Verslag van een schriftelijk overleg : Verslag van een schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda bijeenkomst NAVO-ministers van Defensie op 15 februari 2024 in Brussel (Kamerstuk 28676-449)
28 676 NAVO
Nr. 451
VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 5 februari 2024
De vaste commissie voor Defensie heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd
aan de Minister van Defensie over de brief van 30 januari 2024 over de geannoteerde
agenda bijeenkomst NAVO-Ministers van Defensie op 15 februari 2024 in Brussel (Kamerstuk
28 676, nr. 449).
De vragen en opmerkingen zijn op 1 februari 2024 aan de Minister van Defensie voorgelegd.
Bij brief van 5 februari 2024 zijn de vragen beantwoord.
De fungerend voorzitter van de commissie, De Roon
Adjunct-griffier van de commissie, Manten
Inhoudsopgave
I
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
2
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
2
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
3
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
4
II
Antwoord / Reactie van de Minister
4
III
Volledige agenda
10
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de GL-PvdA-fractie
De leden van de fractie van GroenLinks-PvdA hebben met belangstelling kennisgenomen
van de brief van de Minister over de NAVO-bijeenkomst van Ministers van Defensie en
hebben hierover nog een aantal vragen en opmerkingen.
De leden van de fractie van GroenLinks-PvdA delen de wens van het kabinet dat het
toetredingsproces van Zweden tot de NAVO spoedig wordt afgerond. Kan de Minister schetsen
welke concrete stappen er nu nog gezet moeten worden en op welke termijn de Minister
verwacht dat het volledige ratificatieproces is afgerond?
Afschrikking en verdediging
De leden van de fractie van GroenLinks-PvdA vragen de Minister hoe de invulling van
het NATO New Force Model er wat het kabinet betreft precies uitziet, wat het tijdpad hiervoor is en welke
concrete belemmeringen het kabinet ziet.
De Minister schrijft dat inmiddels circa 20 andere NAVO-bondgenoten het eerder door
Duitsland, Italië en Nederland opgestelde non-paper met voorstellen voor het versterken
van de Europese productiecapaciteit hebben ondertekend. De leden van de fractie van
GroenLinks-PvdA vragen de Minister of zij kan aangeven welke concrete stappen de komende
tijd in dit kader worden gezet om deze Europese samenwerking te versterken en wanneer
de Minister verwacht dat de Kamer hierover zal worden geïnformeerd.
Oekraïne
De leden van de fractie van GroenLinks-PvdA zijn blij dat het kabinet blijvend inzet
op steun voor Oekraïne. Deze leden hebben hierover wel zorgen. Uit Oekraïne komen
steeds meer berichten over de tekorten aan middelen en ook de berichten van het front
zijn niet zoals Oekraïne had gehoopt. Kan de Minister nader ingaan op de ontwikkelingen
voor brede steun aan Oekraïne? Welke NAVO-bondgenoten liggen dwars bij het voortzetten
van de steun en kan de Minister het actuele beeld schetsen van de mate van steun die
de Verenigde Staten de komende periode zullen bieden en wat er volgens het kabinet
moet gebeuren als die steun de komende periode afneemt?
In het verlengde hiervan vragen de leden van de fractie van GroenLinks-PvdA naar de
stand van zaken met betrekking tot het in juli 2023 te Vilnius gepresenteerde bilateraal
veiligheidsarrangement. Dit is inmiddels een half jaar geleden en Oekraïne kan de
steun goed gebruiken. Kan de Minister een update geven van de status van het bilateraal
veiligheidsarrangement?
De leden van de fractie van GroenLinks-PvdA hebben ook zorgen over het feit dat de
toegezegde levering van F-16 toestellen aan Oekraïne erg lang lijkt te duren. Hoe
staat het hiermee en wat kan het kabinet doen om dit proces zo mogelijk te versnellen?
