Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Flach en Diederik van Dijk over het bericht ‘Milieuorganisatie stapt naar de rechter om renovatie Binnenhof te stoppen’
Vragen van de leden Flach en Diederik van Dijk (beiden SGP) aan de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en voor Rechtsbescherming over het bericht «Milieuorganisatie stapt naar de rechter om renovatie Binnenhof te stoppen» (ingezonden 25 januari 2024).
Antwoord van Minister De Jonge (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), mede namens
de Minister voor Rechtsbescherming (ontvangen (ontvangen 26 februari 2024).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Milieuorganisatie stapt naar de rechter om renovatie
Binnenhof te stoppen»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt het dat de Coöperatie Mobilisation for the Environment U.A. (MOB) in beroep
is gegaan bij de rechtbank Den Haag tegen de provincie Zuid-Holland over de verbouwing
van het Binnenhof? Betreft het een bestuursrechtelijke procedure die MOB op grond
van artikel 1:2, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht meent te kunnen voeren?
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Kunt u aangeven op welke gronden de provincie het bezwaar van MOB heeft afgewezen?
Wilt u de beslissing op bezwaar naar de Kamer sturen?
Antwoord 3
Uw verzoek is voorgelegd aan de steller, de Omgevingsdienst Zuid Holland Zuid. Deze
dienst heeft aangegeven geen bezwaar te hebben op het toesturen van de beschikking
op bezwaar mits bij de openbaarmaking wordt voldaan aan de kaders van de Wet Open
Overheid. De beschikking op bezwaar is bijgevoegd.
Vraag 4
Voor welke werkzaamheden is geen stikstofvergunning aangevraagd op grond van de bouwvrijstelling?
Antwoord 4
Voor alle werkzaamheden die worden uitgevoerd in het kader van het renovatieprogramma
van het Binnenhof is een natuurvergunning aangevraagd.
Vraag 5
Wat zijn de geschatte kosten als voor deze werkzaamheden alsnog een stikstofvergunning
nodig is? Hoeveel vertraging valt dan te vrezen?
Antwoord 5
Op 24 januari 2024 heeft de omgevingsdienst Haaglanden de natuurvergunning verleend.
Vraag 6
Wat zijn de verwachte gevolgen van het vervallen van de bouwvrijstelling voor de renovatie
van het Binnenhof?
Antwoord 6
In de 9e en 10de voortgangsrapportage Binnenhof renovatie (Kamerstuk 34 293, nr. 129 en kamerstuk 34 293, nr. 130) is toegelicht dat meerdere werkzaamheden moesten wachten op de door het Rijksvastgoedbedrijf
in maart 2023 aangevraagde natuurvergunning. In deze rapportage is ook toegelicht
dat is ingezet op het uitvoeren van werkzaamheden waarvoor de noodzakelijke vergunningen
al waren afgegeven. Dit geldt ook voor de werkzaamheden die emissievrij konden worden
uitgevoerd. Dit zijn bijvoorbeeld werkzaamheden aan de kelderbak op het Opperhof,
het klaarzetten van materieel, het verder inrichten van de bouwplaats, het opbouwen
van steigers en het gereed maken van de Stadhouderspoort als logistieke aanvoerroute.
Daarnaast is vermeld dat eventuele gevolgen van de intensievere inzet van emissievrij
materieel, pas later in het programma inzichtelijk worden. Als voorbeeld is benoemd
de lagere productiesnelheden en schaarste van elektrisch bouwmaterieel. In de halfjaarlijkse
voortgangsrapportage over het programma Binnenhof renovatie zal ik uw Kamer nader
informeren over eventuele gevolgen. Ik verwacht u de 11de voortgangsrapportage in april te doen toekomen.
Vraag 7
Welke inbreng gaat u plegen in de beroepsprocedure, vanuit uw positie als belanghebbende,
om te voorkomen dat vertraging optreedt in de renovatie van het Binnenhof?
