Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Grinwis over het feit dat er sinds december 2023 minder intercity’s stoppen op station Schiedam Centrum
Vragen van het lid Grinwis (ChristenUnie) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over het feit dat er sinds december 2023 minder intercity’s stoppen op station Schiedam Centrum (ingezonden 31 januari 2024).
Antwoord van Staatssecretaris Heijnen (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 15 februari
2024).
Vraag 1
Hoe waardeert u het feit dat er sinds december 2023 minder intercity’s stoppen op
station Schiedam Centrum, waardoor reizigers naar Rotterdam, Den Haag en Amsterdam
langer moeten wachten of overstappen?1
Antwoord 1
Onder de huidige Hoofdrailnetconcessie stoppen er sinds december 2023 meer treinen
op station Schiedam (zogenaamde dienstregeling 2024). In de spits rijdt de extra spits-Intercity
tussen Arnhem en Rotterdam die stopt op Schiedam. Gedurende de rest van de dag stoppen
vier Intercity’s per uur op Schiedam, wat gelijk is aan de dienstregeling van 2023.
Eind 2023 is de nieuwe concessie voor het Hoofdrailnet voor de jaren 2025–2033 aan
de Nederlandse Spoorwegen (NS) gegund. In deze concessie heb ik samen met NS concrete
afspraken gemaakt over onder andere het aantal treinen dat zij volgens de concessie
dient te rijden per traject (het zogenaamde volume). Specifiek over het traject tussen
Den Haag en Rotterdam is afgesproken dat vanaf 2025 het aantal treinen met twee per
uur omhoog gaat. Het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer maakt namelijk de toevoeging
van een 5een 6e Sprinter mogelijk, deze stoppen ook op Schiedam. Helaas is het nodig gebleken om
dan ook twee van de zes intercity’s per uur station Schiedam over te laten slaan om
de dienstregeling betaalbaar te houden.
NS heeft de conceptdienstregeling voor 2025 op 8 februari 2024 ter consultatie voorgelegd
aan consumentenorganisaties en decentrale overheden. Hierbij houdt NS rekening met
de eisen uit de concessie, onder andere met betrekking tot de stationsbediening en
de vervoersvraag.
Vraag 2
Hoe verhoudt deze maatregel zich tot de doelstellingen van het Programma Hoogfrequent
Spoor (PHS), dat beoogt om hoogfrequente en snelle verbindingen te realiseren op de
drukste trajecten in de Randstad, waaronder op station Schiedam Centrum?
Antwoord 2
Uitvoering van het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer (PHS) maakt het mogelijk om
onder meer elk uur zes Intercity’s per uur tussen Den Haag Laan van NOI en Rotterdam
Centraal te rijden en zes Sprinters per uur tussen Den Haag Centraal en Dordrecht.
Tevens rijden er twee Intercity’s per uur tussen Den haag Centraal en Rotterdam en
verder naar Noord-Brabant.
Samen met NS is IenW op zoek gegaan naar optimalisaties in de dienstregeling om de
invoering alsnog betaalbaar te maken. Deze is gevonden door het aantal Intercitystops
(in de spits van maandag tot en met donderdag maar ook overdag als de dienstregeling
per 2025 de gehele dag wordt gereden tot ca. 19 uur) op Schiedam tijdelijk terug te
brengen naar vier per uur. Hiermee wordt de tienminuten-dienstregeling voor zowel
Sprinters als Intercity’s – met beperkingen – ingevoerd vanaf dienstregeling 2025.
Zoals aangegeven bij antwoord 1 heeft NS de conceptdienstregeling voor 2025 ontwikkeld,
hierbij houdt zij rekening met de eisen uit de concessie waaronder die met betrekking
tot de stationsbediening en de vervoersvraag. NS heeft deze op 8 februari 2024 ter
consultatie voorgelegd aan consumentenorganisaties en decentrale overheden.
Eerder schreef ik u bij de Beantwoording feitelijke vragen 9e Voortgangsrapportage Programma Hoogfrequent Spoorvervoer2
dat het zonder voldoende reizigers niet overal mogelijk zou zijn om de extra infrastructuur
direct te benutten. Zo zou de vijfde en zesde Sprinter tussen Den Haag en Rotterdam
wegens achterblijvende reizigersaantallen later dan 2025 door NS worden ingevoerd.
Dat zou betekenen dat de baten van de extra infrastructuur niet meteen worden bereikt.
Vraag 3
Hoe beoordeelt u de gevolgen van het schrappen van de intercity-stop voor de reistijd
en de betrouwbaarheid van de treinreizigers die gebruik maken van station Schiedam
Centrum?
Antwoord 3
Hoewel er reizigers zijn die van de maatregel nadeel zullen ondervinden, levert deze
maatregel in combinatie met de extra Sprinters een verbetering op van de gehele bereikbaarheid.
De maatregel raakt een deel van de reizigers op station Schiedam Centrum. Dit zijn
onder andere overstappers vanuit het regionaal OV. Het totaal aantal stops op Schiedam
blijft per eind 2024 echter gelijk en wordt buiten de spits ook hoger dan nu. De maatregel
resulteert op het hoofdrailnet in een licht positief effect op de totale reizigerspunctualiteit.