Vanuit Oekraïne komen berichten dat er aan het front een (groot) tekort is aan artilleriemiddelen
en gepantserde voertuigen. Voor de bescherming van steden en dorpen tegen Russische
raketaanvallen is er ook extra luchtafweer nodig. Kan de Minister aangeven, zo vragen
de leden van de fractie van GroenLinks-PvdA, of zij deze berichten herkent en op welke
wijze Nederland en andere NAVO-bondgenoten ervoor kunnen zorgen dat Oekraïne tijdig
nieuwe benodigde steun krijgt? Op welke wijze kan de NAVO bijdragen aan het vergroten
van de productiecapaciteit van de benodigde middelen binnen Oekraïne zelf? Zouden
bijvoorbeeld samenwerkingen met bedrijven uit Nederland en andere NAVO-landen hier
extra aan bij kunnen dragen? Zo ja, zet het kabinet zich hier actief voor in, zo vragen
de leden.
Tot slot vragen de leden van de fractie van GroenLinks-PvdA ook aandacht voor de signalen
vanuit Oekraïne dat er niet alleen extra wapens en munitie nodig zijn, maar dat ook
gevraagd wordt om moderne technologische steun. Uit recente berichten komt naar voren
dat experts op termijn het tekort aan militairen als een nog grotere uitdaging zien
dan het tekort aan wapens en dat Rusland hierdoor een voorsprong zou kunnen krijgen,
aangezien zij veel meer militairen kunnen inzetten. Deelt de Minister deze zorgen
en zo ja, is het kabinet van plan om, samen met de NAVO-bondgenoten, ook extra in te zetten op (hoogwaardige technologische) steun die bijdraagt
aan de behoeften van Oekraïne?
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de
NAVO bijeenkomst van de Ministers van Defensie.
De leden van de VVD-fractie verwelkomen de goedkeuring door het Turkse parlement van
Zweden tot de NAVO. Deze leden vragen of Nederland in overleg treedt met Hongarije
tot spoedige toetreding van Zweden tot de NAVO.
De leden van de VVD-fractie hebben nog enkele vragen over het kabinetsstandpunt over
het NATO New Force Model. De Minister geeft aan voldoende tijd nodig te hebben om naar dit model toe te werken
en benadrukt dat nieuwe plannen realistisch moeten zijn. De leden van de VVD-fractie
zouden graag van de Minister willen weten welke onderdelen zij onrealistisch of onhaalbaar
acht én welke mitigerende acties nodig zijn om deze doelen wel te realiseren.
De leden van de VVD-fractie zouden ook graag horen van de Minister op welke manier
zij uitvoering geeft aan de vereisten van de NAVO, waaronder het leveren van capaciteiten
waar we al langer niet aan voldoen. De leden van de VVD-fractie herinneren het kabinet
eraan dat we slechts enkele jaren hebben om onze afschrikking en verdediging weer
op sterkte te krijgen. Deelt het kabinet dit standpunt van deze leden?
De leden van de VVD-fractie omarmen de Defence Investment Pledge. Welke EU-landen voldoen hier de komende jaren aan? De leden van de VVD-fractie ontvangen
graag een overzicht van de uitgaven van EU-lidstaten aan defensie de komende jaren.
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van het verslag van de bijeenkomst
van de NAVO-Ministers van Defensie (DMM) en Ukraine Defence Contact Group (UDCG) van
11 en 12 oktober 2023. Deze leden zijn tevreden dat Nederland, samen met Denemarken
en de Verenigde Staten, zich inzet in de modernisering van de Oekraïense luchtmacht.
De leden van de VVD-fractie vragen of nog meer landen voornemens zijn om deel te nemen
aan deze coalitie.
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
De leden van de BBB-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de agenda
voor de NAVO bijeenkomst van Ministers van Defensie op 14 en 15 februari 2024. Zij
hebben hierover een enkele vraag: wat zijn de gevolgen van de NATO Regional Plans voor Nederland, in het grootst mogelijke detail? Deze vraag is eerder bij schriftelijke
vragen niet beantwoord.
II Antwoord/ Reactie van de Minister
Vragen en antwoorden
Vragen en opmerkingen van de leden van de GL-PvdA-fractie
De leden van de fractie van GroenLinks-PvdA hebben met belangstelling kennisgenomen
van de brief van de Minister over de NAVO-bijeenkomst van Ministers van Defensie en
hebben hierover nog een aantal vragen en opmerkingen.