Antwoord 7
Het Rijksvastgoedbedrijf heeft aan de rechtbank te kennen geven als belanghebbende
aan de procedure van MOB tegen gedeputeerde staten van Zuid-Holland deel te willen
nemen. De procedure gaat over het verzoek van MOB om handhavend op te treden en de
renovatie stil te leggen. Gedeputeerde staten hebben dat verzoek afgewezen en dat
besluit in de bestreden beslissing op bezwaar in stand gelaten. De rechtbank heeft
het Rijksvastgoedbedrijf inmiddels als belanghebbende in de procedure toegelaten.
Welke inbreng het Rijksvastgoedbedrijf zal leveren, is afhankelijk van de beroepsgronden
die MOB aanvoert en van de verdere ontwikkeling van de procedure. Daarbij stelt het
Rijksvastgoedbedrijf alles in het werk om verdere vertraging te voorkomen. Op de inhoud
van deze beroepsprocedure en de te voeren argumenten kan ik nu niet ingaan, omdat
deze zaak voorligt bij de rechter. Hetzelfde geldt voor de positie van MOB in deze
beroepszaak.
Vraag 8
Vindt u dat in het kader van het te voeren verweer dat ook de status van MOB als belanghebbende
tegen het licht moet worden gehouden en dat daarbij niet alleen de statutaire doelstelling,
maar uitdrukkelijk ook de rechtsvorm moet worden beschouwd?
Antwoord 8
Zie het antwoord op vraag 7. Op de inhoud van deze beroepsprocedure en de te voeren
argumenten kan ik niet ingaan, omdat deze zaak voorligt bij de rechter. Hetzelfde
geldt voor de positie van MOB in deze beroepszaak.
Vraag 9
Vindt u het voor de hand liggend dat coöperaties in het algemeen belang kunnen procederen,
gelet op het feit dat coöperatieve verenigingen blijkens de wettelijke doelomschrijving
juist moeten voorzien in bepaalde stoffelijke behoeften van haar leden krachtens overeenkomsten?
Antwoord 9
Indien een partij een geschil voorlegt aan de rechter, is het aan de rechter om te
oordelen of deze partij ontvankelijk is en het beroep gegrond is. Gezien de link van
deze vraag met de concrete casus kan ik daar verder niet op ingaan aangezien deze
zaak voorligt bij de rechter
Vraag 10
In hoeverre voldoet de MOB aan de wettelijke doelomschrijving van de coöperatie? Is
bijvoorbeeld daadwerkelijk sprake van aangesloten leden? Bent u ook van mening dat
het vormen van een landelijk netwerk van juristen, zoals Follow the Money MOB omschrijft,
nog niet voldoende is om te kwalificeren als coöperatie?2
Antwoord 10
Ook hiervoor geldt dat ik gezien de concrete casus die is voorgelegd aan de rechter
nu niet kan ingaan op deze vraag.
Vraag 11
Bent u bereid te verkennen of coöperaties, gezien het wettelijke accent op het belang
van de eigen leden, uitgesloten zouden moeten worden van algemene belangacties?
Antwoord 11
Onder artikel 3:305a van het Burgerlijk Wetboek kan een coöperatie geen collectieve
actie instellen, alleen een stichting of vereniging zonder winstoogmerk kan dit. In
het bestuursrecht worden ten aanzien van rechtspersonen als hun belangen mede beschouwd
de algemene en collectieve belangen die zij krachtens hun doelstellingen en blijkens
hun feitelijke werkzaamheden in het bijzonder behartigen (artikel 1:2, derde lid,
van de Algemene wet bestuursrecht).
Vraag 12
Heeft MOB inmiddels voldaan aan de verplichting om de jaarrekening te deponeren? Zo
nee, is handhavend opgetreden?
Antwoord 12
Sinds 5 september 2023 heeft MOB een ANBI status. Op basis van deze status zijn zij
verplicht om jaarlijks de financiële verantwoording binnen 6 maanden na afloop van
het boekjaar te publiceren.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Mede ondertekenaar
F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.