Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Podt over trucs van kinderopvang om de omzet te verhogen
Vragen van het lid Podt (D66) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over trucs van kinderopvang om de omzet te verhogen (ingezonden 7 december 2023).
Antwoord van Minister Van Gennip (Sociale Zaken en Werkgelegenheid), mede namens de
Staatssecretaris van Financiën (ontvangen 15 februari 2024). Zie ook Aanhangsel Handelingen,
vergaderjaar 2023–2024, nr. 628.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Kinderdagverblijven en bso's gebruiken vaker trucs
om omzet te verhogen»1? Wat is uw reactie op dit bericht?
Antwoord 1
Ja, ik ben bekend met dit bericht.
Ik zie graag dat de dienstverlening van kinderopvang goed aansluit bij de behoeften
van ouders en aanbieders. Daarbij is het van belang dat veranderingen in de dienstverlening
in goede afstemming tussen ouders, oudercommissies en kinderopvangorganisaties plaatsvinden.
Een situatie waarbij openingstijden worden verruimd zonder dat daar gebruik van wordt
gemaakt, is niet de bedoeling. Net als het aanpassen van pakketten waarbij ouders
een buitensporige hoeveelheid uren in vakanties dienen af te nemen. Er is geen recht
op KOT voor uren waarop de opvang gesloten is, met uitzondering van erkende feestdagen.
De signalen over de praktijken uit het artikel heb ik 14 december 2023 met de kinderopvangbranche
besproken. Daarbij heb ik het belang van goede afstemming met ouders alsmede de voorwaarden
voor het ontvangen van KOT benadrukt. Tevens heb ik de branche gevraagd in te zetten
op: 1) verbetering van transparantie: kinderopvangorganisaties zouden uurprijzen en
openingstijden op de website moeten vermelden, 2) het vergroten van de bekendheid
van stappen die ouders kunnen nemen bij een geschil of klacht. De brancheorganisaties
delen het belang van transparantie en hebben aangegeven zich hiervoor te zullen inspannen.
Ik verwacht dat deze stappen de transparantie in de sector vergroten en daarmee de
positie van ouders versterken. Ik zal in gesprek blijven met de brancheorganisaties
over de voortgang van deze stappen. Parallel ga ik onderzoeken of toezicht en nadere
regelgeving gericht op kinderopvangorganisaties wenselijk is.
Daarnaast zal ik om meer inzicht te krijgen op welke schaal uitbreiding van openingstijden
voorkomt, in samenwerking met de branche een steekproef opzetten. Deze steekproef
zal aansluiten bij het bestaande uurprijsonderzoek van BoinK en Waarborgfonds Kinderopvang.
Eveneens zal ik, om meer duiding te krijgen bij de in het artikel geschetste praktijken,
in gesprek gaan met de Geschillencommissie Kinderopvang.
Vraag 2
Wie is verantwoordelijk de controle dat het aantal uren dat kinderopvangorganisaties
en ouders opgeven ook daadwerkelijk wordt gebruikt?
Antwoord 2
Ouders sluiten met hun kinderopvangorganisatie een privaatrechtelijke overeenkomst,
waarin het aantal contracturen wordt vastgelegd. De ouder betaalt en heeft recht op
kinderopvangtoeslag voor het aantal uren overeengekomen in het contract. Een ouder
kiest zelf wanneer het kind naar de opvang wordt gebracht binnen de overeengekomen
uren. Deze flexibiliteit acht ik wenselijk. Dit stelt de ouder bijvoorbeeld in staat
om ervoor te kiezen het kind de ene dag om 16:00 uur op te halen, en de andere dag
om 17:00. Het is ondoenlijk voor de ouder om elke mutatie door te geven. Daarnaast
heeft de kinderopvangorganisatie, kosten voor de opvang voor het gehele tijdvak dat
opvang wordt aangeboden. Uiteraard moet voor het recht op toeslag, de kinderopvang
tijdens de overeengekomen uren wel daadwerkelijk beschikbaar zijn, met uitzondering
van erkende feestdagen. Als ouders het oneens zijn met pakketaanpassingen, uitbreidingen
van openingstijden of de uren die worden gefactureerd, dan is er de ruimte om dit
te melden. Het antwoord op vraag 9 gaat in op de mogelijkheden die ouders hiervoor
hebben.