Vraag 1
De leden van de fractie van GroenLinks-PvdA delen de wens van het kabinet dat het
toetredingsproces van Zweden tot de NAVO spoedig wordt afgerond. Kan de Minister schetsen
welke concrete stappen er nu nog gezet moeten worden en op welke termijn de Minister
verwacht dat het volledige ratificatieproces is afgerond?
Antwoord 1
De toetreding van Zweden tot de NAVO maakt Zweden veiliger en de NAVO sterker. Het
is van belang dat Zweden zo snel mogelijk toetreedt tot de NAVO. Het kabinet verwelkomt
daarom de ratificatie van de toetreding door het Turkse parlement. Nu moet het Hongaarse
parlement nog instemmen met ratificatie. Het kabinet kan niet speculeren over de planning
van het Hongaarse parlement. Zodra alle landen hun ratificatie-document officieel
hebben overhandigd aan de Verenigde Staten treedt Zweden toe tot het bondgenootschap.
Vraag 2
De leden van de fractie van GroenLinks-PvdA vragen de Minister hoe de invulling van
het NATO New Force Model er wat het kabinet betreft precies uitziet, wat het tijdpad
hiervoor is en welke concrete belemmeringen het kabinet ziet.
Antwoord 2
Bondgenoten vullen het NATO New Force Model met militaire capaciteiten die zij aanbieden aan het bondgenootschap voor een geloofwaardige
afschrikking en verdediging. Dit biedingenproces is doorlopend. De NAVO heeft afgesproken
om het NFM gefaseerd te starten. De Allied Reaction Force (ARF, de snel inzetbare NAVO eenheden) treedt per 1 juni 2024 in werking en de nieuwe
collectieve verdedigingsplannen (waaronder de regionale plannen) per 1 januari 2025.
De nieuwe NAVO plannen (het overkoepelende Concept for Deterrence and Defence of the Euro-Atlantic Area (DDA), en de onderliggende family of plans, waaronder het NFM en ARF) zijn omvangrijk. Het is een grote uitdaging om alle benodigde
capaciteiten te realiseren. De komende jaren vraagt het veel van alle bondgenoten
om voldoende personeel, materieel en voorraden te leveren voor de vulling van het
NFM. In de Defensienota 2022 heeft het kabinet de forse investeringen in het versterken
en toekomstbestendig maken van de krijgsmacht uitgewerkt. In de brief van 25 januari
2024 (Aanhangsel Handelingen II 2023/24, nr. 872) en de geannoteerde agenda voor de aanstaande DMM (Kamerstuk 28 676, nr. 449) heb ik uw Kamer geïnformeerd dat Nederland aandringt op een realistische vulling
van de plannen en een gefaseerde implementatie, omdat sommige benodigde militaire
capaciteiten pas in de komende jaren gereed en inzetbaar zijn. Nederland biedt een
zo groot mogelijke, maar realistische bijdrage aan het NFM op basis van de huidige
capaciteiten van de Nederlandse krijgsmacht. Gezien de gevoeligheid en vertrouwelijkheid
van de benodigde capaciteiten voor het NFM en het biedingenproces kan het kabinet
zich niet nader in detail uitlaten over de Nederlandse bijdrage.
Het Ministerie van Defensie is graag bereid om te voorzien in een vertrouwelijke technische
briefing om het proces en de voortgang nader toe te lichten.
Vraag 3
De Minister schrijft dat inmiddels circa 20 andere NAVO-bondgenoten het eerder door
Duitsland, Italië en Nederland opgestelde non-paper met voorstellen voor het versterken
van de Europese productiecapaciteit hebben ondertekend. De leden van de fractie van
GroenLinks-PvdA vragen de Minister of zij kan aangeven welke concrete stappen de komende
tijd in dit kader worden gezet om deze Europese samenwerking te versterken en wanneer
de Minister verwacht dat de Kamer hierover zal worden geïnformeerd.
