In veel gevallen betalen landen daaraan mee en zijn ze daar ook helder
over. Nederland doet dit ook.
Dit alles laat niet onverlet dat er ook bij het kabinet zorgen zijn over ongewenste
buitenlandse beïnvloeding. Het kabinet voert dan ook een brede aanpak om dit fenomeen
tegen te gaan. Burgers die zich onveilig voelen ten gevolge van mogelijke ongewenste
beïnvloeding vanuit statelijke actoren in Nederland, kunnen hierover signalen kwijt
op verschillende plekken binnen de Rijksoverheid, zoals beschreven in de Kamerbrief
van 6 april 2023 over de geïntensiveerde aanpak ongewenste buitenlandse inmenging.4 Op het moment dat verschillende overheidsorganisaties (waaronder de Ministeries van
Buitenlandse Zaken, Justitie en Veiligheid, Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Nationale
Politie en de inlichtingen- en veiligheidsdiensten) dergelijke signalen ontvangen,
kunnen zij mede op basis hiervan handelen. Daarnaast wordt momenteel gewerkt aan de
uitwerking van de motie van het lid Becker (VVD) die oproept tot het inrichten van
een centraal meldpunt voor slachtoffers van ongewenste buitenlandse beïnvloeding.
Hierover wordt u in de loop van 2024 door de Minister van Justitie en Veiligheid geïnformeerd.5
In algemene zin geldt dat het kabinet inzet op het tegengaan van strafbaar gedachtengoed
dat gepropagandeerd wordt op weekendscholen, zoals aanzetten tot haat, geweld of discriminatie.
Zo werkt het kabinet aan een wetsvoorstel om in te kunnen grijpen wanneer op informele
onderwijsinstellingen, waaronder weekendscholen, uitingen worden gedaan die aanzetten
tot haat, geweld of discriminatie.
Vraag 5
Zou het naar uw inschatting in China mogelijk zijn Nederlandse weekendscholen op te
zetten die democratie en vrije meningsuiting prediken?
Antwoord 5
Er zijn meerdere scholen in China voor Nederlandstalige kinderen met lesprogramma’s
waarin onder andere aandacht is voor Nederlandse democratische instituties en verworvenheden.
Het is echter bekend dat er in China geen sprake is van vrijheid van meningsuiting
zoals wij die in Nederland kennen. Het is dan ook niet mogelijk voor buitenlandse
partijen, dus ook niet voor Nederland, om in China onderwijs aan te bieden aan Chinese
kinderen waarbij ruimte is voor expliciete kritiek op het Chinese politieke systeem.
Vraag 6
Welke mogelijkheden heeft het kabinet om iets te doen tegen het verspreidingen van
lesboeken met Chinese propaganda en desinformatie?
Antwoord 6
Het is niet verboden om andere waarden te onderwijzen dan de in Nederland gangbare
waarden. Het kabinet is echter van oordeel dat, wanneer kinderen willens en wetens
worden aangezet tot haat, geweld of discriminatie in het informele onderwijs, daartegen
moet kunnen worden opgetreden. Mede in dat licht wordt gewerkt aan wettelijk toezicht
op informeel onderwijs. Zoals aangegeven in de eerdergenoemde brief van 24 mei 2023,
zal het voorgenomen wetsvoorstel een bevoegdheid bevatten tot het geven van een aanwijzing
die betrekking heeft op het gebruiken van bepaald lesmateriaal in de betreffende informele
onderwijsinstelling.
Vraag 7
Voor welk doel krijgen Chinese docenten die hier invliegen voor lessen een visum?