Er wordt vanuit de overheid geen toezicht gehouden op of de opvang tijdens alle gefactureerde
uren daadwerkelijk open is. Dienst Toeslagen houdt wel toezicht op of het aantal uren
dat kinderopvangorganisaties doorgeven, overeenkomt met wat ouders opgeven. Als er
daarbij grote excessen zijn of er sprake lijkt te zijn van bewust oneigenlijk gebruik
of samenspanning tussen ouder en kinderopvangorganisatie kunnen er via Dienst Toeslagen
controle of toezichthoudende bevoegdheden worden ingezet. Daarnaast ziet de GGD erop
toe dat een kinderopvang voldoet aan kwaliteitseisen als de kinderopvang open is.
De GGD controleert niet gericht of kinderopvangorganisaties open zijn op de dagen
die zij vermelden.
Vraag 3
Hoe wordt voorkomen dat ouders kinderopvangtoeslag zouden moeten terugbetalen als
het aantal gebruikte uren lager is dan het aantal opgegeven uren?
Antwoord 3
Ouders ontvangen kinderopvangtoeslag voor de uren die zijn overeengekomen in het contract,
betaald zijn en waarop de opvang beschikbaar is. Ouders kunnen ervoor kiezen om minder
uren gebruik te maken van de opvang dan oorspronkelijk is overeengekomen in het contract.
Dit betekent niet dat er toeslag terugbetaald moet worden. Voor het recht op KOT is
het aantal uren dat in het contract is overeengekomen leidend. Zoals genoemd in het
antwoord op vraag 2, is er voor het recht op KOT wel de voorwaarde dat de kinderopvangorganisatie
daadwerkelijk beschikbaar is op de uren die in het contract zijn aangegeven. Sluitingen
vanwege erkende feestdagen vormen daarop een uitzondering.
Vraag 4
Wat doet u om te voorkomen dat kinderopvangorganisaties de tarieven verhogen, in tegenstelling
tot wat is toegezegd door de sector2, vanwege de verhoging van het maximum uurtarief?
Antwoord 4
Ik vind het niet wenselijk als de tarieven en daarmee de kosten voor ouders stijgen
als gevolg van de extra verhoging van de maximum uurprijzen. Belastinggeld dient netjes
besteed te worden. Dat heb ik ook benadrukt in het bestuurlijk overleg met de kinderopvangbranche
op 14 december 2023. Zoals ik echter heb aangegeven bij de behandeling van de SZW-begroting
in de Tweede Kamer, kan ik niet afdwingen dat kinderopvangorganisaties hun tarieven
niet verhogen. Aangezien kinderopvang een private markt is, zijn aanbieders vrij om
hun eigen tarieven te bepalen. Prijsafspraken zijn vanuit het mededingingsrecht niet
toegestaan. Het is aan kinderopvangorganisaties om zelfstandig afwegingen te maken
over keuzes omtrent de bedrijfsvoering. Bij beslissingen over tariefaanpassingen spelen
kosten van personeel en huisvesting een belangrijke rol.
Vraag 5
Hoeveel kinderopvangtoeslag hebben ouders aangevraagd en gekregen voor tegoeddagen
bij de kinderopvang? Hoe zijn deze tegoeddagen verwerkt op de begroting?
Antwoord 5
Ik ben ervan op de hoogte dat sommige kinderopvangorganisaties een «ruildagenconstructie»
als service aanbieden aan ouders. Het is aan een kinderopvangorganisatie om zo’n service
aan te bieden en aan ouders om akkoord te gaan met de voorwaarden hierbij. Ik adviseer
ouders de ruildagen alleen te accepteren als zij deze daadwerkelijk kunnen inzetten.
Omdat dit om afspraken in een privaatrechtelijke overeenkomst gaat, worden deze dagen
niet centraal bijgehouden. Het is dus niet bekend hoeveel tegoeddagen worden aangeboden
en hoeveel kinderopvangtoeslag ouders hiervoor hebben aangevraagd.