Daarbij is er een beperkte afname van de zitplaatskans.
Vraag 4
Kunt u bevestigen dat deze maatregel een uitruil is om de stops van de sprinter tussen
Schiedam en Delft te behouden, die anders zouden vervallen door de invoering van de
tienminutentrein op de corridor Den Haag-Rotterdam-Breda? Hoe weegt u deze uitruil?
Welke rol heeft uw ministerie gespeeld in deze uitruil?
Antwoord 4
Het ministerie heeft met NS het gesprek gevoerd over de mogelijkheden en beperkingen
in de dienstregeling en uiteindelijk in de concessie afspraken met NS gemaakt. Daarnaast
heeft het ministerie de regionale partijen geïnformeerd over het optimaliseren van
de dienstregeling.
Door de beperking van het aantal Intercity-stops op station Schiedam kan NS financieel
verantwoord de 5e en 6e Sprinter per uur invoeren. Deze sprinters doen alle stations aan. Het totaal aantal
stops blijft gelijk. Het is jammer dat het vanuit betaalbaarheid niet mogelijk blijkt
zowel de huidige Intercity-bediening op Schiedam te handhaven én de extra Sprinters
in te voeren.
Vraag 5
Kunt u bevestigen dat het overslaan van station Schiedam Centrum de keerprocedure
op Rotterdam Centraal voor intercity’s van en naar Leiden verkort, waardoor de inzet
van een extra trein kan worden uitgespaard, waardoor de inzet van de 5e en 6e sprinter
per uur op de Oude Lijn mogelijk wordt? Kunt u becijferen welk bedrag hiermee wordt
bespaard?
Antwoord 5
Het klopt dat de keerprocedure op Rotterdam verkort kan worden door twee van de zes
Intercity-halteringen op Schiedam over te slaan. Hiermee kan op inzet van materieel
en personeel bespaard worden en blijft invoering van de 5e en 6e Sprinter tussen Den Haag en Rotterdam betaalbaar. IenW heeft geen inzicht in de precieze
besparingen. Zie ook het antwoord op vraag 6.
Vraag 6
Kunt u aangeven wat de extra kosten zijn om ook de 5e en 6e sprinter per uur op Schiedam
Centrum te laten stoppen, conform het PHS?
Antwoord 6
De kosten van de invoering van de 5e en 6e Sprinter, die stopt op alle stations, zijn ongeveer gelijk aan de besparing op de
Intercity-bediening van Schiedam. Het betreft één tot enkele miljoenen per jaar. De
bereikte besparingen lopen af naarmate de reizigersgroei zich herstelt.
Vraag 7
Welke mogelijkheden ziet u om de intercity-stop op station Schiedam Centrum te herstellen
of te compenseren?
Antwoord 7
Met de dienstregelingsaanpassing zullen er in de spits 10 treinen per uur per richting
stoppen. Dit is in de spits evenveel als nu en daarbuiten zelfs meer. Hiermee blijft
Schiedam een belangrijke OV-hub voor de regio. Omdat de afschaling van de Intercity-bediening
de achterblijvende vervoersvraag moet opvangen, wordt verwacht dat de afschaling tijdelijk
is. Het terugdraaien van de afschaling zal uiteindelijk afhangen van de ontwikkeling
van de vervoersvraag en invulling van de stationsbediening is volgens de concessie
aan de vervoerder. De toekomstige ontwikkeling van de vervoersvraag wordt nadrukkelijk
gemonitord.
Vraag 8
Bent u bereid om in overleg te treden met de NS, gemeente Schiedam, Metropoolregio
Den Haag en Provincie Zuid-Holland om zo spoedig mogelijk de 5e en 6e intercity-stop
op station Schiedam Centrum terug te laten keren?
Antwoord 8
NS is verantwoordelijk voor het opstellen van de dienstregeling, met inachtneming
van de afspraken uit de vervoersconcessie. Deze dient aan te sluiten op de vervoersvraag
en moet altijd voldoen aan de voorschriften in de concessie over zaken als het minimumbedieningsniveau.
Mijn ministerie ziet erop toe dat NS deze afspraken naleeft. Wanneer de dienstregeling
voldoet aan de voorschriften uit de concessie treedt mijn ministerie in beginsel niet
in overleg met NS over de dienstregeling op specifieke stations of trajecten. De NS
consulteert de beoogde dienstregeling over 2025 bij consumentenorganisaties en decentrale
overheden.
Voor de treinverbinding rond Goud is het Ministerie van IenW met NS en de regionale
partijen in overleg getreden naar aanleiding van de doelstellingen in het kader van
PHS en de ophanden zijnde wijzigingen in het volume bij de dienstregeling per 2025.
Natuurlijk wordt dat overleg voortgezet als de ontwikkelingen daartoe aanleiding geven.
Zoals benoemd in antwoord 7 wordt de vervoersvraag gemonitord. Het terugdraaien van
de afschaling zal uiteindelijk afhangen van de ontwikkeling van de vervoersvraag en
invulling van de stationsbediening is volgens de concessie aan de vervoerder.
Vraag 9
Kunt u deze vragen beantwoorden vóór het commissiedebat Spoor op 7 maart a.s.?
Antwoord 9
Ja, dat zal ik doen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.