Antwoord 3
Het non-paper dat door Nederland, Duitsland, Denemarken en Italië is opgesteld (aan
uw Kamer toegekomen via een vertrouwelijke bijlage) doet een aantal voorstellen om
de samenwerking tussen de EU en de NAVO te verbeteren waar het gaat om initiatieven
om de defensieproductiecapaciteit te vergroten. Aangezien beide organisaties veel
doen op dit gebied, is het belang van adequate afstemming en samenwerking groot. De
nadruk van de voorstellen ligt op het verbeteren van informatie-uitwisseling tussen
beide organisaties, het harmoniseren van initiatieven, het stimuleren van coördinatie
tussen de NATO Support and Procurement Agency (NSPA) en het Europees Defensie-Agentschap (EDA), het gezamenlijk engageren met de
industrie, het coördineren van de inzet om de productiecapaciteit van Oekraïne te
vergroten en het gezamenlijk adresseren van Europese capability gaps. De komende periode zal ik samen met de andere medeondertekenaars aandacht vragen
voor de voorstellen, waaronder door gezamenlijke demarches bij zowel de EU als de
NAVO en gemeenschappelijke interventies bij bijeenkomsten. Inzet is om waar opportuun
het belang en de urgentie van dit onderwerp te benadrukken en ook richting de NAVO-top
in Washington in juli 2024 resultaten te boeken op dit vlak. Het kabinet zal de Kamer
blijven informeren over deze inzet en mogelijke ontwikkelingen.
Vraag 4
De leden van de fractie van GroenLinks-PvdA zijn blij dat het kabinet blijvend inzet
op steun voor Oekraïne. Deze leden hebben hierover wel zorgen. Uit Oekraïne komen
steeds meer berichten over de tekorten aan middelen en ook de berichten van het front
zijn niet zoals Oekraïne had gehoopt. Kan de Minister nader ingaan op de ontwikkelingen
voor brede steun aan Oekraïne?
Vraag 8
Vanuit Oekraïne komen berichten dat er aan het front een (groot) tekort is aan artilleriemiddelen
en gepantserde voertuigen. Voor de bescherming van steden en dorpen tegen Russische
raketaanvallen is er ook extra luchtafweer nodig. Kan de Minister aangeven, zo vragen
de leden van de fractie van GroenLinks-PvdA, of zij deze berichten herkent en op welke
wijze Nederland en andere NAVO-bondgenoten ervoor kunnen zorgen dat Oekraïne tijdig
nieuwe benodigde steun krijgt?
Vraag 10
Tot slot vragen de leden van de fractie van GroenLinks-PvdA ook aandacht voor de signalen
vanuit Oekraïne dat er niet alleen extra wapens en munitie nodig zijn, maar dat ook
gevraagd wordt om moderne technologische steun. Uit recente berichten komt naar voren
dat experts op termijn het tekort aan militairen als een nog grotere uitdaging zien
dan het tekort aan wapens en dat Rusland hierdoor een voorsprong zou kunnen krijgen,
aangezien zij veel meer militairen kunnen inzetten. Deelt de Minister deze zorgen
en zo ja, is het kabinet van plan om, samen met de NAVO-bondgenoten, ook extra in
te zetten op (hoogwaardige technologische) steun die bijdraagt aan de behoeften van
Oekraïne?
Antwoord vragen 4, 8 & 10
Oekraïne heeft onverminderd militaire steun nodig in de strijd tegen de Russische
invasie. Het gaat om artillerie-munitie, gepantserde voertuigen en hoogwaardige technologie.
In internationaal verband spreken bondgenoten en partners voortdurend over hoe Oekraïne
van meer steun te voorzien. Ook de moderne technologische steun wordt in nauw overleg
met Oekraïne en bondgenoten afgestemd en kan als gevolg van de verloop van het conflict
wijzigen. Het is van groot belang dat Nederland en andere partners tegemoet blijven
komen aan de acute militaire noden van Oekraïne. De Kamer ontvangt binnenkort een
reguliere Kamerbrief met een update van leveringen aan Oekraïne.
Een voorbeeld waar op ingezet wordt voor hoogwaardige technologische middelen die
als force multiplier op het slagveld kunnen gelden, zijn drones. Letland en Oekraïne hebben een drone
coalitie geïnitieerd om het tekort aan drones terug te dringen en verschillende types
drones verder te ontwikkelen. Het kabinet onderzoekt momenteel of Nederland hier aan
kan deelnemen.