Indien een kinderopvangorganisatie incidenteel zijn deuren moet sluiten, bijvoorbeeld
vanwege personeelstekorten, kan de organisatie besluiten om ouders extra ruil- of
tegoeddagen aan te bieden. Ouders zijn echter niet verplicht om deze dagen te accepteren.
Als de ouders de tegoeddagen accepteren terwijl deze uren niet beschikbaar zijn om
afgenomen te worden, dan bestaat er voor deze uren geen recht op KOT. Indien deze
uren wel beschikbaar zijn en op een later moment kunnen worden afgenomen, is er wel
recht op KOT.
Vraag 6
Op welke manier worden declaraties van extra uren kinderopvang die niet daadwerkelijk
zijn verleend zichtbaar in de prijsmonitor en kwaliteitsmonitor van het Ministerie
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW)?
Antwoord 6
Zoals benoemd in vraag 2, wordt er vanuit de overheid geen toezicht gehouden op of
de opvang tijdens alle gefactureerde uren daadwerkelijk open is. Voor het recht op
KOT is het aantal uren dat in het contract is overeengekomen leidend. Het gaat hierbij
dus niet om het aantal uren dat het kind daadwerkelijk op de opvang is. Zoals aangekondigd
in het antwoord op vraag 1 heb ik de branche gevraagd om de uurprijzen en openingstijden
op de website van kinderopvangorganisaties te vermelden en ga ik in samenwerking met
de sectorpartijen een steekproef uitvoeren.
Vraag 7
Klopt het dat er nog steeds sprake is van tekorten aan plekken op de kinderopvang
in veel gemeenten? Welke acties neemt u om deze tekorten verder te verminderen en
hoe relateert het teveel factureren van uren door kinderopvangorganisaties zich tot
de aanpak van tekorten op de kinderopvang?
Antwoord 7
Het klopt dat er in de kinderopvang sprake is van een personeelstekort. In 2023 was
er een tekort van circa 6.000 medewerkers. Hierdoor kunnen ouders niet altijd (direct)
een plek voor hun kind vinden. Daardoor hebben kinderopvangorganisaties mogelijk meer
marktmacht. Ik kan me voorstellen dat ouders door de tekorten druk kunnen voelen om
contractaanpassingen te accepteren. Ik wil daarom nogmaals benadrukken dat ouders
het recht hebben om bezwaar te maken tegen wijzigingen in hun contract. Zoals aangegeven
in antwoord op vraag 1 zal ik mij in samenwerking met de branche inspannen om de bekendheid
te vergroten van stappen die ouders kunnen nemen in het algemeen en in situaties zoals
die in het artikel worden beschreven.
In eerdere brieven heb ik uw Kamer meegenomen in de acties die ik samen met de sector
onderneem om de personeelstekorten te verminderen.3 Deze aanpak loopt langs drie pijlers: nieuw personeel aantrekken, huidig personeel
behouden en personeel stimuleren tot meer uren werken. Zo heb ik samen met de branchepartijen
en het Ministerie van OCW een Ontwikkelpad kinderopvang vormgegeven. Hierin kunnen
mensen instromen in de kinderopvang als groepshulp (zonder kwalificaties). Indien
zij dit willen en kunnen, kunnen zij zich stapsgewijs ontwikkelen tot pedagogisch
professional door het volgen van (delen van) opleidingen via praktijkleren in het
mbo. Ook ontwikkel ik in dit kader een subsidieregeling voor kinderopvangorganisaties,
om de inzet en doorontwikkeling van groepshulpen te stimuleren. De regeling zal naar
verwachting begin 2024 in consultatie gaan. Een overzicht van alle lopende en aangekondigde
acties om het personeelstekort in de kinderopvang te verminderen, kan worden geraadpleegd
in de Kamerbrief Voortgang aanpak personeelstekort in de kinderopvang van april 2023.4 Ik ben voornemens om in het tweede kwartaal van dit jaar een voortgangsbrief te versturen
over de aanpak van het personeelstekort in de kinderopvang. In deze brief zal ik uw
Kamer informeren over de nieuwe en lopende arbeidsmarktinitiatieven.
Vraag 8
Wat doen de verschillende gemeentelijke gezondheidsdiensten (GGD’s) en gemeenten om
te voorkomen dat kinderopvangorganisaties meer uren factureren dan er kinderopvang
wordt gegeven? Hoe werken verschillende GGD’s en gemeenten hierbij samen?
