Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Stoffer over het bericht ‘Paarse Vrijdag? ‘Ongewenste gekkigheid uit de Randstad’
Vragen van het lid Stoffer (SGP) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht «Paarse Vrijdag? «Ongewenste gekkigheid uit de Randstad»» (ingezonden 20 december 2023).
Antwoord van Minister Dijkgraaf (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap), mede namens de
Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs (ontvangen 1 februari 2024). Zie ook
Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 773.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Paarse Vrijdag? «Ongewenste gekkigheid uit de Randstad»»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 3 en 4
Herkent u het beeld dat de zorgen van leerlingen en ouders over de manier waarop Paarse
vrijdag wordt ingezet, groeien? Wat is uw reactie daarop?
Hoe beoordeelt u het feit dat inmiddels meerdere scholen excuses hebben aangeboden
voor het feit dat de uitvoering van Paars vrijdag te ver ging en onvoldoende getuigde
van respect voor de positie van leerlingen? Is dit voor u een indicatie dat de inzet
voor sociale acceptatie kan doorschieten en tot beperking van de vrijheden van anderen
kan leiden?
Wat vindt u ervan dat in meerdere gevallen voorstellingen en beelden zijn vertoond
die door leerlingen en ouders als te confronterend zijn ervaren, wat zelfs leidt tot
afwezigheid van leerlingen of de noodzaak van alternatieve lessen? Hoe zet u zich
ook in dit opzicht in voor de sociale veiligheid van alle leerlingen?
Antwoord 2, 3 en 4
Het kabinet vindt het belangrijk dat iedere leerling zichzelf kan zijn en zich veilig
voelt, ook op school. Scholen in het funderend onderwijs hebben een zorgplicht voor
een (sociaal) veilig schoolklimaat. Tevens hebben scholen de verplichting, in het
kader van burgerschapsonderwijs, leerlingen te leren respectvol om te gaan met (seksuele)
diversiteit binnen de samenleving. Scholen bepalen zelf hoe zij invulling geven aan
dat onderwijs. Ook beslissen scholen zelf welke lespakketten het beste passen bij
de school en de leerlingen. Paarse Vrijdag is één van de manieren waarop scholen aandacht
kunnen besteden aan diversiteit en gelijkheid. Scholen die deelnemen aan Paarse Vrijdag
kiezen daar zelf voor en geven zelf invulling aan de dag. Ze kunnen daarbij gebruik
maken van de lespakketten van het COC, maar kunnen ook voor andere lesmethodes kiezen.
De lespakketten die door het COC beschikbaar worden gesteld, zijn ontwikkeld met leraren
en afgestemd op leeftijden van leerlingen. Naast materiaal voor leerlingen, stelt
het COC ook informatie voor ouders beschikbaar (zoals FAQ’s).
Uit de Veiligheidsmonitor 2021–2022 van het funderend onderwijs blijkt dat lhbt-leerlingen
vaker worden gepest dan niet-lhbt leerlingen, vaker slachtoffer zijn van incidenten,
minder vaak melding durven te maken en dat hun meldingen minder vaak worden opgevolgd.
Ook de monitor integrale veiligheid in het mbo laat zien dat lhb-studenten zich minder
vaak veilig voelen dan niet-lhb studenten.2 Om dit tegen te gaan is het belangrijk om aandacht te blijven besteden aan de acceptatie
van lhbtiq+ leerlingen. Uit onderzoek blijkt dat het bespreekbaar maken van diversiteit
bijdraagt aan een veiliger schoolklimaat: leerlingen voelen zich veiliger, zitten
beter in hun vel en kunnen beter omgaan met negatieve reacties.3
De afgelopen jaren is het aantal scholen dat deelneemt aan Paarse Vrijdag flink gestegen4. Hieruit blijkt een behoefte van scholen. COC Nederland evalueert de ervaringen met
Paarse Vrijdag van (lhbtiq+)leerlingen, scholen en ouders. De uitvraag onder (lhbtiq+)leerlingen
vindt momenteel plaats. De uitvraag onder scholen en ouders laat zien dat zowel scholen
als ouders overwegend positief reageren. Dat is in lijn met eerdere evaluaties. Met
vragen of zorgen kunnen ouders en leerlingen terecht bij de docent, leerkracht of
het schoolbestuur. Ik ga ervanuit dat zij de vragen en zorgen van ouders en leerlingen
serieus nemen. Ook vertrouw ik erop dat scholen een goede afweging kunnen maken in
de keuze voor deelname aan Paarse Vrijdag, het gebruik van lespakketten en dat leraren
goed weten wat past bij de leeftijd, ontwikkeling en belevingswereld van leerlingen.