Vraag 5
Welke NAVO-bondgenoten liggen dwars bij het voortzetten van de steun en kan de Minister
het actuele beeld schetsen van de mate van steun die de Verenigde Staten de komende
periode zullen bieden en wat er volgens het kabinet moet gebeuren als die steun de
komende periode afneemt?
Antwoord 5
Het kabinet zal tijdens de NAVO Defensie ministeriële het belang en de urgentie van
aanvullende militaire steun aan Oekraïne blijven benadrukken en alle bondgenoten oproepen
om meer te leveren. Juist nu is het van belang om eenheid te bewaren en te onderstrepen
dat de NAVO-bondgenoten eensgezind achter Oekraïne blijven staan.
Ik kan niet inhoudelijk ingaan op de beleidsoverwegingen van andere landen. Buiten
kijf staat dat Europa verantwoordelijkheid moet kunnen nemen voor de eigen veiligheid,
inclusief het bijstaan van partners. Het is in Europees en Nederlands belang om de
steun aan Oekraïne onverminderd te blijven voortzetten.
Vraag 6
In het verlengde hiervan vragen de leden van de fractie van GroenLinks-PvdA naar de
stand van zaken met betrekking tot het in juli 2023 te Vilnius gepresenteerde bilateraal
veiligheidsarrangement. Dit is inmiddels een half jaar geleden en Oekraïne kan de
steun goed gebruiken. Kan de Minister een update geven van de status van het bilateraal
veiligheidsarrangement?
Antwoord 6
De consultaties over het bilaterale veiligheidsarrangement met Oekraïne zijn gaande.
Op 28 oktober jl. en 19 december jl. vonden de eerste en tweede consultatierondes
met Oekraïne plaats. Op korte termijn vinden nieuwe consultaties plaats. Het kabinet
en Oekraïne spannen zich ervoor in om dit proces snel af te ronden. De Kamer wordt
hierover op korte termijn nader geïnformeerd.
Vraag 7
De leden van de fractie van GroenLinks-PvdA hebben ook zorgen over het feit dat de
toegezegde levering van F-16 toestellen aan Oekraïne erg lang lijkt te duren. Hoe
staat het hiermee en wat kan het kabinet doen om dit proces zo mogelijk te versnellen?
Antwoord 7
Binnen de Air Force Capability Coalition, waar Nederland samen met de VS en Denemarken co-lead van is, wordt continue en met bijdragen van alle partners hard gewerkt om zo snel
als mogelijk voldoende personeel opgeleid en getraind te krijgen om te kunnen voldoen
aan de afgesproken voorwaarden om de initiële leveringen plaats te laten vinden. In
dat kader heeft Nederland een voortrekkersrol gespeeld bij het opzetten van het European
F-16 Training Centre in Roemenië1. Ook heeft het kabinet besloten om 24 F-16-toestellen gereed te stellen voor levering
aan Oekraïne2. Het omscholen en leren werken met wapensystemen als jachtvliegtuigen is een complex
en langdurig proces. Naast opgeleide vliegers en onderhoudspersoneel, dienen ook de
benodigde infrastructuur en instandhouding (zoals bewapening en reserve-onderdelen)
op orde te zijn.
Vraag 9
Op welke wijze kan de NAVO bijdragen aan het vergroten van de productiecapaciteit
van de benodigde middelen binnen Oekraïne zelf? Zouden bijvoorbeeld samenwerkingen
met bedrijven uit Nederland en andere NAVO-landen hier extra aan bij kunnen dragen?
Zo ja, zet het kabinet zich hier actief voor in, zo vragen de leden.
Antwoord 9
Het kabinet zet zich nadrukkelijk in voor betere EU-NAVO samenwerking in den brede.
Samen met Denemarken, Duitsland en Italië initieerde Nederland een non-paper (eerder
genoemd in het antwoord op vraag 3) waarin wordt opgeroepen tot betere EU-NAVO samenwerking
bij het vergroten van de productiecapaciteit van de defensie-industrie. Dat is nodig
voor zowel het continueren van militaire steun aan Oekraïne als om onze eigen en andere
Europese krijgsmachten te versterken. Het kabinet onderzoekt momenteel op welke wijze
de productie- en leveringszekerheid in Nederland en Europa kan worden verhoogd en
zoekt actief naar het betrekken van Nederlandse bedrijven. Samenwerking tussen Nederland
en andere NAVO-landen is hier onderdeel van. Binnenkort informeert het kabinet uw
Kamer hierover.