Antwoord 7
In zijn algemeenheid geldt dat vreemdelingen van buiten de EER en van buiten Zwitserland
die tijdelijk (maximaal 90 dagen) in Nederland willen werken en om deze reden invliegen,
in beginsel alleen in Nederland mogen werken als zij over een visum beschikken en
daarvoor een tewerkstellingsvergunning (TWV) is verleend aan de werkgever door de
UWV. Voor verblijf van langer dan 90 dagen is een verblijfsvergunning noodzakelijk
(een GVVA). Voor docenten in het internationaal primair en voortgezet onderwijs, waaronder
weekendscholen, geldt dat zij een TWV of GVVA kunnen aanvragen zonder arbeidsmarkttoets.
De enige voorwaarde die geldt voor niet-bekostigde internationale scholen is dat de
werknemer ervaring heeft met het internationale of Europese curriculum dat door de
werkgever wordt aangeboden. Wel geldt onverkort dat de werkgever marktconforme arbeidsvoorwaarden
moet bieden.
In het afgelopen jaar zijn bij het UWV geen aanvragen voor docenten uit China binnengekomen
op grond van de regeling docenten in het internationaal onderwijs. Weekendscholen
vallen bovendien buiten de reikwijdte van het onderwijsrecht. Het Ministerie van OCW
houdt hier daarom geen toezicht op. Daardoor is onbekend wie de docenten op de weekendscholen
precies zijn en op welke grond zij in Nederland verblijven. Het Ministerie van OCW
werkt wel aan een vorm van wettelijk toezicht op informeel onderwijs, zoals beschreven
in de Kamerbrief van 24 mei jl., om daar waar signalen zijn van misstanden eerder
te kunnen handelen.
Vraag 8
Is het kabinet bereid om de visumaanvragen van docenten die gelieerd zijn aan de Chinese
Communistische Partij (CCP) kritischer te beoordelen? Zo ja, op welke wijze?
Antwoord 8
Iedere visumaanvraag, voor zowel lang als kort verblijf, wordt op zijn merites beoordeeld.
Aanvragen voor kort verblijf (Schengenvisum) worden zorgvuldig getoetst aan de voorwaarden
van de EU Visumcode. De EU Visumcode biedt geen rechtsbasis om binnen een nationaliteit
onderscheid te maken naar een specifieke categorie personen. Bovendien is het onvoldoende
objectief vast te stellen of een aanvrager valt binnen de categorie «docenten die
gelieerd zijn aan de Chinese Communistische Partij (CCP)». Het kritischer beoordelen
van visumaanvragen op basis van het behoren tot deze categorie is daarom in de praktijk
niet uitvoerbaar.
Vraag 9
Wanneer publiceert u het wetsvoorstel dat toezicht van de Inspectie van het Onderwijs
mogelijk moet maken op alle vormen van informeel onderwijs?
Antwoord 9
Het kabinet is voornemens dit wetsvoorstel in het derde kwartaal van 2024 in internetconsultatie
te brengen. Uw Kamer is hier in de brief van 24 mei 2023 over geïnformeerd.6
Vraag 10
Is het kabinet bekend met het programma en de inhoud van de zomerscholen, hoe zit
dit eruit? Vindt hier steekproefsgewijs een controle plaats door Nederlandse diplomatieke
posten? Zijn er zorgwekkende signalen over het inhoudelijke programma?
Antwoord 10
Het kabinet is niet bekend met het programma en de inhoud van de zomerscholen. Er
vindt geen controle plaats door Nederlandse diplomatieke posten in China en een dergelijk
toezicht behoort niet tot hun bevoegdheden.
Vraag 11
Bent u bereid met andere democratische landen met een grote Chinese gemeenschap, zoals
Australië en het Verenigd Koninkrijk, in overleg te treden over de wijze waarop zij
omgaan met de invloed op informeel onderwijs van het United Front Workers Department?
Zo ja, kunt u de Kamer hierover terugkoppelen voor de behandeling van de begroting
Buitenlandse Zaken in de week van 12 februari?
Antwoord 11
Nederland onderhoudt geregeld contact met gelijkgezinde landen over ongewenste buitenlandse
beïnvloeding en heeft in dit kader mede op uw verzoek navraag gedaan op dit thema.