Antwoord 8
Op grond van de Wko houden GGD’en toezicht op de naleving van de kwaliteitseisen.
Controle op openingstijden valt daar niet onder. Wel kan de GGD erop toezien of kinderopvangorganisaties
hun wettelijke verplichting nakomen om wijzigingen in openingstijden of tarieven voor
advies voor te leggen aan de oudercommissie.
Vraag 9
Waar kunnen ouders die geconfronteerd worden met gedwongen ondertekening van een nieuw
contract met ongunstige voorwaarden, om hun plek op de kinderopvang te behouden, terecht
met een klacht of melding? Hoe worden ouders over deze mogelijkheid geïnformeerd en
hoe vaak is er reeds gebruik van gemaakt?
Antwoord 9
Ouders kunnen ervoor kiezen om niet akkoord te gaan met een contractwijziging en hebben
het recht om bezwaar te maken tegen deze wijzigingen. Desondanks bevinden sommige
ouders zich in een lastige positie tegenover hun kinderopvangorganisatie. Zij zijn
dagelijks afhankelijk van de kinderopvangorganisatie voor goede en vertrouwde zorg
voor hun kinderen. En dat terwijl het voor veel ouders moeilijk is een plek te bemachtigen
en zij soms de keuze hebben uit slechts één aanbieder. Ik kan mij goed voorstellen
dat een ouder in zo’n situatie een drempel ervaart om bezwaar te maken tegen een contractwijziging.
Het is de realiteit dat de krapte in de markt niet gunstig is voor de positie van
ouders en dat zij een drempel kunnen ervaren om stappen te nemen. Ik heb daar ook
in overleggen met de branche aandacht voor, door te benoemen welke mogelijkheden ouders
hebben. Als ouders het oneens zijn met pakketaanpassingen, uitbreidingen van openingstijden
of de uren die worden gefactureerd, dan is er de ruimte om dit te melden. In eerste
instantie kan een ouder hierover in gesprek gaan binnen de organisatie zelf. Ook kan
het signaal gemeld worden bij de oudercommissie van de betreffende organisatie. Oudercommissies
hebben adviesrecht op de tarieven en openingstijden, maar kunnen geen rol spelen bij
klachtenprocedures inzake overeenkomsten tussen een individuele ouder en de KOO. Ouders
kunnen daarnaast een formele klacht indienen bij de kinderopvangorganisatie. Een klachtenregeling
is voor iedere kinderopvangorganisatie verplicht. Als dit niet tot een bevredigende
uitkomst leidt, is een volgend meldpunt het Klachtenloket Kinderopvang.5 Dit loket geeft advies en informatie, en kan bemiddelen tussen ouder en kinderopvangorganisatie.
Mocht de klacht hierna nog niet zijn opgelost, dan kan deze worden ingediend door
de ouder bij de Geschillencommissie Kinderopvang.6 Zij geeft vervolgens een bindend advies. Naast deze opties hebben ouders ook de mogelijkheid
om, buiten de KOO om, een melding te doen bij de ACM Consuwijzer.7
Tijdens een overleg met de sectorpartijen op 14 december 2023 heb ik aangegeven dat
het van groot belang is dat ouders weten wat hun rechten zijn aangaande contractwijzigingen.
De oudervertegenwoordiging doet veel aan informatievoorziening. Bovendien is parallel
aan deze beantwoording een nieuwsbericht uitgegaan in samenwerking met de oudervertegenwoordiging
en branchepartijen. Hierin staat informatie over welke opvanguren KOT kan worden aangevraagd
en welke stappen ouders kunnen zetten indien zij het niet eens zijn met een contractwijziging.
Branchepartijen zullen deze informatie verder onder de aandacht brengen.
Vraag 10
Hoe verhouden de meldingen zich tot het aantal ouders dat een nieuw contract moest
tekenen om de plek op de kinderopvang te behouden? Hoe wordt voorkomen dat kinderopvangorganisaties
deze vormen van marktmacht kunnen misbruiken?