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de
NAVO bijeenkomst van de Ministers van Defensie.
Vraag 11
De leden van de VVD-fractie verwelkomen de goedkeuring door het Turkse parlement van
Zweden tot de NAVO. Deze leden vragen of Nederland in overleg treedt met Hongarije
tot spoedige toetreding van Zweden tot de NAVO.
Antwoord 11
De toetreding van Zweden tot de NAVO maakt Zweden veiliger en de NAVO sterker. Het
is van belang dat Zweden zo snel mogelijk toetreedt tot de NAVO. Nederland benadrukt
in bilaterale contacten en in NAVO-verband het belang dat de ratificatieprocedure
zonder vertraging wordt afgerond.
Vraag 12
De leden van de VVD-fractie hebben nog enkele vragen over het kabinetsstandpunt over
het NATO New Force Model. De Minister geeft aan voldoende tijd nodig te hebben om naar dit model toe te werken
en benadrukt dat nieuwe plannen realistisch moeten zijn. De leden van de VVD-fractie
zouden graag van de Minister willen weten welke onderdelen zij onrealistisch of onhaalbaar
acht én welke mitigerende acties nodig zijn om deze doelen wel te realiseren.
Antwoord 12
Zoals toegelicht in de beantwoording van vraag 2, zijn de nieuwe NAVO-plannen omvangrijk
en vraagt de planning, voorbereiding en uitvoering veel van alle bondgenoten. Het
kabinet acht de nieuwe plannen uitvoerbaar, maar deze komen met risico’s vanwege beperkte
capaciteiten en voortzettingsvermogen bij de bondgenoten. Er moeten nieuwe en/of aanvullende
capaciteiten worden gerealiseerd door alle bondgenoten met daarbij voldoende ondersteunende
capaciteiten en personeel, die tevens voldoende voortzettingsvermogen kunnen bieden.
De benodigde investeringen in materieel, productiecapaciteiten en (het aantrekken
van voldoende) personeel zijn niet onrealistisch of onhaalbaar, maar vergen wel tijd
en langjarige inzet. Zoals beschreven in de Defensienota 2022, investeert het kabinet
fors in het versterken en toekomstbestendig maken van de krijgsmacht. Ook een volgend
kabinet zal moeten beslissen over de mate van aandacht en (langdurige) inzet ten behoeve
van uitvoerbaarheid van het NATO New Force Model.
Vraag 13
De leden van de VVD-fractie zouden ook graag horen van de Minister op welke manier
zij uitvoering geeft aan de vereisten van de NAVO, waaronder het leveren van capaciteiten
waar we al langer niet aan voldoen. De leden van de VVD-fractie herinneren het kabinet
eraan dat we slechts enkele jaren hebben om onze afschrikking en verdediging weer
op sterkte te krijgen. Deelt het kabinet dit standpunt van deze leden?
Antwoord 13
Gezien de verslechterde veiligheidssituatie, in het bijzonder sinds 2022, is het van
wezenlijk belang dat de NAVO zijn afschrikking en verdediging de komende jaren verder
versterkt en de nieuwe NAVO plannen uitvoerbaar maakt. Het kabinet acht de nieuwe
plannen uitvoerbaar, maar dit vereist investeringen en tijd, zoals ook beschreven
in het antwoord op vraag 2 en 12. Met de Defensienota 2022 (DN2022) zet Nederland
stappen om het fundament en de slagkracht van de krijgsmacht te versterken, maar moest
het kabinet keuzes maken.
Met de Defence Investment Pledge hebben alle NAVO bondgenoten afgesproken door te groeien naar minimaal 2% bbp (Kamerstuk
28 676, nr. 440). Het is aan een volgend kabinet om te besluiten over de financiële en materiële
invulling hiervan. Ook een nieuw kabinet zal keuzes moeten maken in schaarste en prioriteiten
moeten stellen.