Voor de meeste gelijkgezinde landen geldt dat zij informeel onderwijs decentraal geregeld
hebben. Zij oefenen niet tot nauwelijks controle uit op de inhoud van het informeel
onderwijs en kennen geen specifieke wet- of regelgeving die ongewenste buitenlandse
invloed in het informele onderwijs reguleren. Redenen die hiervoor genoemd worden
zijn het belang dat gehecht wordt aan de vrijheid van meningsuiting en het al sterk
gereguleerde formele onderwijs.
Vraag 12
Bent u bereid om de Chinese regering kritisch aan te spreken op de ongewenste inhoud
op Chinese weekendscholen en te benadrukken dat weekendscholen in Nederland niet mogen
indruisen tegen de democratie en rechtstaat?
Antwoord 12
Zoals gezegd, is het niet verboden om andere waarden te onderwijzen dan in Nederland
gangbaar zijn, zolang geen sprake is van aanzetten tot haat, geweld of discriminatie.
Vooralsnog zien wij geen aanleiding om het gesprek hierover aan te gaan met de Chinese
overheid.
Vraag 13
Hoe voert u het gesprek met de Chinese diaspora over vrije waarden, integratie hier
en de onafhankelijkheid van deze inwoners met een Chinese achtergrond tegenover het
Chinese regime?
Antwoord 13
Het kabinet hecht groot belang aan het in gesprek blijven met diverse groepen in Nederland
over verschillende samenlevings- en integratievraagstukken. In november 2023 is het
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gestart met de organisatie van een
aantal dialoogsessies met Nederlandse inwoners met een Chinese achtergrond en China-deskundigen.
De samenstelling wisselt afhankelijk van het te bespreken onderwerp. Het gaat dan
onder andere over het samenleven in Nederland, identiteit, ervaren discriminatie of
ervaringen met betrekking tot het (Chinese) diasporabeleid. Het uitgangspunt van de
gesprekken is om samen te werken op basis van gelijkwaardigheid en vertrouwen.
Vraag 14
Kunt u aangeven hoe het staat met de uitvoering van de motie Paternotte/Becker van
12 november 2020 aangaande visitatie van lessen op Turkse weekendscholen?7
Antwoord 14
Deze motie is afgedaan door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Zij
heeft uw Kamer hierover geïnformeerd op 20 april 2022.8 Op basis van de door de Turkse overheid beschikbaar gestelde informatie is geconcludeerd
dat er sprake was van kleinschalige en legitieme ondersteuning door de Turkse overheid
van organisaties die taalles aanbieden. In de kamerbrief is aangegeven dat er geen
aanwijzingen zijn van ongewenste beïnvloeding via deze taallessen.9 Het is derhalve niet proportioneel om van overheidswege in te zetten op visitatie.
Daarnaast kom ik met het wetsvoorstel, waarin mogelijkheden worden vastgelegd om signaalgestuurd
toezicht te houden op het brede spectrum van informele onderwijsinstellingen.
Vraag 15
Bent u bereid zich in te zetten voor visitatie op alle weekendscholen waar signalen
of risico’s van ongewenste buitenlandse beinvloeding zijn geconstateerd?
Antwoord 15
Het kabinet is bezig met het organiseren van toezicht op informele onderwijsinstellingen.
De toezichthouder zal tot handelen overgaan wanneer er op basis van signalen vermoedens
bestaan van aanzetten tot haat, geweld of discriminatie middels dit onderwijs. Onder
dit handelen vallen onder meer visitaties van de betreffende locatie.
De Kamer is over de contouren van het wetsvoorstel en de onderbouwing achter deze
keuzes geïnformeerd middels een brief d.d. 24 mei jl.10
Vraag 16
Kunt u deze vragen elk afzonderlijk beantwoorden?
Antwoord 16
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.L.J. Paul, minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs -
Mede namens
H.G.J. Bruins Slot, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede namens
C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.