Amendement (gewijzigd/nader/vervangend) : Nader gewijzigd amendement van het lid Teunissen ter vervanging van nr. 13 over uitbreiding van het verbod naar biomassa uit bossen
36 197 Wijziging van de Wet verbod op kolen bij elektriciteitsproductie en de Wet van 7 juli 2021 tot wijziging van de Wet verbod op kolen bij elektriciteitsproductie in verband met beperking van de CO2-emissie (vroegtijdige intrekking productiebeperking, wijziging delegatiegrondslag kolenfonds en drie verbeteringen uitvoering productiebeperking)
Nr. 21 NADER GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID TEUNISSEN TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER
NR. 13
Ontvangen 1 maart 2023
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In het opschrift wordt na «intrekking productiebeperking» ingevoegd «, uitbreiding
van het verbod naar biomassa uit bossen».
II
In de beweegreden wordt na «in te trekken» ingevoegd «, het verbod op het gebruik
van kolen bij elektriciteitsproductie uit te breiden naar het gebruik van biomassa
uit bossen».
III
Na artikel I, aanhef, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
0A
In artikel 2 wordt na «kolen» ingevoegd «of biomassa uit bossen».
IV
In artikel I, onderdeel A, wordt na de aanhef een onderdeel ingevoegd, luidende:
01. In het eerste lid wordt na onderdeel a een onderdeel ingevoegd, luidende:
aa. tot en met 31 december 2026 niet van toepassing op een productie-installatie met een
elektrisch rendement van minder dan 44%, voor zover deze productie-installatie elektriciteit
opwekt met behulp van biomassa;.
V
Na artikel I, onderdeel A, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
Aa
In artikel 4, eerste lid, wordt na «kolengestookte» ingevoegd «of biomassa-gestookte»
VI
Aan artikel I wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
D
In artikel 8 wordt na «kolen» ingevoegd «en biomassa uit bossen».
Toelichting
Dit amendement sluit uit dat, wanneer de productie van elektriciteit met kolen stopt,
deze centrales elektriciteit met biomassa uit bossen kunnen produceren. Biomassa maakt
nu al 40% uit van wat in Nederland duurzame energie wordt genoemd en de inzet van
biomassa voor energieproductie groeit snel. Het verbranden van biomassa uit bossen
leidt tot meer luchtvervuiling dan het verbranden van kolen. De uitstoot heeft directe
negatieve gevolgen voor de luchtkwaliteit in de omgeving en zijn schadelijk voor de
gezondheid van mens en dier.
Biomassa uit bossen is geen duurzame energiebron. De productie van biomassa uit bossen
voor elektriciteitsopwekking leidt tot grootschalige ontbossing. De CO2-uitstoot wordt
op papier niet meegerekend voor de klimaatdoelstelling, maar wordt in de praktijk
vaak niet gecompenseerd door aanplant van nieuw bos. Waar het wel gebeurt, wordt geen
rekening gehouden met het verschil in natuurwaarde van een volwassen boom ten opzichte
van een nieuw aangeplante boom die tientallen jaren nodig heeft om tot volwassenheid
te groeien. Van CO2-neutraal produceren is dus alleen op papier sprake, maar niet
in de praktijk. Ook bij BECCS (biomassa in combinatie met koolstofopslag) zullen de
emissies in een relevant tijdsbestek niet koolstofnegatief zijn. Indiener vindt het
belangrijk om nu duidelijk te zijn over de lange termijnplannen en dus nu in de wet
vast te leggen dat we na de productiestop van elektriciteitscentrales voor kolen geen
biomassa afkomstig uit bossen zullen verstoken in deze centrales. Dit geeft ook de
overheid de kans om nu te beginnen met de nodige veranderingen aan het energiesysteem
om de leveringszekerheid ook in de toekomst te kunnen garanderen.
Dit amendement heeft specifiek betrekking op de vier centrales in Nederland die op
dit moment elektriciteit opwekken door verbranding van kolen – de Eemshavencentrale
in Groningen, de Amercentrale in Brabant, Centrale Rotterdam en de Maasvlakte Centrale
in Rotterdam. Deze vier centrales verbranden in de huidige situatie ongeveer 3,5 miljoen ton
hout. Er zijn inmiddels vergunningsprocedures gestart voor het ombouwen voor twee
centrales om volledig te draaien op biomassa, daarmee zou dit verhoogd worden naar
verbranding van 7,5 miljoen ton hout per jaar. Dit is een ruime verdubbeling van de
hoeveelheid hout die op dit moment verbrand wordt. Aangezien de vraag naar biogrondstoffen
in Nederland nu al 1,3–2 keer groter is dan het aanbod en de vraag alleen maar zal
toenemen zal uitbreiding van de vraag naar biomassa voor elektriciteit en warmte voor
het overgrote deel bestaan uit bomen specifiek voor dit doel in het buitenland gekapt
zijn en naar Nederland vervoerd worden. Met dit amendement zou deze grootschalige
extra kap van bomen worden voorkomen.
Dit amendement heeft geen invloed op lokale biomassacentrales, waar jaarlijks ongeveer
1,5 miljoen ton hout wordt verbrand voor warmte-opwekking, welke deels uit (lokale)
reststromen komt. Het voorkomen van additionele grote vraag naar biomassa uit bossen
voor laagwaardige toepassing (elektriciteit en warmte) is ook in lijn met advies van
bijvoorbeeld PBL en de SER om beschikbare duurzame biogrondstoffen zo hoogwaardig
mogelijk in moeten zetten, vooral voor de toepassingen waar weinig alternatief is,
zoals chemie. Mogelijke reststromen die niet geschikt zijn voor hoogwaardige toepassingen
kunnen beter worden ingezet voor AVI’s (afvalverbrandingsinstallaties).
Van de 4 kolencentrales is de Amercentrale de enige die een elektrisch rendement heeft
van minder dan 44%, waardoor alleen in deze centrale al per 1 januari 2025 geen elektriciteit
meer zal worden geproduceerd uit kolen. Deze centrale is tevens de enige van de vier
waaraan een warmtenet gekoppeld is en waar huishoudens dus verwarmd worden door (rest)warmte.
Als deze centrale per 1 januari 2025 naast kolen ook geen biomassa meer mag verbranden
zou dit tijdens momenten van grote vraag eventueel kunnen leiden tot een warmte-tekort
voor huishoudens. In dit amendement is daarom een uitzondering opgenomen voor de Amercentrale
zodat deze nog 2 jaar langer (tot 1 januari 2027) biomassa kan verstoken. Vanaf 2027
heeft de eigenaar van de Amercentrale sowieso al het contract opgezegd om warmte te
leveren, waardoor nu al actief gewerkt wordt aan alternatieve warmte-voorziening die
niet gebaseerd is op biomassa uit bossen.
Teunissen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Christine Teunissen, Tweede Kamerlid