Antwoord 10
De gemaakte afspraken zijn onderdeel van een privaatrechtelijke overeenkomst tussen
ouder en kinderopvangorganisatie, daarom worden deze afspraken niet centraal vastgelegd
en wordt niet bijgehouden hoeveel nieuwe contracten worden afgesloten. Zoals toegelicht
in het antwoord op vraag 1, heb ik tijdens het bestuurlijk overleg op 14 december
2023 de praktijken met de kinderopvangbranche besproken, en heb ik toegelicht dat
ik gesprek ga met de Geschillencommissie Kinderopvang om meer duiding te krijgen bij
de in het artikel geschetste praktijken. Zoals ik heb aangegeven in antwoord op vraag
7, kan ik mij voorstellen dat kinderopvangorganisaties meer marktmacht hebben vanwege
de schaarste aan plekken. Daarom vind ik het belangrijk om de mogelijkheden voor ouders
te blijven benoemen als zij het oneens zijn met aanpassingen van hun contract. Het
antwoord op vraag 9 gaat in op deze mogelijkheden.
Vraag 11
Wat doet u om de pakkans van kinderopvangorganisaties die meer uren factureren dan
er kinderopvang wordt verleend te verhogen? Wat is de pakkans op dit moment en wat
is uw doel?
Antwoord 11
Zoals benoemd in het antwoord op vraag 2, wordt er vanuit de overheid geen toezicht
gehouden op of de opvang tijdens alle gefactureerde uren daadwerkelijk open is. Dienst
Toeslagen houdt wel toezicht op of het aantal uren dat kinderopvangorganisaties doorgeven
overeenkomt met wat ouders opgeven. Als er daarbij grote excessen zijn of er sprake
lijkt te zijn van bewust oneigenlijk gebruik of samenspanning tussen ouder en kinderopvangorganisatie
kunnen er vanuit Dienst Toeslagen controle of toezichthoudende bevoegdheden worden
ingezet. Daarnaast ziet de GGD erop toe dat een kinderopvang voldoet aan kwaliteitseisen
als de kinderopvang open is. De GGD controleert niet gericht of kinderopvangorganisaties
open zijn op de dagen die zij vermelden.
Het is niet de bedoeling dat kinderopvangorganisaties contracten wijzigen zonder dat
ouders daar behoefte aan hebben. Ik vind het dan ook van groot belang dat ouders in
dit geval effectief hun positie als contractpartner kunnen innemen. Het is essentieel
dat ouders de middelen die daarvoor beschikbaar zijn, zoals vermeld in antwoord op
vraag 9, goed kunnen benutten.
Vraag 12
Welke gevolgen heeft de invoering van bijna-gratis kinderopvang voor de prijsvorming
en het aantal uur dat aan ouders in rekening gebracht wordt? Hoe wordt voorkomen dat
bij invoering van bijna-gratis kinderopvang meer uren worden gefactureerd dan er gebruikt
worden?
Antwoord 12
In het coalitieakkoord van het huidige (demissionaire) kabinet is afgesproken een
nieuw financieringsstelsel voor de kinderopvang vorm te geven. Het doel van de herziening
is om het stelsel eenvoudiger en begrijpelijker te maken voor ouders en de toekenningszekerheid
te vergroten. Daarnaast zou dit nieuwe stelsel gepaard gaan met een inkomensonafhankelijke
vergoeding van 96% voor werkende ouders.
Een hoge inkomensonafhankelijke vergoeding van 96% maakt kinderopvang voor veel ouders
(veel) goedkoper. Hierdoor bestaat het risico dat ouders op papier meer dagdelen of
dagen gaan afnemen, om ervoor te zorgen dat er een plek beschikbaar is als zij deze
extra opvang een keer nodig hebben. Dit kan aantrekkelijk zijn voor ouders, omdat
het hen meer flexibiliteit geeft en hen relatief weinig kost. Maatschappelijk gezien
is dit onwenselijk omdat structureel plekken bezet worden gehouden door kinderen die
er in de praktijk niet of nauwelijks zijn en omdat overheidsgeld wordt besteed aan
niet geleverde diensten.