De constatering van het lid Stoffer (SGP) dat de inzet voor sociale acceptatie kan
doorschieten en tot beperking kan leiden van de vrijheden van anderen, deel ik niet.
Voor alle leerlingen is het belangrijk dat ze leren dat iedereen zichzelf mag zijn
en leren omgaan met elkaars verschillen. Mij hebben geen signalen bereikt dat scholen
excuses hebben gemaakt voor de uitvoering van Paarse Vrijdag.
Vraag 5
Kunt u bevestigen dat het het goed recht is van leerlingen, ouders en personeel om
niet actief mee te doen aan Paarse vrijdag? Hoe draagt u eraan bij dat zij zich voldoende
gesteund kunnen weten en bent u bereid hierover het gesprek aan te gaan met de sectorraden?
Antwoord 5
Zoals aangegeven bij het antwoord op vraag 2, 3 en 4, zijn scholen verplicht om voor
een (sociaal) veilig schoolklimaat te zorgen en hebben scholen de verplichting om
leerlingen te leren over diversiteit, waaronder seksuele diversiteit. Het staat scholen
en leerkrachten vrij om zelf de methode en het moment te kiezen die het beste passen
bij de school en de leerlingen. Paarse Vrijdag kan daar onderdeel van zijn, maar dat
hoeft niet. Leerlingen worden niet vrijgesteld van lessen die gaan over diversiteit,
zoals seksuele en genderdiversiteit. Leerlingen, ouders, verzorgers en personeel kunnen
in eerste instantie bij de school zelf terecht met vragen en zorgen over de inhoud
van de lessen. Ik vertrouw erop dat scholen, zoals het COC ook adviseert, ouders tijdig
informeren over eventuele deelname aan Paarse Vrijdag en de inhoud van de lessen.
Het COC heeft dit jaar nadrukkelijk aandacht besteed aan het betrekken van leraren
en ouders door bijeenkomsten over Paarse Vrijdag te organiseren en een FAQ op te stellen
voor mensen die vragen hebben over Paarse Vrijdag. Ik zie op dit moment geen aanleiding
om hierover in gesprek te gaan met de sectorraden.
Vraag 6
Vindt u dat sprake is van een veilig schoolklimaat als kinderen niet op school durven
komen zonder paarse trui vanwege de druk die zij voelen of zelfs omdat zij daarover
ter verantwoording worden geroepen?
Antwoord 6
Paarse Vrijdag is een dag waarop scholen die dat willen paars kleuren, om te laten
zien dat iedereen zichzelf mag zijn en dat je respectvol omgaat met elkaar. Daar hoort
uiteraard ook bij de vrijheid om géén paarse trui te dragen – en het respect voor
die keuze. Verschillende meningen zijn een groot goed en horen bij het voeren van
een respectvol gesprek.
Vraag 7
Bent u ook van mening dat straatmeubilair niet primair bedoeld is om een LHBTI-campagne
mee te voeren en dat de functionaliteit en esthetiek voorop moeten staan?
Antwoord 7
Het selecteren en plaatsen van voorzieningen in de openbare ruimte, zoals regenboogbanken,
is aan gemeenten en niet aan mij. Gemeenten zijn vrij om daarin een eigen keuze te
maken.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Mede namens
M.L.J. Paul, minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.