Vraag 14
De leden van de VVD-fractie omarmen de Defence Investment Pledge. Welke EU-landen voldoen hier de komende jaren aan? De leden van de VVD-fractie ontvangen
graag een overzicht van de uitgaven van EU-lidstaten aan defensie de komende jaren.
Antwoord 14
Een overzicht van de uitgaven van Europese NAVO-bondgenoten is opgenomen op pagina
10 en 11 van de Ontwerpbegroting 2024 die op 19 september 2023 aan uw Kamer is gezonden
(Kamerstuk 36 410 X, nr. 2). Naar verwachting publiceert de NAVO binnenkort een nieuwe openbare versie van het
NAVO burden sharing rapport3.
Vraag 15
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van het verslag van de bijeenkomst
van de NAVO-Ministers van Defensie (DMM) en Ukraine Defence Contact Group (UDCG) van
11 en 12 oktober 2023. Deze leden zijn tevreden dat Nederland, samen met Denemarken
en de Verenigde Staten, zich inzet in de modernisering van de Oekraïense luchtmacht.
De leden van de VVD-fractie vragen of nog meer landen voornemens zijn om deel te nemen
aan deze coalitie.
Antwoord 15
De Air Force Capability Coalition groeit gestaag. Naast co-leiders Denemarken, de Verenigde Staten en Nederland bestaat
de Air Force Capability Coalition op dit moment uit: België, Canada, Frankrijk, Luxemburg, Noorwegen, Oekraïne, Polen,
Portugal, Roemenië, Tsjechië, het Verenigd Koninkrijk en Zweden.
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
Vraag 16
De leden van de BBB-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de agenda
voor de NAVO bijeenkomst van Ministers van Defensie op 14 en 15 februari 2024. Zij
hebben hierover een enkele vraag: wat zijn de gevolgen van de NATO Regional Plans voor Nederland, in het grootst mogelijke detail? Deze vraag is eerder bij schriftelijke
vragen niet beantwoord.
Antwoord 16
Binnen het overkoepelende Concept for Deterrence and Defence of the Euro-Atlantic Area (DDA) zijn de NATO Regional Plans (RP) de conceptuele kaders waarin nader wordt beschreven hoe de NAVO de afschrikking
en verdediging van het bondgenootschap in een specifieke regio vormgeeft. De concrete
gevolgen van de RP uiten zich in de Force Structure Requirements, waarin staat beschreven welke capaciteiten nodig zijn voor de uitvoering van deze
militaire plannen, en de vulling van het NATO New Force Model (NFM), dat specifieke capaciteiten van bondgenoten indeelt voor de uitvoering van
de militaire plannen. Zoals aangegeven in de beantwoording van schriftelijke vragen
naar aanleiding van de geannoteerde agenda (Kamerstuk 28 676, nr. 444 van 17 oktober 2023) en de beantwoording van recente vragen van de leden Boswijk,
Tuinman en Erkens (Aanhangsel Handelingen II 2023/24, nr. 872 van 25 januari 2024), informeert het kabinet uw Kamer, zo nodig vertrouwelijk, zodra
meer bekend is over de implicaties voor Nederland. Zie verder ook het antwoord op
vragen 2 en 12 voor nadere relevante informatie over de vulling van het NFM.
III Volledige agenda
1. Geannoteerde agenda NAVO bijeenkomst van Ministers van Defensie 14 en 15 februari
2024 Kamerstuk 28 676, nr. 449 – Brief regering d.d. 30-01-2024
Minister van Defensie, K.H. Ollongren – Geannoteerde agenda bijeenkomst NAVO-Ministers
van Defensie op 15 februari 2024 in Brussel
2. Verslag NAVO-Ministers van Defensie (DMM) en Ukraine Defence Contact Group (UDCG)
van 11 en 12 oktober 2023 Kamerstuk 28 676, nr. 445 – Brief regering d.d. 25-10-2023
Minister van Defensie, K.H. Ollongren – Verslag NAVO-Ministers van Defensie (DMM)
en Ukraine Defence Contact Group (UDCG) van 11 en 12 oktober 2023
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R. de Roon, voorzitter van de vaste commissie voor Defensie -
Mede ondertekenaar
N.E. Manten, adjunct-griffier