In het huidige stelsel zijn er geen signalen dat er structureel plekken bezet worden
gehouden door kinderen die er niet of nauwelijks zijn. In het huidige stelsel is het
risico hierop ook vele malen kleiner. Kinderopvang is namelijk te kostbaar om structureel
dagdelen of dagen af te nemen waarbij er geen daadwerkelijke opvang tegenover staat.
Wel kunnen kinderopvangorganisaties ouders verzoeken meer uren af te sluiten in een
contract dan daadwerkelijk worden afgenomen. Bijvoorbeeld door te rekenen met hele
dagen in plaats van halve dagen. De verwachting is dat ouders hier sneller mee akkoord
gaan in een situatie van lagere kosten en toenemende schaarste. Als de kinderopvangvergoeding
in een nieuw stelsel omhoog gaat, is het belangrijk om rekening te houden met dit
risico.
In mijn brief van 26 april 2023 «voortgangsrapportage herziening financieringsstelsel
kinderopvang»8 geef ik aan dat mogelijkheden worden verkend om het doelmatig gebruik van de gecontracteerde
uren in het nieuwe stelsel te borgen. In het concept-stelselontwerp werd uitgegaan
van monitoring en zelfregulering, gecombineerd met een nader uit te werken bepaling
om op te treden bij grote afwijkingen tussen gecontracteerde uren en aanwezigheidsuren die kinderopvangorganisaties bij de overheid aanleveren. Als variatie hierop
valt bijvoorbeeld te denken aan een normstelling ten aanzien van verschillen tussen
contracturen, gefactureerde uren en aanwezigheidsuren. Dit zijn complexe maatregelen
met grote impact op de sector die samenhangen met besluitvorming over het nieuwe stelsel.
Met het oog op een (mogelijk) nieuw stelsel wordt onderzocht was het risico op oneigenlijk
gebruik is, evenals mogelijke oplossingen hiervoor.
Door de val van het kabinet heeft er geen besluitvorming plaatsgevonden over het vervolg
van de herziening van het financieringsstelsel van de kinderopvang. In mijn brief
van 15 september 2023 «Stand van zaken herziening financieringsstelsel kinderopvang»
heb ik bouwstenen meegegeven op weg naar een nieuw financieringsstelsel in de kinderopvang.9 Het is aan het volgende kabinet om keuzes te maken voor het definitieve ontwerp,
waar het vraagstuk omtrent het doelmatig gebruik van gecontracteerde uren onderdeel
van uitmaakt.
Vraag 13
Hoe wordt het aantal uren dat wordt gefactureerd meegenomen in het onderzoek naar
prijsregulering in de kinderopvang? Herkent u dat snelle duidelijkheid van belang
is om onzekerheid in de sector, die kan leiden tot verdere prijsstijgingen, zoveel
mogelijk weg te nemen?
Antwoord 13
Zoals ik heb aangegeven in de Kamerbrief10 van 15 september 2023, was een van de doelen van de herziening van het financieringsstelsel
om een betaalbaardere en financieel toegankelijkere kinderopvang te creëren. Op basis
van de impactanalyses zijn er
zorgen over prijsstijgingen en de daarmee samenhangende verdringingsrisico’s.
Tariefregulering is één van de maatregelen die verkend wordt om dit risico te verkleinen.
Indien voor tariefregulering wordt gekozen, zal de dienst kinderopvang in min of meerdere
mate moeten worden afgebakend. Hierbij zullen keuzes moeten worden gemaakt over het
aantal uren of dag(del)en die kinderopvangorganisaties bij ouders in rekening mogen
brengen, en het al dan niet mogen aanbieden van aanvullende diensten. Komende maanden
wordt een aantal onderzoeken uitgezet, waaronder een kostprijsonderzoek.
Deze onderzoeken zullen meer inzicht geven in hoeverre de huidige financieringssystematiek
aansluit bij de kostenstructuren in de kinderopvang en potentiële afbakeningen van
de dienst. De verwachting is dat de onderzoeken begin 2025 worden afgerond. De resultaten
helpen een nieuw kabinet met de afweging of tariefregulering een wenselijke en uitvoerbare
optie is, en hoe daarbij recht kan worden geworden aan de wensen van ouders omtrent
urengebruik.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede namens
A. (Aukje) de Vries, staatssecretaris van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.